Nr. 42
Brasília, 31 juli 1996
Excellentie,
Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van Uw brief van 31 juli 1996, waarin U mij,
namens Uw Regering voorstelde om te komen tot een verdrag inzake het verrichten van
betaalde werkzaamheden door gezinsleden van diplomatiek, consulair, administratief
en technisch personeel, en waarvan de inhoud als volgt luidt:
„Mijnheer de Ambassadeur,
Namens de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië heb ik de eer Uwe Excellentie
het volgende verdrag inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden
van diplomatiek, consulair, administratief en technisch personeel voor te stellen.
De Regering van de Federatieve Republiek Brazilië en de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden komen op basis van wederkerigheid overeen dat de gezinsleden van diplomatiek,
consulair, administratief en technisch personeel van een der verdragsluitende Partijen,
dat als lid van een diplomatieke vertegenwoordiging, consulaire post of vertegenwoordiging
bij een internationaal lichaam met zetel in onverschillig welke van de twee landen
is aangesteld om een officiële taak in het land van de andere verdragsluitende Partij
uit te voeren, toestemming kunnen krijgen om in de ontvangende staat, met eerbiediging
van de belangen van die staat, betaalde werkzaamheden te verrichten. De toestemming
in kwestie kan worden geweigerd voor het geval dat:
-
a. de ontvangende staat als werkgever fungeert, eventueel via diens lagere overheden,
stichtingen, overheidsbedrijven of semi-overheidsbedrijven;
-
b. bedoelde werkzaamheden schadelijk zijn voor de nationale veiligheid.
Voor de toepassing van dit verdrag wordt verstaan onder „gezinsleden": de leden van
het gezin van het diplomatiek, consulair, administratief en technisch personeel, die
als zodanig zijn opgegeven door de zendstaat en die als zodanig zijn aanvaard door
de ontvangende staat.
-
a. Het door het gezinslid verrichten van betaalde werkzaamheden in de ontvangende staat
is afhankelijk van voorafgaande toestemming van de plaatselijke overheid, door middel
van een verzoek door de Ambassade gericht aan de dienst protocollaire aangelegenheden
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Nadat is vastgesteld dat de persoon in
kwestie onder de in dit Verdrag omschreven categorieën valt en nadat aan de toepasselijke
binnenlandse voorschriften is voldaan, bericht de dienst protocollaire aangelegenheden
aan de Ambassade officieel dat de desbetreffende persoon toestemming heeft om betaalde
werkzaamheden te verrichten, onderworpen aan de in de ontvangende staat toepasselijke
wetgeving.
-
b. Het gezinslid is niet vrijgesteld van de verplichting te voldoen aan bijzondere eisen
die voor het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden gelden. De bepalingen van dit Verdrag
mogen door de andere Partij niet zodanig worden uitgelegd dat deze de erkenning zouden
inhouden van de titels die recht geven op de uitoefening van een bepaald beroep.
Voor de gezinsleden die betaalde werkzaamheden verrichten in overeenstemming met
de bepalingen van dit verdrag, blijft de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht
in burgerlijke en administratieve zaken met betrekking tot alle uit bedoelde werkzaamheden
voortvloeiende geschilpunten achterwege.
Op de gezinsleden die betaalde werkzaamheden verrichten in overeenstemming met de
bepalingen van dit verdrag en die immuniteit genieten ten aanzien van de rechtsmacht
in strafzaken, worden, indien zij beschuldigd worden van een in verband met zodanige
werkzaamheden begaan strafbaar feit, de volgende regels met betrekking tot die immuniteit
toegepast:
-
a. Indien de ontvangende staat schriftelijk verzoekt afstand te doen van de immuniteit,
wordt bedoeld verzoek door de zendstaat ernstig in overweging genomen;
-
b. Het doen van afstand van de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht brengt niet
met zich mee het doen van afstand van de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging,
om welke afstand opnieuw dient te worden verzocht en van welke immuniteit apart en
uitdrukkelijk afstand dient te worden gedaan. In dergelijke gevallen neemt de zendstaat
de mogelijkheid om afstand te doen van de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging
van de uitspraak eveneens ernstig in overweging.
De gezinsleden die betaalde werkzaamheden verrichten in overeenstemming met de bepalingen
van dit verdrag genieten geen vrijstelling van de verplichtingen tot het betalen van
belastingen en sociale verzekeringspremies voortvloeiende uit bedoelde werkzaamheden
en zijn derhalve op dit punt onderworpen aan de desbetreffende, op de in de ontvangende
staat verblijvende of woonachtige natuurlijke personen geldende wetgeving.
De toestemming voor een gezinslid om betaalde werkzaamheden te verrichten eindigt
wanneer de persoon, tot wiens gezin betrokkene behoort, de functie waarvoor hij door
de zendstaat werd benoemd niet langer uitoefent.
Door middel van een kennisgeving van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
aan de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië kan dit verdrag tevens van toepassing
worden verklaard op de Nederlandse Antillen en/of op Aruba.
Elk der Partijen stelt de andere Partij ervan in kennis dat voldaan is aan de onderscheiden
wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van dit verdrag. Het verdrag treedt
in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op die van de laatste kennisgeving.
Elk der Partijen kan langs diplomatieke weg haar voornemen kenbaar maken het verdrag
op te zeggen. In dat geval wordt de opzegging van kracht vanaf de eerste dag van de
zevende maand na ontvangst van de kennisgeving.
Indien de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden akkoord gaat met het voorgelegde
voorstel, vormen deze brief en de antwoordbrief van Uwe Excellentie, waarin de goedkeuring
van Uw Regering tot uitdrukking wordt gebracht, een verdrag tussen de Federatieve
Republiek Brazilië en het Koninkrijk der Nederlanden".
Het is mij een genoegen te bevestigen dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
akkoord gaat met het voorstel in Uw brief en met het feit dat die brief tezamen met
dit antwoord een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek
Brazilië vormen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw mijn gevoelens van bijzondere
hoogachting te betuigen.
(wg.) H. J. VAN OORDT
Hendrik Jan van Oordt
Ambassadeur van het
Koninkrijk der Nederlanden
Zijne Excellentie
Ambassadeur
Luiz Felipe Lampreia
Minister van Staat van Buitenlandse Zaken
van de Federatieve Republiek Brazilië