-
a)
directie Toezicht primair onderwijs
De directie Toezicht primair onderwijs is verantwoordelijk voor het toezicht op het
basis- en speciaal basisonderwijs, de voor- en vroegschoolse educatie en het interbestuurlijk
toezicht op de kinderopvang. De directie ziet toe op de naleving van de relevante
wet- en regelgeving en stimuleert dat de verantwoordelijke besturen zelf de kwaliteit
van het onderwijs waarborgen en verbeteren. Daaronder valt ook het toezicht op naleving
van de Leerplichtwet 1969 door (hoofden van) scholen.
Daarnaast levert de directie vanuit haar verantwoordelijkheid bijdragen aan onderzoek
naar ontwikkelingen in het stelsel die betrekking hebben op de kwaliteit van het primair
onderwijs, waaronder themarapporten en een jaarlijkse rapport kinderopvang.
Onder verantwoordelijkheid van de directie vallen verder het toezicht op de Nederlandse
scholen in het buitenland (PO en VO), het niet-bekostigd onderwijs (de B3 en B4 scholen
voor PO en VO), de Europese scholen en het onderwijs aan nieuwkomers.
-
b)
directie Toezicht speciaal onderwijs
De directie Toezicht speciaal onderwijs is verantwoordelijk voor het toezicht op het
(voortgezet) speciaal onderwijs, de uitvoering van het toezicht op de samenwerkingsverbanden
passend onderwijs, de excellente scholen en het toezicht op het sociaal domein. De
directie ziet toe op de naleving van de relevante wet- en regelgeving en stimuleert
dat de verantwoordelijke besturen zelf de kwaliteit van het onderwijs waarborgen en
verbeteren. Daaronder valt ook het toezicht op naleving van de Leerplichtwet 1969 door (hoofden van) scholen.
Daarnaast levert de directie vanuit haar verantwoordelijkheid bijdragen aan onderzoek
naar ontwikkelingen in het stelsel die betrekking hebben op de kwaliteit van het speciaal
(voortgezet) onderwijs.
Tot slot is de directie verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken van de vertrouwensinspecteurs
als bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht.
-
c)
directie Toezicht voortgezet onderwijs
De directie Toezicht voortgezet onderwijs is verantwoordelijk voor het toezicht op
het voortgezet onderwijs. De directie ziet toe op de naleving van de relevante wet-
en regelgeving en stimuleert dat de verantwoordelijke besturen zelf de kwaliteit van
het onderwijs borgen en verbeteren. Daaronder valt ook het toezicht op naleving van
de Leerplichtwet 1969 door (hoofden van) scholen.
Onder verantwoordelijkheid van de directie behoort het toezicht op de afname van de
centrale examens en het tweedelijns toezicht op het functioneren van het College voor
Toetsen en Examens.
Daarnaast levert de directie vanuit haar verantwoordelijkheid bijdragen aan onderzoek
naar ontwikkelingen in het stelsel die betrekking hebben op de kwaliteit van het voortgezet
onderwijs.
Tot slot houdt de directie toezicht op besturen en scholen in Caribisch Nederland
(PO, VO en MBO).
-
d)
directie Toezicht middelbaar beroepsonderwijs
De directie Toezicht middelbaar beroepsonderwijs is verantwoordelijk voor de uitvoering
van het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs (roc’s, aoc’s, niet-bekostigde
instellingen en exameninstellingen). De directie ziet toe op de naleving van de relevante
wet- en regelgeving en stimuleert dat de verantwoordelijke besturen zelf de kwaliteit
van het onderwijs waarborgen en verbeteren. Daaronder valt ook het toezicht op naleving
van de Leerplichtwet 1969 door (hoofden van) scholen.
Ook levert de directie vanuit haar verantwoordelijkheid bijdragen aan onderzoek naar
ontwikkelingen in het stelsel die betrekking hebben op de kwaliteit van het middelbaar
beroepsonderwijs.
Daarnaast houdt de directie toezicht op een aantal afdelingen/scholen voor voortgezet
onderwijs die een multisectoraal bestuur (middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet
onderwijs) hebben. De directie houdt in samenspraak met de directie ho, toezicht op
de ho-afdelingen, die onder mbo-instellingen vallen.
Tot slot houdt de directie toezicht op de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven (SBB).
-
e)
directie Toezicht hoger onderwijs
De directie Toezicht hoger onderwijs is verantwoordelijk voor het toezicht op het
hoger onderwijs. Dit toezicht bestaat uit het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit
van het stelsel voor hoger onderwijs en van de kwaliteit van het Nederlandse accreditatiestelsel.
Daarnaast voert de directie incidenteel onderzoek bij instellingen bij ernstige klachten
en signalen en adviseert over toetredingsaanvragen.
-
f)
directie Rekenschap en Juridische Zaken
De directie Rekenschap en Juridische Zaken is verantwoordelijk voor het financieel
toezicht binnen de verschillende directies Toezicht. Daarnaast is de directie verantwoordelijk
voor de juridische advisering binnen de inspectie.
Het financieel toezicht is gebaseerd op 3 pijlers: de financiële continuïteit van
de instelling (is de toekomstige ontwikkeling van de financiële positie voldoende
om onderwijs te kunnen blijven verzorgen); de rechtmatigheid van de verkrijging en
besteding van publieke onderwijsmiddelen (krijgen instellingen de onderwijsmiddelen
waarop zij recht hebben en geven zij die middelen uit aan de daarvoor bestemde doelen)
en de doelmatigheid van bestede middelen (besteedt de instelling de middelen op een
efficiënte manier). Het financieel toezicht omvat mede de WNT-onderzoeken.
Rekenschap werkt vooral risicogericht en maakt daarvoor gebruik van informatie uit
jaarverslagen, van instellingsaccountants en signalen uit de praktijk. In het toezicht
wordt waar mogelijk samengewerkt met de directies Toezicht, omdat de kwaliteit van
het financieel beheer, de onderwijskwaliteit en het bestuurlijk handelen met elkaar
kunnen samenhangen.
De juridische advisering bestaat uit: advisering van de verschillende directies en
de inspectieleiding over de uitleg van de relevante wet- en regelgeving, het begeleiden
van de verschillende sanctietrajecten, het afhandelen van AVG- en WOB-verzoeken, het
begeleiden van WNT-onderzoeken door de inspectie, de juridische ondersteuning van
de vertrouwensinspecteurs, ondersteuning bij klachtenbehandeling en het begeleiden
van bezwaar- en beroepsprocedures die de inspectie betreffen.
-
g)
directie Kennis
De directie Kennis is verantwoordelijk voor data, informatieproducten en wetenschappelijk
onderzoek. Ook is het informatiebeleid en de CIO-rol belegd bij de directie.
De directie verzamelt en analyseert data. Ze heeft zorg voor datakwaliteit en beheert
het datawarehouse van de inspectie.
De directie Kennis is verantwoordelijk voor informatieproducten die aan de basis van
het toezicht liggen zoals opbrengstmaten en monitoren van risico’s op instelling en
stelselniveau. Binnen de directie wordt onderzoek gedaan ten bate van thematisch onderzoek
en met name de `Staat van het Onderwijs’. De directie coördineert de periodieke peilingen
naar het bereiken van kerndoelen in het basisonderwijs. De directie draagt bij aan
kwantitatieve analyses en adviseert over methodologie. De directie Kennis is verantwoordelijk
voor het evaluatieprogramma, een serie onderzoeken die al dan niet extern zijn belegd.
De directie vertegenwoordigt de inspectie als onderdeel van informatieketens in het
onderwijs en is verantwoordelijk voor de samenwerking met universiteiten en andere
kennisinstituten.
De directie coördineert het privacy-beleid voortvloeiend uit de AVG. De Directeur
Kennis is tevens verantwoordelijk voor het in behandeling te nemen van, en de besluitvorming
namens de minister op, aanvragen als bedoeld in hoofdstuk III van de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG) die de Inspectie betreffen. Indien en voor zover het verzoek
alleen of eveneens betrekking heeft op het kerndepartement komt die bevoegdheid (tevens)
toe aan de door de minister bij mandaatbesluit aangewezen functionaris.
-
h)
directie Beleidsondersteuning en Organisatie
De directie Beleidsondersteuning en Organisatie is verantwoordelijk voor een brede
portefeuille op alle bedrijfsvoering domeinen: communicatie, woordvoering, personeel
& organisatie, opleiding & ontwikkeling, ICT, documentaire informatievoorziening,
inkoop & financiën, management control, intern service centrum en facilitair.
Tevens verzorgt de directie de beantwoording van eerstelijns vragen van ouders, leerlingen,
besturen en andere belanghebbenden in het onderwijs en is het daarvoor ingerichte
loket bevoegd tot het afhandelen van lichte signalen.
De directie is ook verantwoordelijk voor de strategische beleidsontwikkeling van de
inspectie (toezicht en organisatie). De directie bestaat uit vier afdelingen: 1) ICT,
Contract- en Recordmanagement, 2) Beleidsondersteuning en Innovatie, 3) Advies en
Bedrijfsvoering en 4) Klantcontact en Communicatie.
In dit verband zij overigens opgemerkt dat zowel de controller als de kwaliteitsmanager,
indien gewenst, hun rechtstreekse lijn en toegang behouden tot de Inspecteur-generaal,
ook al vallen ze voor wat betreft de organisatie-indeling onder de directie Beleidsondersteuning
en Organisatie.