Beleidsregel verloskunde

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 20-01-2023

Beleidsregel verloskunde

Gele◘t op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 52 aanhef en onderdeel e Wmg, worden tarieven die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve vastgesteld door de NZa.

Gelet op artikel 59 aanhef en onderdeel b Wmg heeft de Minister van VWS met brieven van 21 juli 2011, kenmerk MC-U-3073018, en van 16 december 2011, kenmerk MC-U-3093364, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel aanwijzingen op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Basis verloskundige zorgprestaties

    • Inkomensbestanddeel:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van het normatief bepaalde inkomen van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Praktijkkostenbestanddeel:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van de normatief bepaalde praktijkkosten van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Rekenomzet:

      De som van het inkomensbestanddeel (zie artikel 5.1.a) en het praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 5.1.b).

    • Rekennorm:

      Begripsaanduiding voor een normatief bepaald aantal (verloskundige) zorgeenheden per jaar.

  • 2 Overige (aanvullende) verloskundige zorgprestaties

    Prestaties termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is/specifieke diagnose echo

    • Rekeninkomen:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van het normatief bepaalde inkomen van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Rekenkosten:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van het normatief bepaalde praktijkkosten van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Rekenomzet:

      De som van het rekeninkomen (zie artikel 5.2.a) en de rekenkosten (zie artikel 5.2.a).

    • Rekennorm:

      Begripsaanduiding voor een normatief bepaald aantal abonnementen per jaar.

    Prestatie het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging

    • Inkomensbestanddeel:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van het normatief bepaalde inkomen van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Praktijkkostenbestanddeel:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van de normatief bepaalde praktijkkosten van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Rekenomzet:

      De som van het inkomensbestanddeel (zie artikel 5.2.b) en het praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 5.2.b).

    • Rekennorm:

      Begripsaanduiding voor een normatief bepaald aantal werkbare uren per jaar.

    Prestaties prenatale screening counseling en prenatale screening Tweede Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) (echo rond 20 weken zwangerschap)

    • Praktijkkostenbestanddeel:

      Het aandeel van het (maximum)tarief van de normatief bepaalde praktijkkosten van een verloskundige dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen.

    • Meerkosten voor prenatale screening counseling als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho:

      Het aandeel van het (maximum)tarief dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen voor de meerkosten voor de prenatale screening counseling als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho per 1 augustus 2021.

    • Rekennorm:

      Begripsaanduiding voor een normatief bepaald aantal verrichtingen per jaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het gebied van geneeskundige zorg, zoals verloskundigen en huisartsen die bieden.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregel is van toepassing op geneeskundige zorg, zoals verloskundigen en huisartsen die bieden, als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Voor zover geen sprake is van zorg als omschreven in vorige zin, is deze beleidsregel van toepassing op handelingen1 of werkzaamheden2 op het terrein van de geneeskundige zorg, zoals verloskundigen en huisartsen die bieden, uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van personen, ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) of door personen als bedoeld in artikel 34 Wet BIG.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 4. Prestaties

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In het kader van deze beleidsregel worden de volgende prestaties als basis verloskundige zorg onderscheiden:

  • volledige verloskundige zorg;

  • volledige prenatale zorg;

  • volledige natale zorg;

  • volledige postnatale zorg;

  • prenatale zorg bij miskraam of verwijzing van de cliënt naar het ziekenhuis/de medisch specialistische zorg;

  • prenatale zorg bij overdracht van de cliënt aan andere zorgaanbieder tijdens de zwangerschap.

Daarnaast worden in deze beleidsregel ook de overige (aanvullende) verloskundige zorgprestaties onderscheiden:

  • termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is;

  • specifieke diagnose echo;

  • het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging;

  • prenatale screening counseling;

  • prenatale screening Tweede Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) (echo rond 20 weken zwangerschap);

  • consult voor vrouw met kinderwens;

  • IUD (spiraaltje) of etonogestrel implantatiestaafje aanbrengen/implanteren of verwijderen;

  • Cardiotocogram (CTG) bij minder leven, naderende serotiniteit en het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging.

De navolgende toeslagen kunnen in rekening worden gebracht:

  • toeslag opslagwijken;

  • toeslag Regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA) in centrale opvang;

  • toeslag structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn;

  • toeslag 1e lijns geboortecentrum;

  • toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas;

  • toeslag integrale geboortezorg.

  • Tijdelijke toeslag inzet tolk per 15 minuten

Tenslotte wordt in deze beleidsregel de prestatie onderlinge dienstverlening onderscheiden.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 5. Onderdelen ter vaststelling van de tariefopbouw

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In dit artikel worden de onderdelen voor de vaststelling van de tariefopbouw weergegeven.

  • 1. Basis verloskundige zorgprestaties

    • a. Arbeidskostencomponent

      De arbeidskostencomponent van het tarief bedraagt € 112.096 (definitief niveau 2022).

    • b. Praktijkkostenbestanddeel

      Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 66.665(definitief niveau 2022). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:

      • personeelskosten € 30.654

      • overige kosten € 36.011

    • c. Rekennorm

      De rekennorm bedraagt 106,6 zorgeenheden per jaar.

  • 2. Overige (aanvullende) verloskundige zorgprestaties

    • a. Termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is/specifieke diagnose echo

      Het rekeninkomen bedraagt € 2.314 (definitief niveau 2022). In de berekening van het rekeninkomen voor de echo wordt uitgegaan van het inkomensbestanddeel van het maximumtarief per bevalling. Dit zijn 261 werkbare dagen van 8 uur, 15 minuten meerwerk van de verloskundige per echo en 172 echo's per verloskundige (143 eerste echo's en 29 tweede en volgende echo's).

      De rekenkosten bedragen € 5.080 (definitief niveau 2022). In de berekening van de rekenkosten voor de echo (investeringskosten en de materiaalkosten) is uitgegaan van één echoapparaat per 2,5 verloskundigen.

      De rekennorm bedraagt 143 abonnementen per jaar.

    • b. Het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging

      De arbeidskostencomponent van het tarief bedraagt € 112.096 (definitief niveau 2022).

      Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 66.665 (definitief niveau 2022). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:

      • personeelskosten € 30.654

      • overige kosten € 36.011

      De rekennorm bedraagt 1.540 werkbare uren.

    • c. Prenatale screening counseling

      Het tarief voor de prenatale screening counseling bestaat uit twee onderdelen, vanwege de meerkosten voor de prenatale screening counseling als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho per 1 augustus 2021.

      Het aandeel van het (maximum)tarief dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening mogen brengen voor de meerkosten is gebaseerd op de normatieve arbeidskostencomponent van € 112.096 (definitief niveau 2022) en 1.540 werkbare uren per jaar.

      Voor het deel van het tarief voor de prenatale screening counseling exclusief de meerkosten als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho geldt het onderstaande:

      Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 72.655 (definitief niveau 2022). Het praktijkkostenbestanddeel is alleen opgebouwd uit personeelskosten.

      De rekennorm bedraagt 1.425 verrichtingen per jaar.

      Het meerkostendeel van het tarief als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho bedraagt: € 18,99 (definitief niveau 2022).

    • d. Prenatale screening Tweede Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) (echo rond 20 weken zwangerschap)

      Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 266.161 (definitief niveau 2021). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:

      • personeelskosten € 166.337

      • overige kosten € 99.824

      De rekennorm bedraagt 1.275 verrichtingen per jaar.

    • e. Cardiotocogram (CTG) bij minder leven, naderende serotiniteit en het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging.

      De arbeidskostencomponent van het tarief bedraagt € 16.050 (definitief niveau 2022).

      Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 45.735 (definitief niveau 2022). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:

      • personeelskosten: € 4.500

      • overige kosten: € 41.235

      De rekennorm bedraagt 250 CTG’s per jaar.

  • 3. Indexatie van inkomens- en praktijkkostenbestanddeel ter vaststelling van de tariefopbouw

    Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) van zowel het inkomens- als het praktijkkostenbestanddeel plaats. De wijze van indexeren is geregeld in de Beleidsregel indexering.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 6. Totstandkoming (maximum)tarieven

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Basis verloskundige zorgprestaties

    • a. Volledige verloskundige zorg

      Het maximumtarief per volledige verloskundige zorg is de uitkomst van de rekenomzet (arbeidskostencomponent (zie artikel 5.1.a) + praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 5.1.b)) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.1.c).

    • b. Volledige prenatale verloskundige zorg

      Het maximumtarief voor de volledige prenatale verloskundige zorg bedraagt 37% van het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.

    • c. Volledige natale verloskundige zorg

      Het maximumtarief voor de volledige natale verloskundige zorg bedraagt 40,5% van het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.

    • d. Volledige postnatale verloskundige zorg

      Het maximumtarief voor de volledige postnatale verloskundige zorg bedraagt 22,5% van het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.

    • e. Prenatale verloskundige zorg bij miskraam of verwijzing van de cliënt naar het ziekenhuis/de medisch specialistische zorg

      Het maximumtarief voor prenatale verloskundige zorg bij miskraam of verwijzing van de cliënt naar het ziekenhuis/de medisch specialistische zorg bedraagt:

      • in de periode van 0 tot en met 14 weken van de zwangerschap: 34% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;

      • in de periode van 15 tot en met 29 weken van de zwangerschap: 51% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;

      • in de periode na 29 weken van de zwangerschap, maar vóór de bevalling: 115% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg.

    • f. Prenatale verloskundige zorg bij overdracht van de cliënt naar andere zorgaanbieder tijdens de zwangerschap

      Het maximumtarief voor prenatale verloskundige zorg bij overdracht van de cliënt aan andere zorgaanbieder tijdens de zwangerschap bedraagt:

      • in de periode van 0 tot en met 14 weken van de zwangerschap: voor eerste zorgaanbieder 17% en voor tweede zorgaanbieder 100% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;

      • in de periode van 15 tot en met 29 weken van de zwangerschap: voor eerste zorgaanbieder 51% en voor tweede zorgaanbieder 66% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;

      • in de periode na 29 weken van de zwangerschap, maar vóór de bevalling: voor eerste zorgaanbieder 72% en voor tweede zorgaanbieder 45% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg.

  • 2 Toeslagen

    • a. Toeslag opslagwijken

      Over de basis verloskundige zorgprestaties aan cliënten woonachtig in een opslagwijk kan een toeslag in rekening worden gebracht.

      De hoogte van de toeslag bedraagt 23%.

      De vaststelling van de opslagwijken vindt plaats conform de systematiek zoals omschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.

      De vaststelling van de opslaggebieden vindt plaats op grond van een door de NZa uitgevoerd onderzoek. De NZa hanteert voor de berekening van de achterstandsindex CBS-gegevens op postcode 6- en postcode 5-niveau. Per postcode-6-gebied wordt bepaald welke postcodes in de achterstandsgebieden voorkomen. De achterstandsindex wordt gebaseerd op de volgende criteria:

      • percentage inwoners met laag inkomen;

      • percentage niet-actieven;

      • percentage niet-Westerse allochtonen of midden-Oost-Europeaan;

      Verzekerden woonachtig in de betreffende postcodes worden aangemerkt als woonachtig in een opslagwijk.

    • b. Toeslag regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA) in centrale opvang

      Voor de basis verloskundige zorgprestaties aan RMA-verzekerden in de centrale opvang kan een toeslag in rekening worden gebracht. De hoogte van de toeslag bedraagt 23%.

    • c. Toeslag structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn

      Over de basis verloskundige zorgprestaties kan een toeslag in rekening worden gebracht als sprake is van aanvullende maatregelen of werkzaamheden vanuit de eerste lijn vanwege structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn. De hoogte van de toeslag bedraagt maximaal 40%. Deze toeslag kan enkel in rekening worden gebracht als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

      • De toeslag op de reguliere tarieven dient om aanvullende maatregelen of werkzaamheden vanuit de eerste lijn te dekken, veroorzaakt door een structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn.

      • De toeslag kan enkel in rekening worden gebracht indien voor een aanzienlijk deel van de populatie van de betreffende verloskundige praktijk structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn geldt.

      • De aanvullende maatregelen en/of werkzaamheden zijn erop gericht om de verloskundige activiteiten zo lang mogelijk vanuit de eerste lijn uit te voeren, daar waar het enige alternatief vroegtijdige overdracht aan de tweede lijn is.

      • De toeslag kan alleen in rekening worden gebracht als de zorgverlener met de zorgverzekeraar van de cliënt hiervoor een overeenkomst heeft. In deze overeenkomst staan de aanvullende eerstelijns verloskundige maatregelen en/of werkzaamheden, en de hoogte van de in rekening te brengen toeslag vastgelegd. Voor het in rekening brengen van deze toeslag is het niet vereist dat er tevens een overeenkomst tussen zorgverlener en de zorgverzekeraar van de cliënt is gesloten met betrekking tot de basis verloskundige zorg (deel)prestaties.

    • d. Toeslag 1e lijns geboortecentrum

      Bij bevalling in een geboortecentrum kan naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg ook de toeslag 1e lijns geboortecentrum in rekening worden gebracht. Hierbij geldt het maximumtarief voor de poliklinische bevallingen niet door een gynaecoloog met partusassistentie (190043, 190045, 190047), zoals vastgelegd in de prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg.

      Deze toeslag kan in rekening worden gebracht aan de cliënt of zijn zorgverzekeraar bij verloskundige zorgverlening vanuit een geboortecentrum. Een geboortecentrum is in dit verband een locatie, anders dan thuis, waar laag risico zwangeren kunnen bevallen onder verantwoordelijkheid van een eerstelijns verloskundig professional. Hierbij zijn er in ieder geval faciliteiten die een normaal verloop van de baring kunnen ondersteunen. Onderdeel van de prestatie toeslag 1e lijns geboortecentrum is ook de partusassistentie, inclusief het starttarief voor partusassistentie. De prestaties betreffende partusassistentie, opgenomen in de thans geldende Beleidsregel kraamzorg als ‘assistentie van kraamzorg bij de bevalling’, kunnen niet naast deze toeslag worden gedeclareerd.

      De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de toeslag met inachtneming van het geldende maximumtarief via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan een andere zorgaanbieder.

      Ook een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt heeft de mogelijkheid om deze toeslag in rekening te brengen bij de cliënt of zijn zorgverzekeraar.

    • e. Toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas

      Bij bevalling in een geboortecentrum met lachgassedatie kan ook de toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas in rekening worden gebracht, naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg. Het tarief voor deze toeslag bedraagt de optelsom van het maximumtarief voor de poliklinische bevallingen niet door een gynaecoloog met partusassistentie (190043, 190045, 190047) plus de ‘toeslag lachgassedatie bij poliklinische bevalling niet door een gynaecoloog’ (199803) zoals vastgelegd in de prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg.

      Deze toeslag dient om natale en postnatale zorg in een eerstelijns geboortecentrum te faciliteren, waarbij pijn wordt bestreden door een lachgasmengsel toe te dienen.

      Lachgassedatie is een beheersbare farmacologische techniek, zorgvuldig uitgevoerd door een hiertoe geschoolde verloskundige in een omgeving met adequate toedienings- en afzuigingsmogelijkheden. Hierbij ademt de cliënt een variabele combinatie van lachgas en zuurstof via een neusmasker in om een gevoel van ontspanning en geruststelling bij de cliënt te bereiken. Gedurende de gehele sedatie blijft de cliënt het gasmengsel inademen, en blijven de beschermende vitale reflexen intact.

      Het tarief kan enkel in rekening worden gebracht als over deze prestatie samenwerkingsafspraken zijn gemaakt op het niveau van het verloskundig samenwerkingsverband. Onderdeel van de prestatie toeslag 1e lijns geboortecentrum is ook de partusassistentie, inclusief het starttarief voor partusassistentie. De prestaties betreffende partusassistentie, opgenomen in de thans geldende Beleidsregel kraamzorg als ‘assistentie van kraamzorg bij de bevalling’, kunnen niet naast deze toeslag worden gedeclareerd.

      De toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas mag niet in rekening worden gebracht als voor de betrokken cliënt de toeslag 1e lijns geboortecentrum al in rekening is gebracht.

      De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de toeslag met inachtneming van het geldende maximumtarief via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan een andere zorgaanbieder. Ook een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt heeft de mogelijkheid om deze toeslag in rekening te brengen bij de cliënt of zijn zorgverzekeraar.

    • f. Toeslag integrale geboortezorg

      Naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg kan ook een toeslag integrale geboortezorg per zwangere vrouw in rekening worden gebracht. Deze toeslag biedt aanvullende tariefruimte om de kwaliteit van verloskundige zorg te verbeteren, inclusief de bevordering van de samenwerking en professionalisering binnen de verloskundige keten. Een onderdeel hiervan kan de inzet van een medisch specialist gedurende het eerstelijns verloskundig traject zijn (het meekijkconsult). De toeslag kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een overeenkomst is gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de cliënt. In de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.

      Deze toeslag kan enkel in rekening worden gebracht als er ook verloskundige zorg is geleverd aan de betrokken cliënt.

      De zorgverzekeraar heeft de mogelijkheid om deze toeslag overeen te komen met een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt.

      Een voorbeeld van deze andere zorgaanbieder kan zijn een gezamenlijke juridische entiteit zijn, waarin naast de eerstelijns verloskundige ook de andere disciplines binnen de verloskundige keten deelnemen. De toeslag kan één keer per zwangere vrouw in rekening worden gebracht door een zorgaanbieder aan een zorgverzekeraar. De toeslag kan, of delen van de toeslag kunnen, met inachtneming van het geldende maximumtarief in rekening worden gebracht aan een andere zorgaanbieder.

      Het maximumtarief van de toeslag integrale geboortezorg bedraagt 10% van het tarief van de prestatie volledige verloskundige zorg.

    • g. Tijdelijke toeslag inzet tolk per 15 minuten

      De toeslag inzet tolk is een toeslag voor zorg geleverd aan cliënten met een dusdanige taalbarrière om zorg in het kader van zwangerschap en geboorte effectief te ontvangen. De inzet van een tolk is conform de “Inhoudelijk kader inzet tolken anderstaligen”, waarbij de erkende talentolk conform de kwaliteitsstandaard professioneel tolk handelt en de inzet noodzakelijk is ten behoeve van de zorgverlening.

      De tolk wordt ingezet tijdens de directe zorglevering van de zorgaanbieder aan de cliënt en mag per vijftien minuten worden gedeclareerd. Het toeslagtarief bedraagt een maximumtarief van € 24,00 (definitief niveau 2022) per prestatie. Dit maximumtarief is overgenomen uit ‘De verantwoording tarieven Zorgprestatiemodel’ van 1 juli 2021 vanuit de GGZ, waarbij het tarief voor deze toeslag is gebaseerd op kostprijsinformatie van de tolk anderstaligen.

  • 3

    • Overige (aanvullende) verloskundige zorgprestaties

      • a. Termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is

        Het maximum abonnementstarief voor een algemeen termijn echoscopisch onderzoek ten behoeve van de datering van de zwangerschap is de uitkomst van de rekenomzet (rekeninkomen + rekenkosten) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.a).

      • b. Specifieke diagnose echo

        Het maximumtarief voor een specifieke diagnose echo is de uitkomst van het maximumtarief voor een termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is (zie artikel 6.3.a) gedeeld door factor 1,2.

        De volgende specifieke diagnose echo’s worden onderscheiden:

        • 1. De biometrie echo: het beoordelen van de groei van het kind;

        • 2. De echo vanwege bloedverlies;

        • 3. De begeleidingsecho bij het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging;

        • 4. De liggingsecho: het bepalen van de hoofdligging van het kind;

        • 5. De echo lokalisatie placenta; vaststellen waar de placenta zich in de baarmoeder bevindt in het derde trimester van de zwangerschap na vorming van het onderste uterussegment;

        • 6. De vitaliteitsecho: vaststellen locatie en vitaliteit van de zwangerschap in het eerste trimester van de zwangerschap.

      • c. Het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging

        Het maximumtarief voor het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging is de uitkomst van de rekenomzet (rekeninkomen + rekenkosten) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.b).

      • d. Prenatale screening counseling

        Het maximumtarief voor de counseling is de som van de uitkomst van het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm en de meerkosten van de counseling als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho (zie artikel 5.2.c).

      • e. Prenatale screening Tweede Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) (echo rond 20 weken zwangerschap)

        Het maximumtarief voor het ttseo bij eenlingen én bij het eerste kind van een meerlingenzwangerschap is de uitkomst van 83% maal het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.d). Het maximumtarief voor het ttseo bij elk volgend kind van een meerlingenzwangerschap is de uitkomst van 83% maal het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.d).

      • f. Consult voor vrouw met kinderwens

        Het maximumtarief voor ‘consult voor vrouw met kinderwens’ (zowel korter als langer dan 20 minuten) wordt gelijkgesteld aan de hoogte van het maximumtarief voor de prestaties consult passant (korter en langer dan 20 minuten) zoals beschreven in artikel 5.2.3 van de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.

        Het tarief voor een consult voor vrouw met kinderwens kan niet in rekening worden gebracht als de zorgverlener voor de betreffende cliënt ook het inschrijftarief declareert, volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg onder artikel 5.2.1. In dat geval kan de zorg gedeclareerd worden vanuit de reguliere prestatie 5.2.2 consult, volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.

      • g. IUD (spiraaltje) of etonogestrel implantatiestaafje aanbrengen/implanteren of verwijderen

        Het maximumtarief voor de prestatie wordt gelijkgesteld aan de hoogte van het maximumtarief voor de prestatie zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.

        Deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht als de zorgaanbieder voor de betreffende cliënt ook het inschrijftarief declareert (zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg onder artikel 5.2.1). In dat geval kan de zorg gedeclareerd worden via de prestatie ‘IUD aanbrengen/implanteren of verwijderen etonogestrel implantatiestaafje’ binnen de regelgeving in de huisartsenzorg.

      • h. Cardiotocogram (CTG) bij minder leven, naderende serotiniteit en het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging.

        Het maximumtarief voor de CTG is de uitkomst van de som van de arbeidskostencomponent en het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm.

        De CTG prestatie is inclusief de bijbehorende echo. Een ‘specifieke diagnose echo’ mag niet parallel aan de CTG prestatie op dezelfde kalenderdag worden gedeclareerd.

  • 4 Onderlinge dienstverlening

    Onderlinge dienstverlening

    De levering van (onderdelen van) de prestaties op het gebied van de verloskundige zorg door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

    De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties op het gebied van de verloskundige zorg met inachtneming van de geldende maximumtarieven, in opdracht van de opdrachtgevende zorgverlener via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.

  • 5 Max-max tarieven

    De maximumtarieven berekend op basis van de artikelen 6.1.a tot en met f en 6.3.a tot en met h kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag ligt.

    Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van de artikelen 6.1.a tot en met f en 6.3.a tot en met h kan aan een ieder in rekening worden gebracht.

    Een verhoogd maximumtarief kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan:

    • de ziektekostenverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief schriftelijk is overeengekomen, of

    • de verzekerde ten behoeve van wie een ziektekostenverzekering met betrekking tot verloskundige zorg is gesloten bij een ziektekostenverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief schriftelijk is overeengekomen.

  • 6 Structurele taakstelling 2012

    Als gevolg van de door de Minister van VWS opgelegde taakstelling zoals verwoord in de aanwijzing d.d. 16 december 2011 met kenmerk MC U 3093364, worden de uitkomsten van de tariefberekening voor overige verloskundige prestaties zoals verwoord in de artikelen 6.3.a tot en met 6.3.e, structureel verlaagd met 1,16%.

  • 7 Vergoeding (gederfd) rendement eigen vermogen

    In deze beleidsregel is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen van 0,31% toegevoegd aan de structurele tariefcomponenten die de tarieven voor de overige zorggerelateerde prestaties onderbouwen. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 7. Intrekken oude beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel verloskunde, met kenmerk BR/REG-23128a, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Beleidsregel verloskunde, met kenmerk BR/REG-23128, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel verloskunde, met kenmerk BR/REG-22134, ingetrokken.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 8. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Beleidsregel verloskunde met kenmerk BR/REG-22134 blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 9. Inwerkingtreding / bekendmaking

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Indien de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2022, treedt de beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2023.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 10. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verloskunde.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 1559, datum inwerkingtreding 21-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

  1. Het betreft hier de handelingen bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel b, onder 2oWmg. ^ [1]
  2. Het betreft hier de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wmg. ^ [2]
Naar boven