Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 2021

[Regeling vervallen per 01-03-2022.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 25-06-2021 t/m 28-02-2022

Regeling van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland van 25 mei 2021, referentie 2021011745, houdende regels met betrekking tot de structurele aanlevering van gegevens Zorgverzekeringswet 2021 en gegevens Wet langdurige zorg 2021 (Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 2021)

Gelet op artikel 90 van de Zorgverzekeringswet en artikel 9.1.4 van de Wet langdurige zorg;

Na overleg met de Nederlandse Zorgautoriteit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Accountantsprotocollen NZa: Het accountantsprotocol Verantwoordingen Zvw met accountantsproduct vanaf oplevering 2020, het accountantsprotocol Gegevensvraag Wlz-gegevens en het protocol accountantsonderzoek Wlz-uitvoerders. Deze documenten van de NZa geven richtlijnen voor het door de accountant van de zorgverzekeraar, de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor uit te voeren onderzoek naar de juistheid van de gegevens in de verantwoordingen Zvw en Wlz die met accountantsproduct moeten worden aangeleverd. Tevens geven deze protocollen aanwijzingen voor het rapport van feitelijke bevindingen bij het uitvoeringsverslag Zvw;

  • add-on: een door de NZa beschreven overig zorgproduct op het terrein van de intensive care, dure geneesmiddelen of weesgeneesmiddelen, bestaande uit zorgactiviteiten behorende bij een dbc-zorgproduct;

  • CAK: Centraal Administratiekantoor;

  • catastrofebijdrage: bijdrage als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de Zvw;

  • CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek;

  • COVID-19: de ziekte die door het virus SARS-CoV-2 veroorzaakt wordt;

  • COVID-patiënten: verzekerden die COVID-19 hebben of waarvoor de medische verdenking bestaat dat zij COVID-19 hebben;

  • COVID-zorg: zorg die aan COVID-patiënten geboden wordt voor de behandeling van COVID-19 of voor het herstel van COVID-19;

  • CPB: Centraal Planbureau;

  • coronakosten: kosten voor de op grond van de zorgverzekeringen verzekerde zorg of andere diensten ten gevolge van de coronapandemie;

  • coronapandemie: pandemie ten gevolge van het SARS-CoV-2 virus die een catastrofe is als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de Zvw;

  • direct patiëntgebonden COVID-kosten: reguliere directe kosten voor COVID-zorg voor COVID-patiënten, welke kosten bepaald zijn met de declaratiecodes en de rekenregels die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de beleidsregels catastroferegeling 2020 en 2021 COVID-19;

  • DBC: diagnose behandeling combinatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Regeling zorgverzekering;

  • declaratiegegevens: alle declaraties die de zorgverzekeraar van verzekerden of zorgaanbieders heeft ontvangen uitgesplitst naar jaar en specialisme;

  • deelbedrag: een deelbedrag als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van het Besluit zorgverzekering;

  • DNB: De Nederlandsche Bank;

  • formats: schematische ordening van de aan te leveren gegevens;

  • gegevens: feitelijke informatie over de aantallen en kosten van declaraties voor de Zvw en Wlz, en aanvullende informatie over de betreffende verzekerden en de aan hen verleende zorg;

  • Handboek Wlz: Handboek informatie-uitvraag Wlz 2021, een door het Zorginstituut opgesteld document dat informatie geeft over en een toelichting op de door de Wlz-uitvoerders en zorgkantoren aan te leveren gegevens;

  • Handboek Zvw: Handboek informatie Zorgverzekeringswet 2021, een door het Zorginstituut opgesteld document dat informatie geeft over en een toelichting op de door de zorgverzekeraars aan te leveren gegevens;

  • iWlz: iWlz is de iStandaard om cliënten in alle fasen van de Wlz-keten te volgen: van de indicatie via zorgtoewijzing en -levering tot de vaststelling van de eigen bijdrage en declaratie. Elke ketenpartij geeft via iWlz de informatie door die belangrijk is voor de volgende partij. Het informatieverkeer verloopt via elektronische berichten, en op basis van landelijk gemaakte afspraken en vastgestelde regels;

  • prestatie continuïteitsbijdrage: kosten die voldoen aan de voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor de continuïteitsbijdrage als gesteld in de Prestatiebeschrijving- beschikking continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus van de NZa (TB/REG-20656-01);

  • prestatie meerkosten: kosten die voldoen aan de voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor de meerkosten als gesteld in de Prestatiebeschrijvingbeschikking continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus van de NZa (TB/REG-20656-01);

  • NZa: de Nederlandse Zorgautoriteit genoemd in artikel 3, eerste lid van de Wet marktordening gezondheidszorg;

  • PGB: Persoonsgebonden budget, als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

  • record lay-out: schematische voorstelling van de kosten en/of kenmerken per verzekerde Zvw en Wlz;

  • VWS: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • Wlz: Wet langdurige zorg;

  • Wlz-uitvoerder: Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

  • Zorginstituut: Zorginstituut Nederland genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zvw;

  • Zorgkantoor: Zorgkantoor als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

  • Zorgverzekeraar: zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zvw;

  • Vektis: Uitvoeringsorganisatie van Zorgverzekeraars die onder andere informatie levert over gedeclareerde zorg;

  • ZN: Zorgverzekeraars Nederland;

  • Zvw: Zorgverzekeringswet.

Artikel 2. Aanlevering gegevens voor uitvoering Zvw

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

  • 1 De zorgverzekeraar levert de in het onderstaande Schema Zvw bedoelde gegevens, alsmede de verlangde bestuursverklaringen en accountantsproducten, op de genoemde datum in 2021 aan, met uitzondering van de gegevens die zien op de Wlz. Voor de gegevens vierde kwartaalstaat is de aanleverdatum overeenkomstig onderstaand schema in 2022. De zorgverzekeraar dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut, met inachtneming van de formats en record lay-outs, bedoeld in bijlagen 1 tot en met 6 van deze regeling.

  • 2 De in het onderstaande Schema Zvw bedoelde gegevensaanleveringen in de kwartaalstaten en jaarstaten, onderdeel C, Huisartsenzorg en MDZ (alleen jaarstaat), Verpleging en Verzorging, Mondzorg, Verloskundige zorg, Geneeskundige Geestelijke Gezondheidszorg, GRZ- ELV-GZSP en Kraamzorg kan de zorgverzekeraar vervangen door de aanlevering van de declaratiegegevens over de prestaties van genoemde specialismen via Vektis.

  • 3 De Wlz-uitvoerder levert het elektronisch bestand Wlz-gegevens 2020 als bedoeld in het onderstaande Schema Zvw, alsmede de verlangde bestuursverklaring en het accountantsproduct, op 1 juni 2021 aan. De Wlz-uitvoerder dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut met inachtneming van de record lay-out, bedoeld in bijlage 5 van deze regeling.

    Schema Zvw

    Wat?

    Wanneer?

    Het elektronische bestand jaarstaat Zvw 2020*, onderdeel A en C, met inachtneming van het format jaarstaat 2020, onderdelen A en C, en de record lay-out contractinformatie, bedoeld in respectievelijk bijlage 2 en bijlage 4 van deze regeling

    1 mei 2021

    Het elektronische bestand kosten per verzekerde 2018 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, kosten per verzekerde 2018 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 mei 2021

    Het elektronische bestand kosten per verzekerde 2019 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, kosten per verzekerde 2019 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling en bestuursverklaring

    1 mei 2021

    Het elektronische bestand farmaciegegevens 2020 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, farmaciegegevens 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand hulpmiddelengegevens 2020 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, hulpmiddelen 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand DBC-gegevens 2019 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, DBC’s somatisch 2019 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    De elektronische bestanden verzekerde periode en persoonskenmerken 2020 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, Verzekerde periode en persoonskenmerken 2020 bedoeld in bijlage 5 en het format in bijlage 6 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand persoonskenmerken 1 mei 2021 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, Persoonskenmerken 2021 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand gegevens GGZ 2019 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, gegevens GGZ 2019 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling en bestuursverklaring

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand add-on geneesmiddelen 2019 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, add-ons geneesmiddelen 2019 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand fysio- en oefentherapiegegevens 2020 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, fysio- en oefentherapiegegevens 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronisch bestand Wlz-gegevens 2020 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2021, risicoverevening, Wlz-gegevens 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    1 juni 2021

    Het elektronische bestand Contractinformatie medisch specialistische zorg 2019 met inachtneming van de record lay-out contractinformatie, bedoeld in bijlage 4 van deze regeling

    30 november 2021

    Het elektronische bestand Contractinformatie medisch specialistische zorg 2020 met inachtneming van de record lay-out contractinformatie, bedoeld in bijlage 4 van deze regeling

    30 november 2021

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Zvw, onderdeel A en C, 1e, 2e,3e en 4e kwartaal 2021 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021 (4e kwartaal contractinformatie met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022), onderdelen A en C, en de record lay-out contractinformatie, in 2e kwartaal over 2021, in 4e kwartaal over 2022, bedoeld in respectievelijk bijlage 1 en bijlage 3 van deze regeling

    Respectievelijk 28 april 2021, 28 juli 2021, 28 oktober 2021 en 28 januari 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Zvw 1e kwartaal verzekerdenstanden 2021 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021, onderdeel A ‘Verzekerdenstanden naar leeftijd en geslacht’ bedoeld in bijlage 1 van deze regeling en bestuursverklaring bij de maartstand

    7 maart 2021

    1 Voor de met drie sterretjes aangeduide gegevens (jaarstaat 2020) geldt dat de jaarlaag 2020 met alleen een bestuursverklaring moet worden aangeleverd. De jaarlagen 2019 en 2018, als ook de informatie wanbetalersbijdrage 2020 moeten met een accountantsproduct conform de accountantsprotocollen van de NZa en een bestuursverklaring aan het Zorginstituut worden aangeleverd.

    2 De met een sterretje aangeduide gegevens moeten met een accountantsproduct conform de accountantsprotocollen van de NZa en een bestuursverklaring aan het Zorginstituut worden aangeleverd.

    3 De met twee sterretjes aangeduide gegevens worden met alleen een bestuursverklaring aan het Zorginstituut geleverd.

Artikel 3. Aanlevering gegevens voor uitvoering Wlz

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

  • 1 Het zorgkantoor levert de in het onderstaande Schema Wlz bedoelde gegevens alsmede de verlangde bestuursverklaringen, op de genoemde datum in 2021 aan. Voor de gegevens vierde kwartaalstaat is de aanleverdatum overeenkomstig onderstaand schema in 2022.

  • 2 De in het onderstaande Schema Wlz bedoelde aanlevering van de specificaties van kosten en productie van Wlz-zorg via de kwartaalstaten kan het zorgkantoor vervangen door aanlevering van de declaratiegegevens als bedoeld in het schema Wlz, via Vektis.

  • 3 De Wlz-uitvoerder met één of meer zorgkantoren levert de in het onderstaande Schema Wlz bedoelde gegevens alsmede de verlangde bestuursverklaring, op 12 augustus 2021 aan. De Wlz-uitvoerder dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut, met inachtneming van het format, bedoeld in bijlage 8 van deze regeling.

  • 4 De Wlz-uitvoerder met één of meer zorgkantoren levert maandelijks (na de 7e dag van de maand) met behulp van het iWlz-bericht AW317 uitvoeringsgegevens uit de iWlz aan het Zorginstituut. De AW317 is een xml-bericht en maakt integraal deel uit van het iWlz berichtenverkeer en het onderliggende informatiemodel.

  • 5 Indien een zorgkantoor van één of meerdere zorgaanbieders, met een jaaromzet groter dan € 1 miljoen (per zorgaanbieder) geen declaraties heeft ontvangen, dient het zorgkantoor het Zorginstituut te informeren over die tekortkoming met daarbij een Excel-bestand met een zo goed mogelijke schatting van de ontbrekende declaratie-informatie op prestatieniveau, met inachtneming van het format, bedoeld in bijlage 7 van deze regeling.

    Schema Wlz

    Wat?

    Door wie?

    Wanneer?

    De declaratiegegevens 1e, 2e,3e en 4e kwartaal 2021 betreffende alle Wlz-prestaties die door de Wlz-zorgaanbieders worden gedeclareerd bij de zorgkantoren door middel van de EI standaard AW319, conform de geldende Wlz-regelgeving en het Declaratieprotocol Wlz.

    Zorgkantoor

    Respectievelijk 13 mei 2021, 12 augustus 2021, 12 november 2021 en 12 februari 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal aantal PGB-houders op 30 juni 2021 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    12 augustus 2021

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal aantal PGB-houders met huisbezoeken in 2020 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    12 augustus 2021

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 4e kwartaal aantal PGB-houders met bewust-keuze gesprekken in 2021 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    12 februari 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz Beheerskosten, met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021 bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    Respectievelijk 13 mei 2021, 12 augustus 2021, 12 november 2021 en 12 februari 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal verzekerdenstanden 2021 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2021 ‘Specificatie van het totaal aantal Wlz verzekerden’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Wlz-uitvoerder met een of meer zorgkantoren

    12 augustus 2021

    Uitvoeringsgegevens uit de iWlz, met behulp van het iWlz-bericht AW317

    Wlz-uitvoerder met een of meer zorgkantoren

    Maandelijks, na dag 7

    1 De met een sterretje aangeduide gegevens worden met een bestuursverklaring aan het Zorginstituut geleverd.

Artikel 4. Coronakosten Zvw

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

  • 1 Zorgverzekeraars leveren de Coronakosten gesplitst aan conform de formats in bijlage 1.

  • 4

    • a. De zorgverzekeraars houden bij welk deel van de reguliere directe kosten voor rekening van de verzekerden komt op grond van het verplicht eigen risico van verzekerden. Indien dit deel niet rechtstreeks uit de administratie van de zorgverzekeraar is te bepalen accepteert het Zorginstituut daarbij een bepaling van het verplicht eigen risico voor COVID-zorg zoals gespecificeerd onder b.

    • b. Een zorgverzekeraar kan het verplicht eigen risico voor COVID-zorg per verzekerde bepalen door eerst op het jaarlijks verplichte eigen risico van maximaal € 385 het verplichte eigen risico op basis van de kosten van de reguliere zorg van die verzekerde in mindering te brengen. Bij de kosten van de reguliere zorg blijven de kosten van de prestaties waarvoor geen verplicht eigen risico geldt buiten beschouwing. Als het maximum dan nog niet is bereikt, is het restant het verplicht eigen risico op de kosten voor COVID-zorg.

Artikel 5. Pseudonimisering

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

  • 1 De zorgverzekeraar, het zorgkantoor en de Wlz-uitvoerder leveren persoonsidentificerende gegevens uitsluitend gepseudonimiseerd aan.

  • 2 De zorgverzekeraar, het zorgkantoor en de Wlz-uitvoerder treffen technische en organisatorische voorzieningen op een passend niveau ter waarborging van de veiligheid en betrouwbaarheid van het informatieverkeer en ter bescherming van de persoonsgegevens die zij onder zich hebben.

Artikel 6. Verstrekken gegevens aan derden

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

  • 1 Het Zorginstituut verstrekt de gegevens bedoeld in artikel 2 en artikel 3 op verzoek aan de NZa, voor zover de NZa onderbouwt dat die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Zvw of de Wlz door de NZa.

  • 2 Het Zorginstituut verstrekt de kwartaal- en jaarstaten als bedoeld in artikel 2 en artikel 3 op verzoek aan het CAK, CBS, het CPB, DNB, VWS en ZN voor zover de betreffende verzoeker onderbouwt dat die informatie noodzakelijk is voor de wettelijke taak van die verzoeker.

Artikel 7. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

  • 1 Deze regeling heeft betrekking op de gegevensaanlevering in de periode van 1 maart 2021 tot 1 maart 2022 en vervalt met ingang van 1 maart 2022, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft voor de periode waarvoor zij gelding had.

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2021.

Artikel 8. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur

S. Wijma

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format kwartaalstaat 2021, specifieke informatie A

Reguliere Kostenverzamelstaat

Bijlage 265951.png

Vervolg

Bijlage 265952.png

Vervolg

Bijlage 265953.png

Vervolg

Bijlage 265954.png
Bijlage 265955.png
Bijlage 265956.png

Format kwartaalstaat catastroferegeling 2021, specifieke informatie A

Kostenverzamelstaat catastroferegeling

Bijlage 265957.png

Vervolg

Bijlage 265958.png

Vervolg

Bijlage 265959.png

Vervolg

Bijlage 265960.png
Bijlage 265961.png

Instructie verantwoording kostenverzamelstaat, regulier en catastroferegeling, kwartaalstaat

In bovenstaande formats wordt de continuïteitsbijdrage omschreven als ‘netto continuïteitsbijdrage’, de indirecte meerkosten en toeslagen worden omschreven als ‘meerkosten, indirect en toeslagen’.

Met deze verschillende benamingen is geen inhoudelijk verschil beoogd ten opzichte van definities prestatie continuiteitsbijdrage en prestatie meerkosten.

De toevoeging ‘netto’ aan de continuïteitsbijdrage maakt duidelijk dat het alleen de nettobijdrage met betrekking tot de Basisverzekering betreft.

Voor jaarlaag 2020 geldt dat direct patiëntgebonden COVID-kosten, de indirecte meerkosten en toeslagen zowel opgenomen worden in de reguliere kostenverzamelstaat (voor de risicoverevening) als in de kostenverzamelstaat catastroferegeling.

Hierbij geldt voor jaarlaag 2020 het volgende uitgangspunt:

  • Kostenverzamelstaat Risicoverevening (regulier) = reguliere kosten + continuïteitsbijdrage + direct patiëntgebonden COVID-kosten + indirecte meerkosten en toeslagen.

  • Kostenverzamelstaat catastroferegeling = direct patiëntgebonden COVID-kosten + indirecte meerkosten en toeslagen.

Voor de jaarlaag 2021 geldt dat de kosten voor de catastroferegeling gescheiden worden van de kosten van de Risicoverevening. De twee tabellen tezamen (reguliere kostenverzamelstaat en kostenverzamelstaat catastroferegeling) vormen de totale lasten Zvw.

Hierbij geldt voor jaarlaag 2021 het volgende uitgangspunt:

  • Kostenverzamelstaat Risicoverevening (regulier) = reguliere kosten + continuïteitsbijdrage.

  • Kostenverzamelstaat catastroferegeling = direct patiëntgebonden COVID-kosten + indirecte meerkosten en toeslagen.

Tabellen Reguliere kostenverzamelstaat

Kolom 1: Lasten 2021 inclusief balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg, geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage.

  • de balanspost over het hele jaar: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op in de verslagperiode verleende zorg, geopende DBC’s, de continuïteitsbijdrage en de meest actuele raming van de over het hele jaar nog te ontvangen declaraties voor in de verslagperiode verleende zorg, geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties t/m Xe kwartaal 2021

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg, geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost over het hele jaar.

Kolom 3: Lasten 2020 inclusief balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2020) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s, coronakosten en de continuïteitsbijdrage.

  • de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en de continuïteitsbijdrage en de meest actuele schatting van de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en de continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en de continuïteitsbijdrage.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost jaar 2020.

Kolom 5: Lasten 2019 en ouder inclusief balanspost

In de vijfde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2020 en 2019) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2019 aan verzekerden verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ en tevens de in de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot de jaren ouder dan 2019.

  • de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2019 en ouder verleende zorg, in 2019 of eerder geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ en de meest actuele schatting van de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2019 en ouder verleende zorg, in 2019 of eerder geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 6: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2019 en ouder

In de zesde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2020 en 2019) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2019 aan verzekerden verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ en de in de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot de jaren ouder dan 2019.

Het verschil tussen kolom 5 en kolom 6 betreft dus de balanspost 2019 en ouder.

Tabellen catastrofe kostenverzamelstaat

Kolom 1: Lasten 2021 inclusief balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

  • de balanspost over het hele jaar: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen en de meest actuele raming van de over het hele jaar nog te ontvangen declaraties voor in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties t/m Xe kwartaal 2021

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost over het hele jaar.

Kolom 3: Lasten 2020 inclusief balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2020) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2020 aan verzekerden verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen en de meest actuele schatting van de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 verleende zorg of diensten/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot 2020 aan verzekerden verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost jaar 2020.

4e kwartaalstaat 2021 catastroferegeling

In tegenstelling tot in de eerste drie kwartalen, kwartaal 1 is hierboven weergegeven, worden de meerkosten corona in de 4e kwartaalstaat gesplitst uitgevraagd. De zorgverzekeraar verantwoordt de meerkosten corona naar 1. Indirecte meerkosten en 2. Toeslagen.

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format jaarstaat 2020, specifieke informatie A, jaarlaag 2020

Kostenverzamelstaat

Bijlage 265962.png

Vervolg

Bijlage 265963.png

Vervolg

Bijlage 265964.png
Bijlage 265965.png

Vervolg

Bijlage 265966.png
Bijlage 265967.png
Bijlage 265968.png

Vervolg

Bijlage 265969.png
Bijlage 265970.png

Format jaarstaat 2020, specifieke informatie A, jaarlaag 2019 en 2018 en Wanbetalersbijdrage

Kostenverzamelstaat

Bijlage 265971.png

Vervolg

Bijlage 265972.png

Vervolg

Bijlage 265973.png

Vervolg

Bijlage 265974.png
Bijlage 265975.png
Bijlage 265976.png

Vervolg

Bijlage 265977.png
Bijlage 265978.png

Instructie verantwoording kosten jaarstaat

In bovenstaande formats wordt de continuïteitsbijdrage omschreven als ‘netto continuïteitsbijdrage’, de indirecte meerkosten en toeslagen worden omschreven als ‘meerkosten, indirect en toeslagen’.

Met deze verschillende benamingen is geen inhoudelijk verschil beoogd ten opzichte van definities prestatie continuïteitsbijdrage en prestatie meerkosten.

De toevoeging ‘netto’ aan de continuïteitsbijdrage maakt duidelijk dat het alleen de nettobijdrage met betrekking tot de Basisverzekering betreft.

Het is niet toegestaan dat de zorgverzekeraar bij de lasten inclusief balanspost in de jaarstaat aansluit op de jaarrekening, als de afsluitdatum van de jaarrekening eerder is dan die van de jaarstaat en de ramingen in de jaarstaat niet meer actueel zijn.

De tabel jaarlaag 2020

Kolom 1: Lasten 2020 inclusief Balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en continuïteitsbijdrage.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2020 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en continuïteitsbijdrage en de meest actuele raming van de na 31 december 2020 nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en coronakosten en continuïteitsbijdrage.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost.

Kolom 3: Lasten 2020 inclusief Balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2020 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de meest actuele raming van de na 31 december 2020 nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost.

De tabel jaarlaag 2019 en 2018

De kolommen 1 en 2 worden niet ingevuld.

Kolom 3: Lasten 2019 inclusief balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 (dus inclusief de in 2019) ontvangen declaraties voor de in 2019 aan verzekerden verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2020 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2019 verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ en de meest actuele schatting van de na 31 december 2020 nog te ontvangen declaraties voor de in 2019 verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. jaar 2019

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 (dus inclusief de in 2019) ontvangen declaraties voor de in 2019 aan verzekerden verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost.

Kolom 5: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t 2018 en ouder

In de vijfde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 (dus inclusief de in 2019 en de in 2018) ontvangen declaraties voor de in 2018 aan verzekerden verleende zorg en in 2018 geopende DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt dan wordt de (administratieve) verrekening met de zorgaanbieders verwerkt in de ‘ontvangen en geaccepteerde declaraties’.

  • en tevens de in 2020 ontvangen declaraties met betrekking tot jaren ouder dan 2018

(inclusief creditnota’s).

Kolom 5 bevat geen balanspost.

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format kwartaalstaat 2021, specifieke informatie C

Bijlage 265979.png

Vervolg

Bijlage 265980.png
Bijlage 265981.png

Vervolg

Bijlage 265982.png
Bijlage 265983.png

Vervolg

Bijlage 265984.png
Bijlage 265985.png

Vervolg

Bijlage 265986.png
Bijlage 265987.png
Bijlage 265988.png

Vervolg

Bijlage 265989.png
Bijlage 265990.png
Bijlage 265991.png

Instructie opgave contractinformatie

Bij de opgave contractinformatie per rubriek en bij de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg per instelling, hanteert het Zorginstituut zowel in de kwartaal- als in de jaarstaat de volgende definities van de verschillende contractvormen:

  • Aanneemsommen: contracten waarbij de aanbieder tegen een vast bedrag voor het jaar de zorg levert;

  • Plafondcontracten: contracten die wel een maximumomzet maar geen minimumomzet kennen. Hieronder vallen contracten waarbij zowel de P als de Q is afgesproken. De som van de P*Q wordt dan hierbij opgenomen;

  • Nacalculatie bij aanneemsommen en plafondcontracten: dit betreft de 'open einden' die in de aanneemsomcontracten en plafondcontracten zijn opgenomen. Het afgegrensde deel is bij de contractvorm opgenomen en onder deze categorie alleen de inschatting van de uit de nacalculatie verwachte voortvloeiende kosten. Het betreft onder andere aanpassingen die niet leiden tot een aanpassing van een breder geldend plafond, omdat dit bijvoorbeeld de prikkel voor de zorginstelling verminderd. Mogelijk wordt in plaats daarvan juist meer ruimte op andere afspraken en/of extra middelen gehonoreerd. Deze bonusopbrengsten (of kortingen als een doel niet wordt gehaald) kunnen dan opgevat worden als nacalculatie. Voorbeelden zijn bonusregelingen als een zorginstelling een bepaalde voorwaarde haalt, bijvoorbeeld een (permanente) verbetering van de kwaliteit van de zorg, innovatieve kosten besparingen door verbeteringen in de planbare zorg of sturen op zinnige zorg en het behalen van substitutie of samenwerkingsdoelstellingen;

  • Open einde contracten: contracten die geen enkele beperking of garantie van de omzet kennen. Ook andere contractvormen neemt de zorgverzekeraar hier op.

Bij de betreffende contractvorm geeft de zorgverzekeraar de schade op zoals hij die verwacht voor het betreffende jaar, op basis van de gemaakte afspraken en aanvullende inzichten.

  • Totaal afgesproken maximumomzet plafondcontracten: de zorgverzekeraar geeft hier de som van alle plafonds op die zijn afgesproken.

    Bij de verwachte schadelast ‘gecontracteerde zorg: plafond’ geeft de zorgverzekeraar aan welke schadelast Zvw hij daadwerkelijk verwacht bij de zorgaanbieders waarmee hij een plafondcontract heeft afgesproken. De verwachte schadelast is dus kleiner dan of gelijk aan de ‘totaal afgesproken maximumomzet plafondcontracten’ (de maximumomzet van het afgesproken plafond, dus exclusief de nacalculatieafspraken bij plafondcontracten).

    Als het aandeel van de zorgverzekeraar in de afgesproken maximumomzet plafondcontracten niet bekend is, dan geeft de zorgverzekeraar hier nogmaals de verwachte schadelast ‘gecontracteerde zorg: plafond’ op. De verwachte schadelast ‘plafond’ is dan dus gelijk aan de maximumomzet ‘plafond’.

Bij de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg per instelling geeft de zorgverzekeraar een specificatie per instelling van de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg in de kwartaalstaat. Beide opgaven betreffen dezelfde zorgaanbieders. De zorgverzekeraar geeft de AGB-code op van de zorgaanbieder waarmee het contract is gesloten. Als een contract betrekking heeft op meerdere AGB-codes, dan neemt de zorgverzekeraar een apart detailrecord op met dezelfde gegevens per contract en tevens hetzelfde contractnummer.

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format jaarstaat 2020, specifieke informatie C

Bijlage 265992.png

Vervolg

Bijlage 265993.png
Bijlage 265994.png
Bijlage 265995.png
Bijlage 265996.png

Vervolg

Bijlage 265997.png

Vervolg

Bijlage 265998.png
Bijlage 265999.png

Vervolg

Bijlage 266000.png
Bijlage 266001.png

Vervolg

Bijlage 266002.png
Bijlage 266003.png

Vervolg

Bijlage 266004.png
Bijlage 266005.png
Bijlage 266006.png

Vervolg

Bijlage 266007.png
Bijlage 266008.png
Bijlage 266009.png

Vervolg

Bijlage 266010.png
Bijlage 266011.png
Bijlage 266012.png

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Record lay-outs uitvraag 2021 risicoverevening

Bijlage 266013.png
Bijlage 266014.png
Bijlage 266015.png
Bijlage 266016.png
Bijlage 266017.png
Bijlage 266018.png
Bijlage 266019.png
Bijlage 266020.png
Bijlage 266021.png
Bijlage 266022.png
Bijlage 266023.png
Bijlage 266024.png
Bijlage 266025.png
Bijlage 266026.png
Bijlage 266027.png
Bijlage 266028.png
Bijlage 266029.png
Bijlage 266030.png
Bijlage 266031.png
Bijlage 266032.png
Bijlage 266033.png
Bijlage 266034.png

Instructie Afsluitdatum bestanden

In de bestanden Farmaciegegevens 2020, DBC-gegevens somatisch geopend in 2019, gegevens GGZ 2019, Hulpmiddelengegevens 2020, Add-ons geneesmiddelen 2019, fysiotherapie en oefentherapie 2020 en Kosten per verzekerde 2019 betrekt de zorgverzekeraar alle op verzekerdenniveau ontvangen declaraties, die hij gegeven de aanleverdatum van het bestand kan meenemen. De zorgverzekeraar neemt geen raming op van nog te ontvangen declaraties.

In het bestand Kosten per verzekerde 2018 betrekt de zorgverzekeraar de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties op verzekerdenniveau.

Instructie Kosten per verzekerde

In het definitieve bestand Kosten per verzekerde 2018 heeft de zorgverzekeraar de verrekeningen verwerkt tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder als gevolg van overeengekomen lumpsumfinanciering dan wel het overeengekomen plafondbedrag.

Voor de verrekeningen met de regionale ambulancevoorzieningen geldt dat de zorgverzekeraar zelf de kosten per verzekerde per zorgaanbieder volgens een logische verdeelsleutel corrigeert op basis van de informatie van de NZa over de verrekenbedragen per zorgaanbieder per zorgverzekeraar.

In het bestand Kosten per verzekerde 2018 neemt de zorgverzekeraar de volgende kosten niet mee: vaste zorgkosten en kosten van kwaliteitsgelden zoals verantwoord bij rubriek 16 in de jaarstaat.

Als kosten buitenland via Zorginstituut Nederland neemt de zorgverzekeraar mee de door hem goedgekeurde declaraties van kosten met transactiejaar 2018.

Bijlage 6

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format Opgave verzekerden zonder BSN en verzekerden zonder geverifieerd BSN 2020

Bijlage 266035.png

Instructie verzekerden zonder (geverifieerd) BSN

De zorgverzekeraar ontvangt in beginsel uitsluitend een vereveningsbijdrage voor verzekerden met een geverifieerd BSN, die zijn opgenomen in het bestand Verzekerde periode en persoonskenmerken mét BSN over het vereveningsjaar T, aanleverdatum 1 juni T+1. De zorgverzekeraar moet zich inspannen om het BSN van een verzekerde tijdig te verkrijgen en te verifiëren zodat verzekerden volledig in de risicoverevening kunnen worden betrokken.

In theorie kunnen zich twee ‘problemen’ voordoen waardoor de zorgverzekeraar geen bijdrage ontvangt voor een verzekerde, namelijk als er bij aanlevering van het bestand Verzekerd periode en persoonskenmerken voor de betreffende verzekerde, die in jaar T verzekerd was

  • geen geverifieerd BSN is, of

  • geen BSN is.

Nadat de zorgverzekeraar de verzekeringsplicht heeft vastgesteld, is de zorgverzekeraar verplicht om een verzekerde zonder (geverifieerd) BSN wél te accepteren. Als er sprake is van een uitzonderingssituatie en is voldaan aan de voorwaarden, dan neemt de zorgverzekeraar de betreffende verzekerde op in het deelbestand ‘Verzekerde periode en persoonskenmerken, verzekerden zonder BSN en verzekerden zonder geverifieerd BSN’ over het vereveningsjaar T, aanleverdatum 1 juni T+1. Die verzekerden betrekt het Zorginstituut alsnog bij de risicoverevening, zij het met een bijdrage die uitsluitend gebaseerd is op de kenmerken leeftijd, geslacht en regio (indien woonachtig in Nederland).

Voorwaarden voor opname in het deelbestand

Opname in het bestand is uitsluitend mogelijk nadat de verzekeringsplicht voor de betreffende verzekerde is vastgesteld. Aangezien er geen (geverifieerd) BSN is, vraagt dit extra inspanning van de zorgverzekeraar. Ook de actualiteit van de verzekeringsplicht is van belang. Bijvoorbeeld: een verzekerde die in Nederland werkt en/of woont en gedurende een jaar ingeschreven staat, maar nog steeds geen (geverifieerd) BSN heeft; is er nog wel recht op inschrijving en zo ja, waarom is er nog steeds geen geverifieerd BSN?

Daarnaast moeten de zorgverzekeraars zich extra inspannen om ervoor te zorgen dat de juiste en bij die persoon horende gegevens worden verzameld en geregistreerd en actueel zijn. Dit is ook van belang bij de verificatie, als er wel een BSN is. Uit informatie van de Belastingdienst is gebleken dat de verificatie veelvuldig mislukt, omdat de door de zorgverzekeraar aangeleverde gegevens niet volledig en/of niet juist zijn. Als de verificatie mislukt, dient de zorgverzekeraar tijdig na te gaan of de aangeleverde gegevens juist en volledig waren.

Van de verzekerden die de zorgverzekeraar in het bestand opneemt moeten alle gevraagde gegevens zijn vermeld en moet de motivatie voldoende zijn.

De zorgverzekeraars doen er goed aan om

  • ingezetenen te wijzen op hun plicht om zich bij een gemeente in te schrijven (wat leidt tot opname in de Basisregistratie Personen en daarmee tot het toekennen van een BSN)

  • niet-ingezetenen die hier arbeid verrichten te wijzen op hun plicht om een sofinummer aan te vragen.

Het is niet toegestaan om in dit bestand pasgeborenen in Nederland op te nemen. De periode na afloop van het verzekeringsjaar tot de aanleverdatum van het bestand over dat jaar is ruim genoeg.

Verzekerden zonder BSN

Bij verzekerden zonder BSN zal er in vrijwel alle gevallen sprake zijn van ‘buitenlandsituaties’ of van een bijzondere omstandigheid bij Nederlands ingezetenen. Grofweg (niet limitatief) zijn er de volgende categorieën te onderscheiden waarin er sprake is van verzekeringsplicht en mogelijk geen BSN:

  • In het buitenland geboren, verzekeringsplichtige gezinsleden (kinderen) van naar het buitenland uitgezonden verzekeringsplichtige ambtenaren of van in het buitenland gedetacheerde, verzekeringsplichtige werknemers. Bij detachering geldt het volgende voor de verzekeringsplicht van gezinsleden:

    • detachering in een EU land waarmee Nederland een ziektekostenregeling heeft: bij verblijf korter dan één jaar, waarbij het blijven wonen in Nederland aannemelijk is, zijn gezinsleden verzekeringsplichtig,

    • detachering in een land waarmee Nederland een verdrag heeft zonder ziektekostenregeling: gezinsleden zijn verzekeringsplichtig afhankelijk van de afspraken in het verdrag met het betreffende land. Verzekeringsplicht is alleen geregeld in de verdragen met de landen Australië, Canada, inclusief Quebec, Israël, Verenigde Staten, Zuid Korea en India,

    • bij detachering in Noorwegen zijn gezinsleden verzekeringsplichtig;

  • Verzekeringsplichtige gezinsleden van in Nederland gedetacheerde werknemers. Echter, indien langdurig woonachtig in Nederland, ligt inschrijving in de Basisregistratie Personen en dus een BSN in de rede;

  • Baby’s die kort geleefd hebben;

  • Beschermde getuige: een verzekeringsplichtige die wel een BSN heeft maar dat niet kenbaar mag maken; in de praktijk is er dan geen BSN.

Verzekerden zonder (geverifieerd) BSN

Tijdelijke werknemer in Nederland, woonachtig in het buitenland, is verzekeringsplichtig en verplicht om een BSN aan te vragen. Bij kortdurende dienstverbanden kan het zijn dat een BSN niet tijdig is verkregen of geverifieerd en dat de zorgverzekeraar wel de verzekeringsplicht heeft vastgesteld. Bij een langere inschrijfduur moet de zorgverzekeraar nagaan of de verzekerde nog wel verzekeringsplichtig is: of hij nog in Nederland werkt en/of inmiddels in Nederland woont en zo ja waarom er dan nog steeds geen (geverifieerd) BSN is. Gezinsleden zijn niet verzekeringsplichtig.

Bijlage 7

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format kwartaalstaat Wlz 2021

Opgave ontbrekende declaratie-informatie

Nza prestatiecode

Aantal

Totaalbedrag

     
     
     
     

Bijlage 8

[Regeling vervallen per 01-03-2022]

Format kwartaalstaat Wlz 2021, specificaties PGB, beheerskosten en aantal Wlz verzekerden

Bijlage 266036.png
Bijlage 266037.png
Bijlage 266038.png
Bijlage 266039.png
Bijlage 266040.png

Instructie aantal PGB-houders

De ingangsdatum en de beëindigingsdatum van het PGB zijn bepalend. Bijvoorbeeld:

  • Een cliënt waaraan op 15 juli een PGB is toegekend met als ingangsdatum 15 juni, telt op 30 juni mee als budgethouder

  • Een cliënt die op 25 juni overlijdt, telt op 30 juni niet mee als budgethouder. Dat is ook het geval als er na het overlijden van deze cliënt nog sprake is van beëindigingskosten

  • Een budgethouder telt na opname in een instelling nog twee maanden mee als budgethouder.

Instructie aantal PGB-houders met huisbezoek(en)

Een huisbezoek aan een budgethouder is een fysiek uitgevoerd huisbezoek (niet in combinatie met een bewuste-keuze gesprek) waarvan de uitkomsten voor 1 januari 2021 intern geadministreerd zijn.

Instructie aantal PGB-aanvragers met bewuste-keuze gesprek(ken)

Het zorgkantoor telt alle PGB-aanvragers met bewuste-keuze gesprek(ken), ongeacht of de aanvraag dan wel het bewuste-keuze gesprek tot toekenning van een PGB heeft geleid.

Instructie beheerskosten

De kosten van intern personeel betreffen salarissen, sociale lasten, pensioenen en personeelsvoorzieningen, zoals opleidingen. Kosten extern personeel zijn personeelslasten van werkzaamheden die het zorgkantoor aan externen heeft uitbesteed. Overige beheerskosten zijn beheerskosten die niet direct zijn toe te rekenen aan personeelslasten van intern of extern personeel, zoals doorbelaste kosten vanuit het concern.

Naar boven