Tijdelijke regeling specifieke uitkeringen intelligente verkeersregelinstallaties

[Regeling vervalt per 01-01-2028.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 24-05-2022 t/m heden

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 20 mei 2022, nr. IENW/BSK-2022/48111, houdende regels voor toekenning van specifieke uitkeringen voor intelligente verkeersregelinstallaties (Tijdelijke regeling specifieke uitkeringen intelligente verkeersregelinstallaties)

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • intelligente verkeersregelinstallatie: verkeersregelinstallatie die kan communiceren met voertuigen en verkeersdeelnemers en de wegbeheerder de mogelijkheid biedt om verkeerstromen efficiënter te regelen;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • ontvanger: een gemeente of een provincie;

  • specifieke uitkering: specifieke uitkering als bedoeld in artikel 4.

Artikel 3. Doel

Deze regeling heeft tot doel om de landelijke invoering van uniforme intelligente verkeersregelinstallaties in Nederland te versnellen om daarmee bij te dragen aan de beleidsdoelen van bereikbaarheid, duurzaamheid, verkeersveiligheid en slimme duurzame verstedelijking.

Artikel 4. Kosten die in aanmerking komen voor een specifieke uitkering

De minister kan een specifieke uitkering verstrekken voor de kosten voor de volgende activiteiten:

  • a. aanschaf en installatie van (onderdelen van) een intelligente verkeersregelinstallatie, die voldoet aan de landelijke standaarden;

  • b. aanschaf en installatie van een luchtkwaliteitsmeter bij een intelligente verkeersregelinstallatie. Het gaat zowel om installatie bij een reeds geplaatste intelligente verkeersregelinstallatie als bij een intelligente verkeersregelinstallatie die met gebruikmaking van deze regeling is aangeschaft;

  • c. aansluiting van een intelligente verkeersregelinstallatie of een luchtkwaliteitsmeter op het landelijke dataplatform voor intelligente verkeersregelinstallaties;

  • d. beheer met software update van de onder deze regeling aangeschafte intelligente verkeersregelinstallatie voor de eerste vier jaren na aansluiting op het landelijke platform.

Artikel 5. Kosten die niet in aanmerking komen voor een specifieke uitkering

Voor een specifieke uitkering komen niet in aanmerking de kosten voor:

  • a. intelligente verkeersregelinstallaties waarvoor reeds een financiële bijdrage door het Rijk is verstrekt;

  • b. eigen personeel of inhuur van personeel ten behoeve van de voorbereiding van werkzaamheden;

  • c. civieltechnische uitvoering;

  • d. verkeersmaatregelen;

  • e. meerwerk;

  • f. omzetbelasting over de kosten bedoeld in artikel 4 voor zover deze kosten in aanmerking komen voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds of verrekend kunnen worden.

Artikel 6. Voorwaarde

Een specifieke uitkering wordt verstrekt als de ontvanger middelen beschikbaar stelt die ten minste 50% van de kosten bedragen voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 7. Plafond en wijze van verdeling

  • 1 Het uitkeringsplafond bedraagt in totaal € 10.000.000, inclusief omzetbelasting.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 8. Hoogte van de specifieke uitkering

De specifieke uitkering bedraagt ten hoogste 50% van de kosten, bedoeld in artikel 4, vermeerderd met de compensabele omzetbelasting, met een maximum van € 605.000 inclusief omzetbelasting per ontvanger.

Artikel 10. Aanvraag tot verlening

  • 1 Een specifieke uitkering wordt op aanvraag verleend.

  • 2 Een aanvraag wordt ingediend bij de minister.

  • 3 Een aanvraag kan worden ingediend vanaf de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst tot en met 31 december 2023.

  • 4 Elke ontvanger dient maximaal één aanvraag in gedurende de aanvraagtermijn.

  • 5 Een aanvraag gaat vergezeld van een plan van aanpak waarin is opgenomen:

    • a. een overzicht van de locaties waar de aangevraagde intelligente verkeersregelinstallaties worden geplaatst;

    • b. een kaart waarin de geplande intelligente verkeersregelinstallaties, reeds geplaatste verkeersregelinstallaties, de doelgroepen en de routes worden aangeduid;

    • c. een motivering en toelichting op de kaart, bedoeld in onderdeel b;

    • d. een beschrijving van de wijze waarop en de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het doel, bedoeld in artikel 3;

    • e. een begroting waarin de kosten van de activiteiten bedoeld in artikel 4 worden gespecificeerd;

    • f. een beschrijving van de wijze waarop doelgroepen die gebruik kunnen maken van de intelligente verkeersregelinstallatie worden betrokken;

    • g. een beschrijving van de wijze waarop niet onder de aangevraagde specifieke uitkering vallende kosten, worden gedekt;

    • h. een tijdsplanning van de activiteiten.

  • 6 De begroting, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel e, geeft inzicht in de wijze en hoogte van de bijdrage van de ontvanger, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 7 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister digitaal ter beschikking gesteld formulier.

Artikel 11. Verlening

  • 1 De minister beslist op de aanvraag om een specifieke uitkering binnen dertien weken na de ontvangst daarvan.

  • 2 Een besluit tot verlening vermeldt in elk geval:

    • a. de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt verstrekt;

    • b. het bedrag van de specifieke uitkering.

Artikel 12. Afwijzingsgronden

  • 1 De minister wijst een aanvraag om een specifieke uitkering af:

    • a. indien de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;

    • b. voor zover door verstrekking van de specifieke uitkering het plafond, bedoeld in artikel 7, eerste lid, zou worden overschreden.

  • 2 De minister kan een aanvraag om een specifieke uitkering afwijzen:

    • a. indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

      • 1°. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

      • 2°. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de specifieke uitkering verbonden verplichtingen;

    • b. indien de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid.

Artikel 13. Voorschotverlening

De minister verstrekt bij een besluit tot verlening van een specifieke uitkering, een voorschot van 100% van het verleende bedrag.

Artikel 14. Verplichtingen ontvanger

  • 1 Een ontvanger besteedt de specifieke uitkering uitsluitend aan de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend.

  • 2 De activiteiten, bedoeld in artikel 4, onderdelen a tot en met c, en de maatregelen om het beheer van de intelligente verkeersregelinstallaties met periodieke software updates te garanderen zijn voor uiterlijk 31 december 2024 gerealiseerd.

  • 4 Een ontvanger verstrekt jaarlijks in december feitelijke informatie over de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak.

  • 5 De minister kan bij het besluit tot verlening van een specifieke uitkering nadere verplichtingen opleggen die hij noodzakelijk acht ter verwezenlijking van het doel van de specifieke uitkering.

Artikel 16. Vaststelling

  • 1 De minister stelt de specifieke uitkering uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin alle activiteiten waarvoor de uitkering is verleend, volledig zijn uitgevoerd en volledig is voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 14, ambtshalve vast.

  • 3 De specifieke uitkering kan lager worden vastgesteld indien:

    • a. de activiteiten waarvoor een specifieke uitkering is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b. de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de specifieke uitkering verbonden verplichtingen;

    • c. de ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering zou hebben geleid; of

    • d. de verlening van een specifieke uitkering anderszins onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 17. Intrekking en wijziging voor vaststelling

  • 1 Zolang de specifieke uitkering niet is vastgesteld kan de minister de verlening van de specifieke uitkering intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a. indien de activiteiten waarvoor een specifieke uitkering is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b. indien de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de specifieke uitkering verbonden verplichtingen;

    • c. indien de ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juist of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering zou hebben geleid;

    • d. indien de verlening van een specifieke uitkering onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • e. indien met toepassing van artikel 4:34, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld;

    • f. voor zover de verlening van de specifieke uitkering onjuist is.

  • 2 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de specifieke uitkering is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 18. Intrekking en wijziging na vaststelling

  • 1 De minister kan de vaststelling van de specifieke uitkering intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan hij bij de vaststelling van de specifieke uitkering redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de specifieke uitkering lager dan overeenkomstig de verlening van de specifieke uitkering zou zijn vastgesteld;

    • b. indien de vaststelling van de specifieke uitkering onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c. indien de ontvanger na de vaststelling van de specifieke uitkering niet heeft voldaan aan de aan de specifieke uitkering verbonden verplichtingen.

  • 2 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de specifieke uitkering is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3 De vaststelling van de specifieke uitkering kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, sinds de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.

Artikel 19. Terugvordering

De minister kan onverschuldigd betaalde bedragen terugvorderen voor zover na de dag waarop de beschikking waarbij de specifieke uitkering is vastgesteld is bekendgemaakt, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 20. Evaluatie

De minister publiceert voor 31 december 2026 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de specifieke uitkering in de praktijk.

Artikel 21. Inwerkingtreding en verval

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling specifieke uitkeringen intelligente verkeersregelinstallaties.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

Naar boven