Beleidsregel zintuiglijk gehandicaptenzorg

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Beleidsregel zintuiglijk gehandicaptenzorg

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • NZa:

    Nederlandse Zorgautoriteit.

  • Wmg:

    Wet marktordening gezondheidszorg.

  • Zorgaanbieder:

    • 1°. natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg in de zin van de Wmg verleent als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg;

    • 2°. natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1°.

  • Visuele beperking:

    Visuele beperking zoals vastgesteld in de richtlijn visusstoornissen, revalidatie en verwijzing van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Er is sprake van een visuele beperking indien:

    • 1. een gezichtsscherpte van < 0.3 aan het beste oog en

    • 2. een gezichtsveld < 30 graden, of

    • 3. een gezichtsscherpte tussen 0.3 en 0.5 aan het beste oog met daaraan gerelateerde ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren. De diagnostiek van visuele beperkingen vindt plaats door middel van metingen met een hulpmiddel (bril of lenzen).

  • Auditieve beperking:

    Auditieve beperking zoals vastgesteld in de richtlijnen van de Nederlandse Federatie van Audiologische Centra (FENAC) voor vaststelling van een auditieve beperking. Er is sprake van een auditieve beperking indien:

    • 1. het drempelverlies bij het audiogram ten minste 35 dB bedraagt, verkregen door het gehoorverlies bij frequenties van 1000, 2000 en 4.000 Hz te middelen, of

    • 2. als het drempelverlies groter is dan 25 dB bij meting volgens de Fletcher index, het gemiddelde verlies bij frequenties van 500, 1000 en 2.000 Hz. De mate van gehoorverlies wordt vastgesteld middels audiometrie van het beste oor, zonder gebruik te maken van een eventueel hulpmiddel zoals een gehoorapparaat.

  • Communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis (TOS):

    TOS zoals vastgesteld in de FENAC-richtlijnen voor diagnostiek voor vaststelling van een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis. Er is sprake van een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis als de stoornis te herleiden is tot neurobiologische en/of neuropsychologische factoren. Hiervoor geldt als voorwaarde dat de taalontwikkelingsstoornis primair is, dat wil zeggen dat andere problematiek (psychiatrisch, fysiologisch, neurologische) ondergeschikt is aan de taalontwikkelingsstoornis.

  • Multidisciplinaire behandeling:

    Multidisciplinaire behandeling houdt in dat er verschillende disciplines bij de behandeling betrokken zijn die in hetzelfde behandelingstraject gelijktijdig en/of sequentieel interventies inzetten in het kader van zg-zorg.

  • Multidisciplinair overleg (mdo):

    Een vooraf geplande overlegsituatie onder regie van de regiebehandelaar waarbij (vanuit verschillende perspectieven) de diagnostiek en behandelmogelijkheden worden besproken. Het mdo fungeert als een beslismoment binnen het zorgtraject van de cliënt. Doel is het komen tot een individueel behandeltraject danwel de evaluatie van de voortgang en/of afronding daarvan. Het overleg vindt plaats op basis van een duidelijke vraagstelling en resulteert in een verslaglegging waarin doelstellingen en afspraken zijn vastgelegd.

  • Systeemgerichte behandeling:

    Gerichte ‘mede’ behandeling van ouders/verzorgenden, kinderen en volwassenen rondom de persoon met een zintuiglijke beperking, met betrekking tot het leren omgaan met, het opheffen of het compenseren van de beperking.

  • Verblijf:

    Er is sprake van verblijf als de cliënt ’s nachts in een instelling verblijft. Hierbij gaat het om verblijf dat geleverd wordt in combinatie met behandeling zintuiglijk gehandicapten.

  • Directe behandeltijd:

    Tijd waarin een hulpverlener direct in contact staat met de cliënt, een groep cliënten of het cliëntsysteem.

  • Zorgprogramma:

    Het zorgprogramma beschrijft de behandelaanpak bij een specifieke cliëntengroep. Deze beschrijving bestaat uit: Kenmerken en factoren van de cliënt en zijn omgeving, hulpvraag van de cliënt, focus op behandeldoelen en accent van interventies, aanpak om de hulpvraag van de cliënt te beantwoorden, leveringskenmerken en opbouw van zorgtraject.

  • Regiebehandelaar:

    De zorgverlener die de regie voert over het zorgproces.

  • Zorgtraject:

    Een zorgtraject typeert het geheel van prestaties geleverd door een zorgaanbieder, voortvloeiend uit de zorgvraag van de cliënt.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het gebied van zintuiglijk gehandicaptenzorg.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op zintuiglijk gehandicaptenzorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Voor zover geen sprake is van zorg als omschreven in de vorige zin, is deze beleidsregel van toepassing op handelingen1 of werkzaamheden2 op het terrein van zintuiglijk gehandicaptenzorg, uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van personen, ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) of door personen als bedoeld in artikel 34 van de Wet BIG.

Artikel 4. Prestaties zintuiglijk gehandicaptenzorg

De prestaties zijn onderverdeeld in:

  • Zorg in verband met een visuele beperking (lid 1);

  • Zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis; (lid 2);

  • Reistoeslag zorgverlener (lid 3);

  • Onderlinge dienstverlening (lid 4).

1. Prestaties zorg in verband met een visuele beperking

De zorg aan mensen met een visuele beperking betreft multidisciplinaire zorg en bestaat uit diagnostisch onderzoek, interventies gericht op het psychisch leren omgaan met de handicap en interventies die de beperking opheffen of compenseren en daarmee de zelfredzaamheid vergroten. Binnen de prestatiestructuur wordt behandeling geleverd aan mensen die slechtziend, blind of doofblind zijn.

Diagnostisch onderzoek bestaat uit onderzoeken nodig om de hulpvraag op activiteiten- en participatieniveau te beantwoorden. Hiertoe worden klachten en symptomen vastgesteld alsmede de gevolgen van de beperking op activiteiten- en participatieniveau en de ondersteunende en belemmerende persoonlijke en externe factoren die hierop van invloed zijn. Op basis hiervan wordt samen met de cliënt een individueel behandelplan vastgesteld en/of bijgesteld.

De behandeling is gericht op het leren compenseren van de visuele beperking, het aanleren van nieuwe vaardigheden en/of gedrag. De nieuw aan te leren vaardigheden of het gedrag richten zich op het leren omgaan met stoornissen en beperkingen. Onder deze interventies vallen ook systeemgerichte behandelingen.

De multidisciplinaire behandeling vraagt om een programmatische aanpak en specifieke deskundigheid van de beroepsgroep/disciplines. In de met de individuele cliënten af te spreken behandelplannen zijn concrete en haalbare behandeldoelen opgenomen waardoor blijvende verbeteringen in het functioneren worden bereikt/verwacht en de te geven behandeling dient een door de beroepsgroep geaccepteerde methode te zijn.

Prestatiestructuur zorg in verband met een visuele beperking

Code

Prestaties

Declarabele eenheid

V11

K/J

Kortdurende behandeling

Direct uur

V12

Diagnostiek

V13

Verdiepende diagnostiek

V14

Uitgebreide behandeling

V21

Volwassenen

Kortdurende behandeling

V22

Diagnostiek

V23

Verdiepende diagnostiek

V24

Uitgebreide behandeling

V31

Verblijf

Observatie met verblijf

Week

V32

Intensieve behandeling met verblijf

Week

V41

IVB

Intermitterende visuele behandeling

Direct uur

V51

VEC

Visuele expert consultatie

Traject

V52

Uitgebreide visuele expert consultatie

Traject

V60

Reistoeslag (voor prestaties V11 t/m V41)

Contact

Kinderen en jeugdigen (V11 tot en met V14 en V60)

Kinderen en jeugdigen tot 18 jaar en hun systeem met een hulpvraag. In het diagnosetraject staat het in kaart brengen van de visuele functies centraal. In de behandeling wordt gewerkt aan de optimale ontwikkeling van het kind rekening houdend met eventueel bijkomende problematiek en invloed van persoonlijke en externe factoren. Het ICF ontwikkelperspectief (met daarin de meest voorkomende hulpvragen die kinderen op een bepaalde ontwikkelingsleeftijd hebben) is leidraad voor het beoordelen van de ontwikkelingstaken en de in te zetten interventies.

De aandoening is chronisch van aard, hetgeen betekent dat gedurende de opgroeiende leeftijd afhankelijk van hoe het kind zich ontwikkelt behandeling nodig is. Voor kinderen in de eerste (pre schoolse) fase ligt de focus op het gezin (en directe omgeving). Vanaf de schoolgaande leeftijd verschuift de focus meer naar behandeling van het kind zelf.

Volwassenen(V21 tot en met V52 en V60)

De zorg aan volwassenen (18 jaar en ouder) en hun systeem met een hulpvraag.

In de behandeling wordt gewerkt aan de behandeldoelen van de cliënt rekening houdend met eventueel bijkomende problematiek en invloed van persoonlijke en externe factoren. De multidisciplinaire behandeling richt zich op het aanleren van vaardigheden op een of meerdere ICF domeinen en het psychisch leren omgaan met de beperking waardoor de zelfredzaamheid van de cliënt vergroot wordt.

De aandoening is chronisch van aard. Dit betekent dat er zich gedurende het leven van de cliënt zich situaties kunnen voordoen waardoor de cliënt opnieuw behandeling nodig heeft.

V11 / V21 Kortdurende behandeling

Behandeling van cliënten waarvan het visueel functioneren bekend is en waarbij belemmerende en persoonlijke factoren geen rol spelen in de behandeling. Het betreft hulpvragen die binnen een beperkte doorlooptijd te behandelen zijn. De vragen doen zich over het algemeen voor ten gevolge van (kleine) wijzigingen in de omgeving van de cliënt danwel een verandering in de fase van ontwikkeling waarin de cliënt zich bevind. Omdat het visueel functioneren bekend is, is er alleen diagnostiek nodig die gericht is op de hulpvraag binnen het betreffende ICF-domein.

Voorwaarden

  • Kortdurende behandeling start met een intake;

  • De visuele functies en de eventuele bijkomende problematiek en belemmerende factoren zijn bekend en hebben geen belemmerende invloed op het verloop van de behandeling;

  • Er is sprake van directe tijd besteed aan behandeling;

  • De behandeling heeft géén betrekking op het psychisch leren omgaan met de visuele beperking;

  • Voorafgaand aan deze prestatie is in het zorgtraject géén diagnostiek, verdiepende diagnostiek of uitgebreide behandeling prestatie geleverd;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

V12 / V22 Diagnostiek

Diagnostiek die nodig is om duidelijkheid te verkrijgen over het visueel functioneren van en/of de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt en/of er sprake is van bijkomende problematiek en belemmerende factoren.

Voorwaarden

  • Diagnostiek start met een intake;

  • In het eerste mdo wordt bepaald of de prestatie diagnostiek van toepassing is. De al geleverde uren worden gedeclareerd na het mdo en geregistreerd als zijnde diagnostiek;

  • Voorafgaand aan deze prestatie is in het zorgtraject géén verdiepende diagnostiek, kortdurende of uitgebreide behandeling prestatie geleverd;

  • Op het moment dat er directe behandeltijd wordt besteed aan behandeling, is de prestatie diagnostiek niet meer van toepassing;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

V13 / V23 Verdiepende diagnostiek

Verdiepende diagnostiek bij cliënten met belemmerende en persoonlijke factoren die nodig is om zowel de visuele, (neuro)psychische en sociale functies alsmede het functioneren hierop en/of de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt in kaart te brengen en te vertalen naar een behandelplan.

Voorwaarden

  • Verdiepende diagnostiek start met een intake;

  • In het eerste mdo wordt bepaald of de prestatie verdiepende diagnostiek van toepassing is. De al geleverde uren worden gedeclareerd na het mdo en geregistreerd als zijnde verdiepende diagnostiek;

  • Er is sprake van bijkomende problematiek op functieniveau en/of belemmerende externe en/of persoonlijke factoren;

  • Voorafgaand aan deze prestatie is in het zorgtraject géén diagnostiek, kortdurende of uitgebreide behandeling prestatie geleverd;

  • Op het moment dat er directe behandeltijd wordt besteed aan behandeling, is de prestatie verdiepende diagnostiek niet meer van toepassing;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

V14 / V24 Uitgebreide behandeling

Uitgebreide behandeling richt zich op dezelfde soort behandeldoelstellingen als kortdurende behandeling. Aanvullend kan de uitgebreide behandeling zich ook richten op het psychisch leren omgaan met de visuele beperking. De aanpak ten bate van het bereiken van de doelstellingen verschilt omdat er rekening gehouden moet worden met belemmerende factoren en bijkomende problematiek.

Voorwaarden

  • De visuele, (neuro)psychische en sociale functies alsmede het functioneren hierop en de eventuele bijkomende problematiek en belemmerende factoren zijn bekend en hebben een belemmerende invloed op het verloop van de behandeling;

  • Deze prestatie kan alleen geleverd worden indien deze prestatie binnen het zorgtraject van de cliënt volgt op de prestatie diagnostiek, verdiepende diagnostiek, uitgebreide visuele expert consultatie of de prestatie observatie met verblijf;

  • Er is sprake van directe tijd besteed aan behandeling;

  • De behandeling heeft aandacht voor het psychisch leren omgaan met de visuele beperking;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

Behandeling met verblijf

Algemeen

De cliënt ervaart beperkingen op meerdere ICF levensgebieden, visueel functioneren, belasting en belastbaarheid en gedrag. Cliënt komt op basis van ‘Indicatieprotocol criteria intensieve behandeling (met tijdelijk verblijf)’ in aanmerking voor verblijf.

De zorg is gericht op:

  • Jong-volwassenen (tussen de 17- en 28 jaar), die vaak fors geïnvesteerd hebben in school én weinig in sociale contacten én/of eigen zelfstandigheid en zich niet voldoende toegerust voelen/weten om de stap naar zelfstandigheid te zetten;

  • Volwassen (tussen 25-55 jaar) die als gevolg van hun (op later leeftijd gekregen) visuele beperking vastlopen in hun leven, uitvallen op het werk en of in sociaal opzicht;

  • Ouderen (55 +) veelal cliënten met een verworven visuele beperking, bij wie het niet meer lukt het leven op te pakken. Aanpassing aan de nieuwe visuele beperking, opbouwen dagstructuur en algehele zingeving staan centraal.

Het verblijf omvat minimaal drie dagen tot en met maximaal 5 dagen verblijf tijdens een kalenderweek (maandag t/m zondag). De dag van aanvang van het verblijf geldt als een dag verblijf en de dag van beëindiging van verblijf geldt als een dag verblijf, waarbij geldt voor de dag van opname dat deze enkel als dag verblijf geteld kan worden indien de opname heeft plaats gevonden vóór 20:00 uur.

V31 Observatie met verblijf

De visuele functies, externe en persoonlijke factoren, de mogelijkheden tot activiteiten en participatie worden tijdens het verblijf in kaart gebracht en met de cliënt vertaald in een behandelplan op basis waarvan gestart kan worden met:

  • Intensieve behandeling met verblijf of;

  • Behandeling.

Voorwaarden

  • Observatie betreft maximaal één declarabele observatieweek per cliënt;

  • De cliënt voldoet aan de indicatiecriteria beschreven in het ‘Indicatieprotocol criteria intensieve behandeling (met tijdelijk verblijf)’;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

V32 Intensieve behandeling met verblijf

De visuele functies, de eventuele bijkomende problematiek en belemmerende factoren zijn bekend. Deze factoren hebben een belemmerende invloed op het verloop van de behandeling. De mogelijkheden tot activiteiten en participatie zijn in kaart gebracht.

Het bereiken van de behandeldoelstellingen vraagt een multidisciplinaire aanpak van 3 tot en met 5 dagen verblijf per week, waarin systematisch en in samenhang gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstellingen. Per 6 weken wordt in een multidisciplinair overleg met de cliënt, de voortgang in de behandeling doorgenomen en worden vervolgstappen bepaald.

Voorwaarden

  • De cliënt voldoet aan de indicatiecriteria beschreven in het ‘Indicatieprotocol criteria intensieve behandeling (met tijdelijk verblijf)’;

  • Voor behandeling met verblijf worden meerdere behandelweken gegeven;

  • De behandeling in de thuissituatie maakt onderdeel uit van de prestatie.

  • Verblijf wordt niet gecombineerd of afgewisseld met een andere prestatie in verband met een visuele beperking;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

Intermitterende behandeling

V41 Intermitterende behandeling

De prestatie omvat behandeling (Zvw). Intermitterende behandeling wordt altijd gecombineerd met andere zorg, waaronder specialistische begeleiding3 welke wordt geleverd vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De begeleiding en behandeling gaan hand in hand. De begeleiding is gericht op het behoud van zelfstandigheid en het voorkomen of beperken van isolement en overlast. De behandeling heeft een intermitterend karakter en zorgt ervoor dat de cliënt zelfstandig kan blijven wonen en functioneren. Waar mogelijk wordt de zelfstandigheid vergroot. Verdere achteruitgang, maatschappelijk ontsporen en overlast worden voorkomen en de cliënt kan uit een (gedwongen) intramurale setting worden gehouden. Het gevoel van veiligheid en de draagkracht van de cliënt (opgebouwd via specialistische begeleiding in de Wmo) is voldoende om in combinatie daarmee te starten met behandeling. De reguliere begeleiding- en behandelaanpak die nodig is voor de behandeling van de bijkomende problematiek kan niet toegepast worden vanwege de visuele beperking. Omdat de reguliere compensatiemogelijkheden voor deze problematiek vanwege de visuele beperkingen niet gebruikt kunnen worden door cliënt, is deze extra kwetsbaar.

Voorwaarden

  • De cliënt heeft een visuele beperking en is 18 jaar of ouder;

  • Vanwege de complexiteit van de problematiek is het noodzakelijk dat de behandeling (Zvw) integraal met andere zorg plaatsvindt, waaronder specialistische begeleiding vanuit de Wmo;

  • Het visueel functioneren evenals de mogelijkheden tot activiteiten en participatie zijn in kaart gebracht en/of worden gedurende het traject in kaart gebracht;

  • Er zijn een of meerdere ernstig belemmerende factoren als het gaat om behandeling;

  • Er zijn weinig tot geen ondersteunende factoren;

  • Langdurige coördinatie en supervisie van een multidisciplinair team is noodzakelijk;

  • Alleen de behandeling binnen de Zvw wordt aan de zorgverzekeraar in rekening gebracht. De directe behandeltijd ten laste van de Zvw betreft alleen behandeling. Begeleiding kan niet onder deze prestatie in rekening worden gebracht;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

Visuele expert consultatie (VEC)

Algemeen

Op advies van de behandelend arts van de cliënt vraagt de cliënt om inzicht in de visuele functies en/of het geven van advies over de impact hiervan aan de cliënt en de zorgaanbieder waarvan hij Wlz-zorg ontvangt. Bij de cliënt is reeds de visuele beperking vastgesteld. De cliënt is aangewezen op Wlz-zorg (niet op basis van een zg indicatie).

V51 Visuele expert consultatie (VEC)

Duidelijkheid verkrijgen over het visueel functioneren als gevolg van de vastgestelde visuele problematiek, de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt en de invloed van bijkomende problematiek en belemmerende factoren.

De visuele functies, de bijkomende problematiek en belemmerende factoren worden in kaart gebracht en vertaald in een advies over:

  • de wijze waarop het professionele cliëntsysteem hun handelen, kan aanpassen/afstemmen op de visuele beperking;

  • de visuele hulpmiddelen waarover de cliënt dient te beschikken;

  • de aanpassing van de fysieke omgeving van de cliënt zodat de cliënt zo min mogelijk belemmerd wordt door de visuele problematiek.

Voorwaarden

  • De reistoeslag4 kan niet in combinatie met de prestatie VEC in rekening worden gebracht. De prestatie VEC is inclusief reistijd en reiskosten hulpverlener;

  • Gedurende de prestatie VEC kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een visuele beperking geleverd worden;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

V52 Uitgebreide visuele expert consultatie

Door bijkomende problematiek op functieniveau en/of belemmerende externe en/of persoonlijke factoren is verdiepende diagnostiek nodig om het visueel functioneren van en/of de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt in kaart te brengen en te vertalen naar een behandelplan. Daarnaast zijn er vragen over in welke mate het gedrag van de cliënt voortkomt uit een niet/verkeerd begrepen bekende visuele beperking.

De visuele functies, de bijkomende problematiek en belemmerende factoren worden in kaart gebracht inclusief een interpretatie van het gedrag van de cliënt in het licht van de bevindingen, de bevindingen worden vertaald in een advies over:

  • de wijze waarop het professionele cliëntsysteem hun handelen, kan aanpassen/afstemmen op de visuele beperking;

  • de visuele hulpmiddelen waarover de cliënt dient te beschikken;

  • de aanpassing van de fysieke omgeving van de cliënt zodat de cliënt zo min mogelijk belemmerd wordt door de visuele problematiek.

Voorwaarden

  • De reistoeslag kan niet in combinatie met de prestatie uitgebreide VEC in rekening worden gebracht. De prestatie uitgebreide VEC is inclusief reistijd en reiskosten hulpverlener;

  • Gedurende de prestatie VEC kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een visuele beperking geleverd worden;

  • De prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

2. Prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis

Zorg in verband met een auditieve beperking is multidisciplinaire zorg die bestaat uit diagnostisch onderzoek, interventies die zich richten op het psychisch leren omgaan met de handicap en interventies die de beperking opheffen of compenseren en daarmee de zelfredzaamheid vergroten.

Zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis wordt geleverd aan kinderen en jong volwassenen tot de leeftijd van drieëntwintig jaar Deze multidisciplinaire zorg bestaat uit diagnostisch onderzoek, interventies die zich richten op het psychisch leren omgaan met de handicap en interventies die de beperking opheffen of compenseren en daarmee de zelfredzaamheid vergroten.

Diagnostisch onderzoek bij de zorg aan cliënten met een auditieve en/of communicatieve beperking bestaat uit behandelingsgerichte diagnostiek. Deze maakt integraal onderdeel uit van de behandeling en staat ten dienste van de behandeling. Het betreft verdiepende en evaluerende diagnostiek gericht op het vaststellen van mogelijke bijkomende problematiek (co morbiditeit), het ontwikkelingsperspectief van de cliënt op de verschillende ontwikkelingsdomeinen en de best passende interventies voor de cliënt. Mede op basis hiervan wordt een individueel behandelplan vastgesteld en/of bijgesteld.

Interventies zijn binnen de zorg aan cliënten met een auditieve en/of communicatieve beperking gericht op herstel en/of het aanleren van nieuwe vaardigheden of gedrag, als dit een programmatische aanpak vereist waarvoor specifieke deskundigheid nodig is. De nieuw aan te leren vaardigheden of het gedrag richten zich op het terugdringen van stoornissen en beperkingen. Onder deze interventies vallen ook systeemgerichte behandelingen.

Er moet een concreet en haalbaar behandeldoel zijn waardoor blijvende verbeteringen in het functioneren worden bereikt/verwacht en de te geven behandeling dient een door de beroepsgroep geaccepteerde methode te zijn.

Prestatiestructuur zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis

Code

Prestaties

Declarabele eenheid

AC10

Intake en zorgtoewijzing (voor prestaties AC21 t/m AC42)

Direct uur

AC21

0 – <5 jaar

D/SH

Behandeling individueel excl. Groep

28 dagen

AC22

Behandeling individueel incl. groep

AC31

TOS

Behandeling individueel excl. Groep

AC32

Behandeling individueel incl. groep

AC33

Behandeling individueel zonder groep

AC41

>5 jaar D/SH

5- 23 jaar TOS

Alle leeftijden DB, ACVB

Diagnostiek en behandelcoördinatie

Direct uur

AC42

Behandeling

AC50

Reistoeslag (voor prestaties AC10 t/m AC42)

Contact

Indien er sprake is van behandeling met verblijf kunnen de prestaties AC41 en/of AC42 in rekening gebracht worden.

D/SH (Doof/SlechtHorend), TOS (Taal Ontwikkelingsstoornis), DB (DoofBlind) en ACVB (Auditief en/of communicatief Verstandelijk Beperkt).

Intake

AC 10 Intake auditief/communicatief voor prestaties AC21 t/m AC42

Beschrijving

Het verzamelen van gegevens bij de aanmelding van een nieuwe cliënt, verduidelijken van de hulpvraag, het toewijzen van de cliënt aan een zorgprogramma en het verstrekken van informatie over de behandeling en de geldende regels en afspraken.

Voorwaarden

  • Ieder zorgtraject van een cliënt start met een intake (exclusie: cliënten die vanuit een ander zorgprogramma instromen);

  • Gedurende de intakefase kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis geleverd worden (m.u.v. reistoeslag);

  • De prestatie wordt afgesloten door het starten van het leveren van één van de overige prestaties of het vastleggen van stoppen van de activiteiten.

Jong kind (van 0 – tot 5 jaar) Doof en slechthorend (D/SH)

De behandeling van doof/slechthorende kinderen in de voorschoolse leeftijd en het systeem. De aandoening is chronisch waardoor veelal continue behandeling juist in deze levensfase nodig is. Wanneer afronding wel aan de orde is, kan op een later moment een nieuwe behandelvraag ontstaan. Er is bij deze cliënten sprake van zorgprogramma 1 – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en zijn directe omgeving.

Er is sprake van een multidisciplinair geïntegreerd diagnose- en behandeltraject. Het behandeltraject bestaat uit diagnostiek en behandel coördinatie en behandeling. De behandeling van de cliënt vindt plaats in en met zijn directe omgeving. In de behandeling wordt gewerkt aan het communiceren en het realiseren van voorwaarden en een passende omgeving om tot communicatie te komen en om de beperkingen die worden ervaren op te heffen of te compenseren. Ook wordt gewerkt aan het psychisch leren omgaan met de beperkingen door ouders en kind.

In de eerste periode ligt de focus op het gezin (en directe omgeving). Daarna verschuift de focus meer naar behandeling van de cliënt zelf. Een periode van behandeling in een groepssetting zal vaak nodig zijn. Wanneer deze periode aan de orde is hangt af van de ontwikkelingsleeftijd en -fase van de cliënt en de hulpvragen en overwegingen/visie van ouders op het gebied van doof- en slechthorendheid.

Het zorgtraject bestaat uit één of meer van de volgende onderdelen5:

  • Diagnostiek en behandelcoördinatie;

  • Behandeling cliënt in en met zijn directe omgeving;

  • Communicatietraining;

  • Individuele logopedische behandeling;

  • Psycho-educatie kind en directe omgeving;

  • Sociaal emotionele therapie kind en jongere;

  • (Senso)motorische en visuele stimulatie;

  • Behandeling in een communicatieve groepssetting (alleen bij prestatie AC22).

Iedere zes maanden vindt multidisciplinair overleg (mdo)/ evaluatie van het behandelplan plaats om te beoordelen of de behandeling moeten worden bijgesteld (continueren, opschalen, afschalen of afronden).

AC21 Doof/slechthorend jonge kind; kind en systeem excl. groepszorg

Beschrijving

De zorg aan doof/slechthorende kinderen en het systeem waarbij er geen sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen.

Voorwaarden

  • Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;

  • Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;

  • De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling (waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen geen sprake is van groepszorg;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;

  • Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);

  • Deze prestatie kan worden afgewisseld met de prestatie AC22;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;

  • Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.

AC22 Doof/slechthorend jonge kind; kind en systeem incl. groepszorg

Beschrijving

De zorg aan doof/slechthorende kinderen en het systeem waarbij er minimaal één keer sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen.

Voorwaarden

  • Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;

  • Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;

  • De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling (waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen minimaal 1 keer sprake is van deelname aan een groepssessie;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;

  • Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);

  • Deze prestatie kan worden afgewisseld met de prestatie AC21;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;

  • Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.

Jong kind (van 0 – tot 5 jaar) met taalontwikkelingsstoornis (TOS)

De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis in de voorschoolse leeftijd en het systeem. Er is bij deze cliënten sprake van zorgprogramma 7 – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en zijn directe omgeving of zorgprogramma 8 – Behandeltraject in een therapeutische omgeving.

Er is sprake van een multidisciplinair geïntegreerd diagnose- en behandeltraject. Het behandeltraject bestaat uit diagnostiek en behandel coördinatie en behandeling. In de behandeling wordt gewerkt aan het communiceren en het realiseren van voorwaarden en een passende omgeving om tot communicatie te komen en om de beperkingen die worden ervaren op te heffen of te compenseren. Ook wordt gewerkt aan het psychisch leren omgaan met de beperkingen door ouders en kind.

De behandeling is gericht op het stimuleren van de spraak- en taalontwikkeling, de sociaal-communicatieve vaardigheden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de cliënt, het verbeteren van de communicatie en interactie tussen cliënt en zijn omgeving. Indien noodzakelijk voor het behalen van behandelresultaten ontvangt de cliënt gedurende een periode behandeling in een groepssetting aanvullend op de basisinzet kind en systeem. Dit valt dan binnen zorgprogramma 8. Zo kunnen binnen een passend communicatief klimaat en via interactie met andere kinderen en behandelaren vaardigheden worden aangeleerd en getraind. De behandeling richt zich ook op het versterken en coachen van het systeem van de cliënt ten einde binnen de eigen omgeving goed te kunnen aansluiten bij de ontwikkeling en de specifieke behoeften van de cliënt.

Het zorgtraject bestaat uit één of meer van de volgende onderdelen:

  • Diagnostiek en behandelcoördinatie;

  • Behandeling cliënt in en met zijn directe omgeving;

  • Individuele logopedische behandeling;

  • Communicatietraining;

  • Psycho-educatie kind en directe omgeving;

  • Sociaal emotionele therapie kind en jongere;

  • (Senso)motorische en visuele stimulatie;

  • Behandeling in een communicatieve groepssetting (alleen bij prestatie AC32).

Iedere drie maanden vindt multidisciplinair overleg (mdo)/ evaluatie van het behandelplan plaats om te beoordelen of de behandeling moeten worden bijgesteld (continueren, opschalen, afschalen of afronden).

AC31 Jonge kind met een taalontwikkelingsstoornis; kind en systeem excl. groepszorg

Beschrijving

De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en het systeem waarbij er geen sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen. Deze zorg valt onder zorgprogramma 8.

Voorwaarden

  • Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;

  • Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;

  • De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling (waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen geen sprake is van groepszorg;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;

  • Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);

  • Deze prestatie wordt afgewisseld met de prestatie AC32;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;

  • Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.

AC32 Jonge kind met een taalontwikkelingsstoornis; kind en systeem incl. groepszorg

Beschrijving

De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en het systeem waarbij er minimaal één keer sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen. Deze zorg valt onder zorgprogramma 8.

Voorwaarden

  • Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;

  • Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;

  • De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling (waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen minimaal 1 keer sprake is van een groepssessie;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;

  • Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag).

  • Deze prestatie kan worden afgewisseld met de prestatie AC31;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;

  • Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.

AC33 Jonge kind met een taalontwikkelingsstoornis; kind en systeem individueel waarbij gedurende het behandeltraject geen sprake is van groepszorg

Beschrijving

De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en het systeem waarbij de zorg individueel geleverd wordt en er in het gehele zorgtraject geen sprake is van groepszorg. Deze zorg valt onder zorgprogramma 7.

Voorwaarden

  • Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;

  • Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;

  • De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling (waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in het gehele zorgtraject van de cliënt geen sprake is van groepszorg;

  • Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;

  • Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;

  • Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.

Doof/slechthorend, van 5 tot 18 jaar

Taalontwikkelingsstoornis, van 5 tot 23 jaar

De behandeling van kinderen en jongeren in de schoolse levensfase, die doof-/slechthorendheid zijn of een taalontwikkelingsstoornis hebben, en hun systeem. Er is bij deze cliënten sprake van één van de volgende zorgprogramma’s:

  • Zorgprogramma’s 2 D/SH en 9 TOS – Persoons- en systeemgerichte behandeling: De oorzaak van de stagnatie van de cliënt en/of handelingsverlegenheid binnen directe omgeving van de cliënt is bekend. Er zijn voldoende mogelijkheden bij de cliënt en zijn directe omgeving aanwezig om de aan te leren vaardigheden te generaliseren naar verschillende situaties;

  • Zorgprogramma’s 3 D/SH en 10 TOS – Behandeltraject in therapeutische omgeving: De oorzaak van de stagnatie van de cliënt en/of handelingsverlegenheid binnen directe omgeving van de cliënt is bekend. Er zijn onvoldoende mogelijkheden bij de cliënt en zijn directe omgeving aanwezig om de aan te leren vaardigheden te generaliseren naar verschillende situaties. De totale problematiek is dusdanig complex en/of hardnekkig dat behandeling in een intensieve (groeps)setting nodig is;

  • Zorgprogramma’s 4 D/SH en 11TOS – Kortdurend diagnostiek- en behandeltraject gericht op juiste aanpak in eigen systeem: De oorzaak van de stagnatie van de cliënt en/of handelingsverlegenheid binnen directe omgeving van de cliënt is niet bekend, waardoor geen passende aanpak voor de cliënt binnen de eigen omgeving kan worden gerealiseerd;

  • Zorgprogramma 18 D/SH en 19 TOS – Behandeling met verblijf:De behandeling van kinderen, jongeren, jongvolwassenen tot ca 23 jaar en hun systeem. Er is sprake van bijkomende problematiek of comorbiditeit. Extramurale behandeling stagneert. Om de cliënt weer perspectief te bieden is het medisch noodzakelijk om de cliënt tijdelijk te behandelen in een therapeutische communicatieve verblijfssetting.

Doof/slechthorend volwassene

De behandeling van doof/slechthorende volwassenen en hun systeem. Er is sprake van een vroeg verworven gehoorstoornis of een laat – soms plotseling – verworven gehoorstoornis. Daarbij is sprake van (progressief) ernstig tot volledig gehoorverlies, waarbij gehoorapparaten alleen niet (meer) toereikend zijn. Er is bij deze cliënten sprake van de volgende zorgprogramma’s:

  • Zorgprogramma 5 vroegdoof en 6 SH/plots- en laatdoof – Persoons- en systeemgerichte behandeling.

  • Zorgprogramma 18 D/SH – Behandeling met verblijf: De behandeling van vroegdove of slechthorende jongvolwassenen tot ca 23 jaar en hun systeem. Er sprake van bijkomende problematiek of comorbiditeit. Extramurale behandeling stagneert. Om de cliënt weer perspectief te bieden is het medisch noodzakelijk om de cliënt tijdelijk te behandelen in een therapeutische communicatieve verblijfssetting.

Doofblind (DB) alle leeftijden

De behandeling van doofblinde kinderen, jongeren en volwassenen en hun systeem. Er is bij deze cliënten sprake van één van de volgende zorgprogramma’s:

  • Zorgprogramma 12 DB 0-5 jaar en 13 DB 5-18 jaar – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en systeem: Voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 5 jaar. Daarnaast voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 5 tot 18 jaar waarbij sprake is van aangeboren doofblindheid of verworven doofblindheid, deze laatste in combinatie met een verstandelijke beperking.

  • Zorgprogramma 14 DB 5-18 jaar en 15 DB volwassen – Persoons- en systeemgerichte behandeling: Voor kinderen, jongeren en volwassenen bij wie sprake is van later verworven doofblindheid, veelal met een progressief karakter van beide of één van beide zintuigstoornissen.

Auditief en/of communicatief verstandelijk beperkt (ACVB) alle leeftijden

De behandeling van kinderen, jongeren en volwassenen, die naast een auditieve en/of communicatieve beperking ook een (ernstig vermoeden van een) verstandelijke beperking hebben en hun systeem. Er is bij deze cliënten sprake van één van de volgende zorgprogramma’s:

  • Zorgprogramma 20 – Kortdurend diagnostiek- en behandeltraject gericht op juiste aanpak in eigen systeem: Voor cliënten die worden verwezen naar ZG-zorg op basis van een ernstig vermoeden van TOS en bijkomend een verstandelijke beperking. Door de complexiteit en comorbiditeit van de stoornis(sen) wordt dan gestart met een kortdurend diagnostisch en behandeltraject. Vervolgens wordt de (behandel)aanpak overgedragen naar de eigen omgeving (en stroomt de cliënt veelal uit naar VG-zorg) dan wel blijft sprake van een ZG-hulpvraag en stroomt de cliënt door naar een ander passend behandeltraject.

  • Zorgprogramma 16 – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en systeem: Behandeltraject voor kinderen en jongeren in de leeftijd tot 18 jaar.

  • Zorgprogramma 17 – Communicatiediagnostiek en -training: Behandeltraject voor doof/slechthorende volwassenen en volwassenen met TOS tot 23 jaar.

ZG zorg zonder dat bij de cliënt sprake is van een visuele beperking, auditieve beperking of communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis.

De cliënt is aangewezen op zintuiglijk gehandicaptenzorg waardoor sprake is van geneeskundige zorg in de zin van de Zvw.

  • Zorgprogramma (beste passend zorgprogramma van één van bovenstaande groepen).

AC41 Diagnostiek en behandelcoördinatie

Diagnostiek richt zich op de volgende doelen:

  • Het (ontwikkeling)perspectief van de cliënt op de verschillende ontwikkelingsdomeinen inzichtelijk maken;

  • Vaststellen welke bijkomende problematiek (bv comorbiditeit) en specifieke stoornis gerelateerde problematiek (bv psychisch) er is en welke beperkingen en mogelijkheden er zijn;

  • Vaststellen wat het spraak-/taal-/(sociale) communicatieniveau, het luisterniveau, de leerbaarheid, het ontwikkelingsniveau, het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau en de meest kansrijke leerstrategieën (gelegenheden en kansen) voor de cliënt zijn;

  • Vaststellen waarom de behandeling stagneert.

Activiteiten op het gebied van diagnostiek bestaan uit – niet limitatief – afname van testen, observatie, dynamisch assessment. Dit alles inclusief uitwerking hiervan.

Behandelcoördinatie richt zich op de volgende doelen:

  • Afstemming actuele hulpvraag, zorgplan, aanpak en behandelinzet;

  • Samenhang en continuïteit in de uitvoering van uiteenlopende behandelactiviteiten, die worden uitgevoerd voor de individuele cliënt;

  • Passende en doelmatige inzet van middelen;

  • Er heeft een nulmeting bij de start van de behandeling plaats gevonden en deze meting is cyclisch herhaald en geëvalueerd (ROM). Dit om behandeldoelen en interventie-aanpak te evalueren en bij te stellen.

Activiteiten op het gebied van behandelcoördinatie bestaan uit één of meerdere onderdelen:

  • Coördineren van het behandeltraject, dossieronderzoek, overleg tussen behandelaren van verschillende disciplines (mdo zonder cliënt), afstemming, evaluatie van de inzet, de voortgang en de resultaten van de behandelingen en verslaglegging hierover;

  • Overleg met cliënt/zijn vertegenwoordiger over de (tussentijdse) behandeldoelen, de behaalde resultaten, en de aanpak en inzet in de komende periode (mdo met cliënt / Evaluatie cliënt).

  • Uitvoeren, analyseren en rapporteren van de ROM-meting;

  • Aanpassen behandelplan;

  • Afstemmen met extern bij de cliënt betrokken zorgverleners;

  • Besluiten over beëindiging / afronding van de behandeling inclusief eindgesprek, overdracht, rapportage aan verwijzer / huisarts en meting cliënttevredenheid.

Bovenstaande activiteiten zijn onderdeel van de prestatie, maar zijn alleen declarabel indien sprake is van directe tijd. Bij alle prestaties geldt dat alleen directe tijd declarabel is.

Iedere zes maanden mdo/evaluatie van het behandelplan om te beoordelen of de behandeling moeten worden opgeschaald, afgeschaald of afgerond.

Voorwaarden

  • Alle cliënten die in behandeling zijn ontvangen gedurende de totale looptijd van het behandeltraject de prestatie AC41 diagnostiek en behandelcoördinatie;

  • Gedurende het zorgtraject kan naast deze prestatie de prestatie AC42 behandeling (en AC50 reistoeslag) worden geleverd;

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.

AC42 Behandeling

Behandeling bestaat uit één of meer van de volgende onderdelen:

  • Communicatietraining – Aanleren van passende communicatievormen en -methodes;

  • Individuele logopedische behandeling;

  • Behandeling cliënt in en met zijn directe omgeving;

  • Behandeling in communicatieve groepssetting;

  • Psycho-educatie kind en directe omgeving;

  • Psychosociale hulpverlening bij volwassenen;

  • Sociaal-emotionele therapie kind en jongere;

  • Psychologische behandeling kind en jongere;

  • Oriëntatie, mobiliteit en tactiele training;

  • (Senso)motorische en visuele stimulatie;

  • Optimaliseren van aanpassingen omgeving en individu;

  • Herhalingsmeting en monitoring hulpvraag.

Iedere zes maanden vindt multidisciplinair overleg (mdo)/ evaluatie van het behandelplan plaats om te beoordelen of de behandeling moeten worden bijgesteld (continueren, opschalen, afschalen of afronden).

Voorwaarden

De behandeling kan één-op-één en in kleine groepen worden geboden. In het laatste wordt het aantal uren dat de behandelaar werkzaam is geweest naar evenredigheid per patiënt berekend;

  • Gedurende het zorgtraject kan naast deze prestatie de prestatie AC41 diagnostiek en behandel coördinatie worden geleverd (en AC50 reistoeslag);

  • Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;

Behandeling met verblijf

Verblijf voor cliënten met een hulpvraag auditief/communicatief wordt geleverd onder de prestaties AC41 diagnostiek en behandelcoördinatie en/of AC42 behandeling. Er is sprake van verblijf als de cliënt ’s nachts in een instelling verblijft. Er kan sprake zijn van verblijf met of zonder intern dagprogramma. Beoordeling van de medische noodzaak tot verblijf in het kader van zg-behandeling vindt op individueel niveau plaats op basis van het ‘indicatieprotocol behandeling met verblijf sector auditief en/of communicatief Zorgverzekeringswet, april 2016’ (zie www.siac.nu).

Voorwaarden, voorschriften en beperkingen

  • Er is sprake van verblijf;

  • Voor deze prestatie wordt de prestatie AC41 en/of AC42 in rekening gebracht;

  • De leverende aanbieder heeft een CIBG-toelating6 voor intramurale Wlz-zorg aan cliënten met grondslag ZG auditief en/of communicatief.

3 Reistoeslag zorgverlener

V60 / AC50 Reistoeslag zorgverlener

De reistoeslag zorgverlener bestaat uit een vergoeding voor de vervoerskosten en reistijd van een zorgverlener die behandeling levert aan een cliënt op een ander adres dan de locatie van de zorgaanbieder. De reistoeslag is vastgesteld op basis van een toeslag per cliëntcontact op een ander adres dan de locatie van de zorgaanbieder.

Voorwaarden

  • De reistoeslag zorgverlener kan alleen in rekening worden gebracht in combinatie met één van de prestaties V11 t/mV41 en AC10 t/m AC42.

4 Onderlinge dienstverlening

De levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties op het gebied van zintuiglijk gehandicaptenzorg door een zorgaanbieder (visueel respectievelijk auditief/communicatief) in opdracht van een andere zorgaanbieder (visueel respectievelijk auditief/communicatief). De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdracht gevende zorgaanbieder’.

Artikel 5. Tarieven

  • 1 Tariefsoort

    Voor de prestaties zoals beschreven in artikel 4, lid1 tot en met 4 gelden maximumtarieven.

    Voor de prestatie onderlinge dienstverlening bestaat het maximumtarief uit het maximumtarief van de (deel)prestatie of van een geheel van prestaties op het gebied van zintuiglijk gehandicaptenzorg waarop de onderlinge dienstverlening betrekking heeft.

  • 2 Uitgangspunten maximumtarieven 2020

    Aan de basis van de maximumtarieven 2020 van de prestaties van ZG-zorg liggen kostengegevens 2017 van alle concerns die in 2017 extramurale ZG-zorg hebben geleverd:

    • Zorg in verband met een visuele beperking;

    • Zorg in verband met een auditieve beperking;

    • Zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis;

    • Uittoeslag zorgverlener.

    De totstandkoming van de maximumtarieven is beschreven in het ‘Verantwoordingsdocument Prestaties en Tarieven ZG-Zvw’.

    In de maximumtarieven is met de volgende zaken rekening gehouden:

    • Indexatie: de maximumtarieven worden jaarlijks trendmatig aangepast met een gewogen gemiddelde index voor personele- en materiële kosten en kapitaallasten. De trendmatige aanpassing voor jaar t wordt gebaseerd op de voorcalculatie voor jaar t en de nacalculatie op de indices jaar t-1;

    • Vergoeding voor gederfd rendement op eigen vermogen (VGREV) conform de Beleidsregel Algemeen kader tariefprincipes curatieve zorg. Voor de ZG-zorg heeft de NZa een vergoedingspercentage van 1,47% bepaald.

Artikel 6. Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel prestaties en tarieven zintuiglijk gehandicaptenzorg, met kenmerk BR/REG-20127, ingetrokken.

Artikel 7. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding, terugwerkende kracht en citeertitel

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel prestaties en tarieven zintuiglijk gehandicaptenzorg, met kenmerk BR/REG-20127, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel zintuiglijk gehandicaptenzorg.

  1. Het betreft hier de handelingen bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2o, van de Wmg. ^ [1]
  2. Het betreft hier de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, aanhef en eerste lid, onderdeel c, van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wmg. ^ [2]
  3. Conform ‘Overeenkomst Landelijke Inkoopafspraken Specialistische Ondersteuning Wmo ZG 2019-2020’. ^ [3]
  4. Zie paragraaf 4.3 ^ [4]
  5. De onderdelen van behandeling staan beschreven op de site van Siac (www.siac.nu) in het document ‘Behandelmodules behorende bij de zorgprogramma’s sector auditief en/of communicatief Zorgverzekeringswet 2018’. ^ [5]
  6. . Per 2020 wordt Wtzi waarschijnlijk vervangen door Wtza ^ [6]
Naar boven