Beleidsregel quota publieke media-instellingen 2022

[Regeling vervallen per 18-02-2023.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 18-01-2022

Beleidsregel van het Commissariaat voor de Media over recent Europees, onafhankelijk media-aanbod, oorspronkelijk Nederlandstalig of Friestalig programma-aanbod en programma-aanbod dat voorzien is van ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve beperking (Beleidsregel quota publieke media-instellingen 2022)

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op de artikelen 2.115 tot en met 2.123 van de Mediawet 2008 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

I. Begripsbepalingen en reikwijdte

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Mediawet 2008;

  • b. besluit: het Mediabesluit 2008;

  • c. regeling: Mediaregeling 2008;

  • d. catalogus: de ordening van het audiovisueel media-aanbod in een databank die audiovisueel media-aanbod voor de gebruiker toegankelijk maakt;

  • e. Europese producties: producties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder n en artikel 1, tweede, derde en vierde lid van de Richtlijn;

  • f. Richtlijn: Richtlijn 2010/13/EU van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten;

  • g. onafhankelijke producent: de producent van een onafhankelijke productie als bedoeld in artikel 2.120, eerste lid van de wet;

  • h. ondertiteling: Nederlands-of Friestalig programma-aanbod voorzien van Nederlandstalige ondertiteling;

  • i. producent: degene die programma-aanbod vervaardigt;

  • j. programma-aanbod: televisieprogramma-aanbod;

  • k. programmakanaal: televisieprogrammakanaal;

  • l. themakanaal: een themakanaal op televisie;

  • m. recente productie: een onafhankelijke productie die niet ouder is dan vijf jaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 2. Europese producties

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Een producent als bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid, van de Richtlijn wordt geacht in een lidstaat gevestigd te zijn indien zijn onderneming aldaar permanent is gevestigd en over vast personeel beschikt dat zich zowel met productie- als commerciële activiteiten in de Europese Unie bezighoudt.

  • 2 Indien niet bekend is welke producent een productie tot stand heeft gebracht, wordt onder producent mede verstaan de distributeur van de productie. In dat geval wordt de lidstaat waarin de distributeur is gevestigd aangemerkt als de lidstaat waarin de producent is gevestigd.

  • 3 Het tweede lid is slechts van toepassing indien de media-instelling die de productie heeft verspreid, naar genoegen van het Commissariaat heeft aangetoond dat zij zich voldoende heeft ingespannen om de relevante gegevens over de producent van de productie te achterhalen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 3. Onafhankelijke producties

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In aansluiting op artikel 2.120, eerste lid, van de wet wordt als onafhankelijke productie mede aangemerkt:

    • a. programma-aanbod dat wordt geproduceerd door een onafhankelijke producent tezamen met een media-instelling, ingeval de media-instelling niet wordt aangemerkt als producent van het betreffende aanbod;

    • b. een door een media-instelling aangekochte onafhankelijke productie.

  • 2 Niet als onafhankelijke productie wordt aangemerkt:

    • a. programma-aanbod dat uitsluitend geproduceerd is door een media-instelling;

    • b. programma-aanbod dat geproduceerd is door een producent die meer dan negentig procent van het door hem geproduceerde media-aanbod, in de drie afgelopen boekjaren, heeft geleverd aan dezelfde media-instelling.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

II. Europese producties

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 4. Berekeningswijze aandeel Europese, onafhankelijke en recente producties programmakanalen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor de vaststelling van het behaalde aandeel Europese, onafhankelijke en recente producties op programmakanalen als bedoeld in de artikelen 2.115 tot en met 2.120, wordt uitgegaan van het totale programma-aanbod per programmakanaal per kalenderjaar, daarvan uitgezonderd het media-aanbod als bedoeld in artikel 2.121 van de wet.

  • 2 Voor de vaststelling van het behaalde aandeel Europese, onafhankelijke en recente producties, als bedoeld in het eerste lid, worden herhalingen van programma’s meegeteld.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 5. Berekeningswijze aandeel Europese producties audiovisueel media-aanbod op aanvraag

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor de vaststelling van het behaalde aandeel Europese per aanbodkanaal dat kwalificeert als een mediadienst op aanvraag als bedoeld in artikel 2.115, tweede lid, van de wet wordt uitgegaan van het aantal Europese titels in de desbetreffende catalogus, afgezet tegen het totaal aantal titels in de catalogus.

  • 2 Als titel wordt in ieder geval aangemerkt een film en een seizoen van een serie. Een aflevering van een serie kan als titel worden aangemerkt indien deze vergelijkbaar is met een film.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 6. Aandacht Europese producties audiovisuele mediadiensten op aanvraag

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het onder de aandacht brengen van Europese producties als bedoeld in artikel 2.115, derde lid, van de wet kan onder meer worden verzekerd door:

  • a. het voorzien in een vanaf de startpagina van de dienst toegankelijke aan Europese producties gewijde sectie;

  • b. de mogelijkheid om in de als onderdeel van die dienst beschikbare zoekfunctie naar Europese producties te zoeken; of

  • c. het gebruik van Europese producties in de campagnes van die dienst of een minimum percentage Europese producties die in de catalogus van die dienst worden aanbevolen, bijvoorbeeld door gebruik van banners of vergelijkbare instrumenten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 7. Ontheffing aandeel Europese producties lage omzet en klein publiek

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De verplichting voor het behalen van het aandeel Europese producties en het onder de aandacht brengen daarvan als bedoeld in artikel 2.115, tweede en derde lid, van de wet geldt niet voor aanbieders van audiovisuele mediadiensten op aanvraag op aanbodkanalen met een lage omzet of een klein publiek.

  • 2 Als lage omzet wordt aangemerkt een jaaromzet tot twee miljoen euro.

  • 3 Als klein publiek wordt aangemerkt een aandeel gebruikers van minder dan 1% ten opzichte van het veronderstelde aantal potentiële gebruikers van audiovisuele mediadiensten op aanvraag. Voor het aantal veronderstelde potentiële gebruikers van audiovisuele mediadiensten op aanvraag, wordt uitgegaan van 80% van de Nederlandse bevolking.

  • 4 Om voor de toepassing van het eerste lid in aanmerking te komen, dient de aanbieder van de audiovisuele mediadienst op aanvraag voor het aanbodkanaal een verzoek om een ontheffing in bij het Commissariaat. Bij het verzoek om een ontheffing dient alle relevante informatie op grond waarvan een besluit kan worden genomen te worden gevoegd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 8. Ontheffing Europese producties audiovisueel media-aanbod op aanvraag

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ontheffingen van het aandeel Europese producties voor aanbieders van audiovisueel media-aanbod op aanvraag per aanbodkanaal als bedoeld in artikel 2.115, tweede en derde lid, van de wet kunnen worden verleend indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat naleving gelet op de aard of het onderwerp van deze mediadienst op aanvraag praktisch onhaalbaar of ongerechtvaardigd zou zijn.

  • 2 Bij de vaststelling of sprake is van een geval als bedoeld in het eerste lid, kunnen in ieder geval de aard van de mediadienst op aanvraag, de programmering, de doelgroep, het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties en bijzondere economische omstandigheden worden betrokken.

  • 3 Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het tweede lid worden genoemd, sprake is van een geval waarin ten aanzien van een mediadienst op aanvraag op een aanbodkanaal niet kan worden verlangd dat aan het aandeel Europese producties wordt voldaan, kan het aandeel genoemd in artikel 2.115, tweede lid, van de wet lager worden vastgesteld zolang het format van het aanbodkanaal niet wijzigt.

  • 4 Het verzoek om ontheffing dient, voorzien van een onderbouwing, te worden ingediend bij het Commissariaat.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

III. Nederlands- of friestalige producties

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 9. Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Als oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties als bedoeld in artikel 2.122, eerste lid van de wet wordt mede aangemerkt:

  • a. programma-aanbod dat Nederlands- of Friestalig is ingesproken;

  • b. programma-aanbod dat onderdelen van niet oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties bevat, dat voorzien is van een Nederlands- of Friestalige voice-over.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 10. Berekeningswijze aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties programmakanalen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor de vaststelling van het behaalde aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties, als bedoeld in artikel 2.122, eerste lid, van de wet wordt uitgegaan van het totale programma-aanbod per programmakanaal en per kalenderjaar met uitzondering van het programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.122, tweede lid, van de wet. Herhalingen van programma’s worden meegeteld.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 11. Ontheffing oorspronkelijk Nederlands- en Friestalige producties programmakanalen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ontheffingen van het aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.122, derde lid, van de wet kunnen in bijzondere gevallen ten aanzien van een bepaald programmakanaal geheel of gedeeltelijk worden verleend.

  • 2 Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval bedoeld in het eerste lid, kunnen in ieder geval de aard van het programmakanaal, de programmering, de doelgroep, bijzondere economische omstandigheden en het territoriale bereik van het programmakanaal worden betrokken.

  • 3 Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat aan het aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties wordt voldaan als bedoeld in het tweede lid, kan het percentage genoemd in artikel 2.122, eerste lid, van de wet lager of op nul worden vastgesteld zolang het format van het programmakanaal niet wijzigt.

  • 4 Het verzoek om ontheffing dient, voorzien van een onderbouwing, te worden ingediend bij het Commissariaat.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 12. Ondertiteling oorspronkelijk Nederlandstalige producties programmakanalen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Als oorspronkelijk Nederlandstalige producties die voorzien zijn van ondertiteling ten behoeve van personen met een auditieve beperking zoals bedoeld in artikel 15 van het besluit, worden aangemerkt oorspronkelijk Nederlandstalige producties:

  • a. die Nederlandstalig zijn ingesproken;

  • b. die onderdelen van niet oorspronkelijk Nederlandstalige producties bevatten, die voorzien zijn van een Nederlands- of Friestalige voice-over dan wel Nederlands- of Friestalig zijn ingesproken en die voorzien zijn van ondertiteling overeenkomstig artikel 18a van de regeling.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 13. Berekeningswijze percentage ondertiteling landelijke publieke mediadiensten

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor de vaststelling van het percentage ondertiteling, bedoeld in artikel 15 van het besluit, wordt uitgegaan van het totale programma-aanbod per programmakanaal en per kalenderjaar besteed aan producties die kunnen worden aangemerkt als oorspronkelijk Nederlandstalige producties zoals bedoeld in artikel 12 van deze beleidsregel.

  • 2 Voor de vaststelling van het behaalde percentage ondertiteling worden herhalingen van programma’s meegeteld.

  • 3 Voor de vaststelling van het totale programma-aanbod genoemd in het eerste lid wordt het programma-aanbod bestaande uit producties die in de Nederlandse taal zijn ingesproken én in het bijzonder bestemd zijn voor kinderen jonger dan 8 jaar buiten beschouwing gelaten.

  • 4 Voor de vaststelling van het totale programma-aanbod genoemd in het eerste lid worden afzonderlijke videoclips buiten beschouwing gelaten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 14. Ontheffing percentage ondertiteling programmakanalen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ontheffing van het percentage ondertiteling van oorspronkelijk Nederlandstalige producties voor programma-aanbod van de landelijke publieke mediadiensten als bedoeld in artikel 2.123, tweede lid, van de wet kunnen geheel of gedeeltelijk worden verleend indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat sprake is van een bijzonder geval.

  • 2 Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in het eerste lid, kan onder andere de (tijdelijke) technische onmogelijkheid voor het verzorgen van ondertiteling in aanmerking worden genomen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

IV. Rapportageverplichting en inhoud verslag

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 15. Rapportageverplichting quota

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 De NPO brengt eenmaal per jaar voor 1 mei over het voorafgaande jaar verslag uit aan het Commissariaat over de naleving van artikel 2.115, tweede lid, van de wet op de aanbodkanalen van de NPO.

  • 4 De regionale publieke media-instellingen brengen eenmaal per twee jaar in de oneven jaren vóór 1 mei over de voorafgaande jaren verslag uit aan het Commissariaat over de naleving van artikel 2.115, tweede lid, van de wet op de aanbodkanalen.

  • 5 De mediadiensten die audiovisueel media-aanbod op aanvraag verzorgen, rapporteren naast het uitbrengen van het verslag als bedoeld in het tweede en vierde lid, gelijktijdig over de naleving van de verplichting in artikel 2.115, derde lid, van de wet om in het audiovisueel media-aanbod aandacht te besteden aan Europese producties (artikel 6 van deze beleidsregel).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 16. Verslag programmakanalen NPO met uitzondering van de themakanalen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De verslagen bedoeld in artikel 15, eerste lid, van deze beleidsregel bevatten gegevens per televisieprogrammakanaal, met uitzondering van de themakanalen, op basis van een volledig rapportagejaar. De verslagen bestaan zowel uit gegevens per productie als getotaliseerd per televisieprogrammakanaal.

  • 2 In de verslagen wordt per verspreide productie gerapporteerd over de onderdelen zoals die zijn opgenomen in de rapportageformulieren op de website van het Commissariaat.

  • 3 De NPO rapporteert op de door het Commissariaat voorgeschreven wijze. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van het meest actuele rapportageformulier zoals jaarlijks ter beschikking gesteld op de website van het Commissariaat.

  • 4 Het Commissariaat kan toestemming verlenen om op een andere wijze dan genoemd in het tweede lid te rapporteren. Hiervoor dient vooraf toestemming te worden gevraagd. Een zelf ontworpen rapportageformulier kan slechts goedkeuring verkrijgen indien ten minste alle gegevens zijn opgenomen om per productie afzonderlijk en per programmakanaal als geheel vast te stellen welke percentages zijn behaald ten aanzien van de Europese, onafhankelijke Europese, recente onafhankelijke Europese, Nederlands- en Friestalige producties en Nederlands- en Friestalige producties voorzien van Nederlandse ondertiteling.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 17. Verslag themakanalen NPO en programmakanalen van de regionale media-instellingen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De verslagen voor de themakanalen van de NPO als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de beleidsregel en de programmakanalen van de regionale media-instellingen als bedoeld in artikel 15, derde lid, van de beleidsregel bevatten gegevens op basis van een steekproef van een week per kwartaal voor elk rapportagejaar.

  • 2 In de verslagen wordt per verspreide productie gerapporteerd over de onderdelen zoals die zijn opgenomen in de rapportageformulieren op de website van het Commissariaat.

  • 3 De publieke media-instellingen rapporteren op de door het Commissariaat voorgeschreven wijze. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van het meest actuele rapportageformulier zoals jaarlijks ter beschikking gesteld op de website van het Commissariaat.

  • 4 Het Commissariaat kan toestemming verlenen om op andere wijze dan genoemd in het derde lid te rapporteren. Hiervoor dient vooraf goedkeuring te worden gevraagd. Een zelf ontworpen rapportageformulier kan slechts goedkeuring verkrijgen indien ten minste alle gegevens zijn opgenomen om per productie afzonderlijk en per programmakanaal als geheel vast te stellen welke percentages zijn behaald ten aanzien van de Europese, onafhankelijke Europese, recente onafhankelijke Europese, Nederlands- en Friestalige producties en Nederlands- en Friestalige producties voorzien van Nederlandse ondertiteling.

  • 5 Het Commissariaat bepaalt welke weken dienen als voorwerp van steekproef als bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Het Commissariaat deelt dit in de loop van het desbetreffende kalenderjaar mee.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 18. Verslag aanbodkanalen NPO en regionale media-instellingen

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De verslagen voor de aanbodkanalen van de landelijke en regionale publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 15, tweede en vierde lid, van de beleidsregel bevatten gegevens op basis van een heel jaar dan wel op basis van de eerste dag van de vier steekproefweken voor elk rapportagejaar als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de beleidsregel.

  • 2 In de verslagen wordt per verspreide productie gerapporteerd over de onderdelen zoals die zijn opgenomen in de rapportageformulieren op de website van het Commissariaat.

  • 3 De publieke media-instellingen rapporteren op de door het Commissariaat voorgeschreven wijze. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van het meest actuele rapportageformulier zoals jaarlijks ter beschikking gesteld op de website van het Commissariaat

  • 4 Het Commissariaat kan toestemming verlenen om op andere wijze dan genoemd in het derde lid te rapporteren. Een zelf ontworpen rapportageformulier kan slechts goedkeuring verkrijgen indien ten minste alle gegevens zijn opgenomen om per productie afzonderlijk en per aanbodkanaal als geheel vast te stellen welke percentages zijn behaald ten aanzien van de Europese, recente en onafhankelijke producties.

  • 5 Indien op een aanbodkanaal van de landelijke of regionale publieke media-instellingen vaststaat dat 100% Europese producties worden verspreid, kan voor de rapportage worden volstaan met het invullen en ondertekenen van het formulier ‘Verklaring Europese producties’ zoals die op de website van het Commissariaat ter beschikking is gesteld.

  • 6 Het Commissariaat bepaalt welke weken dienen als voorwerp van steekproef als bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Het Commissariaat deelt dit in de loop van het desbetreffende kalenderjaar mee.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

V. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Artikel 19. Citeertitel en inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 18-02-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel quota publieke media-instellingen 2022.

  • 3 Deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).

  • 4 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 5 Op ontheffingen die vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn verleend, blijft de Beleidsregel programmaquota 2019 van toepassing die op dat moment van kracht was, met uitzondering van de bepalingen inzake de rapportageverplichting.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 880, datum inwerkingtreding 19-01-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.

Commissariaat voor de Media,

R. Eringa-Wensing

voorzitter

P. Eijsvoogel

commissaris

Naar boven