Beleidsregels onvrijwillige inschrijving register

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-10-2021 t/m heden

Beleidsregels van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit als bedoeld in artikel 33da, vierde lid, van de Wet op de kansspelen (Beleidsregels onvrijwillige inschrijving register)

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

gelet op artikel 33da, vierde lid, van de Wet op de kansspelen en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:

Paragraaf 1. Definities en toepassing

Artikel 1.1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Artikel 1.2

Deze beleidsregels hebben betrekking op de behandeling van een aanvraag van een derde tot inschrijving van een speler in het register en de behandeling van een kennisgeving.

Paragraaf 2. Het onderzoek

Artikel 2.1. Aanvang onderzoek

De raad van bestuur start een onderzoek naar de aard en effecten van het speelgedrag van een speler en de daaraan gerelateerde toepassing van interventiemaatregelen na ontvangst van een aanvraag van een derde of na ontvangst van een kennisgeving.

Artikel 2.2. Advies deskundige

De raad van bestuur kan zich bij het onderzoek als hiervoor bedoeld ter advisering laten bijstaan door een deskundige.

Artikel 2.3. De aanvraag van een derde

De aanvraag van een derde kan elektronisch dan wel per post worden ingediend met behulp van een door de raad van bestuur vastgesteld formulier waarmee wordt gevraagd om de volgende gegevens of informatie:

  • a. informatie ter vaststelling van de identiteit van de aanvrager;

    • 1°. naam en voornaam;

    • 2°. contactgegevens;

  • b. informatie ter vaststelling van de identiteit van de speler;

    • 1°. naam en voornaam;

    • 2°. adresgegevens;

    • 3°. geboortedatum;

    • 4°. geboorteplaats;

  • c. een toelichting van de relatie met de speler;

  • d. een toelichting van de motieven om uitsluiting aan te vragen; en

  • e. een omschrijving van het speelgedrag van de speler waarmee wordt toegelicht dat de speler hiermee schade aan zichzelf of zijn naasten berokkent.

Paragraaf 3. Inhoudelijke beoordeling

Artikel 3.1. Schade

Onder schade als bedoeld in artikel 33da, eerste lid, van de wet, verstaat de raad van bestuur in ieder geval:

  • a. financiële schade, namelijk indien een speler niet langer in staat is de financiële gevolgen van zijn speelgedrag te dragen;

  • b. persoonlijke schade, namelijk indien sprake is van verwaarlozing van de gezondheid, verlies van werk of afbreken van studie;

  • c. familie- en gezinsschade, namelijk indien sprake is van verwaarlozing of benadeling van het gezin, het samenlevingsverband en/of de familie van de speler;

  • d. sociale schade, namelijk indien sprake is van verwaarlozing of verlies van sociale contacten en/of zelfisolatie.

Den Haag, 13 juli 2021

De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

R.J.P. Jansen

Voorzitter

Naar boven