3.1. Verplichtingen voor de erkenninghouder
Een erkenning van de RDW brengt een aantal verplichtingen met zich mee. In dit hoofdstuk
leest u aan welke verplichtingen u als erkenninghouder (blijvend) moet voldoen.
3.1.1. Meewerken aan het toezicht
U en uw medewerkers moeten alle medewerking verlenen aan de uitoefening van het toezicht
door de RDW. Het niet meewerken aan toezicht leidt tot een sanctie. Indien men zijn
of haar emoties richt op de persoon van de RDW-medewerker door middel van verbale
agressie (uitschelden), discriminatie, intimidatie of seksuele intimidatie in uw bedrijf
door daar aanwezige personen of via de telefoon, sociale media of e-mail, dan is dit
een categorie IV overtreding en volgt een intrekking van de erkenning en een wachttijd
tot 1 januari 2025. Bij fysiek geweld of dreiging daarmee tegen een RDW-medewerker
in uw bedrijf door daar aanwezige personen wordt tevens aangifte gedaan door de RDW
ten behoeve van strafrechtelijke vervolging. Ook bij agressie, discriminatie, intimidatie
of seksuele intimidatie dan wel dreiging daarmee ongeacht in welke vorm deze geuit
wordt tegen een RDW-medewerker buiten uw bedrijf geldt dat dit een categorie IV overtreding
is. Ook dan geldt dat dit aanleiding kan zijn om aangifte te doen. Onder intimidatie
valt ook het filmen en/of geluidsopnamen maken van toezichthouders van de RDW zonder
dat daarvoor een gerechtvaardigd belang is.
3.1.2. Documentatie
U moet beschikken over een door de RDW goedgekeurd kwaliteitshandboek. In het kwaliteitshandboek
moet staan op welke wijze de interne procedures zijn ingericht. Uit het handboek dient
in elk geval te blijken:
-
– welke maatregelen u neemt ter waarborging van de privacy van de burger;
-
– hoe u controleert of het voertuig overeenkomt met het bijbehorende kentekenbewijs;
-
– hoe u fouten door het personeel dat de keuring daadwerkelijk uitvoert, voorkomt en
oplost;
-
– hoe u waarborgt dat de wijziging van snor- naar bromfiets conform de eisen is uitgevoerd;
-
– welke meetmiddelen u heeft en gebruikt;
-
– welke meetmethode(s) u hanteert met de meetmiddelen;
-
– hoe u waarborgt dat er een correcte administratie plaatsvindt en dat deze tenminste
10 jaar bewaard wordt.
Van elk keuring moet u een gedegen administratie per kenteken bijhouden. Deze administratie
moet u op verzoek tonen aan de Toezichthouder Bedrijven van de RDW. De administratie
mag u zowel schriftelijk als digitaal bijhouden. In beide gevallen moet het leesbaar,
goed geordend en toegankelijk zijn, en moet minimaal de onderstaande elementen te
bevatten:
-
– Kenteken van de betreffende snorfiets;
-
– Datum van de keuring van de ombouw;
-
– Gebruikt meetmiddel maximumconstructiesnelheid;
-
– Gemeten waarde maximumconstructiesnelheid;
-
– Gebruikt meetmiddel geluid;
-
– Gemeten waarde geluid in dB;
-
– Naam medewerker die de keuring heeft uitgevoerd.
3.1.3. Voeren van en inleveren erkenningsschild
U mag het RDW-erkenningsschild alleen voeren als u over een geldige erkenning beschikt.
Wanneer u, om welke reden dan ook, geen gebruik meer kunt of mag maken van uw erkenning,
moet u per direct de zaken die u voor het uitvoeren van de erkenning heeft verkregen,
inleveren bij de RDW. Het gaat hier in ieder geval om het erkenningsschild dat na
1 januari 2025 moet worden ingeleverd als u geen andere geldige RDW erkenningen heeft
op die locatie.
3.1.4. Financiële verplichting
Als erkenninghouder moet u aan uw financiële verplichting voldoen. Dit geldt voor
alle kosten die u als erkenninghouder moet voldoen. Voldoet u niet aan uw financiële
verplichting, dan wordt de erkenning in eerste instantie voor de duur van zes weken
geschorst. De ingangsdatum is dan 1 week na dagtekening van de verzending van het
schorsingsbesluit. Heeft u na deze periode nog steeds niet aan de financiële verplichting
voldaan, dan wordt uw erkenning ingetrokken.
3.1.5. Instrueren van uw personeel
Voor een goed gebruik van uw erkenning is het van groot belang dat u uw personeel
voldoende instrueert. Hoe u dit invult moet blijken uit het kwaliteitshandboek. De
gevolgen van het niet (voldoende) instrueren van uw personeel komen voor uw rekening
en risico. Naast de gevolgen van het niet (voldoende) instrueren van uw personeel,
komen ook fouten gemaakt door uw personeel voor uw rekening en risico.
3.1.6. Bewaarplicht stukken, bewaartermijn en -plaats
Met betrekking tot uw administratie is er sprake van een bewaarplicht. De betreffende
stukken en zaken dient u ten minste 10 jaar zodanig te bewaren dat de privacy van
de burger gewaarborgd blijft.
3.1.7. Werkplaatsen
Uw werkplaats moet voldoen aan een aantal eisen en voorwaarden.
Als erkenninghouder moet u beschikken over een werkplaats die voldoet aan de arboeisen,
goed verwarmd, behoorlijk af te sluiten en goed verlicht is.
3.1.8. Datacommunicatie met de RDW
Om uw erkenning goed te kunnen gebruiken, heeft u toegangscodes en certificaten ontvangen
van de RDW. Deze heeft u nodig voor de datacommunicatie met de RDW zodat u de keuring
kunt melden. De toegangscodes en certificaten mogen uitsluitend voor de aan u verstrekte
erkenning en de daaraan gekoppelde werkplaats worden gebruikt.
3.1.9. Apparatuur en Middelen
In het Informatiedocument (gebaseerd op de Regeling aanpassing voertuigen) staat beschreven over welke apparatuur en middelen u moet beschikken. Alle apparatuur
en middelen moeten deugdelijk zijn en in goede staat verkeren.
3.2. Maatregelen
3.2.1. Schorsing
Als een schorsing is opgelegd, betekent dit dat u uw erkenning niet mag gebruiken,
omdat u niet meer aan alle eisen of (algemene) voorschriften voldoet. Een schorsing
geldt voor 6 of 12 weken en duurt tot het moment waarop u hebt aangetoond weer te
voldoen aan de betreffende eisen of voorschriften. U moet zelf aantonen dat de reden
voor de schorsing is verholpen. Een schorsing kan leiden tot een controlebezoek. Dit
is afhankelijk van de reden waarvoor de schorsing is opgelegd. Het controlebezoek
vindt plaats tegen geldend tarief (u vindt dit op www.rdw.nl). De schorsing gaat per
direct in. In verband met de vereiste spoed wordt afgezien van het horen. Als u binnen
de termijn van de schorsing de tekortkoming niet heeft verholpen, volgt een intrekking
van de erkenning.
3.2.2. Verscherpt toezicht
De RDW kan verscherpt toezicht opleggen in combinatie met een sanctie. Dit is een
maatregel waardoor de frequentie van het toezicht op uw erkenning hoger wordt. Ook
behoudt de RDW zich het recht voor om op andere momenten verscherpt toezicht op te
leggen. In hoofdstuk 4 leest u hier meer over.
3.2.3. Wachttijd bij intrekking
Bij een overtreding van de categorie IV, of een vijfde overtreding wordt een wachttijd
tot 1 januari 2025 voor het indienen van een aanvraag opgelegd.
Voor de categorie IV overtreding niet nakomen van de financiële verplichtingen en
het niet binnen de termijn aan de schorsingsvoorwaarden voldoen, geldt een wachttijd
van 12 weken.