Tijdelijke subsidieregeling evenementen 2022

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 05-10-2022 t/m 31-12-2023

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 oktober 2022, nr. WJZ/ 21320612, houdende regels betreffende subsidie voor in 2022 te houden evenementen bij een evenementenverbod in verband met COVID-19 (Tijdelijke subsidieregeling evenementen 2022)

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • evenement: projectmatig georganiseerde, één- of meerdaagse fysieke en voor het publiek toegankelijke gebeurtenis, bijgewoond door een verzameling personen, en die plaatsvindt gedurende een periode van ten hoogste 14 dagen, op een andere plaats dan:

    • a. in een woning of op een daarbij behorend erf;

    • b. in een gebouw of op een plaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Grondwet; of

    • c. in een gebouw, of buitenruimte, bestemd voor de presentatie van podiumkunsten op basis van reguliere podiumprogrammering;

  • evenementenverbod: bij ministeriële regeling op grond van artikel 58i van de Wet publieke gezondheid vastgesteld verbod tot het organiseren van evenementen;

  • Kaderbesluit: Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

  • Minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • organisator: een in het handelsregister ingeschreven natuurlijke persoon, rechtspersoon of een vennootschap, niet zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon of een bestuursorgaan, die verantwoordelijk is voor het organiseren van een evenement en het financiële risico daarvan draagt;

  • projectkosten: vóór de vaststelling en aankondiging van het evenementenverbod in redelijkheid daadwerkelijk gemaakte en betaalde kosten en aangegane betalingsverplichtingen die verbonden zijn aan het organiseren van het evenement, exclusief vaste lasten van de organisator en licentiekosten, en kosten voor het opstellen van een controleverklaring of verklaring van een deskundige derde als bedoeld in artikel 10, vijfde respectievelijk zesde lid;

  • vaste lasten:

    • a. afschrijvingen op vaste activa; en

    • b. overige vaste bedrijfskosten, niet zijnde

      • 1°. kosten bestaande uit lonen van werknemers, inclusief direct loon en bijzondere beloningen; en

      • 2°. ten laste van de werkgever komende sociale premies.

Artikel 2. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Deze regeling is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2 Voor de toepassing van deze regeling in een openbaar lichaam als bedoeld in het eerste lid, wordt onder ‘evenementenverbod’ mede verstaan een ingevolge artikel 58ca van de Wet publieke gezondheid door de in dat artikel bedoelde gezaghebber bij algemeen verbindend voorschrift vastgesteld verbod tot het organiseren van evenementen.

Artikel 3. Subsidieverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De Minister verstrekt aan de organisator van een evenement op aanvraag subsidie ter dekking van de kosten voor het organiseren van een evenement dat niet plaatsvindt omdat het moet worden geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod.

  • 2 De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van een evenement waarvan de geplande startdatum in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 september 2022 ligt, en dat geheel of gedeeltelijk in Nederland zou moeten plaatsvinden.

  • 3 Indien meerdere organisatoren tezamen verantwoordelijk zijn voor het organiseren van een evenement en het financiële risico daarvan dragen, wordt de subsidie uitsluitend verstrekt indien zij samenwerken in een samenwerkingsverband.

Artikel 4. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend:

  • a. ten minste drie weken voor de geplande startdatum van het evenement, of

  • b. indien deze regeling in werking treedt na, of minder dan 6 weken voor, de geplande startdatum van het evenement: binnen twaalf weken na inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 5. Hoogte subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 2 Voor evenementen met een geplande startdatum voor 1 april 2022 geldt, indien subsidie wordt verstrekt voor meer dan 90% van de subsidiabele kosten per aanvrager, voor het deel van de subsidie dat dit percentage te boven gaat een terugbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 42 van het Kaderbesluit.

  • 3 Voor evenementen met een geplande startdatum in de periode van 1 april 2022 tot en met 30 september 2022 geldt, indien subsidie wordt verstrekt voor meer dan 80% van de subsidiabele kosten per aanvrager, voor het deel van de subsidie dat dit percentage te boven gaat een terugbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 42 van het Kaderbesluit.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Als subsidiabele kosten komen in aanmerking de projectkosten die toe te rekenen zijn aan het organiseren van het evenement met een geplande startdatum in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 september 2022, dat moet worden geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod en voor zover dat evenement in Nederland zou plaatsvinden.

  • 2 De kosten van verplaatsing naar een andere datum van het evenement dat moet worden geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod zijn eenmalig subsidiabel, voor zover deze kosten niet meer bedragen dan de subsidiabele kosten zouden bedragen bij het als gevolg van het evenementenverbod annuleren van het evenement, en indien:

    • a. zowel de geplande startdatum van het evenement blijkens de subsidieaanvraag, als de startdatum waarnaar het evenement verplaatst wordt, valt in de in het eerste lid bedoelde periode;

    • b. een kennisgeving van de verplaatsing wordt gedaan bij de Minister voorafgaand aan de geplande startdatum van het evenement blijkens de subsidieaanvraag, tenzij deze regeling in werking is getreden na die startdatum; en

    • c. voor de datum waarnaar het evenement verplaatst wordt geen evenementenverbod is vastgesteld of aangekondigd op:

      • 1°. het tijdstip waarop de kennisgeving, bedoeld in onderdeel b, wordt gedaan, of

      • 2°. indien op grond van onderdeel b geen kennisgeving is vereist, het tijdstip waarop de organisator besluit tot verplaatsing.

  • 5 De kosten van aanschaf van vaste activa komen niet in aanmerking als subsidiabele kosten.

  • 6 In redelijkheid vermijdbare kosten, alsmede kosten om als franchisenemer een evenement te mogen organiseren, komen niet in aanmerking als subsidiabele kosten.

  • 7 kosten voor het voeren van directie ten behoeve van de organisatie van het evenement komen in aanmerking als subsidiabele kosten tot een maximum van vijf procent van de totale subsidiabele kosten bij subsidievaststelling.

  • 9 Indien een organisator voor dezelfde subsidiabele kosten een verzekeringsuitkering ontvangt, of heeft ontvangen, wordt deze in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.

  • 10 Door de organisator bij de organisatie van het evenement gerealiseerde opbrengsten die onafhankelijk zijn van het daadwerkelijk plaatsvinden van het evenement, en gemaakte kosten die al voor rekening van de organisator zelf zouden blijven, worden in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.

Artikel 7. Verdeling subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 475 miljoen.

  • 2 De Minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 8. Afwijzingsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De Minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

    • a. de te verlenen subsidie minder dan € 2.500 zou bedragen;

    • b. in het geval van een terugbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 5, tweede of derde lid, onvoldoende vertrouwen bestaat dat de subsidieontvanger kan voldoen aan deze terugbetalingsverplichting;

    • c. onvoldoende vertrouwen bestaat dat het evenement waarvoor nog geen evenementenverbod is vastgesteld of aangekondigd, zal worden gehouden met inachtneming van de op het tijdstip waarop het evenement gehouden wordt geldende eisen met betrekking tot de veiligheid van evenementen in het kader van de bestrijding van COVID-19.

Artikel 9. Subsidievoorwaarden

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

De subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarden dat:

  • a. indien voor het evenement een evenementenvergunning is vereist: die vergunning voorafgaand aan het tijdstip van vaststelling van het evenementenverbod als gevolg waarvan het evenement moet worden geannuleerd, is verleend of door het voor de vergunningverlening bevoegde gezag schriftelijk het voornemen tot verlening van die vergunning is bevestigd;

  • b. indien het evenement gemeld moet worden bij het lokaal bevoegd gezag: deze melding voorafgaand aan het tijdstip van vaststelling van het evenementenverbod als gevolg waarvan het evenement moet worden geannuleerd is bevestigd, of door het lokaal bevoegd gezag schriftelijk is verklaard dat zij geen bezwaar zou hebben gehad tegen de organisatie van het evenement wanneer er geen evenementenverbod was vastgesteld of aangekondigd;

  • c. indien sprake is van een terugbetalingsverplichting en de subsidieontvanger onderdeel uitmaakt van een groep, maar niet de hoogste in Nederland gevestigde onderneming binnen die groep is:

    • 1°. bij de aanvraag tot subsidievaststelling een borgstellingsovereenkomst, overeenkomstig een door de Minister beschikbaar gesteld middel, wordt overgelegd waarin de hoogste in Nederland gevestigde onderneming binnen de groep zich borg stelt voor het door de subsidieontvanger terug te betalen bedrag; of

    • 2°. bij de aanvraag tot subsidievaststelling een verklaring als bedoeld in artikel 403, eerste lid, onderdeel f, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt overgelegd die tenminste dezelfde mate van zekerheid ten aanzien van de terugbetalingsverplichting biedt als de borgstelling, bedoeld in subonderdeel 1°.

Artikel 10. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden dat de ontvanger voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen.

  • 2 De subsidieontvanger is verplicht het deel van de subsidie waarvoor een terugbetalingsverplichting geldt binnen ten hoogste vijf jaar na vaststelling van de subsidie en volgens een in de beschikking tot subsidieverlening vastgelegd schema terug te betalen aan de Minister.

  • 3 De subsidieontvanger is verplicht over het uitstaande saldo van het deel van de subsidie waarvoor een terugbetalingsverplichting geldt aan de Minister jaarlijks 2% rente te betalen.

  • 4 De subsidieontvanger is verplicht alle redelijke maatregelen te nemen om de subsidiabele kosten te beperken.

  • 5 Indien het subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt is de subsidieontvanger verplicht binnen zes weken na indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling een controleverklaring als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van het Kaderbesluit te overleggen. De accountant of accountant-administratieconsulent controleert en stelt de controleverklaring vast overeenkomstig een door de Minister beschikbaar gesteld model.

  • 6 Indien het subsidiebedrag € 25.000 of meer bedraagt en minder bedraagt dan € 125.000 is de subsidieontvanger verplicht binnen zes weken na indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling een met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld middel afgegeven verklaring van een onafhankelijke deskundige derde, zijnde accountant, accountant-administratieconsulent of fiscaal adviseur, te overleggen waaruit blijkt dat de aanvraag uitsluitend subsidiabele kosten betreft en overeenkomstig de werkelijke kosten en opbrengsten is.

  • 8 Uit de gegevens, bedoeld in artikel 38, derde lid, van het Kaderbesluit dienen de specifiek ten behoeve van het evenement gemaakte en betaalde kosten te allen tijde op duidelijke en eenvoudige wijze afgeleid te kunnen worden.

Artikel 11. Informatieverplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De aanvraag tot subsidieverlening bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. gegevens over de aanvrager, waaronder het nummer waarmee de aanvrager is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres, het rekeningnummer van een bankrekening bij een Nederlandse bank of bij een Europese bank, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, en het bewijs dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat;

    • b. gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, of indien van toepassing bij het samenwerkingsverband, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

    • c. kerngegevens over het evenement, waaronder:

      • 1°. de naam van het evenement;

      • 2°. het soort evenement;

      • 3°. het aantal dagen dat het evenement duurt;

      • 4°. de geplande startdatum;

      • 5°. het beoogde aantal bezoekers;

      • 6°. de locatie van het evenement;

    • d. het percentage van de subsidiabele kosten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een begroting voor het evenement, voor zover dat evenement in Nederland plaatsvindt;

    • b. indien een evenement reeds is geannuleerd: een exploitatieoverzicht met betrekking tot het geannuleerde evenement waarin tenminste een overzicht van de gemaakte kosten, de aangegane betalingsverplichtingen en de gerealiseerde opbrengsten is opgenomen en, indien een eerdere editie van het evenement heeft plaatsgevonden, een exploitatieoverzicht van die eerdere editie;

    • c. indien van toepassing: een verzekeringspolis van een annuleringsverzekering voor het evenement; en

    • d. indien nog geen evenementenverbod is vastgesteld voor de geplande startdatum van het evenement: een verklaring van de aanvrager dat zal worden voldaan aan de eisen met betrekking tot de veiligheid van het evenement in het kader van de bestrijding van COVID-19 zoals die gelden op het tijdstip waarop het evenement wordt gehouden.

Artikel 12. Voorschotten

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 2 De subsidieontvanger vraagt het voorschot met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld middel aan uiterlijk op het tijdstip van indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 13. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De subsidieontvanger dient een aanvraag tot subsidievaststelling in uiterlijk 13 weken na de datum waarop het evenementenverbod is vastgesteld waardoor het evenement moet worden geannuleerd, of indien dit later is, uiterlijk dertien weken na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening.

  • 4 De aanvraag tot subsidievaststelling bevat het percentage van de subsidiabele kosten waarvoor de subsidieontvanger subsidie wenst te ontvangen indien dit percentage lager is dan het percentage, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel e.

  • 5 Indien een evenementenvergunning is vereist, gaat de aanvraag vergezeld van de beschikking tot verlening van de vergunning of de schriftelijke bevestiging van het voornemen daartoe, bedoeld in artikel 9, onderdeel a.

  • 6 Indien het evenement gemeld moet worden bij het bevoegde gezag, gaat de aanvraag vergezeld van de schriftelijke bevestiging van deze melding of de schriftelijke verklaring van het bevoegde gezag dat zij geen bezwaar zou hebben gehad tegen de organisatie van het evenement wanneer er geen evenementenverbod had gegolden of was aangekondigd, bedoeld in artikel 9, onderdeel b.

  • 7 Indien sprake is van een terugbetalingsverplichting en de subsidieontvanger onderdeel uitmaakt van een groep, maar niet de hoogste in Nederland gevestigde onderneming binnen die groep is, gaat de aanvraag vergezeld van:

Artikel 14. Staatssteun

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 3, bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door Staatssteunmaatregel SA.103614 (2022/N).

  • 2 De Minister maakt na de datum van vaststelling van de subsidie de gegevens bekend, bedoeld in Staatssteunmaatregel SA.103614 (2022/N).

  • 3 De gegevens, bedoeld in het tweede lid, blijven ten minste tien jaar openbaar beschikbaar.

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 De regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024 met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling evenementen 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 oktober 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

Naar boven