Regeling specifieke uitkering vergroten van beschikbaarheid van acute jeugd-ggz capaciteit

[Regeling vervalt per 01-07-2025.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-07-2021 t/m 05-10-2022

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 juni 2021, kenmerk 2380725-1011279-J, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een specifieke uitkering voor het tijdelijk vergroten van beschikbaarheid van acute jeugd-ggz capaciteit

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • acute jeugd-ggz: de zorg voor jeugdigen als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet met psychische problematiek of een vermoeden hiervan en bij wie acuut ingrijpen noodzakelijk is omdat zij een gevaar voor zichzelf of anderen vormen;

  • acute jeugd-ggz zorgaanbieder: zorgaanbieder die acute jeugd-ggz verleent aan jongeren, waaronder verplichte zorg als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder t, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;

  • coördinerende gemeente: de gemeente, genoemd in bijlage 1, die verantwoordelijk is voor het vergroten van beschikbaarheid van acute jeugd-ggz capaciteit, ook ten behoeve van andere gemeenten;

  • minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • SiSa: Single information, Single audit, eenmalige informatieverstrekking, eenmalige accountantscontrole. SiSa is de manier waarop provincies, gemeenten, gemeenschappelijke regelingen (hierna: medeoverheden) zich per jaar verantwoorden over de besteding van specifieke uitkeringen en/of provinciale middelen.

Artikel 3. Activiteiten waarvoor een specifieke uitkering kan worden verstrekt

  • 1 De minister kan op aanvraag een specifieke uitkering aan een coördinerende gemeente verstrekken voor activiteiten die nodig zijn om de beschikbaarheid van acute jeugd-ggz tijdelijk te vergroten.

  • 2 De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, omvatten of zijn ondersteunend aan:

    • een tijdelijke uitbreiding van ambulante of klinische crisiscapaciteit in de acute jeugd-ggz;

    • het verlichten van de druk op de acute jeugd-ggz.

Artikel 4. Hoogte van de specifieke uitkering en uitkeringsplafond

  • 1 Het uitkeringsplafond bedraagt € 50.000.000.

  • 2 Het uit hoofde van het plafond beschikbare bedrag wordt naar rato verdeeld indien het totaal aangevraagde bedrag het plafond overschrijdt.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan door de coördinerende gemeente worden ingediend van 1 juli 2021 tot en met 20 juli 2021.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend bij het Ministerie van VWS door middel van een aanvraagformulier dat wordt verstrekt aan de coördinerende gemeente.

  • 3 Een aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering gaat vergezeld van één of meerdere plannen van aanpak, waarin het volgende wordt opgenomen:

    • a. een beschrijving van de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, waarvoor een specifieke uitkering wordt aangevraagd;

    • b. een beschrijving van de wijze waarop de beoogde activiteiten bijdragen aan de in artikel 3, tweede lid, beschreven doelen van deze regeling;

    • c. een begroting van het plan van aanpak;

    • d. per plan van aanpak een verklaring van een gemachtigde van een acute jeugd-ggz zorgaanbieder waarin aangegeven wordt dat de zorgaanbieder zich committeert aan het plan van aanpak.

  • 4 De minister kan vrijstelling verlenen van de termijn, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6. Verlening

  • 1 De minister besluit binnen 13 weken na 20 juli op de aanvraag tot verlening van de specifieke uitkering.

  • 2 Het besluit tot verlening vermeldt in elk geval de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt verleend, het bedrag van de specifieke uitkering, de periode waarvoor de specifieke uitkering wordt verleend en de wijze waarop de verantwoording plaatsvindt.

  • 3 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de specifieke uitkering een voorschot van 100% dat in één keer wordt betaald.

Artikel 7. Verplichtingen

  • 1 De activiteiten waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt, dienen tussen 1 juli 2021 en 31 december 2022 worden uitgevoerd.

  • 2 De inzet van middelen door de coördinerende gemeente komt ten goede aan een bredere groep jeugdigen dan uitsluitend aan diegenen woonachtig in de betreffende coördinerende gemeente.

  • 3 De coördinerende gemeente informeert de minister op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt en over de besteding van de middelen uit de specifieke uitkering.

Artikel 8. Verantwoording

Artikel 9. Vaststelling

  • 1 De minister besluit uiterlijk 38 weken na ontvangst van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 8, over de vaststelling van de specifieke uitkering.

  • 2 Indien de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend, zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen die verbonden zijn aan de specifieke uitkering, wordt de specifieke uitkering vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de gerealiseerde kosten, tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

Artikel 10. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 en vervalt met ingang van 1 juli 2025.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering vergroten van beschikbaarheid van acute jeugd-ggz capaciteit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

P. Blokhuis

Bijlage 1. Coördinerende gemeenten

Groningen

Enschede

Nijmegen

Utrecht

Amsterdam

Rotterdam

Eindhoven

Roermond

Naar boven