Algemene subsidiebepalingen ZonMw

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-04-2022 t/m heden

Algemene subsidiebepalingen ZonMw

Preambule

Subsidies vormen een belangrijk sturingsinstrument voor de rijksoverheid bij het verwezenlijken van haar beleidsdoelen. Op grond van art. 9, lid 1 van de Wet op de organisatie ZorgOnderzoek Nederland (Wet ZON) wijst de Minister aandachtsgebieden aan waarvoor een programma zal worden uitgevoerd en kan hij daarbij beleidsregels vaststellen over het doel, de inhoud en de omvang van het programma. Een conform art. 9, lid 2, Wet ZON vastgesteld programma vormt het kader voor de taakvervulling van ZonMw zoals omschreven in art. 3, lid 1, Wet ZON die bestaat in het doen uitvoeren en het subsidiëren of het verlenen van opdrachten met betrekking tot projecten, experimenten, onderzoek en ontwikkeling op het terrein van gezondheid, preventie en zorg. ZonMw bewaakt daarbij de kwaliteit en de samenhang en bevordert tevens het gebruik van de resultaten.

ZonMw-subsidies zijn projectsubsidies en geen alternatief voor reguliere financiering of financiering van patiëntenzorg. De resultaten van (mede) door ZonMw gefinancierde projecten dienen ten goede te komen aan de Nederlandse samenleving.

De subsidiebepalingen vinden haar grondslag in art. 11, lid 2, Wet ZON. Deze algemene subsidiebepalingen zijn aan alle ZonMw-subsidies verbonden, ongeacht het programma, de opdrachtgever of de publiek private samenwerking. Voor opdrachten gelden deze algemene subsidiebepalingen als algemene voorwaarden. ZonMw hanteert deze uitgangspunten om haar onafhankelijke positie en het publieke belang te waarborgen.

De algemene subsidiebepalingen adresseren iedereen die betrokken is bij het desbetreffende project. Bij de subsidieontvanger zijn drie rollen gedefinieerd: bestuurlijk verantwoordelijke; (hoofd)aanvrager en projectleider/penvoerder. Bij de subsidieverstrekker ZonMw betreft dat het bevoegd gezag en het programmateam: programmasecretaresse, -assistent, -secretaris, -coördinator en communicatie- en implementatie medewerkers.

De algemene subsidiebepalingen volgen het proces van subsidieverstrekking van de Awb: aanvragen, subsidie verlenen, bevoorschotten en subsidie vaststellen. In het algemeen kent dit proces twee beschikkingen: de subsidieverlening en de subsidievaststelling. In de beschikking tot subsidieverlening wordt vooraf aan de uit te voeren activiteiten – voorlopig – een maximaal subsidiebedrag toegekend aan de subsidieontvanger en aan de subsidie verplichtingen verbonden. In de beschikking tot subsidievaststelling wordt na goedkeuring van de eindrapportage vastgesteld of en in hoeverre de bij de beschikking tot subsidieverlening toegekende subsidie daadwerkelijk toekomt aan de subsidieontvanger. Het begrip ‘subsidie’ sluit aan op de definitie van artikel 4:21 van de Awb.

Wijze van subsidieverlening en -verantwoording volgt de ‘Aanwijzingen voor subsidieverstrekking1 (die voortkomen uit het 'Uniform subsidiekader’, USK). Kenmerkende elementen van het USK zijn:

  • a. Drie standaard uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen waarvan de toepassing wordt bepaald door de hoogte van het subsidiebedrag;

  • b. Uniformering en vereenvoudiging van begrippen en verplichtingen in het subsidieproces (o.a. termijnen, voorschotten, rapportages); en

  • c. Rijksbreed beleid om misbruik te voorkomen.

Het USK gaat uit van proportionaliteit tussen de administratieve lasten voor de ontvanger en het subsidiebedrag. Hoe lager het subsidiebedrag per ontvanger is, hoe minder of hoe eenvoudiger voorwaarden worden gesteld, en hoe efficiënter de verantwoording wordt ingericht. Afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag is één van de drie standaard uitvoerings- en verantwoordings-arrangementen van toepassing.

Nadere voorschriften en uitwerking in formats staan op www.zonmw.nl.

Voor zowel de subsidieontvanger als ZonMw geldt bij het toepassen van algemene regels, procedures, verplichtingen of subsidiebepalingen het “pas toe of leg uit” principe.

ZonMw kan afwijken van de subsidiebepalingen indien daartoe dwingende redenen bestaan. Dit wordt in de desbetreffende programmatekst bekend gemaakt. Afzonderlijke afwijkingen van de algemene subsidiebepalingen kunnen worden beschreven in de beschikking tot subsidieverlening.

In haar Open Access-beleid streeft ZonMw er naar dat de publiek gefinancierde resultaten van haar projecten, vrij voor delen en hergebruik beschikbaar zijn. In het bijzonder streeft ZonMw er naar dat de resultaten vrij toegankelijk zijn voor nieuw wetenschappelijk onderzoek.

ZonMw bevordert haar Open Access-beleid door een verbod op geheimhouding van kennis uit haar projecten, tenzij er zwaarwegende belangen zijn (privacy, octrooiaanvraag) die tijdelijk geheimhouding noodzakelijk maken.

1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

  • Beschikking is een schriftelijke beslissing van ZonMw, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (art. 1:3, lid 1, Awb);

  • Bestuurlijk verantwoordelijke is degene die de rechtspersoon wettelijk of statutair in rechte kan vertegenwoordigen;

  • Cofinanciering is een bijdrage van een private of publieke partij -in natura of in geld- aan een door ZonMw gefinancierd project of programma;

  • (Hoofd)aanvrager is degene die (eind)verantwoordelijk is voor de subsidieaanvraag;

  • Oproep is de openbare aankondiging dat een programma openstaat voor het indienen van projectideeën dan wel subsidieaanvragen;

  • Programma is een beschrijving van het kader waar binnen projecten op het terrein van volksgezondheid, preventie en zorg kunnen worden gefinancierd;

  • Project is een, in de tijd en middelen begrensde, activiteit (of samenspel van activiteiten) om, meestal in samenwerking, een vooraf gedefinieerd resultaat te bereiken;

  • Projectidee is een korte voorlopige subsidieaanvraag bestemd voor een eerste selectie van ideeën die uitgewerkt mogen worden tot een uitwerkte subsidieaanvraag;

  • Projectleider/penvoerder is degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project;

  • Publiek private samenwerking is een samenwerkingsverband waarbij een publiek gefinancierde instelling en een private partij, met behoud van eigen identiteit en verantwoordelijkheid, gezamenlijk een programma of project te realiseren op basis van een heldere taak- en risicoverdeling;

  • Resultaten zijn alle uitkomsten, materialen, methodes, processen, producten, software, (uit)vindingen, of data die binnen een project worden gegenereerd;

  • Subsidie is een aanspraak op financiële middelen, door ZonMw verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan ZonMw geleverde goederen of diensten (art. 4:21, Awb);

  • Subsidieaanvraag is een verzoek om een besluit te nemen (art. 1:3, lid 3, Awb) en omvat een inhoudelijke beschrijving van het project alsmede een projectbegroting.

Artikel 2. Wet- en regelgeving, gedragscodes en richtlijnen

  • 1 Het is de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger zich te houden aan alle van toepassing zijnde (inter)nationale wet- en regelgeving.

  • 2 De subsidieontvanger dient ten minste de volgende gedragscodes te hanteren: de Gedragscode Biosecurity en indien van toepassing de Code Openheid Dierproeven. Het niet hanteren van deze gedragscodes kan leiden tot het niet in behandeling nemen van de subsidieaanvraag of het intrekken van de subsidieverlening.

  • 3 De subsidieontvanger is gehouden om alle binnen het vakgebied geldende relevante gedragscodes en richtlijnen na te leven voor zover zij niet strijdig zijn met wet- en regelgeving. Een aantal gedragscodes en richtlijnen die ZonMw hanteert of onderschrijft zijn te vinden op www.zonmw.nl

  • 4 De subsidieontvanger zal zich inspannen en, waar dit in de rede ligt, de nodige voorzorgen nemen die waarborgen dat het project en/of de daarmee gegenereerde resultaten niet bij (kunnen) dragen aan terroristische activiteiten, de schending van mensenrechten of activiteiten waarbij de inzet van onwettige middelen niet wordt geschuwd.

Artikel 3. Procedures ZonMw

ZonMw beschrijft in haar procedures de algemeen geldende werkwijze voor het indienen, beoordelen en selecteren van subsidieaanvragen, voor de voortgangsbewaking van de projecten en voor de sturing en evaluatie van programma’s.

Deze procedures zijn in beginsel van toepassing op alle programma’s. ZonMw kan van deze algemeen geldende procedures afwijken. In de desbetreffende programmatekst wordt dan de specifiek voor dat programma geldende procedure beschreven en bekend gemaakt. Daarnaast kan de procedure in een oproep worden verbijzonderd.

Artikel 4. Meldplicht

Op de subsidieontvanger rust de algemene verplichting om onverwijld schriftelijk gemotiveerd melding te maken van elk voornemen tot afwijking van de toegekende subsidieaanvraag dan wel van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Daarbij worden alle relevante stukken overlegd.

Voor een dergelijke wijziging is vooraf goedkeuring van ZonMw noodzakelijk. Wijzigingen doorvoeren zonder vooraf goedkeuring van ZonMw kan van invloed zijn op de beslissing over de continuering van het project en de hoogte van de subsidievaststelling.

Artikel 5. Aansprakelijkheid

  • 1 De subsidieontvanger vrijwaart ZonMw tegen alle aanspraken:

    • a. ter zake van alle schade die de subsidieontvanger lijdt ten gevolge van de verrichte activiteiten en de daarmee samenhangende door of vanwege de subsidieontvanger verspreide publicaties;

    • b. van derden, de kosten van rechtsbijstand daaronder begrepen, die op enigerlei wijze verband houden met of voortvloeien uit de door de subsidieontvanger al dan niet verrichte activiteiten.

  • 2 De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat:

    • a. de roerende en onroerende goederen op afdoende wijze verzekerd zijn tegen het risico van diefstal en brand;

    • b. voor vrijwilligers die werkzaamheden verrichten in het kader van de gesubsidieerde activiteiten, de wettelijke aansprakelijkheid verzekerd is.

Artikel 6. Termijnen ZonMw

ZonMw neemt bij het verstrekken van subsidies de volgende (maximum) termijnen in acht.

  • 1. De beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven binnen 13 weken na de in de oproep genoemde deadline voor de ontvangst van de uitgewerkte subsidieaanvraag.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde termijn van 13 weken bedraagt 22 weken indien over de subsidieaanvraag advies wordt ingewonnen, of een nader onderzoek is ingesteld.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde termijn bedraagt 40 weken indien het besluit mede afhankelijk is van het oordeel van een internationale beoordelingscommissie of van internationale peer review zoals buitenlandse referenten.

  • 4. ZonMw kan het nemen van een besluit tot een nader te bepalen datum onder opgave van redenen uitstellen.

2. Het aanvragen van een subsidie

Artikel 7. Rechtspersoon

  • 1 Alleen in Nederland gevestigde publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen subsidie bij ZonMw aanvragen.

  • 2 Een privaatrechtelijke rechtspersoon dient bij de subsidieaanvraag op verzoek te overleggen:

    • a. een afschrift van de oprichtingsakte of de statuten;

    • b. een afschrift waaruit de inschrijving van de subsidieaanvrager in het openbare Handelsregister blijkt;

    • c. indien de subsidieaanvraag is ondertekend door een of meer andere personen dan de personen die op grond van de statuten bevoegd zijn de instelling te vertegenwoordigen: een afschrift van de volmacht op grond waarvan de subsidieaanvraag door die andere persoon of personen is ondertekend.

    • d. overlegging van bedoelde afschriften kan achterwege blijven indien de aanvrager redelijkerwijs kan aantonen dat ZonMw over deze gegevens beschikt.

  • 3 Indien een programma openstaat voor persoonsgebonden subsidievormen kan een natuurlijk persoon subsidie bij ZonMw aanvragen.

Artikel 8. Subsidieaanvraag

  • 1 Subsidie wordt slechts op aanvraag verstrekt.

  • 2 Aanvragers dienen gebruik te maken van de door ZonMw aangegeven procedure en alle documenten dienen digitaal te worden ingediend via de door ZonMw beschikbaar gestelde webapplicatie.

  • 3 Subsidieaanvragen dienen in het Nederlands te zijn opgesteld tenzij anders is bepaald.

  • 4 Subsidieaanvragen dienen uiterlijk op de in de oproep genoemde deadline (sluitingsdatum en tijdstip) door ZonMw te zijn ontvangen. Subsidieaanvragen die buiten een oproep of na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • 5 Indien een subsidieaanvraag onvolledig of incompleet is, geeft ZonMw 1 of 2 dagen de gelegenheid om de subsidieaanvraag aan te vullen. Mocht het verzuim in die periode niet worden hersteld, kan ZonMw besluiten de subsidieaanvraag niet te behandelen (art. 4:5, Awb).

  • 6 De hoofdaanvrager en de bestuurlijk verantwoordelijke van de rechtspersoon ondertekenen een verklaring (schriftelijk of digitaal) dat zij beide akkoord zijn met het indienen van de subsidieaanvraag. Deze verklaring dient een week na het aanvragen van de subsidie door ZonMw te zijn ontvangen. Zonder een dergelijke verklaring neemt ZonMw de subsidieaanvraag niet in behandeling.

  • 7 Indien de hoofdaanvrager geen dienstverband met de rechtspersoon van de bestuurlijk verantwoordelijke heeft, dient er een samenwerkingsovereenkomst over de uitvoering van desbetreffende subsidieaanvraag te worden afgesloten.

  • 8 ZonMw kan een hoofdaanvrager verplichten tot het overleggen van een volledig overzicht van de financiële situatie van de subsidieontvanger op het tijdstip van het aanvragen van de subsidie.

  • 9 Indien voor dezelfde activiteiten subsidie of een andere financiële bijdrage bij derden is aangevraagd, doet de hoofdaanvrager daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 10 De projectbegroting geeft inzicht in de baten en lasten van het project. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de door ZonMw beschikbaar gestelde begrotingsformats. De projectbegroting is voorzien van een postgewijze toelichting.

  • 11 In de subsidieaanvraag dient het in de oproep bepaalde percentage van de middelen voor communicatie- en implementatieactiviteiten te worden gereserveerd.

  • 12 Voor de berekening van de personeelskosten hanteert ZonMw de voor de desbetreffende subsidieontvanger van toepassing zijnde salaristabellen of tarieven. Indien dit niet van toepassing is, geldt de voor de subsidieontvanger van kracht zijnde cao of salarisregeling als basis voor de berekening van de personeelskosten.

  • 13 Indien gebruik wordt gemaakt van personeel van een andere instelling, worden deze personeelskosten berekend op basis van de voor de desbetreffende instelling geldende salaristabellen of tarieven.

3. Subsidieverlening en bevoorschotting

Artikel 9. Subsidieverlening

  • 1 Subsidie wordt slechts verleend voor zover ZonMw van oordeel is dat de subsidieaanvraag past in de doelstellingen van het programma, de oproep en de beoordelingsprocedure tot een positief oordeel heeft geleid.

  • 2 Subsidie verleent ZonMw voor de duur van het project en eindigt met de afloop van het project.

  • 3 Indien voor de uitvoering van het project een vergunning is vereist, dient ZonMw, alvorens het project kan starten, een afschrift van deze vergunning te hebben ontvangen.

  • 4 Indien voor de uitvoering van het project een positief oordeel van een erkende medisch-ethische toetsingscommissie, de CCMO, of een projectvergunning van de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) is vereist, dient ZonMw, alvorens het project kan starten een afschrift van dit positieve oordeel te hebben ontvangen. ZonMw kan toestemming geven om in afwachting van het oordeel het project voor de duur van maximaal 12 maanden te starten. Inclusie van proefpersonen of proefdieren is dan uiteraard (nog) niet toegestaan.

Artikel 9a. Wijze van subsidieverlening

  • a. subsidies lager dan € 25.000

    Het verstrekken van subsidies lager dan € 25 000 vindt plaats in de vorm van een vast bedrag dat vooraf door ZonMw wordt vastgesteld of dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag. Indien een subsidie wordt verstrekt wordt een beschikking tot subsidieverlening gegeven, met vermelding van de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en van de datum waarop ZonMw uiterlijk wordt geïnformeerd over de uitvoering van de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • b. subsidies van € 25.000 of meer en de te subsidiëren activiteiten bestaan uit meetbare prestatie-eenheden

    Het verstrekken van subsidies van € 25 000 of meer voor activiteiten bestaande uit meetbare prestatie-eenheden vindt plaats in de vorm van een vast bedrag voor een nog te verrichten prestatie-eenheid, dat vooraf door ZonMw wordt vastgesteld of dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag. Aan een subsidie wordt de verplichting voor de subsidieontvanger verbonden om aan te tonen, op door ZonMw van tevoren aangegeven wijze, dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • c. subsidies van € 25.000 of meer en de te subsidiëren activiteiten bestaan niet uit meetbare prestatie-eenheden

    Het verstrekken van subsidies van € 25 000 of meer vindt plaats in de vorm van een vast bedrag, dat vooraf door ZonMw wordt vastgesteld of dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag. Aan een subsidie wordt de verplichting voor de subsidieontvanger verbonden om aan te tonen, op door ZonMw van tevoren aangegeven wijze, dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 9b. Afwijking bij beschikking

In bijzondere gevallen kan bij beschikking worden afgeweken van de bedragen en de wijze van verstrekking, bedoeld in artikel 9a.

Artikel 10. Bevoorschotting

  • 1 Na de subsidieverlening zal ZonMw voorschotten verstrekken op basis van een door ZonMw vast te stellen bevoorschottingsschema.

  • 2 De bevoorschotting start pas nadat voldaan is aan de eventueel nader gestelde voorwaarden én nadat ZonMw schriftelijk bericht heeft ontvangen over de werkelijke startdatum.

  • 3 ZonMw doet schriftelijke mededeling over het bevoorschottingsschema aan de subsidieontvanger. In overeenstemming met het bevoorschottingsschema worden de middelen op de rekening van de subsidieontvanger overgemaakt. De subsidieontvanger stelt de ontvangen middelen ter beschikking aan de uitvoering van het project.

  • 4 ZonMw continueert de bevoorschotting op basis van de ontvangst en goedkeuring van de voortgangsrapportage. Als de voortgang onvoldoende is, kan de bevoorschotting (tijdelijk) worden stopgezet. Het bevoorschottingsschema kan worden aangepast als de voortgangsrapportage daartoe aanleiding geeft.

  • 5 De subsidieontvanger dient wijzigingen in de begroting vooraf schriftelijk gemotiveerd voor te leggen. Pas na goedkeuring van ZonMw gelden de gewijzigde begrotingsbedragen.

Artikel 10a. Beschikking tot subsidieverlening

  • 1 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval de activiteiten of de prestatie-eenheden waarvoor subsidie wordt verleend, het subsidiebedrag, de wijze van verantwoording, de periode waarvoor subsidie wordt verleend, de wijze waarop kan worden aangetoond dat de activiteiten zijn verricht of de prestatie-eenheden zijn gerealiseerd en indien sprake is van een subsidie als bedoeld in artikel 9a, onderdeel a, de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn afgerond.

  • 2 Indien in de beschikking tot subsidieverlening de begrote kosten van de te subsidiëren activiteiten zijn vermeld, zijn deze gelijk aan de som van de in dat besluit vermelde bijdragen van derden, begrote eigen bijdrage en de subsidie.

4. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11. Algemeen

  • 1 De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het goede verloop van het project en de verantwoording daarvan aan ZonMw. De subsidieontvanger zorgt ervoor dat de subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt, uitsluitend voor de doeleinden waarvoor deze is verstrekt. De subsidieontvanger zorgt voor het voeren van een deugdelijk en transparant beheer van de subsidie.

  • 2 De subsidieontvanger stemt ermee in dat ZonMw gegevens uit de subsidieaanvraag, voortgangsverslagen en eindrapportages opneemt in openbare overzichten. Indien de subsidieontvanger aannemelijk kan maken dat de redelijke belangen van de subsidieontvanger, het project dan wel exploitatie van resultaten door publicatie van (bepaalde delen van) de subsidieaanvraag, voortgangsverslagen en eindrapportages worden bedreigd, zal de subsidieontvanger ZonMw hier tijdig van op de hoogte stellen.

  • 3 In verband met het belang dat ZonMw hecht aan dat anderen kennis kunnen nemen van ZonMw-projecten, dient de subsidieontvanger het project aan te melden bij het meest aangewezen register, databank of op andere wijze openbaar te maken.

  • 4 De resultaten van projecten dienen zonder vergoeding ter beschikking te komen van de Nederlandse samenleving dan wel van andere projecten op hetzelfde terrein. Eventuele producten kunnen op basis van kostprijs ter beschikking worden gesteld. Hiervan kan worden afgeweken als kennisvalorisatie de doelstelling van het programma is dan wel wanneer er sprake is van samenwerking met commerciële partijen.

Artikel 12. Termijnen subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger neemt de volgende termijnen in acht.

    • a. Uiterlijk zes maanden nadat een subsidieaanvraag is gehonoreerd, dient het project van start te zijn gegaan. Indien een project niet binnen deze termijn is gestart, vervalt de subsidie.

    • b. In bijzondere gevallen kan deze periode verlengd worden voor de duur van maximaal 3 maanden. In dat geval moet binnen genoemde termijn van zes maanden aannemelijk zijn gemaakt dat er omstandigheden zijn waardoor een start binnen zes maanden onmogelijk is.

    • c. In de oproep kan ZonMw bepalen dat het project na honorering eerder van start dient te gaan.

    • d. Het voortgangsverslag dient, tenzij anders is bepaald, halverwege de looptijd van het project door ZonMw te zijn ontvangen. ZonMw attendeert de subsidieontvanger hier twee maanden voor deze datum op.

    • e. Binnen 13 weken na de einddatum van het project dient de subsidieontvanger een verantwoording in. De verantwoording bestaat uit een inhoudelijke- en financiële eindrapportage.

Artikel 13. Inhoudelijke verantwoording

De subsidieontvanger dient zich over de voortgang en de resultaten van het project te verantwoorden. Wel kunnen er verschillen zijn in de wijze waarop de verantwoording van het project dient te geschieden. De verantwoording geeft inzicht in hoe de activiteiten van het project (zijn) verlopen en of de aan de subsidie verbonden verplichtingen zijn nagekomen.

Voortgangsrapportage

  • 1. In het algemeen kiest ZonMw er voor halverwege de looptijd van het project één voortgangsverslag op te vragen.

  • 2. ZonMw kan er voor kiezen om ongeacht de looptijd of de hoogte van de subsidie vaker een tussentijdse verantwoording over de voortgang van het project op te vragen.

  • 3. De subsidieontvanger kan worden uitgenodigd een presentatie over de voortgang van het project te verzorgen.

  • 4. ZonMw kan een werkbezoek afleggen om nader over de voortgang van het project te worden geïnformeerd.

  • 5. Naar aanleiding van de beoordeling van de voortgangsrapportage kan ZonMw nadere aanwijzingen van inhoudelijke en/of financiële aard aan de subsidieontvanger geven.

Eindrapportage

  • 6. ZonMw vraagt van alle projecten na afloop een inhoudelijke verantwoording van het project.

  • 7. De eindrapportage dient duidelijk inzicht te verschaffen in de bereikte resultaten en in de aard, duur en omvang van de activiteiten waarvoor een subsidie is verstrekt. In de rapportage worden de bereikte resultaten en de verrichte activiteiten vergeleken met de in de subsidieaanvraag voorgenomen activiteiten. Gelijk met de inhoudelijke eindrapportage, dient de projectleider een financiële verantwoording in bij ZonMw.

Voor voortgangs- en eindrapportages geldt dat:

  • 8. Deze moeten worden aangeleverd via de door ZonMw beschikbaar gestelde webapplicatie en, voor zover vereist, in het daarvoor bestemde format;

  • 9. De bestuurlijk verantwoordelijke de financiële rapportages mede voor akkoord, en de inhoudelijke eindrapportages mede voor gezien tekent. Dit kan met een aparte schriftelijke verklaring.

Artikel 14. Verantwoording tot vier jaar na afronding

De subsidieontvanger verklaart zich bereid om – tot vier jaar na afronding van het project – volledige medewerking te verlenen aan in opdracht van ZonMw op te stellen, overzichten, enquêtes, kennissyntheses enz. Publicaties over en resultaten van het project dienen tot vier jaar na afronding van het project via de door ZonMw beschikbaar gestelde webapplicatie aan ZonMw te worden aangeboden. Daarnaast verplicht de subsidieontvanger zich om ZonMw in deze periode te informeren over het gebruik van de resultaten.

Artikel 15. Bijdragen aan het programma

ZonMw kan samen met de subsidieontvanger activiteiten organiseren die bijdragen aan het programma waarvan het project deel uitmaakt. Dit geldt in het bijzonder voor activiteiten uit het communicatie- en implementatieplan van het programma. De subsidieontvanger verplicht zich hieraan medewerking te verlenen.

Artikel 16. Implementatie

De subsidieontvanger dient in de subsidieaanvraag, de voortgangsrapportage(s) en de eindrapportage duidelijk te maken welke inspanningen worden verricht om kennisoverdracht, implementatie en utilisatie van de resultaten te bevorderen. Hiervoor moet de subsidieontvanger de verspreidings- en implementatievragen in het voortgangsverslag beantwoorden. Op basis van de antwoorden op deze vragen kan ZonMw de subsidieontvanger uitnodigen om een voorstel voor een verspreidings- en implementatie impuls te doen.

Artikel 17. Communicatie

  • 1 De subsidieontvanger stemt de communicatie over het project met ZonMw af. Dit geldt in het bijzonder voor activiteiten uit van het communicatie- en implementatieplan van het programma waarvan het project deel uitmaakt.

  • 2 Indien de resultaten van het project in de publiciteit worden gebracht met een persbericht, persconferentie, dag- en weekbladen, radio of TV, etc. informeert de subsidieontvanger ZonMw vooraf zodat ZonMw kan anticiperen op de communicatie.

  • 3 De subsidieontvanger biedt publicaties over het project zoals artikelen en rapporten aan ZonMw aan via de door ZonMw beschikbaar gestelde webapplicatie.

  • 4 De subsidieontvanger dient bij alle communicatie over het project te verwijzen naar de subsidie van ZonMw. Bij de communicatie wordt het logo van ZonMw gebruikt en het programma genoemd waaruit het project is mogelijk gemaakt. Voorafgaand aan het logo staat: Dit project [nummer] wordt mogelijk gemaakt door: [logo]. Het logo is te downloaden op www.zonmw.nl. Indien het gebruik van een logo niet gepast is, dient in plaats van het logo de naam van ZonMw te worden vermeld.

  • 5 De subsidieontvanger zorgt met het oog op de zorgvuldigheid en op evenwichtige berichtgeving dat de vigerende gedragscodes over privacy en over onderzoek en de media worden nageleefd.

  • 6 ZonMw publiceert op haar website van alle toegekende projecten een lekensamenvatting voor een breed geïnteresseerd publiek. De subsidieontvanger dient hiervoor twee keer een tekst aan te leveren: voor de start van het project – binnen twee weken na de subsidieverlening – en na afloop van het project vóór de subsidievaststelling.

Artikel 18. Publiceren

  • 1 De subsidieontvanger dient over de resultaten van het project te publiceren tenzij publiceren geen enkel publiek belang dient. Ook over projecten die vroegtijdig worden beëindigd of niet het gewenste resultaat opleveren, dient te worden gepubliceerd. Publiceren is een verplicht onderdeel van de activiteiten van het project.

  • 2 Indien de subsidieontvanger niet tot publicatie van de resultaten van het project wenst over te gaan, dan wel niet tijdig daartoe is overgegaan, is ZonMw gerechtigd, na overleg, tot publicatie van de resultaten over te gaan.

  • 3 De subsidieontvanger dient naast de wetenschappelijke verspreiding van de resultaten van het project ook doelgroepgericht te publiceren over de resultaten.

  • 4 ZonMw kan de publicatie in een speciale reeks opnemen. ZonMw overlegt dit tijdig met de subsidieontvanger.

  • 5 In voorkomende gevallen kan ZonMw bepalen dat de subsidieontvanger de resultaten van het project niet publiceert tijdens een door ZonMw te bepalen embargo van maximaal drie maanden of ingeval van te verwachten exploitatierechten op resultaten voor een periode van maximaal negen maanden na voltooiing van het project.

  • 6 ZonMw streeft naar vrije toegankelijkheid van publicaties. Deze publicaties dienen daarom, afgezien van andere publicatiemogelijkheden, via een ‘open access’ zo snel mogelijk toegankelijk te zijn voor het publiek. Auteursrechten mogen de mogelijkheid om via ‘open access’ te publiceren niet blokkeren.

  • 7 Indien een subsidie (mede) gericht is op de totstandkoming van een werk als bedoeld in art. 10, lid 1, Auteurswet 1912, draagt de subsidieontvanger er zorg voor rechthebbende te zijn ter zake van dat werk.

Artikel 19. Intellectueel eigendom

  • 1 Alle resultaten van projecten, die tot stand zijn gekomen met financiering door ZonMw dienen zo spoedig mogelijk na afloop van het project toegankelijk te worden gemaakt voor verder onderzoek en/of exploitatie tenzij er zwaarwegende belangen (privacy, octrooiaanvraag) zijn die tijdelijk geheimhouding noodzakelijk maken.

  • 2 Met het oog op verspreiding, respectievelijk toepassing, van de resultaten van publiek gefinancierde projecten dient de subsidieontvanger voorafgaand aan de uitvoering van het project er zorg voor te dragen, dat, in geval het project (mede) wordt uitgevoerd door personen die geen dienstverband hebben met de instelling, deze personen schriftelijk afzien van eventuele eigendomsrechten op de resultaten.

  • 3 Cofinanciering of anderszins aan het project bijdragen door derden geven geen recht op het exclusief gebruik en /of toepassing van de resultaten, tenzij bij schriftelijke overeenkomst voorafgaand aan de uitvoering van het project anders geregeld en mits via zo’n overeenkomst de geldende regelgeving op het gebied van staatssteun niet wordt ontweken of geschonden.

  • 4 Door aanvaarding van een subsidie die resulteert in auteursrechtelijk werk en/of databanken, geeft de auteursrechthebbende respectievelijk de producent van de databank(en) toestemming voor het volgende: ZonMw kan ter bevordering van de kennisoverdracht van resultaten nadere voorwaarden stellen aan de auteursrechten en de extractierechten op databanken die in het kader van het project worden gecreëerd.

Artikel 20. Databestanden

  • 1 Bij databestanden worden ZonMw en de subsidieontvanger, tezamen beschouwd als de ‘producent van de databank’ zoals bedoeld in de Databankenwet.

  • 2 De subsidieontvanger stelt een datamanagementplan op. In dit plan geeft de subsidieontvanger aan hoe data worden gedeeld, wanneer de data aan derden beschikbaar worden gesteld en de wijze waarop de data toegankelijk worden gemaakt. Dit plan wordt ter goedkeuring aan ZonMw voorgelegd.

  • 3 Databanken met bijbehorende toelichting worden in elk geval op door ZonMw aan te geven wijze beschikbaar gesteld voor gebruik ten behoeve van verder wetenschappelijk onderzoek. De binnen een project verzamelde gegevens dienen daarom volgens de geldende standaarden en toegankelijk te worden gedocumenteerd en opgeslagen.

Artikel 21. Exploitatierechten

  • 1 Onverminderd het bepaalde in de subsidiebepalingen kan ZonMw eigendom claimen van de resultaten die in aanmerking komen voor exploitatie, mits de specifieke doelstellingen van een subsidie-instrument dit vereisen en in de programmatekst de in dat geval voorgestane wijze van verdeling van octrooirechten en, waar relevant, de exploitatiewijze is aangegeven onder vermelding van de daarbij behorende randvoorwaarden. In een dergelijk geval worden, voorafgaand aan de uitvoering van het desbetreffende project, bij de subsidieverlening concrete afspraken vastgelegd in een schriftelijke (uitvoerings)overeenkomst als bedoeld in art. 4:36, lid 1, Awb. Dit gebeurt tussen de organisaties waar het project wordt uitgevoerd en ZonMw.

  • 2 In geval het project geheel in het buitenland wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een in dat buitenland gevestigde kennisinstelling, mag deze kennisinstelling de in dit land toepasselijke octrooiwetgeving toepassen, mits deze octrooiwetgeving in vergelijking met de Nederlandse octrooiwetgeving niet ten nadele werkt van de betrokken Nederlandse partij(en) en/of de resultaten.

  • 3 Een dergelijke overeenkomst is doorgaans maatwerk. De partijen bij deze overeenkomst dienen hierin alle nodige afspraken te maken over de voor de uitvoering van het project en de utilisatie van de resultaten relevante achtergrondkennis, waarover niet alle partijen vrijelijk kunnen beschikken. Indien sprake is van publiek private samenwerking, dient deze overeenkomst bovendien afspraken te bevatten over de gevolgen van tussentijdse stopzetting van het project.

  • 4 De subsidieontvanger zorgt ervoor dat werknemers of anderen die exploitatierechten kunnen claimen op de resultaten, deze rechten overdragen aan degene(n) aan wie (volgens het bovenstaande) de resultaten toekomen.

Artikel 22. Veegbepaling

De vermoedelijke rechthebbende van resultaten verleent ZonMw zekerheidshalve voor onvoorziene situaties toestemming voor verveelvoudiging, openbaarmaking, hergebruik, reproductie, bewerking etc. en doet daarmee afstand van eventuele rechten die belemmerend kunnen zijn voor ‘open access’.

Artikel 23. Verschaffen van gegevens aan ZonMw

  • 1 De subsidieontvanger verschaft op verzoek van ZonMw alle gegevens, bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste taakvervulling van ZonMw. De bescheiden worden op één adres getoond en de inlichtingen, op verzoek, schriftelijk verschaft.

  • 2 Ook anderszins wordt zoveel mogelijk medewerking verschaft teneinde ZonMw in staat te stellen haar taak op een juiste wijze te vervullen. Onder meer wordt hier gedoeld op de medewerking bij het uitvoeren van site visits die ZonMw op ieder door haar gewenst moment kan uitvoeren.

  • 3 De subsidieontvanger kan weigeren gegevens en bescheiden te verschaffen voor zover het belang daarvan voor de beslissing van ZonMw niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, met inbegrip van de bescherming van medische en psychologische onderzoeksresultaten, of tegen het belang van de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens (art. 4:3, Awb).

Artikel 23a. Administratieplicht

  • 1 De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 9a voert een administratie. De administratie is zodanig ingericht dat daaruit te allen tijde kunnen worden nagegaan;

    • a. de voor de subsidievaststelling van belang zijnde rechten en verplichtingen, betalingen en ontvangsten alsmede kosten en opbrengsten;

    • b. indien een subsidie als bedoeld in artikel 9a, onderdeel b, in de vorm van een bedrag per prestatie-eenheid is verleend: de gerealiseerde prestatie-eenheden.

  • 2 De administratie wordt op overzichtelijke, controleerbare en doelmatige wijze ingericht.

  • 3 De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende 7 jaren na de subsidievaststelling bewaard.

  • 4 De subsidieontvanger verschaft op verzoek van ZonMw inzicht in de administratie.

Artikel 24. Baten en lasten

  • 1 Baten en lasten van een project die door interne doorberekeningen worden toegerekend, worden bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend.

  • 2 Vergoedingen die de subsidieontvanger ten laste van het project betaalt aan derden, vanwege geleverde diensten of goederen zijn niet hoger dan bedrijfseconomisch verantwoord en maatschappelijk gangbaar.

  • 3 De subsidieontvanger die aan derden goederen levert, dan wel diensten verricht in het kader van de uitvoering van het project, brengt daarvoor een vergoeding in rekening die ten minste kostendekkend is.

5. Subsidievaststelling

Artikel 25. Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1 De subsidieontvanger dient voor de subsidievaststelling binnen dertien weken na de einddatum van het project een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2 Voor een aanvraag tot subsidievaststelling wordt een door ZonMw vastgesteld modelformulier gebruikt dat is bekend gemaakt op de website www.zonmw.nl.

Artikel 26. Wijze van verantwoording per subsidiesoort en beschikking tot subsidievaststelling

  • a. Subsidies lager dan € 25.000

    • 1. De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 9a, onderdeel a, toont aan de hand van een activiteitenverslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

    • 2. ZonMw neemt binnen 22 weken na afloop van de datum waarop de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend, zijn verricht, ambtshalve een besluit over de subsidievaststelling.

    • 3. De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag tot ten hoogste het in de beschikking tot subsidieverlening genoemde bedrag.

  • b. subsidies van € 25.000 of meer en de te subsidiëren activiteiten bestaan uit meetbare prestatie-eenheden

    • 1. De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 9a, onderdeel b, toont aan de hand van een activiteitenverslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen. Hij legt verantwoording af over de gerealiseerde prestatie-eenheden.

    • 2. Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, legt de subsidieontvanger tevens verantwoording af door het overleggen van een Assurance rapport met betrekking tot de realisatie van de prestatie-eenheden.

    • 3. ZonMw kan de subsidieontvanger verplichten om het Assurance rapport vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.

    • 4. De in het tweede en derde lid bedoelde rapporten zijn opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstig een door ZonMw vastgesteld model met inachtneming van een door ZonMw vastgesteld accountantsprotocol, bekend gemaakt op de website www.zonmw.nl.

    • 5. De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per gerealiseerde prestatie-eenheid waarvan de hoogte door ZonMw bij de subsidieverlening is genoemd, voor ten hoogste het maximum aantal subsidiabele prestatie-eenheden dat door ZonMw bij de subsidieverlening is genoemd.

    • 6. ZonMw besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

  • c. subsidies van € 25.000 of meer en de te subsidiëren activiteiten bestaan niet uit meetbare prestatie-eenheden

    • 1. De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 9a, onderdeel c,

      • i. als de subsidie minder dan € 125.000 bedraagt:

        • a. toont aan de hand van een activiteitenverslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

        • b. toont aan de hand van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten aan dat de activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

      • ii. als de subsidie € 125.000 of meer bedraagt:

        • a. legt rekening en verantwoording af aan de hand van een activiteitenverslag en een financieel verslag. Het financieel verslag dient vergezeld te gaan van een controleverklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstig een door ZonMw vastgesteld model met inachtneming van een door ZonMw vastgesteld accountantsprotocol, bekend gemaakt op de website www.zonmw.nl.

        • b. ZonMw kan de subsidieontvanger verplichten om het financieel verslag vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.

        • c. Een verschil tussen het financieel verslag en de begroting van ten minste 20% van een afzonderlijke begrotingspost wordt toegelicht, tenzij het verschil met die begrotingspost lager is dan € 25.000.

    • 2. Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de totale gerealiseerde kosten verminderd met de totale gerealiseerde bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage of de gerealiseerde eigen bijdrage indien deze hoger is dan de begrote eigen bijdrage tot ten hoogste het in de beschikking tot subsidieverlening genoemde bedrag.

    • 3. ZonMw besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

6. Slotbepalingen

Artikel 27. Sancties

In de Algemene wet bestuursrecht regelen art. 4:48 en art. 4:49 de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht van respectievelijk de subsidieverlening en de subsidievaststelling.

Hieronder volgen de belangrijkste gronden uit die artikelen.

  • 1. ZonMw kan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 2. ZonMw kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:

    • a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • c. indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. ZonMw kan op basis van het eerste lid of het tweede lid besluiten de hoogte van de subsidie lager (tot nihil) vast te stellen. Van misbruik wordt tevens aangifte gedaan.

Artikel 28. Rechtsbescherming

  • 1 Iedereen kan een klacht indienen over de wijze waarop ZonMw zich in een bepaalde situatie jegens een persoon of een derde heeft gedragen.

  • 2 De subsidieontvanger kan tegen een besluit bezwaar maken. In dat geval stuurt de subsidieontvanger binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift aan de Commissie Bezwaarschriften ZonMw.

  • 3 Meer informatie over signaleren, klagen en bezwaar maken is te vinden op www.zonmw.nl

  1. Regeling vaststelling Aanwijzingen voor subsidieverstrekking (As) van 15 december 2009, Stcr. 2009, 20306). ^ [1]
Naar boven