Subsidieregeling experimenten, kennisontwikkeling en kennisoverdracht wonen 2022

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 13-04-2022 t/m heden

Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 11 april 2022, nr. 2022-0000167676, houdende regels voor de verstrekking van subsidies voor experimenten, kennisontwikkeling- en kennisoverdrachtactiviteiten op het terrein van het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving (Subsidieregeling experimenten, kennisontwikkeling en kennisoverdracht wonen 2022)

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • minister: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • Commissie: Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L352/1), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving.

Artikel 2

De minister kan subsidie verstrekken aan rechtspersonen die experimenten uitvoeren of activiteiten ten behoeve van kennisontwikkeling en kennisoverdracht verrichten gericht op:

  • a. het scheppen van randvoorwaarden voor doeltreffend volkshuisvestingsbeleid en een goed functionerende woningmarkt;

  • b. het versterken van de positie van de woonconsument;

  • c. het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving; of

  • d. het waarborgen van de minimale kwaliteit van gebouwen en het verbeteren van de kwaliteit van gebouwen, met inbegrip van het stimuleren van energiebesparing.

§ 2. Het subsidieplafond

Artikel 3

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt ten hoogste het bedrag dat uit de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de verschillende in artikel 2 genoemde doeleinden blijkt.

  • 2 Over de subsidieaanvragen wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen.

§ 3. De subsidieverlening

Artikel 4

  • 1 Vóór indiening van de aanvraag door de aanvrager gemaakte kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2 Indien de aanvraag wordt ingediend als met de betrokken activiteit of activiteiten reeds is begonnen, bevat de aanvraag:

    • a. een weergave van de stand van zaken tot dusverre; en

    • b. een toelichting waarom de aanvraag niet voor aanvang van de activiteit of activiteiten is ingediend.

Artikel 5

  • 1 Indien voor een subsidie goedkeuring van de Commissie is vereist op grond van artikel 88, derde lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap:

    • a. dient de minister zo spoedig mogelijk een verzoek tot goedkeuring in bij de Commissie; en

    • b. beslist de minister binnen zes weken nadat die goedkeuring is verkregen.

  • 2 De minister doet in de Staatscourant mededeling van het verkrijgen van goedkeuring van de Commissie. Indien de Commissie voorschriften aan de goedkeuring verbindt, verbindt de minister deze als verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening, voor zover zij zich daartoe lenen.

  • 3 Indien wordt voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens de de-minimisverordening, legt de aanvrager bij de aanvraag tot subsidieverlening een verklaring de-minimissteun over.

  • 4 De verklaring, bedoeld in het derde lid, wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage I bij deze regeling opgenomen model.

Artikel 6

De minister beslist afwijzend op de aanvraag om de subsidieverlening indien de goedkeuring, bedoeld in artikel 5, eerste lid, door de Commissie is geweigerd.

Artikel 7

  • 1 Voor subsidie komt niet in aanmerking een winstopslag ten behoeve van de subsidieontvanger.

  • 2 In het geval, bedoeld in artikel 5, derde lid, bepaalt de minister het maximumbedrag van de subsidie in overeenstemming met de de-minimis verordening.

  • 3 De minister kan bij de verlening van de subsidie bepalen dat het subsidiebedrag wordt vastgesteld op de werkelijke kosten van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd tot een door hem te bepalen maximumbedrag.

  • 4 De minister bepaalt bij de verlening van de subsidie voor welke datum de activiteit moet zijn verricht.

  • 5 De minister kan bij de verlening van de subsidie verplichtingen opleggen die betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de activiteit wordt verricht.

§ 4. Voorschotverlening

Artikel 8

  • 1 De minister kan voorschotten verstrekken tot 100 procent van de verleende subsidie.

  • 2 Voor het verstrekken van voorschotten wordt bij de aanvraag tot subsidieverlening een opgave gedaan van de prognose van de liquiditeitsbehoefte in het daartoe bestemde gedeelte van het aanvraagformulier.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verleend.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling experimenten, kennisontwikkeling en kennisoverdracht wonen 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

H.M. de Jonge

Bijlage I. als bedoeld in artikel 5, vierde lid

Verklaring de-minimissteun

Hierbij verklaart ondergetekende, dat aan de hierna genoemde onderneming, evenals aan het eventuele gehele moederconcern waartoe de onderneming behoort,

  • geen de-minimissteun is verleend.

    • Over de periode van het huidige belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren heeft uw onderneming niet eerder de-minimissteun ontvangen.

  • wel de-minimissteun is verleend maar voor andere kosten dan die waarvoor u nu steun vraagt.

    • Over de periode van het huidige belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren heeft uw onderneming eerder de-minimissteun ontvangen voor andere kosten tot een totaal bedrag van € .......

    Indien deze optie op u van toepassing is dient u een kopie waaruit het verlenen van de steun blijkt mee te sturen.

  • wel de-minimissteun is verleend voor dezelfde kosten als die waarvoor u nu steun vraagt.

    • Over de periode van het huidige belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren heeft uw onderneming eerder de-minimissteun ontvangen voor dezelfde kosten tot een totaal bedrag van € ......

    Indien deze optie op u van toepassing is dient u een kopie waaruit het verlenen van de steun blijkt mee te sturen.

  • eerder andere steun is verleend voor dezelfde kosten als die waarvoor u nu steun vraagt.

    • Voor dezelfde in aanmerking komende kosten is reeds staatssteun verleend tot een totaal bedrag van € ......

    Deze staatssteun is verleend op grond van een vrijstellingsverordening, kaderregeling, beschikking of besluit van de Europese Commissie op .......

    Indien deze optie op u van toepassing is dient u een kopie waaruit het verlenen van de steun blijkt mee te sturen.

Aldus volledig en naar waarheid ingevuld door:......

(Bedrijfsnaam)......

(Inschrijfnummer KvK)......

(Naam functionaris en functie)......

(Adres onderneming)......

(Postcode en plaatsnaam)......

(datum)......

(Handtekening)

Naar boven