Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg

[Regeling vervalt per 01-04-2026.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 14-12-2021 t/m 30-11-2022

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 december 2021, nr. 2021-0000194267, tot het verstrekken van subsidies in het kader van leren en ontwikkelen van werkzoekenden en werkenden in de derde leerweg (Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Inleidende bepalingen

Op het aanvragen en verstrekken van subsidie op grond van deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, met uitzondering van de artikelen 3.1., 7.1. en 7.2., van toepassing.

Artikel 3. Doel van de regeling en doelgroep

  • 1 Het doel van deze regeling is om directe en duurzame inzetbaarheid van werkzoekenden en werkenden op de arbeidsmarkt te verbeteren, door scholing via praktijkleren in het mbo in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf te subsidiëren.

Artikel 4. Subsidie voor gerealiseerde praktijkplaats

  • 1 De minister kan op aanvraag voor de duur van maximaal 40 weken, gelegen binnen een periode van 40 weken, subsidie verstrekken aan een erkend leerbedrijf voor een student voor scholing via praktijkleren in het mbo, waaraan een praktijkovereenkomst ten grondslag ligt.

  • 2 De periode van 40 weken vangt aan vanaf de startdatum van de praktijkovereenkomst.

Artikel 5. Subsidievoorwaarden voor gerealiseerde praktijkplaats

Subsidie op grond van artikel 4 wordt slechts verstrekt indien:

  • a. de student scholing via praktijkleren in het mbo heeft gevolgd die voldoet aan de eisen in hoofdstuk 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • b. de verzorging van het onderricht in de praktijk van het beroep voor de student door het erkende leerbedrijf heeft plaatsgevonden op grond van en overeenkomstig een praktijkovereenkomst;

  • c. het erkende leerbedrijf beschikt over een aanwezigheidsadministratie voor de student bij de beroepspraktijkvorming;

  • d. het erkende leerbedrijf beschikt over een administratie waaruit de begeleiding van de student in het kader van de beroepspraktijkvorming blijkt; en

  • e. de opleiding is gestart in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.

Artikel 6. Aanvraagtijdvak

Een subsidieaanvraag kan bij de minister worden ingediend in de volgende tijdvakken:

  • a. van 3 januari 2022, 09:00 uur, tot en met 31 januari 2022, 17:00 uur;

  • b. van 1 juni 2022, 09:00 uur, tot en met 30 juni 2022, 17:00 uur;

  • c. van 1 december 2022, 09:00 uur, tot en met 31 december 2022, 17:00 uur;

  • d. van 1 juni 2023, 09:00 uur, tot en met 30 juni 2023, 17:00 uur; en

  • e. van 1 december 2023, 09:00 uur, tot en met 31 december 2023, 17:00 uur

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt:

    • a. € 4.500.000 voor het eerste aanvraagtijdvak;

    • b. € 7.500.000 voor het tweede aanvraagtijdvak;

    • c. € 4.500.000 voor het derde aanvraagtijdvak;

    • d. € 4.500.000 voor het vierde aanvraagtijdvak;

    • e. € 4.500.000 voor het vijfde aanvraagtijdvak.

  • 2 Indien in het eerste, tweede, derde of vierde tijdvak een beschikbaar budget niet geheel wordt verstrekt, kan het resterende bedrag worden doorgeschoven naar het volgende tijdvak.

Artikel 8. Subsidiebedrag

De subsidie betreft een tegemoetkoming voor de door het erkende leerbedrijf gerealiseerde praktijkplaats inzake scholing via praktijkleren in het mbo, naar rato van het aantal weken dat de student bij de beroepspraktijkvorming aanwezig is geweest. Het subsidiebedrag per gerealiseerde praktijkplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare budget voor het desbetreffende aanvraagtijdvak gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijkplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie in dat aanvraagtijdvak, met een maximum van € 2.700 per gerealiseerde praktijkplaats.

§ 2. Subsidieaanvraag

Artikel 9. Aanvraagtermijn

  • 1 Een subsidieaanvraag wordt ingediend binnen een jaar na afronding van de gerealiseerde praktijkplaats, waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2 In geval het indienen van een subsidieaanvraag op of kort voor de sluitingsdatum van een aanvraagronde langere tijd niet mogelijk is aan de kant van het elektronisch loket, bedoeld in artikel 10, eerste lid, kan de minister met inachtneming van een redelijke termijn een nieuw tijdstip voor uiterste indiening van een subsidieaanvraag bepalen. De minister maakt dit tijdstip bekend op www.rvo.nl.

  • 3 Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een subsidieaanvraag onvolledig is en de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht1 in de gelegenheid is gesteld zijn subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst de datum waarop de volledige aanvraag is ontvangen.

Artikel 10. Subsidieaanvraag

  • 1 De subsidieaanvrager dient de subsidieaanvraag in door middel van een elektronisch aanvraagformulier via de website www.rvo.nl/derde-leerweg getekend door een functionaris, bevoegd om namens de subsidieaanvrager te handelen.

  • 2 De subsidieaanvrager voegt bij de subsidieaanvraag per gerealiseerde praktijkplaats toe een praktijkovereenkomst, een aanwezigheidsadministratie en een administratie waaruit de begeleiding van de student in het kader van de beroepspraktijkvorming blijkt.

  • 3 Als de subsidieaanvrager voor dezelfde gerealiseerde praktijkplaats ook subsidie op basis van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector ontvangt, of titel 3.20 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, vermeldt de subsidieaanvrager dat bij de subsidieaanvraag.

  • 4 Door het indienen van een subsidieaanvraag stemt de subsidieaanvrager ermee in dat het subsidiedossier, met uitzondering van persoonsgegevens, openbaar wordt gemaakt.

§ 3. Vaststellen subsidie

Artikel 11. Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie in ieder geval geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, indien:

  • a. de subsidieaanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen;

  • b. subsidie is of wordt verleend op basis van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector, of titel 3.20 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, voor dezelfde student en zelfde opleiding.

Artikel 12. Beslistermijn

De minister beslist binnen 13 weken na sluiting van het aanvraagtijdvak op aanvragen voor het betreffende aanvraagtijdvak.

Artikel 13. Bewaartermijnen

Aan de verstrekking van de subsidie is de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger de documenten, bedoeld in artikel 5, gedurende vijf jaren bewaart na datum van het vaststellingsbesluit.

§ 4. Mandaatverlening en toezicht

Artikel 14. Mandaatverlening Algemeen directeur RVO

Aan de Algemeen directeur RVO wordt mandaat verleend tot:

  • a. het nemen van besluiten namens de minister op grond van deze regeling;

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a; en

  • c. het in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspraken hoger beroep in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep.

Artikel 15. Gegevensverwerking ter uitvoering mandaat

  • 2 RVO is verwerker voor de verwerking van persoonsgegevens ter uitvoering van de gemandateerde taken, bedoeld in artikel 14.

  • 3 De persoonsgegevens die verwerkt worden ter uitvoering van deze regeling worden niet verder verwerkt voor andere doeleinden.

Artikel 16. Toezicht

Onverminderd het toezicht door de Inspectie van het onderwijs worden de ambtenaren die een aanstelling hebben bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, voor zover zij werkzaamheden verrichten ten behoeve van de uitvoering van deze regeling, belast met het toezicht op de naleving van deze regeling.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 17. Evaluatie van de regeling

  • 1 De minister draagt zorg voor de evaluatie van de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze regeling.

  • 2 De subsidieaanvrager werkt mee aan door of namens de minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor de evaluatie van de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze regeling en de ontwikkeling van het beleid van de minister. De subsidieaanvrager verstrekt in dat kader de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, niet zijnde persoonsgegevens.

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 april 2024.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijft deze regeling van toepassing op de afwikkeling van verleende subsidies op grond van deze regeling.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 december 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

A.D. Wiersma

  1. https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0005537&artikel=4:5&g=2020-11-16&z=2020-11-16 ^ [1]
Naar boven