Regeling plantgezondheid

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 28-03-2023

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 februari 2021, nr. WJZ/18085049, houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot plantgezondheid (Regeling plantgezondheid)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 9, 16 en 20, eerste lid, van de Plantgezondheidswet en de artikelen 6 en 8, tweede en derde lid, van het Besluit plantgezondheid;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

§ 1.1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • aardappel: een plant of plantaardig product van het geslacht Solanum tuberosum L.;

  • aardappelopslag: aardappelplanten gegroeid uit op een terrein of perceel achtergebleven aardappelknollen of zaad;

  • bacterievuur: de ziekte veroorzaakt door de bacterie Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al;

  • bedrijfsmatige teelt: de teelt van planten in de uitoefening van een bedrijf;

  • besluit: Besluit plantgezondheid;

    boomkwekerijgewassen en vaste planten: winterharde en half-winterharde houtgewassen, vaste planten en vaste planten en wortelstokken, uitgezonderd de gewassen die gerekend worden tot de bloembollensector, en als zodanig worden genoemd in bijlage II van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007;

  • een door een schadelijk organisme aangetaste partij: een partij waarop of waarin op enigerlei wijze een schadelijk organisme voorkomt;

  • dezelfde onderneming:

    • 1°. het geheel van terreinen of percelen voor de teelt van zetmeelaardappelen dat de ondernemer in het in bijlage 11 aangewezen gebied beheert en voor eigen rekening en risico exploiteert,

    • 2°. het geheel van terreinen of percelen voor de teelt van consumptieaardappelen dat de ondernemer op Nederlands grondgebied beheert en voor eigen rekening en risico exploiteert;

  • goedgekeurde pootaardappelen: pootaardappelen die zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 63, eerste lid, van de Regeling verhandeling teeltmateriaal;

  • in het verkeer brengen: voor het vrije verkeer ter beschikking of in voorraad houden, verkopen, te koop aanbieden of afleveren alsmede in- en uitvoeren van en naar lidstaten;

  • knolcyperus: planten behorende tot de soort Cyperus esculentus L.;

  • koprot: de schimmelziekte veroorzaakt door Botrytis alii;

  • minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • NAK: de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen;

  • opplant: iedere handeling betreffende het plaatsen van planten ten einde hun verdere groei of vermeerdering te bewerkstelligen;

  • partij: hoeveelheid planten of plantaardige producten, al dan niet met aanhangende grond of andere cultuurmedia, of resten daarvan of afval van deze planten of plantaardige producten;

  • plantuien: uien, kennelijk bestemd voor wederuitplant;

  • pootaardappelen: aardappelen die kennelijk bestemd zijn of gebruikt worden voor wederuitplant;

  • pootaardappelen voor eigen gebruik: pootaardappelen, afkomstig van en bestemd voor de teelt binnen de eigen onderneming;

  • pootgoedhandelingen: het telen, oogsten, opslaan, bewaren, sorteren en het transport van pootaardappelen;

  • richtlijn 2007/33/EG: richtlijn 2007/33/EG van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2007 betreffende de bestrijding van het aardappelcysteaaltje en houdende intrekking van Richtlijn 69/465/EG (PbEU L 156);

  • uien: Allium cepa en Allium ascalonicum;

  • valse meeldauw: de schimmelziekte veroorzaakt door Peronospora destructor;

  • werktuigen: machines, installaties, transportmiddelen, gereedschappen materialen of apparatuur die met grond in aanraking komen;

  • wet: Plantgezondheidswet;

  • zetmeelaardappelen: aardappelen bestemd om te worden verwerkt tot zetmeel met GN-code 11081300.

§ 1.2. Maatregelen

Artikel 2

Verkrijgen de in artikel 22, eerste lid, van de wet bedoelde ambtenaren of personen de wetenschap of het vermoeden van de aanwezigheid van schadelijke organismen dan kan de minister, in afwachting van bij of krachtens de wet voor te schrijven maatregelen, in individuele gevallen maximaal twee werkdagen of zoveel langer als naar het oordeel van de minister nodig is het vervoeren of verplaatsen van de schadelijke organismen, van planten, plantaardige producten of ander materiaal, verbieden of daaromtrent voorschriften geven of deze planten, plantaardige producten of ander materiaal kenmerken of onder verzegeling brengen waarbij het anderen dan de in artikel 22, eerste lid, van de wet bedoelde ambtenaren of personen verboden is de kenmerken en zegels te verwijderen, behoudens met toestemming van de minister.

Artikel 3

  • 1 De minister kan fytosanitaire maatregelen treffen in een situatie als bedoeld in artikel 10, derde alinea, van verordening 2016/2031 met inachtneming van bijlage II van verordening 2016/2031 ten aanzien van:

    • a. een EU-quarantaineorganisme indien dat organisme mogelijk aanwezig is in een deel van Nederland waarvan al bekend is dat het organisme er voorkomt;

    • b. een schadelijk organisme dat onderworpen is aan de krachtens artikel 30, eerste lid, van verordening 2016/2031 vastgestelde maatregelen indien dat organisme mogelijk aanwezig is in een deel van Nederland waarvan al bekend is dat het organisme er voorkomt;

    • c. een EU gereguleerd niet-quarantaineorganisme als bedoeld in artikel 36 van verordening 2016/2031, of

    • d. een ZP-quarantaineorganisme als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van verordening 2016/2031.

  • 2 De minister kan fytosanitaire maatregelen treffen indien een partij planten, plantaardige producten of andere materialen verdacht wordt door een schadelijk organisme te zijn aangetast maar dat niet officieel bevestigd is, met inachtneming van bijlage II, van verordening 2016/2031.

  • 3 De minister kan fytosanitaire maatregelen treffen als bedoeld in bijlage II van verordening 2016/2031 in een situatie als bedoeld in artikel 17 van verordening 2016/2031 ten aanzien van:

    • a. een EU-quarantaineorganisme indien dat organisme aanwezig is in Nederland of een deel van Nederland waarvan al bekend is dat het organisme er voorkomt;

    • b. een schadelijk organisme dat onderworpen is aan de krachtens artikel 30, eerste lid, van verordening 2016/2031 vastgestelde maatregelen indien dat organisme aanwezig is in een deel van Nederland waarvan al bekend is dat het organisme er voorkomt;

    • c. een EU gereguleerd niet-quarantaineorganisme als bedoeld in artikel 36 van verordening 2016/2031, of

    • d. een ZP-quarantaineorganisme als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van verordening 2016/2031.

  • 4 De fytosanitaire maatregelen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen, indien zij een besluit zijn, voor één of meer afzonderlijke gevallen worden genomen.

  • 5 Aan deze besluiten kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Hoofdstuk 2. Uitvoeringsbepalingen verordening 2016/2031 en verordening 2017/625

Artikel 4

De kennisgeving, bedoeld in artikel 14, eerste lid, en artikel 15, eerste lid, van verordening 2016/2031 is niet vereist voor de volgende schadelijke organismen:

  • a. Globodera pallida (Stone) Behrens

  • b. Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens

  • c. Meloidogyne chitwoodi Golden et al

  • d. Meloidogyne fallax Karssen.

Artikel 5

Er is sprake van de situatie, bedoeld in artikel 82, eerste alinea, van verordening 2016/2031 indien de bedrijfsruimten van een geregistreerde marktdeelnemer en de locatie van de door hem gebruikte percelen zich in Nederland bevinden.

Artikel 6

Bij de minister kan, met een door de minister ter beschikking gesteld middel, worden ingediend een aanvraag tot erkenning als:

  • a. inspectiecentrum als bedoeld in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie van 12 juni 2019 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten (PbEU 2019, L 165); of

  • b. controlepunt als bedoeld in artikel 53, eerste lid, onder a, van verordening 2017/625.

Artikel 7

  • 1 Een professionele marktdeelnemer kan een aanvraag tot erkenning voor de export naar derde landen waar bilaterale afspraken mee zijn gemaakt op grond waarvan fytosanitaire voorwaarden van toepassing zijn, bij de minister indienen met een door de minister ter beschikking gesteld middel.

  • 2 De minister kan professionele marktdeelnemers erkennen voor deelname aan exportinspectie-vervangend systeemtoezicht ten behoeve van de afgifte van fytosanitaire certificaten.

  • 3 Aan een erkenning als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Hoofdstuk 3. Preventie

§ 3.1. Bruinrot en ringrot

Artikel 8

  • 1 In deze paragraaf wordt verstaan onder:

    • besmet of waarschijnlijk besmet oppervlaktewater: oppervlaktewater waarin de bruinrotbacterie op grond van door de NVWA verrichte onderzoeken is aangetoond of waarvan wordt vermoed dat de bruinrot bacterie zich daarin bevindt;

    • bronwater: water dat met gebruikmaking van een pomp aan de bodem wordt onttrokken;

    • bruinrot: de ziekte veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. emend. Safni et al;

    • bruinrot veilige afwateringssloot: een met bronwater of kwelwater gevulde kavelsloot die vrij is van bruinrotwaardplanten alsmede van de afvalresten hiervan en die door zijn ligging het gehele jaar is gevrijwaard van de instroom van oppervlaktewater;

    • bruinrot veilige infiltratiesloot: een met bronwater gevulde kavelsloot, die vrij is van bruinrotwaardplanten en afvalresten hiervan en die op het moment van vullen met bronwater vrij was van oppervlaktewater en vanaf dat moment waterdicht afgesloten is geweest van in andere watergangen aanwezig oppervlaktewater;

    • bruinrotwaardplanten: nader omschreven planten en tot de nachtschadefamilie behorende waardplanten als bedoeld in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1193;

    • kwelwater: water dat op natuurlijke wijze onder druk door de ondergrond wordt geperst en op bepaalde plaatsen uit de bodem treedt;

    • oppervlaktewater: een watermassa die in direct contact staat met het aardoppervlak en met de open lucht alsmede een watermassa die bij een eerdere opslag geheel of gedeeltelijk in direct contact heeft gestaan met het aardoppervlak;

    • productieplaats: een gedeelte van een bedrijf waar pootgoedhandelingen plaats hebben;

    • ringrot: de ziekte veroorzaakt door de bacterie Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kotthoff) Nouioui et al;

    • snijden: het verdelen van een knol van een pootaardappel in meerdere delen;

    • uitvoeringsverordening 2022/1193: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1193 van de Commissie van 11 juli 2022 tot vaststelling van maatregelen om Ralstonia solanacearum (Smith 1896) Yabuuchi et al. 1996 emend. Safni et al. 2014 uit te roeien en de verspreiding ervan te voorkomen (Pb EU 2022, L 185);

    • uitvoeringsverordening 2022/1194: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1194 van de Commissie van 11 juli 2022 tot vaststelling van maatregelen om Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kotthoff 1914) Nouioui et al. 2018 uit te roeien en de verspreiding ervan te voorkomen (Pb EU 2022, L 185).

  • 2 De minister wijst op kaarten met topografische achtergrond de gebieden aan waar besmet of vermoedelijk besmet oppervlaktewater voorkomt.

  • 3 De gebieden, bedoeld in het tweede lid, zijn opgenomen in bijlage 1.

Artikel 9

  • 1 Het is verboden om oppervlaktewater op enigerlei wijze te gebruiken voor of bij de teelt van pootaardappelen.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in de in bijlage 1 bedoelde gebieden eveneens van toepassing voor of bij de teelt van bruinrotwaardplanten.

  • 3 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing voor gebruik van water dat is opgeslagen in een bruinrot veilige infiltratiesloot die is gelegen buiten de in bijlage 1 bedoelde gebieden.

  • 4 Het verbod, bedoeld in het eerste en tweede lid, is niet van toepassing voor gebruik van water dat is opgeslagen in een bruinrot veilige afwateringssloot.

Artikel 10

  • 1 Het is verboden in Nederland geteelde aardappelen als pootaardappelen in het verkeer te brengen of als pootaardappelen te gebruiken.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien uit het in artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1193 respectievelijk artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1194 bedoelde onderzoek blijkt dat de partij waartoe de aardappelen behoren vrij is bevonden van de bacterie Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., respectievelijk van de bacterie Clavibacter sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al.

  • 3 Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing indien het een partij prebasispootgoed betreft van de 1e, 2e of 3e generatie (PB1, PB2 en PB3) die niet in het handelsverkeer gebracht wordt of een partij aardappelen betreft als bedoeld in artikel 40, tweede of derde lid.

Artikel 11

  • 1 Op een productieplaats van goedgekeurde pootaardappelen worden geen aardappelen gesneden.

  • 2 Werktuigen en voorzieningen gebruikt op of gevestigd op de productieplaats van goedgekeurde pootaardappelen worden niet ter beschikking gesteld voor het snijden van pootaardappelen of voor pootgoedhandelingen met betrekking tot gesneden pootaardappelen.

  • 3 Werktuigen en voorzieningen die zijn gebruikt voor het snijden van pootaardappelen of voor pootgoedhandelingen met betrekking tot gesneden pootaardappelen, worden niet gebruikt op de productieplaats of als productieplaats van goedgekeurde pootaardappelen.

Artikel 12

  • 1 Aardappelen worden niet geteeld met gebruikmaking van pootaardappelen die zijn gesneden.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien pootaardappelen zijn bestemd voor de teelt van consumptieaardappelen of zetmeelaardappelen.

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing indien op een productieplaats goedgekeurde pootaardappelen worden geteeld.

§ 3.2. Bacterievuur

Artikel 13

  • 1 In de in bijlage 2 aangewezen beschermde gebieden is het opplanten, bewaren en vervoeren verboden van planten van:

    • a. Cotoneaster floccosus, Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster watereri en de daartoe behorende cultivars en van het geslacht Photinia davidiana (Stranvaesia Hort.);

    • b. Crataegus calycina, Crataegus laevigata en Crataegus monogyna met uitzondering van de daartoe behorende cultivars.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de in onderdeel b genoemde planten:

    • a. voor zover de bedoelde handelingen plaatsvinden in het kader van de bedrijfsmatige teelt van boomkwekerijgewassen;

    • b. voor zover de bedoelde handelingen plaatsvinden in de in bijlage 2 apart aangewezen gebieden waarin de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt.

Artikel 14

De minister kan gebruiksgerechtigden van terreinen gelegen in de in bijlage 2 bedoelde gebieden, verplichten onderhoudsmaatregelen ter voorkoming en bestrijding van bacterievuur te treffen ten aanzien van zich daarop bevindende planten van door hem aangewezen geslachten en soorten op de voorgeschreven wijze.

§ 3.3. Wratziekte

Artikel 15

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • aardappel: de gehele aardappelplant of delen daarvan;

  • schimmel: de schimmel Synchytrium endobioticum (Schilb.) Percival;

  • uitvoeringsverordening 2022/1195: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1195 van de Commissie van 11 juli 2022 tot vaststelling van maatregelen om Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival uit te roeien en de verspreiding ervan te voorkomen;

  • wratziekte: de aantasting van aardappelen door de schimmel Synchytrium endobioticum (Schilb.) Percival.

Artikel 16

  • 1 Het is verboden op terreinen, waar wratziekte dreigt op te treden en die door de minister op basis van artikel 8 van de wet als zodanig zijn aangewezen, aardappelen te telen.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor aardappelen behorende tot resistente rassen, voor zover de minister die rassen voor de bedoelde terreinen heeft aangewezen.

  • 3 De minister wijst voor de in het eerste lid bedoelde terreinen overeenkomstig artikel 7, eerste en tweede lid, van uitvoeringsverordening 2022/1195 resistente aardappelrassen aan.

  • 4 Het besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 17

  • 1 De teelt van aardappelen in tuinen kan door de minister worden beperkt tot resistente aardappelrassen die bij besluit door de minister worden aangewezen.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder tuin: een stuk grond in gebruik, anders dan ter uitoefening van de land- of tuinbouw als bedrijf, bij één persoon of bij meer personen die de teelt gezamenlijk uitoefenen.

  • 3 Het besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 18

  • 1 Op een terrein of perceel, in een in bijlage 3 onder A aangewezen gebied, worden geen aardappelen geteeld, tenzij zij behoren tot een ras, als genoemd in bijlage 3 onder B.

  • 2 Op een terrein of perceel, in een in bijlage 4 onder A aangewezen gebied, worden geen aardappelplanten geteeld, tenzij zij behoren tot een ras, als genoemd in bijlage 4 onder C1. Voor de teelt van pootaardappelen is het telen van de in bijlage 4 onder C2 vermelde rassen toegestaan.

  • 3 Op een terrein of perceel, in een in bijlage 4 onder B aangewezen gebied, worden geen zetmeelaardappelen geteeld, tenzij zij behoren tot een ras, als genoemd in bijlage 4 onder C1.

  • 4 Op een terrein of perceel, in een in bijlage 5 onder A aangewezen gebied, worden geen aardappelplanten geteeld, tenzij zij behoren tot een ras, als genoemd in bijlage 5 onder B.

§ 3.4. Phytophthora infestans

Artikel 19

Na 15 april van een jaar worden niet-uitgeplante aardappelen of afval van aardappelen, tenzij bestemd om te worden uitgeplant, zodanig afgedekt dat stengels met blad niet boven deze afdekking kunnen voorkomen.

Artikel 20

Van niet-uitgeplante aardappelen of afval van aardappelen mag men zich niet ontdoen, tenzij zodanige maatregelen zijn getroffen dat zich aan deze niet-uitgeplante aardappelen of afval van aardappelen geen stengels met blad kunnen ontwikkelen.

Artikel 21

  • 1 Het is degene die een terrein of perceel in gebruik heeft, verboden een aantasting van Phytophthora infestans te hebben, die als volgt omschreven is:

    • a. een groep min of meer aaneengesloten, zichtbaar door P. infestans aangetaste aardappelplanten waarvan, binnen een oppervlakte van 20m2, minimaal 1.000 (enkelvoudige) blaadjes zijn aangetast door vitale P. infestans, of

    • b. verspreid aangetaste aardappelplanten waarvan, binnen een oppervlakte van 100m2, minimaal 2.000 (enkelvoudige) blaadjes zijn aangetast door vitale P. infestans.

  • 2 Ingeval van stengelphytophthora telt elke stengel met vitale P. infestans voor 5 blaadjes.

  • 3 Degene die een terrein of perceel in gebruik heeft neemt maatregelen ter bestrijding van de in het eerste lid bedoelde aantasting.

Artikel 22

  • 1 Het is na 1 juli van een kalenderjaar aan degene die een terrein of perceel in gebruik heeft verboden om aardappelopslag te hebben, indien:

    • a. op dat perceel of terrein of een deel daarvan zich gemiddeld meer dan 2 aardappelplanten per m2 bevinden, en

    • b. de opslag voorkomt op minimaal 0,3 hectare.

  • 2 Degene die een terrein of perceel in gebruik heeft neemt maatregelen ter bestrijding van de in het eerste lid bedoelde opslag.

§ 3.5. Vergelingsziekte bij bieten

Artikel 23

  • 1 In de provincies Flevoland, Zeeland en Noord-Brabant worden geen suikerbieten of voederbieten voor zaadwinning geteeld.

  • 2 In de provincie Groningen worden geen suikerbieten of voederbieten voor zaadwinning geteeld in kassen.

Artikel 24

Een eigenaar of houder van planten van suikerbieten of voederbieten geteeld voor zaadwinning in de provincie Noord-Holland of Friesland waarop zich bladluizen bevinden, bestrijdt deze bladluizen op zodanige wijze dat dit geen gevaar oplevert voor de gezondheid van de suikerbieten en voederbieten in de omgeving.

Artikel 25

  • 1 Suikerbieten, voederbieten en afval van suikerbieten of voederbieten, voor zover daaraan bladvorming voorkomt, zijn niet voorhanden of in voorraad:

    • a. na 15 april van elk jaar in de provincie Groningen en de provincie Friesland;

    • b. na 1 april van elk jaar in:

      • 1°. het gedeelte van de provincie Noord-Holland, gevormd door de gemeenten Haarlemmermeer en Wieringermeer;

      • 2°. het gedeelte van de provincie Zuid-Holland, gevormd door de eilanden Rozenburg, Voorne, Putten, Ijsselmonde, Hoekschewaard, Eiland van Dordrecht, Tiengemeten en Goeree-Overflakkee;

      • 3°. de provincies Flevoland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op suikerbieten en voederbieten, welke kennelijk bestemd zijn voor zaadwinning.

§ 3.6. Valse meeldauw en koprot

Artikel 26

Het is verboden na 15 april van enig jaar niet-uitgeplante uien of afval van uien aanwezig te hebben, tenzij op deze uien een afdekking is aangebracht of zodanige maatregelen zijn getroffen zonder welke niet-uitgeplante uien of afval van uien een bron kunnen zijn voor het verspreiden van valse meeldauw en koprot.

Artikel 27

Het is verboden zich te ontdoen van niet-uitgeplante uien of afval van uien, tenzij zodanige maatregelen zijn getroffen zonder welke zich aan deze niet-uitgeplante uien of afval van uien groene delen kunnen ontwikkelen en zonder welke deze niet-uitgeplante uien of afval van uien een bron kunnen zijn voor het verspreiden van koprot.

Artikel 28

  • 1 Het is degene die een terrein of perceel in gebruik heeft verboden een aantasting van valse meeldauw te hebben, die als volgt omschreven is:

    • a. een groep min of meer aaneengesloten, zichtbaar door valse meeldauw aangetaste uienplanten waarvan, binnen een oppervlakte van 20 m2, minimaal 1.000 blaadjes zijn aangetast door vitale valse meeldauw of

    • b. verspreid aangetaste uienplanten waarvan, binnen een oppervlakte van 100 m2, minimaal 2.000 blaadjes zijn aangetast door vitale valse meeldauw.

  • 2 Degene die een terrein of perceel in gebruik heeft neemt maatregelen ter bestrijding van de in het eerste lid, onder a of b, bedoelde aantasting.

Artikel 29

  • 1 Het is degene die een terrein of perceel in gebruik heeft verboden uien vanuit plantuien te telen indien hij niet beschikt over een beoordelingsrapport over het te gebruiken dan wel gebruikte uitgangsmateriaal, afgegeven door een keuringsinstelling die op basis van artikel 19 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 is aangewezen, waaruit blijkt dat bij visuele keuring van het uitgangsmateriaal te velde, vlak voor de oogst, geen valse meeldauw is geconstateerd of waaruit bij nacontrole van het uitgangsmateriaal blijkt dat het uitgangsmateriaal vrij is van valse meeldauw.

  • 2 Het beoordelingsrapport wordt bewaard gedurende twee jaar na afgifte.

§ 3.7. Knolcyperus

Artikel 30

  • 1 Het is degene die een terrein of perceel in gebruik heeft verboden akker- en tuinbouwgewassen te telen op het terrein of perceel of gedeelte daarvan waar de aanwezigheid van knolcyperus door de minister is vastgesteld.

  • 2 De minister maakt het teeltverbod, bedoeld in het eerste lid, met ingangsdatum, terrein of perceel of gedeelte van het terrein of perceel, en termijn bekend.

  • 3 In aanvulling op het teeltverbod kunnen door de minister maatregelen worden opgelegd met betrekking tot teelt, oogst, transport, opslag, schonen en bewaring van het geoogste product, het vernietigen en het ongeschikt maken voor gebruik als uitgangsmateriaal, alsmede opslag, bewaring, transport en vernietiging van afvalstromen, zoals grond- en gewasresten.

  • 4 In een spoedeisende situatie kan de bekendmaking van het teeltverbod en de maatregelen aan de ondernemer mondeling geschieden. Een mondelinge bekendmaking wordt binnen een redelijke termijn bevestigd door een schriftelijke bekendmaking.

  • 5 In afwijking van het eerste lid is het teeltverbod niet van toepassing gedurende de teelt van planten die is aangevangen voor vaststelling van de aanwezigheid van knolcyperus totdat deze teelt is beëindigd.

Artikel 31

  • 1 Degene aan wie een teeltverbod is opgelegd is verplicht de knolcyperus te verwijderen en te vernietigen voordat aan de knolcyperus vier of meer bladeren zichtbaar zijn of zich ondergrondse knollen hebben ontwikkeld.

  • 2 Degene aan wie een teeltverbod is opgelegd en degene die werktuigen heeft gebruikt op het terrein of perceel of gedeelte daarvan waar het teeltverbod betrekking op heeft, is verplicht direct na dit gebruik de werktuigen zodanig vrij te maken van aanhangende grond en van planten, dat geen verspreiding van knolcyperus kan plaatsvinden.

Artikel 32

Degene aan wie een teeltverbod is opgelegd, is verplicht bij wijzigingen met betrekking tot de eigendom of het gebruik van het terrein of perceel of gedeelte daarvan waar het verbod betrekking op heeft:

  • a. het teeltverbod en de maatregelen onverwijld aan de nieuwe eigenaar of gebruiker te melden en

  • b. de wijziging onverwijld aan de minister te melden.

Artikel 33

Het teeltverbod wordt door de minister opgeheven nadat is vastgesteld dat gedurende drie opeenvolgende jaren het terrein of perceel of gedeelte daarvan waar het verbod betrekking op heeft, vrij is bevonden van knolcyperus dan wel is omgezet of afgegraven en fytosanitair verantwoord is afgevoerd.

§ 3.8. Aardappelmoeheid (AM)

Artikel 34

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • aardappelcysteaaltje: Globodera pallida (Stone) Behrens (Europese populaties) of Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens (Europese populaties);

  • uitvoeringsverordening 2022/1192: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1192 van de Commissie van 11 juli 2022 tot vaststelling van maatregelen om Globodera pallida (Stone) Behrens en Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens uit te roeien en de verspreiding ervan te voorkomen (PbEU 2022, L 185).

Artikel 35

  • 1 Het is verboden de planten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1192, te telen, op te slaan of te bewaren, indien uit een officieel detectieonderzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1192 niet is gebleken dat de productieplaats vrij is bevonden van het aardappelcysteaaltje.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een productieplaats als bedoeld in de artikelen 3, derde lid, en 4, derde lid, van uitvoeringsverordening 2022/1192.

Artikel 36

  • 2 De lijst aardappelrassen met bijbehorend resistentieniveau wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 3 Verzoeken tot opname in de lijst worden ingediend bij de minister.

Artikel 37

Aardappelen worden niet geteeld in de volle grond op een productieplaats, gelegen in een in bijlage 8 aangewezen gebied.

Artikel 38

  • 1 Aardappelen worden niet geteeld op een productieplaats, waarop in een van de twee voorafgaande kalenderjaren aardappelen zijn geteeld.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op de teelt van aardappelen op een productieplaats die is gelegen in een in bijlage 9 aangewezen gebied, mits voldaan wordt aan de in die bijlage gestelde regels.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, worden in een in bijlage 9 genoemde gebied geen goedgekeurde pootaardappelen geteeld, indien op die productieplaats in dat gebied in een van de twee voorafgaande kalenderjaren aardappelen zijn geteeld.

Artikel 39

  • 1 Het is de producent van teeltmateriaal van boomkwekerijgewassen en vaste planten verboden deze gewassen in de volle grond te telen en de geteelde gewassen in het verkeer te brengen, tenzij voor de teelt teeltmateriaal wordt gebruikt dat vrij is van besmetting met het aardappelcysteaaltje en er geteeld wordt op een productieplaats:

    • a. waarvoor uit een officieel detectieonderzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1192 blijkt dat de productieplaats vrij is bevonden van het aardappelcysteaaltje;

    • b. waarop de laatste twaalf jaar geen aardappelen of andere, in bijlage I van uitvoeringsverordening 2022/1192 vermelde planten, zijn geteeld; of

    • c. dat gelegen is in een in bijlage 8 aangewezen gebied.

  • 2 Gedurende twaalf maanden nadat de boomkwekerijgewassen en vaste planten op de productieplaats zijn geoogst moet aantoonbaar zijn, dat is voldaan aan de eisen gesteld in het eerste lid.

§ 3.9. Fytosanitaire voorwaarden inzake teelt eigen pootgoed op basis van artikel 13 van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

Artikel 40

  • 1 Aardappelen worden uitsluitend geteeld met gebruikmaking van goedgekeurde pootaardappelen.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien het pootaardappelen voor eigen gebruik betreft die:

    • a. worden gebruikt ten behoeve van de teelt van zetmeelaardappelen en zijn voorzien van een schriftelijke verklaring van Stichting TBM;

    • b. behoren tot in bijlage 10 genoemde aardappelrassen, en

    • c. afkomstig zijn van en geteeld worden op een productieplaats dat is gelegen in een in bijlage 11 aangewezen gebied.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing indien binnen dezelfde onderneming in het voorgaande jaar geen goedgekeurde pootaardappelen zijn geteeld en het pootaardappelen voor eigen gebruik betreft die:

    • a. zijn voorzien van een schriftelijke verklaring van de NAK;

    • b. worden gebruikt ten behoeve van de teelt van consumptieaardappelen;

    • c. voldoen aan de eisen als bedoeld in artikel 61 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal met uitzondering van de eis van een officieel detectieonderzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1192 voor de productieplaats waarop ze zijn geteeld en met uitzondering van het verbod tot vermeerderen met gebruikmaking van klasse B pootgoed, en

    • d. afkomstig zijn van een productieplaats, gelegen binnen een straal van 25 kilometer vanaf het vestigingsadres van de teler en die geteeld worden op een productieplaats, gelegen binnen een straal van 50 kilometer vanaf het vestigingsadres van de teler.

  • 4 Het certificaat of de schriftelijke verklaring voor de pootaardappelen wordt bewaard tot de maand mei, volgend op het jaar waarin de pootaardappelen voor de teelt van aardappelen zijn gebruikt.

§ 3.10. Slotbepaling hoofdstuk 3

Artikel 41

  • 1 De minister kan van het in hoofdstuk 3 bepaalde vrijstelling of ontheffing verlenen, die geheel of gedeeltelijk kan worden ingetrokken.

  • 2 Aan een vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Hoofdstuk 4. Overtredingen

Artikel 42

  • 1 Gedragingen in strijd met de voorschriften vastgesteld bij of krachtens de artikelen 5, eerste lid, 9, derde lid, 14, eerste, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 15, eerste lid, 15, derde lid, 17 28, artikel 30, eerste lid, tweede alinea, 32, tweede lid, 33, eerste lid, 33, tweede lid, 37, eerste lid, 40, eerste lid, 41, eerste lid, 42, tweede lid, 43, eerste lid, 47, eerste lid, 49, 53, eerste lid, 54, eerste lid, 55, 57, 59, 61, eerste lid, 62, 63, tweede lid, 64, eerste lid, 66, eerste en vijfde lid, 69, eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid, 70, 74, eerste lid, 79, eerste lid, 80, eerste lid, 83, vijfde lid, 84, eerste lid, 84, derde lid, 87, eerste lid, 88, 90, 93, tweede lid, 93, vijfde lid, 95, eerste, derde en vierde lid, 96, eerste lid, en 97, eerste lid, 102, vierde lid van verordening 2016/2031 en de artikelen 15, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 47, vijfde lid, 50, eerste en derde lid, 56, eerste en vierde lid, 57, eerste lid en 69, eerste lid, van verordening 2017/625 alsmede de artikelen 8, eerste en tweede lid, 9, eerste lid, en 10, eerste lid van uitvoeringsverordening 2022/1192, de artikelen 4, tweede lid, onder a, 6, eerste, tweede, derde en vierde lid van uitvoeringsverordening 2022/1193, de artikelen 4, tweede lid, onder a, 6 eerste, tweede, derde en vierde lid, en 8, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1194 en de artikelen 6, eerste, tweede, derde en vierde lid en 8, eerste lid van uitvoeringsverordening 2022/1195 zijn overtredingen.

Artikel 43. Bestuurlijke boete

  • 1 De hoogte van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 8 van het besluit, wordt vastgesteld overeenkomstig de bedragen die horen bij de boetecategorieën die in bijlage 12 voor desbetreffende overtredingen zijn vastgelegd.

  • 2 De rechtspersoon of vennootschap die binnen vijf jaren nadat een eerste overtreding is geconstateerd voor de tweede of derde keer een overtreding van hetzelfde artikel of hetzelfde artikellid begaat, kan een bestuurlijke boete opgelegd krijgen overeenkomstig de bedragen die horen bij één respectievelijk twee boetecategorieën hoger dan die in bijlage 12 voor de desbetreffende overtreding is vastgelegd.

  • 3 De natuurlijke persoon die binnen vijf jaren nadat een eerste overtreding is geconstateerd voor de tweede of derde keer een overtreding van het zelfde artikel of hetzelfde artikellid begaat, kan een bestuurlijke boete opgelegd krijgen overeenkomstig de bedragen die horen bij één respectievelijk twee boetecategorieën hoger dan die in bijlage 12 voor de desbetreffende overtreding is vastgelegd, met een maximum van een boete van de derde categorie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 februari 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Bijlage 2. Bacterievuur

Artikelen 13 en 14

Bijlage 265882.png
Bijlage 265883.png
Bijlage 265884.png
Bijlage 265885.png

Kaart 5 Bacterievuur bufferzone Opheusden

Bijlage 269618.png
Bijlage 265887.png
Bijlage 268621.png
Bijlage 265889.png
Bijlage 265890.png

Kaart 10 Bacterievuur bufferzone Boxmeer-Nederweert-Venray-Tegelen

Bijlage 269619.png

Bijlage 3a. Als gebieden, als bedoeld in artikel 18, eerste lid, worden aangewezen

  • 1. Het gebied ten oosten van Veendam, dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Veendam’)

    Provinciale weg N963 (A), Borgercompagnieweg (B), (zand)weg (C), watergang (D), Westerbrink (E), Beneden Westerdiep (F), Prins Hendrikplein (G), Sorgvlietlaan (H), Woortmanslaan (I), Borgercompagnieweg (J), perceelsscheiding (K), Kielsterachterweg (L), Wildervanksterweg (M) en Zwarteweg (N).

    Bijlage 265099.png
  • 2. Het gebied ten zuidoosten van Ter Apel, dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Ter Apel’)

    Markeweg (A), Hoofdkade (B), Moersloot (C), Zanddijk (D), Roswinkelerstraat (E) en Ertsstraat (F).

    Bijlage 265100.png
  • 3. Het gebied rondom Foxel, dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Foxel’)

    Westelijke Doorsnee (A), Oosterdiep W.Z. (B), watergang (C), Berkenrode (D) en Verlengde Scholtenskanaal O.Z. (E).

    Bijlage 265101.png
  • 4. Het gebied ten noordoosten van Barger Compascuum, dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Barger Compascuum’)

    Watergang (A), Limietweg (B), Limietweg-Oost (C), watergang (D), BRD-grens (E), (zand)weg (F), Limietweg (G), Postweg (H) en Oosterdiep O.Z. (I)

    Bijlage 265102.png
  • 5. Het gebied ten zuidoosten van Mantinge, dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Mantinge’)

    Schiphorsten (A), Heirweg (B), (zand)weg (C), K. Brokweg (D), mr. J.B. Kanweg (E), Mantingerdijk (F), heide/bos (G), perceelsscheiding (H), Steendervalsweg (I) en Wijsterseweg (J).

    Bijlage 265103.png
  • 6. Het gebied ten noorden en westen van Borger, dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Borger’)

    Lunsveenweg (A), Drouwenerstraat (B), Achterstekampweg (D), Bronnegerstraat (E), Bomenrij Bronnegerstraat-Westerlandsweg (F), Westerlandsweg (G), Marslandenweg (H), Bocht Marslandenweg, bebouwde kom Oost-Borger (I), Buinerstraat (J), Kruizing IJzertijdstraat-Schoonloërstraat, groenstrook richting Rolderstraat (K), Tochtsloot westelijk van Meerslagenweg (L), einde tochtsloot, bosrand richting Meerslagenweg (M) en bosrand richting Lunsveenweg (N).

    Bijlage 265104.png
  • 7. Het gebied aan de Oostzijde van Veendam dat als volgt is begrensd: (de hoofdletters verwijzen naar de kaart ‘Kerngebied Veendam Oost’)

    Noorderweg (A), Kibbelgaarn (B), Zuidwendingerweg (C), perceelsgrenzen op de grens van de gemeenten Veendam en Pekela (D), Zoutweg (E), Ommelanderwijk (F), Tonckelweg (G), Zuidwending (H) en Vossenveld (I).

    Bijlage 269950.png

Bijlage 3b. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, eerste lid

10 = (volledig) resistent, 9-8= hoog veldresistent, 7= matig veldresistent, 6 matig vatbaar

10

Avamond

Avarna

Avenger

Avici

Belita

Cardyma

Cekin

Dartiest

Django

Empress

Eurotonda

Euroviva

Gandawa

Kuba

Megusta

Monte Carlo

Novano

Otolia

Plasettie

Saprodi

Sarion

Seresta

Stefanie

Telma

Transit

Triton

Vermont

9

Achilles

Adelinde

Allstar

Althea

Amarock

Avatar

Aventra

BMC

Cayman

Luneba

Monroe

Plasent

Plasinka

Plasstärke

Plasuno

Plasure

Scala

Serum Star

Signum

Smaragd

Supporter

Toronto

Vebeca

Vebesta

8

Actaro

Altus

Axion

Festien

Lindita

San Francisco

Senata

Simphony

Speculos

7

Aurora

Merenco

Sofista

6

Alanis

Allure

Annabelle

Avito

Starga

Bijlage 4a. Als gebieden als bedoeld in artikel 18, tweede lid, worden aangewezen

De gehele provincie Drenthe en de volgende gemeenten of delen van gemeenten:

In de provincie Groningen: Bellingwedde voor zover gelegen ten oosten van de Hamsterweg, ten zuiden van de Oudeschanskerweg, Nieuwlandseweg, Blijhamsterweg (N969), Oosteinde (N969) en Winschoterweg (N368/N367), Groningen voor zover gelegen ten zuiden van het Eemskanaal, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Marum, Menterwolde voor zover gelegen ten zuiden van de Muntewatering, ten oosten van Rijksweg N33, ten zuiden van de Scheemderweg, ten westen van de Noordstraat te Noordbroek, ten zuiden en westen van de Slochterweg, Oldambt voor zover gelegen ten westen van de Oostelijke Rondweg (N367), ten noorden van de Oostereinde (N966), ten westen van de Hoofdstraat (N966) en Oudeweg te Beerta, C.G. Wiegersweg, ten zuiden van de Hoofdweg te Finsterwolde, ten zuiden van de Goldhoorn, ten westen van de Noorderstraat, ten zuiden van de Oudlandseweg, ten westen van de Kerkelaan, ten zuiden van de Hoofdweg te Midwolda, Rijksweg (N362), ten oosten van de Rijksweg, Oude Rijksweg en Stationsstraat te Scheemda en ten zuiden van de Kolkenweg en Muntewatering, Pekela, Slochteren voor zover gelegen ten zuiden van het Afwateringskanaal van Duurswold, Schildmeer, Slochterdiep en Eemskanaal, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde.

In de provincie Friesland: Ooststellingwerf voor zover gelegen ten noorden van de Verwersweg (vanaf provinciegrens) tot de Zuid, ten oosten van de wegen Zuid en Hoofdweg tot Kloosterweg, ten zuiden van de wegen Kloosterweg, Terwisscha, Westeres en Bruggelaan tot de Compagnonsvaart, ten oosten van de wegen Zuideinde (door Fochteloo), Noordeinde, de Knolle tot kruising met de Weper, en ten zuiden van de wegen Weper en Weperpolder (tot provinciegrens).

In de provincie Overijssel: Hardenberg, Twenterand, Hellendoorn, Ommen en Steenwijkerland voor zover gelegen ten oosten van autosnelweg A32 en Eesveenseweg (N855), ten zuiden van het Dolderkanaal en kanaal Steenwijk-Ossenzijl, ten westen van de Ossenzijlersloot, ten noorden en ten oosten van de Punterweg (vanaf Kuinderweg), Hammerdijk, Kerkbuurt, Blokzijlerdijk en Kuinderdijk, en ten zuiden en ten oosten van de Kanaalweg.

Bijlage 4b. Als gebieden als bedoeld in artikel 18, derde lid, worden aangewezen

De gemeenten in de provincie Overijssel voorzover niet gelegen in gebied A.

De gemeenten in de provincie Gelderland tot de Nederrijn.

In de provincie Friesland de gemeenten Ooststellingwerf voorzover niet gelegen in gebied A, Weststellingwerf en Opsterland.

In de provincie Groningen: de gemeenten Slochteren, Menterwolde, Oldambt voor zover gelegen ten westen van de Ulsderweg en C.G. Wiegersweg, ten zuiden van de Hoofdweg en Goldhoorn, ten westen van de Noorderstraat te Oostwold, ten noorden van de Polderweg, ten westen van de Langeweg, ten zuiden van Hoofdweg-Oost, Hoofdstraat en Hoofdweg-West te Nieuwolda, ten zuiden van de Hoofdweg 't Waar, ten zuiden van de Rechte Walsterweg en Bellingwedde, alle voor zover niet gelegen in gebieden onder A.

Bijlage 4 c1. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, tweede en derde lid

10 = (volledig) resistent, 9-8= hoog veldresistent, 7= matig veldresistent, 6 matig vatbaar

10

Actaro

Adelinde

Allstar

Althea

Amanda

Amarock

Avamond

Avatar

Avenger

Aventra

Avici

Axion

Belita

Bonza

Cekin

Dartiest

Django

Empress

Evolution

Gandawa

Kuba

Logo

Luneba

Megusta

Novano

Orienta

Otolia

Plasettie

Plasure

Punchy

Saprodi

Scala

Scarlet

Seresta

Serum Star

Signum

Simphony

Soleo

Stefanie

Stemster

Talent

Telma

Transit

Triton

Vebeca

Vermont

9

Achilles

Altus

Amorosa

Aromata

Aurora

Avarna

Avito

BMC

Cardyma

Cayman

Cleopatra

Corazon

Desirée

Eurotango

Euroviva

Festien

Gaya

Hansa

Irene

Kuroda

Lugano

Melody

Merenco

Meryem

Monroe

Monte Carlo

Plasandes

Plasent

Plasinka

Plasstärke

Romano

San Francisco

Sassy

Senata

Sensation

Smaragd

Sofista

Speculos

Starga

Taurus

Toronto

8

Allure

Ardeche

Aveka

Chenoa

Dirigent

Eurotonda

Fontane

Gerona

King Russet

Kondor

Lindita

Nena

Nicola

Poseidon

Royal

Rudolph

Sarion

Saturna

Sprinter

Stratos

Supporter

Vebesta

7

Annabelle

Astarte

Asterix

Baraka

Benno Vrizo

Burren

Donald

Fresco

Nomade

Origo

Parel

Plasuno

Sylvana

6

Agria

Alanis

Amora

Amyla

Arizona

Austin

Bintje

Diamant

Eigenheimer

Euroflora

Gloria

Rumba

Saint Calais

Sonic

Bijlage 4 c2. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, tweede lid

5

Elkana

Kuras

Markies

Nectar

Picasso

Prior

Regina

Sirco

Victoria

Bijlage 5a. Als gebieden als bedoeld in artikel 18, vierde lid, worden aangewezen

  • 1. Omschrijving gebied Venraij: Het gebied omsloten door de A67 in Venlo vanaf de grens met Duitsland in westelijke richting tot aan de Zuid Willemsvaart. De Zuid Willemsvaart in noordelijke richting tot de kruising met de N265 in Veghel. De N265 in noordelijke richting tot Uden. De N603 in noordelijke richting tot de A50 in Heesch (gemeente Bernheze). De A50 in noordelijke richting tot de kruising met de Maas. De Maas in oostelijke richting tot de kruising met de spoorbrug in Mook (gemeente Mook en Middelaar). Vanaf de spoorbrug de N271 in zuidelijke richting tot de Schildersweg in Plasmolen (gemeente Mook en Middelaar). De Schildersweg in noordelijke richting tot de Bosweg langs Sint Jansberg. De Bosweg langs Sint Jansberg tot aan de grens met Duitsland. De grens met Duitsland in zuidelijke richting tot aan de A67 in Venlo.

  • 2. Omschrijving gebied Bergeijk: Het gebied rondom Bergeijk, dat door België en de volgende straten is begrensd: Postelsedijk, Sleutelstraat, Weijereind, Kleine Hoeven, Ambachtsweg, De Hoeven/Rondweg (N284) bij Bladel, Lange Trekken, Molenweg/De Vloed, De Gagelvelden, Hemelrijken, Dorpsstraat in Casteren, Casterseweg, Hoofdstraat in Hoogeloon, Heuvelseweg, Heuvel, Broekenseind, Umenweg, D’ekkersrijte, Eerselseweg, Het Groen bij Knegsel, Steenselseweg, Knegselseweg, Riethovenseweg/Stevert, Nedermolen, fietspad/veldweg in zuidelijke richting en uitlopend op De Kuningen, Broekhovenseweg, Schoolstraat en Molenstraat bij Riethoven, Keersopperdreef, Dommelsedijk (N397), Monseigneur Smetstraat, Pastoor Bolsiusstraat, Venbergseweg, Luikerweg (N69), (Oude) Dorpsstraat bij Hoek, Borkel en Schaft, en De Schafterekker.

Bijlage 5b. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, vierde lid

10

7 four 7

Abby

Accent

Achilles

Acoustic

Actaro

Adretta

Afra

Agata

Agostino

Albatros

Alberta

Alexia

Alicante

Allure

Almera

Almonda

Alouette

Alpha

Althea

Altus

Alverstone Russet

Amanda

Amarin

Ambra

Amora

Annabelle

Annegret

Anosta

Anouk

Apollonia

Appassionato

Arcade

Arizona

Armin

Arnika

Aromata

Arosa

Arrow

Arsenal

Artemis

Astarte

Asterix

Athlete

Augusta

Aurora

Aurum

Austin

Avamond

Avanti

Avarna

Aveka

Avenance

Avenger

Avenue

Avici

Axenia

Axion

Babylon

Bafana

Barcelona

Bartina

Basin Russet

Bavatop

Belita

Bellanita

Bellarosa

Bellefleur

Bellinda

Bellini

Belmonda

Benno Vrizo

Bernadette

Bernice

Bernina

Bettina

Betty

Bildtstar

Binella

Biogold

Bionica

Blazer Russet

Bleuet

BMC

Bondi

Bonnata kws

Bonus

Bonza

Bordeaux

Brianna

Bricata kws

Bullit

Caesar

Canberra

Caprice

Captiva

Cardinia

Cardyma

Carlita

Carolus

Catimini

Cayman

Cekin

Celine

Cerata kws

Cereza

Challenger

Christel

Classic Russet

Climax

Colette

Colomba

Connect

Corazon

Corsica

Cronos

Cubus

Damaris

Danique

Danuta

Dartiest

Delia Red

Desirée

Destiny

Diamant

Dido

Dior

Dirosso

Disco

Ditta

Django

Donald

Donata

Dorado

Doré

Double Fun

Draga

Edison

El Mundo

Elaia

Elata kws

Eldena

Elkana

Elvira

Emanuelle

Emiliana

Empress

Escada

Esmee

Essenza

Estelle

Estrella

Euroflora

Eurogrande

Euroking

Europrima

Euroresa

Eurostar

Eurostarch

Eurotango

Eurotina

Eurotonda

Euroviva

Excellency

Exklusiv

Exquisa

Fabula

Fado

Fambo

Fasan

Fasty

Festo

Fianna

Fidelia

Figaro

Finessa

Flamenco

Florentina

Folva

Franca

Fresco

Frieslander

Fyone

Gala

Gandawa

Gaudi

Gaya

Gazelle

Gerona

Gloria

Godzilla

Granada

Gunda

Hanna

Hermes

Hermosa

Heros

Hind

Honorata

Ibiza

Idole

Ikarus

Impala

Inara

Innovator

Inspyra

Irene

Isabelia

Islara

Jaerla

Jazzy

Jelly

Jule

Kardal

Karelia

Karlena

Kiebitz

King Russet

Kiwi

Kondor

Koopmans blauwe

Kormoran

Krometa

Kuba

Kuras

Kuroda

Labadia

Labella

Lady Amarilla

Lady Anna

Lady Blanca

Lady Britta

Lady Christl

Lady Claire

Lady Jane

Lady Lenora

Lady Olympia

Lady Sara

Lady Terra

Lady Valora

Lanorma

Laperla

Lavinia

Lekkerlander

Lenz

Leonata kws

Levinata kws

Leyla

Lindita

Linus

Linzer Delikatess

Lisana

Liselotte

Logo

Loreley

Louisa

Lubeca

Lucera

Lucilla

Lucinda

Ludmilla

Lugano

Luneba

Macarena

Madeleine

Madrid

Magistral

Manitou

Maranca

Marfona

Margarita

Marion

Marisol

Marjan

Marylou

Masai

Mascha

Maxilla

Meera

Meerlander

Megusta

Meister

Melody

Memphis

Merlot

Meryem

Messi

Metro

Mia

Michelle

Miranda

Monalisa

Mondeo

Mondial

Monroe

Mont Blanc

Monte Carlo

Montis

Montreal

Mozart

Mulberry Beauty

Mungo

Musica

Mustagata kws

Nafida

Nandina

Napoleon

Nena

Nicola

Nixe

Noblesse

Nola

Nomade

Nordlicht

Norman

Novano

Obama

Omega

Orchestra

Orienta

Origo

Otolia

Oxania

Panamera

Panther

Papageno

Paradiso

Parel

Parcoli

Pee Wee Russet

Penni

Penta

Performer

Perline

Picasso

Picobello

Picus

Pimpernel

Pirol

Plasettie

Plasinka

Plasure

Pocahontas

Prada

Première

Premium

Prestige

Primabelle

Primavera

Primura

Prince of Orange

Printaline

Prior

Producent

Puccini

Punchy

Quarta

Queen Anne

Ramona

Ranomi

Red Beauty

Red Fantasy

Red Lady

Red Scarlett

Red Sonia

Red Sun

Red Valentine

Regina

Resonant

Ribera

Ricarda

Rikea

Riviera

Rivola

Roberta

Rock

Rode Pipo

Rodeo

Rodriga

Roko

Romano

Romeo

Romina

Rosagold

Rosanna

Rosara

Rosemara

Rosi

Roslin

Rossini

Royal

Rudolph

Rumba

Sagitta

Saint Calais

Salinero

Salsa

Salvador

Salvera

Sanibel

Santana

Santé

Santera

Saphia

Saphire

Saprodi

Sarion

Sassy

Satellite

Satina

Saturna

Sava

Sayada

Scala

Scarlet

Secura

Selma

Senna

Sensation

Sereno

Seresta

Serum Star

SH C 1001

SH C 1010

SH C 909

SH C 913

Shepherd

Sieglinde

Siena

Sifra

Signum

Simphony

Simply Red

Sirco

Sissi

Skawa

Smaragd

Solara

Soleo

Solist

Sonic

Sophie

Soraya

Sorentina

Spartaan

Spectra

Speculos

Spere

Spot

Sprinter

Spunta

Stabilo

Stacey

Starne

Stefanie

Stemster

Stiletto

Stratos

Sunred

Supporter

Sylvana

Talent

Tarzan

Telma

Texla

Tiger

Tilbury

Titan

Titanium

Torenia

Toronto

Transit

Trésor

Triple7

Triplo

Triton

Twinner

Tyson

Valetta

Varuna

Vebeca

Vebesta

Velox

Ventana

Verdi

Vermont

Victoria

Vineta

Violet Queen

Virginia

Vitalia

VR 808

Wega

Wendy

Whitney

Wilja

Zuzanna

9

Actrice

Adato

Adelinde

Agria

Allstar

Amaez

Amarock

Argana

Armedi

Avatar

Avito

Baby Rose

Blue Star

Camelia

Catania

Coronada

Daisy

Darling

Felsina

Glorietta

Heraclea

Inova

Janke

La Vie

Lady Jo

Lady Rosetta

Laudine

Madeira

Madison

Melanto

Merenco

Muse

Octa

Plasuno

Ramos

Red Tinta

Sababa

Virgil

Vogue

8

Abbot

Alcander

Amorosa

Amyla

Ardeche

Arielle

Auriera

Chateau

Cleopatra

Efera

Endeavour

Evolution

Festien

Grenadine

Hansa

Ivory Russet

Miss Blush

Miss Mignonne

Royata kws

Soprano

Twister

Ulty

Vasko

Zorba

7

Berber

Plasstärke

6

Fontane

Bijlage 8. Aangewezen gebied

Artikelen 37, 39

  • 1. het gebied gelegen in de gemeenten Waddinxveen, Boskoop, Rijnwoude en Reeuwijk, dat als volgt is begrensd: vanaf hefbrug Waddinxveen en achtereenvolgens Nesse, Noordkade, gemeentegrens Waddinxveen-Boskoop tot de Hogeveenseweg, de Hogeveenseweg, Roemer, de dijk aan de zuidwestzijde aan de Ambachtspolder tot aan de Voorweg, de Voorweg in westelijke richting tot aan het gemaal, vandaar langs de sloot in noordelijke richting tot molen Rietveldsevaart, de Rietveldsevaart in westelijke richting tot de Oostvaart, de Oostvaart in noordelijke richting tot de Spookverlaat, Spookverlaat tot de Compierekade, Compierekade in zuidelijke richting tot de Spijkerboorsche wetering, Spijkerboorsche wetering tot de Nesse, Nesse in oostelijke richting, Toegangseweg, de gemeentegrens Alphen a/d Rijn-Boskoop in oostelijke richting tot de Dammekade, Dammekade gemeentegrens Boskoop-Bodegraven tot de Ringdijk, daarna de Ringdijk volgend eerst in oostelijke-daarna in zuidelijke- en tot slot in zuidwestelijke richting tot de Schinkeldijk, Schinkeldijk in noordwestelijke richting, Tempeldijk, Middelweg, Middelburgseweg in zuidelijke richting, Zwarteweg, Bloemendaalseweg tot de A12, A12 in zuidwestelijke richting tot de Henegouwerweg, Henegouwerweg in noordelijke richting tot de hefbrug in Waddinxveen;

  • 2. het gebied dat de volgende gemeenten en delen van gemeenten omvat:

    • het deel van Wassenaar, voor zover gelegen ten noorden van de lijn Wassenaarse slag, Katwijkseweg, de Van Zuylen van Nijeveltstraat, de Deijlerweg, de Rozenweg en ten westen van de autosnelweg A4;

    • Katwijk;

    • het deel van Oegstgeest, voor zover gelegen ten westen van de autosnelweg A44 en het gedeelte ten noorden van het Oegstgeesterkanaal;

    • het deel van Teylingen ten westen van de Warmonderleede en de Kagerplassen;

    • Noordwijk;

    • Noordwijkerhout;

    • Lisse;

    • Hillegom;

    • het deel van Heemstede, voor zover gelegen ten zuidwesten van de lijn Cruquiusweg, de Heemsteedse Dreef, de Camplaan, de van Merlenlaan, de Herenweg, de Rijnlaan, de Amstellaan en het verlengde Amstellaan (door de Amsterdamse Waterleiding);

    • het deel van Bloemendaal, voor zover gelegen ten zuiden van de verlengde Amstellaan (door de Amsterdamse Waterleiding);

  • 3. het gebied dat de volgende gemeenten en delen van gemeenten omvat:

    • het deel van Beverwijk, voor zover gelegen ten oosten van de Meeuweweg en ten noordwesten van de lijn Boothuisplein, Zeestraat, Warande, Wijk aan Duinerweg, Westerlaan, Plesmanweg en Alkmaarseweg;

    • het deel van Heemskerk, voor zover gelegen ten noordwesten van de lijn Jan van Kuikweg, Jan Ligthartstraat, Jonkheer Geverslaan, Mozartstraat en ten noordoosten van Prof. ten Doesschatestraat, Broersven tot aan de Dije;

    • het deel van Uitgeest, voor zover gelegen ten noorden van het Uitgeestermeer tussen de autosnelweg A9 en het Alkmaardermeer;

    • het deel van Castricum, voor zover gelegen ten westen van het Alkmaardermeer en het Noordhollandsche Kanaal, en ten zuiden van de Kanaalweg;

    • het deel van Heiloo, voor zover gelegen ten zuiden van de lijn Kanaalweg, Kennemerstraatweg, Zevenhuizenlaan, Westerweg, Vennewatersweg, het Malevoort tot aan fietspad, fietspad tot aan Zeeweg, Zeeweg;

    • het deel van Bergen (NH), voor zover gelegen ten zuiden en ten westen van de lijn Hoevervaart, Weg van de Oude Vaart, Hoeverweg en Wimmenummervaart, Roossloot, Herenweg en Zeeweg;

  • 4. het gebied, gelegen in de gemeenten Neder-Betuwe en Overbetuwe en omsloten door: Rijnbandijk, Randwijkse Rijndijk, Lingekanaal, Linge, Peijenkampseveldweg, A15, Verlengde Lage Campseweg en Markstraat;

  • 5. het gebied in de gemeente Zundert, omsloten door: de sloot gelegen haaks op de Rijksgrens bij grenspaal 221 (in het verlengde van de Luxemburgstraat in de Belgische gemeente Meer, nabij Hazeldonk), het kavelpad tussen deze sloot en de bocht in de Laarse Heistraat, een denkbeeldige lijn tussen de bocht in de Laarse Heistraat en de hoek van de Bakkebrugstraat – Breedschotsestraat, Bakkebrugstraat, Bredaseweg, Stuivezandseweg, Klein Zundertseweg, Heischoorstraat, Sprundelsebaan, Bijloop, Rucphenseweg, Hulsdonkstraat, Roosendaalse Baan, Achtmaalseweg, Moststraat, Grote Heistraat, Oude Heistraat, Kalmthoutse Baan, de Rijksgrens tot aan grenspaal 221.

Bijlage 9. Als gebieden, bedoeld in artikel 38, leden 2 en 3, worden aangewezen

  • 1. De gehele provincie Drenthe en de volgende gemeenten of delen van gemeenten:

    In de provincie Groningen: Bellingwedde, Groningen voor zover gelegen ten zuiden van het Eemskanaal, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Marum, Menterwolde, Pekela, Reiderland voor zover gelegen ten westen van de Ulsderweg en C.G. Wiegersweg en ten zuiden van de Hoofdweg en Goldhoorn te Finsterwolde, Scheemda voor zover gelegen ten zuiden van de Goldhoorn te Oostwold en ten westen van de Noorderstraat, ten noorden van de Polderweg, ten westen van de Langeweg, ten zuiden van Hoofdweg-Oost, Hoofdstraat en Hoofdweg-West te Nieuwolda, ten zuiden van de Hoofdweg 't Waar, ten zuiden van de Rechte Walsterweg, Slochteren, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde en Winschoten.

    In de provincie Friesland: Ooststellingwerf voor zover gelegen ten noorden van de Verwersweg (vanaf provinciegrens) tot de Zuid, ten oosten van de wegen Zuid en Hoofdweg tot Kloosterweg, ten zuiden van de wegen Kloosterweg, Terwisscha, Westeres en Bruggelaan tot de Compagnonsvaart, ten oosten van de wegen Zuideinde (door Fochteloo), Noordeinde, de Knolle tot kruising met de Weper, en ten zuiden van de wegen Weper en Weperpolder (tot provinciegrens).

    In de provincie Overijssel: Hardenberg, Twenterand, Hellendoorn, Ommen en Steenwijkerland voor zover gelegen ten noorden en ten oosten van de Punterweg (vanaf Kuinderweg), Hammerdijk, Kerkbuurt, Blokzijlerdijk en Kuinderdijk, en ten zuiden en ten oosten van de Kanaalweg;

  • 2. het gebied begrensd door de provincie Overijssel ten zuiden van de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland ten zuiden van het Noordzeekanaal en het IJ, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.

    De teelt van aardappelplanten in het jaar t op een productieplaats, waarop zich in het jaar t – 1 géén en in het jaar t – 2 aardappelplanten bevonden en welk productieplaats is gelegen in het in de vorige alinea genoemde gebied is toegestaan, mits de aardappelplanten in het jaar t – 2 werden gerooid vóór 1 juli van het jaar waarin zij werden geteeld en de ondernemer tijdig vóór deze datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar gemaakt heeft bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • 3. het gebied begrensd door de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel ten noorden van de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water, Flevoland en Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal en het IJ, uitgezonderd het in onderdeel 1 genoemde gebied.

    De teelt van aardappelplanten in het jaar t op een productieplaats, waarop zich in het jaar t – 1 géén en in het jaar t – 2 aardappelplanten bevonden en welk productieplaats is gelegen in het in de vorige alinea genoemde gebied is toegestaan, mits de aardappelplanten in het jaar t – 2 werden gerooid vóór 10 juli van het jaar waarin zij werden geteeld en de ondernemer tijdig vóór deze datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar gemaakt heeft bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • 4. In afwijking van het gestelde onder onderdeel 3, is de teelt van aardappelplanten toegestaan op een productieplaats, waarop zich in het jaar t-1 aardappelplanten bevonden, mits:

    • a. het productieplaats is gelegen in het gebied ‘Opperdoes’, begrensd door Noorderkogger zeedijk vanaf de Overleker Sluis van Medemblik, Noorderweg, Dorpsweg Twisk, Twiskerdijksloot, de Braak, de Muiter, Zandwegsloot naar de Overleker Sluis;

    • b. de aardappelplanten in het jaar t – 1 werden gerooid vóór 10 juli van dat jaar;

    • c. de ondernemer tijdig vóór de onder b bedoelde datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar gemaakt heeft bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en

    • d. uit een door de ondernemer uitgevoerde bemonstering van het productieplaats, verricht op een wijze waarbij een haard van 100 aardappelcysteaaltjes per kilogram grond met een betrouwbaarheid van tenminste 90% kan worden vastgesteld, geen aanwezigheid van cysteaaltjes blijkt.

  • 5. In afwijking van het gestelde onder onderdeel 3, is de teelt van aardappelplanten toegestaan op een productieplaats, waarop zich in het jaar t-1 aardappelplanten bevonden, mits:

    • a. het productieplaats is gelegen in het gebied ‘Langedijk’, begrensd door Koog, Langebalkweg, Kanaal Omval-Kolhorn, Uitvalsweg, Dorpsstraat Broek op Langedijk en Zuid-Scharwoude tot Koog;

    • b. de aardappelplanten in het jaar t – 1 werden gerooid vóór 10 juli van dat jaar;

    • c. de ondernemer tijdig vóór de onder b bedoelde datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar gemaakt heeft bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en

    • d. uit een door de ondernemer uitgevoerde bemonstering van het productieplaats, verricht op een wijze waarbij een haard van 100 aardappelcysteaaltjes per kilogram grond met een betrouwbaarheid van tenminste 90% kan worden vastgesteld, geen aanwezigheid van cysteaaltjes blijkt.

  • 6. In afwijking van het gestelde onder onderdeel 3 is de teelt van aardappelplanten in het jaar t toegestaan op een productieplaats, waarop zich in het jaar t – 1 géén en in het jaar t – 2 aardappelplanten bevonden, mits:

    • a. het productieplaats is gelegen in het gebied ‘Heerhugowaard/Geestmerambacht’, begrensd door Kanaal Omval-Kolhorn, Westerlangereis, Langereis, Veenhuizerkade, Plempdijk, Ringvaart Heerhugowaard, Hoornse Vaart, Ringsloot polder, De Vronermeer, spoorlijn Alkmaar-Hoorn tot palen bovenleiding 39/23 en 39/24, Nollenweg, Provinciale weg S3 (Alkmaar-Schagen), Daalmeerpad, Vronermeerweg, Wijde Vaart (gedeeltelijk gedempt), Spanjaardsdam, Nauertogt, Westelijke Randweg, Maijersloot, Voorburggracht, Westelijke Randweg naar Broek op Langedijk, Stationsweg, Dorpsstraat, Uitvalsweg, Kanaal Omval-Kolhorn, Langebalkweg, Oostelijke randweg Noord-Scharwoude, Waarddijk West, Provinciale weg S4, Kanaal Omval-Kolhoorn;

    • b. de aardappelplanten in het jaar t – 2 zijn gerooid vóór 20 juli van het jaar waarin zij werden geteeld en

    • c. de ondernemer tijdig vóór de onder b bedoelde datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar gemaakt heeft bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Bijlage 10. Aardappelrassen als bedoeld in artikel 40, tweede lid

De volgende zetmeelaardappelrassen mogen onder het TBM-regime vermeerderd worden:

Achilles *

Actaro *

Adelinde *

Allure *

Altus *

Amarock *

Amyla

Ardeche

Aurora *

Avamond*

Avarna *

Avatar *

Aveka

Avenger*

Aventra *

Avici *

Avito *

Axion *

Belita *

Benno Vrizo

BMC *

Dartiest *

Dirigent

Euroflora

Eurotango

Euroviva *

Festien *

Kuba *

Merenco *

Nomade

Novano *

Plasandes

Plasent *

Plasettie *

Plasinka *

Plasstärke *

Plasuno *

Plasure *

San Francisco *

Saprodi *

Sarion *

Sassy

Scala *

Scarlet

Senata *

Seresta *

Serum Star *

Signum *

Simphony *

Smaragd *

Sofista *

Speculos *

Sprinter

Starga *

Stratos

Supporter *

Vebeca *

Vebesta *

Vermont *

Let op: In de wratziektekerngebieden in de omgeving van Barger-Compascuum, Borger, Foxel, Mantinge, Ter Apel en Veendam mogen alleen rassen worden geteeld die ook voldoende resistent zijn tegen fysio 18. Deze rassen zijn aangeduid met een *.

Bijlage 11. Aangewezen zetmeelaardappeltelend gebied

Artikel 40

Bijlage 265105.png

Omschrijving:

Het gebied, gelegen in de provincie Drenthe, de provincie Overijssel, de provincie Gelderland ten noorden van de Nederrijn en de volgende gemeenten of gedeelten daarvan:

In de provincie Groningen: Bellingwedde, Groningen voor zover gelegen ten zuiden van het Eemskanaal, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Marum, Menterwolde, Pekela, Reiderland voor zover gelegen ten westen van de Ulsderweg en C.G. Wiegersweg en ten zuiden van de Hoofdweg en Goldhoorn te Finsterwolde, Scheemda voor zover gelegen ten zuiden van de Goldhoorn te Oostwold en ten westen van de Noorderstraat, ten noorden van de Polderweg, ten westen van de Langeweg, ten zuiden van Hoofdweg-Oost, Hoofdstraat en Hoofdweg-West te Nieuwolda, ten zuiden van de Hoofdweg 't Waar, ten zuiden van de Rechte Walsterweg, Slochteren, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde en Winschoten.

In de provincie Friesland: Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland.

Bijlage 12. Boetecategorieën

Artikel 43

 

Categorie eerste beboeting

Plantgezondheidswet

 

Artikel 8, derde lid

3

Artikel 15, eerste lid

3

Artikel 24, derde lid

3

   

verordening 2016/2031

 

Artikel 5, eerste lid

3

Artikel 9, derde lid

2

Artikel 14, eerste lid

2

Artikel 14, vierde lid

3

Artikel 14, vijfde lid

3

Artikel 14, zesde lid

2

Artikel 14, zevende lid

3

Artikel 15, eerste lid

1

Artikel 15, derde lid

1

Artikel 17

3

Artikel 33, tweede lid

3

Artikel 41, eerste lid

1

Artikel 43, eerste lid

2

Artikel 47, eerste lid

2

Artikel 69, eerste lid

2

Artikel 69, tweede lid

2

Artikel 69, derde lid

2

Artikel 69, vierde lid

2

Artikel 69, zesde lid

1

Artikel 70, eerste lid

2

Artikel 79, eerste lid

2

Artikel 83, vijfde lid

2

Artikel 84, eerste lid

2

Artikel 84, derde lid

2

Artikel 93, tweede lid

2

Artikel 95, eerste lid

2

Artikel 95, derde lid

2

Artikel 95, vierde lid

2

Artikel 96, eerste lid

3

Artikel 97, eerste lid

2

Artikel 102, vierde lid

2

   

verordening 2017/625

 

Artikel 56, vierde lid

2

Artikel 57, eerste lid

2

uitvoeringsverordening 2022/1192

 

Artikel 8, eerste lid

3

Artikel 8, tweede lid

3

Artikel 9, eerste lid

3

Artikel 10, eerste lid

2

uitvoeringsverordening 2022/1193

 

Artikel 4, tweede lid, onder a

3

Artikel 6, eerste lid

3

Artikel 6, tweede lid

3

Artikel 6, derde lid

3

Artikel 6, vierde lid

3

uitvoeringsverordening 2022/1194

 

Artikel 4, tweede lid, onder a

3

Artikel 6, eerste lid

3

Artikel 6, tweede lid

3

Artikel 6, derde lid

3

Artikel 6, vierde lid

3

Artikel 8, eerste lid

3

uitvoeringsverordening 2022/1195

 

Artikel 6, eerste lid

3

Artikel 6, tweede lid

3

Artikel 6, derde lid

3

Artikel 6, vierde lid

3

Artikel 8, eerste lid

2

   

Regeling plantgezondheid ex artikel 20, tweede lid, Plantgezondheidswet

 

Artikel 9, eerste lid

3

Artikel 9, tweede lid

3

Artikel 10, eerste lid

3

Artikel 10, tweede lid

2

Artikel 10, derde lid

2

Artikel 11, eerste lid

3

Artikel 11, vierde lid

3

Artikel 12, eerste lid

2

Artikel 18, eerste lid

3

Artikel 18, tweede lid

3

Artikel 18, derde lid

3

Artikel 18, vierde lid

3

Artikel 19

2

Artikel 20

2

Artikel 21, eerste lid

2

Artikel 22, eerste lid

2

Artikel 25, eerste lid

2

Artikel 26

2

Artikel 27

2

Artikel 28

2

Artikel 29

2

Artikel 30, eerste lid

3

Artikel 31, eerste lid

2

Artikel 35, eerste lid

3

Artikel 37

3

Artikel 38, eerste lid

3

Artikel 39, eerste lid

3

Artikel 39, tweede lid

3

Artikel 39, derde lid

3

Artikel 40, eerste lid

3

Artikel 40, tweede lid

3

Naar boven