Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 7

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-12-2020 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 15 december 2020, nr. WJZ/ 20035882, tot vaststelling van regels met betrekking tot de aanvraag en veiling van vergunningen voor digitale radio-omroep DAB+ in laag 7 (Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 7)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 8, 9 en 10 van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvrager: degene die een aanvraag om een vergunning heeft ingediend;

  • allotment 9C: het gebied dat is gelegen binnen de contouren zoals gevisualiseerd in bijlage I van de vergunning;

  • bekendmakingsbesluit: Besluit bekendmaking veiling vergunningen DAB+ laag 7;

  • bod: bod als bedoeld in artikel 26, eerste tot en met derde lid, uitgebracht door een deelnemer via het elektronisch veilingsysteem van de minister en bevestigd door middel van dit elektronisch veilingsysteem, bestaande uit het aantal vergunningen dat een deelnemer voor de in een biedronde bepaalde prijs wenst te verwerven;

  • deelnemer: aanvrager die is toegelaten tot de veiling, bedoeld in hoofdstuk 5;

  • exitbod: exitbod als bedoeld in artikel 26, vierde lid;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • verbonden rechtspersoon: rechtspersoon als bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep;

  • niet-winnende deelnemer: deelnemer wiens bod, exitbod of exitbiedingen door de minister niet zijn aangemerkt als winnende biedingen als bedoeld in artikel 28, tweede tot en met vierde lid;

  • rente: volgens actual/360 berekende rente op basis van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde Euro Overnight Index Average, minus 100 basispunten, met een minimum van 0%;

  • vergunning: vergunning voor het gebruik van 1/12e deel van de capaciteit van de multiplex in allotment 9C;

  • wet: Telecommunicatiewet;

  • winnend bod: bod of exitbod dat als winnend bod is aangemerkt als bedoeld in artikel 28, tweede tot en met vierde lid;

  • winnende deelnemer: : deelnemer wiens bod, exitbod of exitbiedingen door de minister zijn aangemerkt als winnende biedingen als bedoeld in artikel 28, tweede tot en met vierde lid.

Hoofdstuk 3. De aanvraagfase

§ 1. Eisen aan de aanvraag en aanvrager

Artikel 3. Indiening van de aanvraag

  • 1 Degene die voor een vergunning in aanmerking wil komen, dient daartoe een aanvraag in bij de minister.

  • 2 De aanvraag kan van 19 januari 2021 tot en met uiterlijk 15 februari 2021 bij de minister worden ingediend per aangetekende post of door middel van persoonlijke overhandiging, op het volgende adres en met de volgende adressering:

    Agentschap Telecom

    t.a.v. Projectteam radio-omroepvergunningen

    Emmasingel 1

    9726 AH Groningen.

  • 3 De persoonlijke overhandiging, bedoeld in het tweede lid, vindt uitsluitend plaats op werkdagen tussen 10:00 uur en 12:00 uur of tussen 14:00 uur en 16:00 uur. Na de overhandiging geeft de minister een bewijs van ontvangst af dat is voorzien van datum en tijdstip van ontvangst.

Artikel 4. Aanvrager is rechtspersoon

  • 1 De aanvrager is een privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte.

  • 2 De aanvrager voldoet verder aan de volgende eisen:

    • a. de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement of liquidatie, en

    • b. aan de aanvrager is geen surseance van betaling verleend, en door de aanvrager is geen surseance van betaling aangevraagd.

  • 3 Met de eisen, bedoeld in het tweede lid, worden gelijkgesteld zodanige eisen volgens het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 6. Verklaring geen afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk kunnen doen aan de mededinging

De aanvraag gaat vergezeld van een door de aanvrager ondertekende verklaring zoals opgenomen in bijlage 1.

Artikel 7. Vorm en inhoud van de aanvraag

  • 1 Een rechtspersoon dient ten hoogste één aanvraag in.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid worden verbonden rechtspersonen tezamen aangemerkt als één rechtspersoon.

  • 3 In de aanvraag worden de namen vermeld van ten minste één en ten hoogste vier natuurlijke personen die ieder zelfstandig bevoegd zijn om namens de aanvrager handelingen te verrichten gedurende de veiling en die daartoe beschikken over een rechtsgeldige en toereikende volmacht.

  • 4 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het in bijlage 2 opgenomen model en gaat, onverminderd de overige in deze regeling gestelde eisen, vergezeld van de in dit model genoemde gegevens en bescheiden.

  • 5 De aanvraag wordt in de Nederlandse taal gesteld.

  • 6 Met de gegevens en bescheiden, bedoeld in het vierde lid, worden gelijkgesteld zodanige gegevens en bescheiden die zijn opgesteld krachtens het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 7 In afwijking van het vijfde lid, kunnen de gegevens en bescheiden, bedoeld in het vierde lid, worden gesteld in één van de officiële talen van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, mits zij vergezeld gaan van een Nederlandse vertaling.

  • 8 De aanvrager informeert de minister onmiddellijk over een wijziging met betrekking tot de gegevens en bescheiden, bedoeld in het derde, vierde en zesde lid, op de wijze, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

§ 2. De zekerheidstelling

Artikel 8. Zekerheidstelling door de aanvrager

  • 1 De aanvrager verstrekt als zekerheid voor de betaling van zijn bod een waarborgsom of een bankgarantie ter grootte van € 50.000,– per vergunning die hij aanvraagt.

  • 2 De waarborgsom wordt verstrekt voor de periode tot en met:

    • a. in geval van afwijzing van de aanvraag, de datum van de afwijzing;

    • b. in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, de datum van het besluit om de aanvraag niet te behandelen;

    • c. in geval van toewijzing van de aanvraag, de datum waarop de totaalprijs, bedoeld in artikel 31, volledig is betaald.

  • 3 De aanvrager zorgt ervoor dat uiterlijk op het in artikel 3, tweede lid, bedoelde tijdstip:

    • a. de waarborgsom is ontvangen op bankrekeningnummer (IBAN): NL41INGB0705001199, ten name van Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Agentschap Telecom, Afdeling Finance & Control, onder vermelding van ‘Veiling DAB+ laag 7’, of

    • b. de bankgarantie, verstrekt volgens het model, bedoeld in bijlage 3, is ontvangen op het in artikel 3, tweede lid, genoemde adres.

Artikel 9. Terugstorten waarborgsom en teruggave bankgarantie aanvragen die niet worden behandeld, zijn afgewezen of geweigerd

  • 1 Binnen twee weken nadat de aanvrager zijn aanvraag heeft ingetrokken, dan wel nadat de minister overeenkomstig artikel 10 heeft besloten de aanvraag niet te behandelen, de aanvraag op grond van artikel 11 heeft afgewezen, of de aanvraag heeft geweigerd op grond van 3.18 van de wet:

    • a. stort de minister, indien de aanvrager een waarborgsom heeft verstrekt, de waarborgsom terug aan de betreffende aanvrager, of

    • b. stuurt de minister, indien de aanvrager een bankgarantie heeft verstrekt, een schriftelijke verklaring dat de bankgarantie vervalt aan de bank van de betreffende aanvrager, en een kopie van deze schriftelijke verklaring aan de betreffende aanvrager.

  • 2 Indien de minister een waarborgsom terugstort als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, vergoedt hij tegelijkertijd de rente over de gestorte waarborgsom vanaf de dag na de dag dat de minister de waarborgsom heeft ontvangen tot en met de dag voorafgaand aan de dag waarop de waarborgsom door de minister wordt teruggestort.

§ 3. Beslissingen tijdens de aanvraagfase

Artikel 10. Verzuim en verzuimherstel

  • 1 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in de artikelen 5, 6, 7, derde tot en met zevende lid, of 8 gestelde voorschriften, deelt de minister de aanvrager dit mee en stelt hij hem in de gelegenheid het verzuim te herstellen.

  • 2 De aanvrager heeft de gelegenheid het verzuim te herstellen tot en met 16:00 uur op de zevende werkdag na de dag waarop de mededeling, bedoeld in het eerste lid, is verstuurd.

  • 3 De gegevens ten behoeve van het verzuimherstel worden ingediend op de wijze, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 4 Indien het verzuim niet is hersteld binnen de termijn en op de wijze, bedoeld in het tweede respectievelijk derde lid, kan de minister besluiten de aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet te behandelen.

Artikel 11. Afwijzing aanvraag

  • 2 De minister kan een aanvraag afwijzen als:

    • a. naar zijn oordeel aannemelijk is dat de aanvrager afspraken heeft gemaakt of onderling afgestemde feitelijke gedragingen heeft verricht die afbreuk doen of kunnen doen of gedaan hebben of gedaan kunnen hebben aan de mededinging in het kader van de veilingprocedure, of

    • b. de aanvrager niet voldoet aan een vordering als bedoeld in artikel 18.7, eerste lid, van de wet.

Hoofdstuk 4. Vaststelling eventuele schaarste en vergunningverlening bij afwezigheid van schaarste

Artikel 12. Vaststelling schaarste

Indien de minister vaststelt dat, uitgezonderd de aanvragen die buiten behandeling zijn gesteld, geheel of gedeeltelijk zijn afgewezen of op grond van artikel 3.18 zijn geweigerd, het aantal vergunningen dat is aangevraagd hoger is dan het aantal vergunningen dat op grond van artikel 2 beschikbaar is, vindt de verdeling plaats met toepassing van de hoofdstukken 5 en 6.

Artikel 13. Vergunningverlening bij afwezigheid van schaarste

  • 1 Indien de verdeling niet plaatsvindt met toepassing van de hoofdstukken 5 en 6, wordt het aantal vergunningen dat is aangevraagd om niet verleend aan de betreffende aanvrager of aanvragers.

  • 2 Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing op de waarborgsom of bankgarantie van aanvragers als bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 5. De veilingfase

§ 1. Algemene bepalingen omtrent de veiling

Artikel 14. Het veilingmodel

De veiling vindt plaats via internet met behulp van een elektronisch veilingsysteem en geschiedt door middel van een discrete klokveiling met exitbiedingen.

Artikel 17. Biedingen en andere communicatie tussen deelnemer en de minister

  • 1 Biedingen en exitbiedingen worden uitsluitend uitgebracht door middel van het elektronisch veilingsysteem.

  • 2 Andere communicatie vindt uitsluitend plaats:

    • a. via het elektronisch veilingsysteem, of

    • b. telefonisch of per e-mail, waarbij de deelnemer bereikbaar is op het door hem in zijn aanvraag opgegeven telefoonnummer en e-mailadres, en de minister bereikbaar is op het telefoonnummer en e-mailadres, bedoeld in artikel 23, onderdeel c.

Artikel 18. Bijzondere omstandigheden tijdens de veiling

  • 1 De minister kan de veiling opschorten indien zich naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden voordoen die buiten de beïnvloedingssfeer liggen van de minister of de deelnemers, of indien technische problemen optreden waardoor de veiling tijdelijk geen doorgang kan vinden.

  • 2 Een deelnemer meldt een bijzondere omstandigheid of technisch probleem onverwijld, maar uiterlijk binnen tien minuten na afloop van een biedronde of verlengde biedronde, telefonisch aan de minister.

  • 3 Indien de technische problemen optreden bij een deelnemer, kan de minister verlangen dat deze deelnemer zijn biedingen of exitbiedingen uitbrengt door middel van een computer die de minister ter beschikking stelt op een door hem te bepalen locatie.

  • 4 Indien de veiling wordt opgeschort, kan de minister ten aanzien van de biedronde of verlengde biedronde waarin de bijzondere omstandigheden of technische problemen zijn opgetreden besluiten dat:

    • a. alle biedingen of exitbiedingen uitgebracht in die ronde vervallen, tenzij alle nog actieve deelnemers in die ronde reeds een bod of exitbod hebben uitgebracht, of

    • b. die biedronde ongeldig wordt verklaard en opnieuw moet worden gehouden.

Artikel 19. Verboden gedragingen

  • 1 Een aanvrager of deelnemer, inbegrepen diegene die een aanvrager of deelnemer ten behoeve van de veiling bijstaat:

    • a. onthoudt zich van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan een goed verloop van de veiling, de mededinging in het kader van de veilingprocedure daaronder begrepen;

    • b. maakt tot de mededeling, bedoeld in artikel 29, is gedaan geen informatie openbaar, verspreidt geen informatie en doet geen informatie verspreiden aan derden met betrekking tot diens strategie, budget, gewenste of verkregen hoeveelheid, soort of combinatie van vergunningen, en verwachte of te betalen prijzen in de veiling.

  • 2 De minister kan de veiling beëindigen of opschorten indien naar zijn oordeel sprake is van afspraken of gedragingen die in strijd zijn met het eerste lid.

Artikel 20. Uitsluiting aanvragers of deelnemers

  • 1 Indien voorafgaande aan of tijdens de veiling blijkt dat een aanvrager of deelnemer niet of niet meer voldoet aan de in de artikelen 5, 6, 7, derde tot en met zevende lid, of 8 gestelde voorschriften, dan wel dat een aanvrager of deelnemer naar het oordeel van de minister in strijd heeft gehandeld met artikel 19, eerste lid, kan de minister:

    • a. de betrokken deelnemer of aanvrager uitsluiten van deelname of verdere deelname aan de veiling en de biedingen en exitbiedingen van de betrokken deelnemer uit één of meerdere biedronden ongeldig verklaren;

    • b. de uitkomst van een of meer biedronden ongeldig verklaren en besluiten dat een of meer biedronden opnieuw moeten worden gehouden.

  • 2 Indien niet eerder dan na afloop van de veiling blijkt dat een deelnemer naar het oordeel van de minister in strijd heeft gehandeld met artikel 19, eerste lid, kan de minister de winnende biedingen van die deelnemer ongeldig verklaren en besluiten dat de veiling opnieuw moet worden gehouden.

Artikel 21. Bod en exitbod zijn onvoorwaardelijk en onherroepelijk

Een deelnemer is onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bod of exitbod gebonden.

§. 2. De veilingprocedure

Artikel 22. Toelating tot de veiling

De minister deelt de aanvrager wiens aanvraag niet buiten behandeling is gesteld, geheel is afgewezen of is geweigerd op grond van artikel 3.18, schriftelijk mee:

  • a. dat hij als deelnemer wordt toegelaten tot de veiling;

  • b. het aantal vergunningen dat de deelnemer, gelet op zijn aanvraag en artikel 3.11 van de wet, ten hoogste kan verwerven.

Artikel 23. Mededelingen minister aan deelnemers vóór de veiling

De minister deelt de deelnemers uiterlijk twee weken voor de aanvang van de veiling schriftelijk mee:

  • a. de datum, de aanvangstijd en de duur van de eerste biedronde;

  • b. de voor de veiling benodigde programmatuur;

  • c. het telefoonnummer en het e-mailadres waarop de minister bereikbaar is;

  • d. de combinatie van een gebruikersnaam en wachtwoord van de deelnemer;

  • e. het internetadres waarop de deelnemer inlogt om aan de veiling deel te nemen.

Artikel 24. De biedronden

  • 1 De minister bepaalt het tijdstip en de duur van de biedronden.

  • 2 Een biedronde eindigt op het tijdstip waarop de door de minister bepaalde duur van de biedronde is verstreken of, indien dat eerder is, op het tijdstip waarop alle resterende deelnemers een bod of exitbod hebben uitgebracht.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, kan de minister bij het vaststellen van de duur van een biedronde bepalen dat de biedronde niet eerder eindigt dan nadat de door de minister bepaalde duur is verstreken.

  • 4 De prijs per vergunning in de eerste biedronde is € 50.000,–.

  • 5 De minister bepaalt de prijs in de tweede en daaropvolgende biedronden.

Artikel 25. Verlenging biedronden

  • 1 Voor een deelnemer die een biedronde laat verstrijken zonder dat hij een bod of, indien van toepassing, exitbod heeft uitgebracht, wordt de betreffende biedronde van rechtswege verlengd met 30 minuten.

  • 2 Per deelnemer worden ten hoogste twee biedronden van rechtswege verlengd, waarbij niet worden meegerekend de biedronden waarvoor de minister op grond van de artikelen 18 of 20, heeft besloten dat deze opnieuw worden gehouden.

  • 3 De minister kan besluiten dat de biedronden niet worden meegerekend waarin het niet uitbrengen van een bod of exitbod het gevolg was van technische problemen die zijn ontstaan vóór het verstrijken van de biedronde.

  • 4 In afwijking van artikel 24, tweede en derde lid, eindigt een biedronde als bedoeld in het eerste lid op het moment dat de termijn van 30 minuten is verstreken of, indien dat eerder is, op het tijdstip waarop alle deelnemers wiens biedronde van rechtswege is verlengd een bod of exitbod hebben uitgebracht.

  • 5 De minister deelt de verlenging van een biedronde zo spoedig mogelijk mee aan alle deelnemers.

Artikel 26. De veilingregels

  • 1 Een deelnemer brengt een bod uit in iedere biedronde waaraan hij deelneemt.

  • 3 In de tweede en daaropvolgende biedronden is het bod telkens gelijk aan of lager dan het bod dat de deelnemer heeft uitgebracht in de voorafgaande biedronde.

  • 4 Een deelnemer die zijn bod verlaagt ten opzichte van zijn bod in een voorafgaande biedronde brengt tevens een exitbod uit.

  • 5 Een exitbod bestaat uit een bedrag in hele euro’s nauwkeurig dat:

    • a. gelijk is aan, of hoger is dan, de prijs die de minister heeft bepaald voor de voorafgaande biedronde, en

    • b. lager is dan de prijs die de minister heeft bepaald voor de biedronde waarin de deelnemer zijn bod verlaagt.

  • 6 Een deelnemer die in een biedronde zijn bod verlaagt met méér dan één vergunning brengt voor de tweede en daaropvolgende vergunningen waarmee hij zijn bod verlaagt afzonderlijke exitbiedingen uit die voor iedere verlaging met één vergunning gelijk zijn aan, of hoger zijn dan, zijn voorafgaande exitbod.

  • 7 Een deelnemer die een biedronde of een verlengde biedronde laat verstrijken zonder een bod uit te brengen, brengt in de daaropvolgende biedronden geen bod uit.

Artikel 27. Mededelingen minister na biedronden

  • 1 Zo spoedig mogelijk na het einde van een biedronde deelt de minister:

    • a. alle deelnemers mee:

      • 1°. het nummer van die biedronde;

      • 2°. het aantal deelnemers dat een bod heeft uitgebracht;

      • 3°. het aantal vergunningen dat in totaal is geboden;

      • 4°. het aantal exitbiedingen, en

      • 5°. de aanvangstijd, de duur en het nummer van, alsmede de prijs in, de volgende biedronde.

    • b. iedere deelnemer afzonderlijk mee:

    • 1°. zijn bod of exitbiedingen in de afgelopen biedronde of het gebrek daaraan;

    • 2°. het aantal keer dat hij nog in aanmerking komt voor een verlenging als bedoeld in artikel 25, eerste lid.

  • 2 Het eerste lid, onderdeel a, onder 5⁰, is niet van toepassing na het einde van de laatste biedronde, bedoeld in artikel 28, eerste lid.

Artikel 28. Laatste biedronde en aanmerking winnende biedingen

  • 1 De laatste biedronde is de biedronde waarin het aantal vergunningen dat in totaal is geboden gelijk is aan of kleiner is dan het aantal vergunningen dat op grond van artikel 2 beschikbaar is.

  • 2 Indien het aantal vergunningen gelijk is aan het aantal vergunningen dat op grond van artikel 2 beschikbaar is, merkt de minister alle in de laatste biedronde gedane biedingen aan als winnende biedingen.

  • 3 Indien het aantal vergunningen kleiner is dan het aantal vergunningen dat op grond van artikel 2 beschikbaar is, merkt de minister de volgende biedingen aan als winnende biedingen:

    • a. alle biedingen die zijn gedaan in de laatste biedronde, gevolgd door

    • b. de hoogste exitbiedingen die in de voorafgaande biedronde zijn gedaan op de resterende vergunningen.

  • 4 Indien twee of meer exitbiedingen als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, gelijk zijn, en onvoldoende vergunningen resteren om elk van deze exitbiedingen als winnende biedingen aan te merken, vindt het aanmerken van deze exitbiedingen als winnende biedingen plaats door middel van een loting, waarbij gebruik wordt gemaakt van het elektronisch veilingsysteem.

Artikel 29. Bekendmaking winnende biedingen

De minister maakt zo spoedig mogelijk na de veiling aan alle deelnemers bekend:

Hoofdstuk 6. Vergunningverlening en afwijzing aanvragen na de veilingfase

§ 1. Algemene bepaling

Artikel 30. Verlening vergunningen aan winnende deelnemers en afwijzing aanvragen niet-winnende deelnemers

  • 1 De minister verleent de winnende deelnemers de door hen gewonnen vergunningen, nadat zij de verschuldigde bedragen, bedoeld in artikel 31, hebben betaald.

  • 2 De minister wijst de aanvragen af van niet-winnende deelnemers en van aanvragers die van deelname of verdere deelname waren uitgesloten.

§ 2. Winnende deelnemers

Artikel 31. Betaling en hoogte van verschuldigde bedrag

  • 1 De winnende deelnemer betaalt het door hem verschuldigde bedrag binnen twee weken na de mededeling, bedoeld in artikel 29.

  • 2 Het verschuldigde bedrag per vergunning is gelijk aan:

    • a. de prijs die de minister heeft bepaald voor de laatste biedronde, of

    • b. het laagste exitbod dat als winnend bod is aangemerkt, indien één of meer exitbiedingen als winnende biedingen zijn aangemerkt

Artikel 32. Terugstorten waarborgsommen en teruggave bankgaranties winnende deelnemers

  • 1 Indien de winnende deelnemer een waarborgsom heeft gestort, wordt de waarborgsom aangewend voor de betaling van het voor de vergunning of vergunningen verschuldigde bedrag, met dien verstande dat:

    • a. indien de waarborgsom van een deelnemer minder dan het verschuldigde bedrag bedraagt, die deelnemer het restant van het verschuldigde bedrag betaalt, en

    • b. indien de waarborgsom van een deelnemer méér dan het verschuldigde bedrag bedraagt, het bedrag van de waarborgsom dat resteert aan die deelnemer wordt teruggestort uiterlijk twee weken nadat de vergunning, bedoeld in artikel 30, is verleend.

  • 2 Artikel 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met dien verstande dat de minister slechts de rente vergoedt over het deel van de waarborgsom dat wordt teruggestort.

§ 3. Niet-winnende deelnemers en uitgesloten aanvragers

Artikel 33. Terugstorten waarborgsommen en teruggave bankgaranties aan niet-winnende deelnemers en uitgesloten aanvragers

Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing op de waarborgsom of bankgarantie van niet-winnende deelnemers en van aanvragers die van deelname of verdere deelname waren uitgesloten.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 34. Wijzigingen Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële FM-radio-omroep

[Red: Wijzigt de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële FM-radio-omroep.]

Artikel 35. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd.

Artikel 36. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 7.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 december 2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Bijlage 1. Als bedoeld in artikel 6

Verklaring aanvrager dat geen sprake is van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk kunnen doen aan de mededinging

Ondergetekende verklaart dat hij en, indien er sprake is van rechtspersonen als bedoeld in artikel 3.11, tweede lid, van de Telecommunicatiewet, anderen die zijn betrokken bij die rechtspersonen, zich voorafgaand aan de indiening van de aanvraag hebben onthouden van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan de mededinging in het kader van de veilingprocedure en zich zullen onthouden van het maken van dergelijke afspraken of het doen van dergelijke gedragingen.

Naam aanvrager (rechtspersoon):

Bevoegde perso(o)n(en) die namens de aanvrager ondertekent (natuurlijk perso(o)n(en)):

Naam:

Handtekening:

Naam:

Handtekening:

Naam:

Handtekening:

Naam:

Handtekening:

Bijlage 2. Als bedoeld in artikel 7, vierde lid

– Model aanvraagformulier –

Onderdeel A. Bestuurdersverklaring

Ondergetekende(n), (gezamenlijk) bevoegd op grond van het bij deze aanvraag overgelegde uittreksel uit het handelsregister, de overgelegde statuten en/of de overgelegde volmacht, verklaart/verklaren dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt juist en volledig is.

A.1. Bestuurder

Naam ondergetekende:.....

Plaats:.....

Datum:.....

Handtekening:.....

A.2. (voor zover van toepassing, gezamenlijk bevoegde) bestuurder

Naam ondergetekende:.....

Plaats:.....

Datum:.....

Handtekening:.....

A.3. (voor zover van toepassing, gezamenlijk bevoegde) bestuurder

Naam ondergetekende:.....

Plaats:.....

Datum:.....

Handtekening:.....

Onderdeel B. De aanvrager

B.1. Algemeen

  • a) Statutaire naam aanvrager:.....

  • b) Rechtsvorm:.....

  • c) Nummer van inschrijving in het handelsregister of daarmee vergelijkbaar register:.....

  • d) E-mailadres:.....

  • e) Het telefoonnummer waarop in geval van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 18 van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 7 (hierna: de Regeling) de vertegenwoordigingsbevoegde(n), bedoeld in onderdeel B.2, tijdens de veiling bereikbaar is (zijn):.....

Bij de aanvraag wordt gevoegd:

  • f) Recente uittreksels, niet ouder dan een maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, gevoegd uit het handelsregister of daarmee vergelijkbaar register, van:

  • g) Meest recente statuten van:

  • h) De ingevolge artikel 6 van de Regeling vereiste ondertekende verklaring, overeenkomstig bijlage 1 van de Regeling.

  • i) Een kopie van de ondertekenende toestemming van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008 (zie artikel 5 van de Regeling).

B.2. Vertegenwoordigingsbevoegdheid

Opgave en overlegging van een kopie van het hieronder ingevulde geldige identiteitsbewijs van degene(n) die bevoegd is (zijn) om de aanvrager rechtsgeldig te vertegenwoordigen in verband met deze aanvraag en alle handelingen gedurende de veilingprocedure, met opgave van eventuele beperkingen met betrekking tot die vertegenwoordigingsbevoegdheid.

Indien de vertegenwoordigingsbevoegdheid niet blijkt uit het handelsregister of een daarmee vergelijkbaar register, maar uit een volmacht, moet een kopie van die volmacht worden bijgevoegd.

Indien de vertegenwoordigingsbevoegdheid blijkt uit de statuten, wordt het betrokken artikelnummer van de statuten vermeld.

B.2.1. Functionaris 1

Naam:.....

Volledige voornamen:.....

Functie bij aanvrager:.....

Soort identiteitsbewijs:.....

Nummer identiteitsbewijs:.....

Vertegenwoordigingsbevoegdheid (bijv. zelfstandig/gezamenlijk met):.....

Opgave van beperkingen van bevoegdheid:.....

Bevoegdheid blijkt uit:.....

Beperking(en) van de bevoegdheid blijken uit:.....

Handtekening:.....

B.2.2. Functionaris 2

Naam:.....

Volledige voornamen:.....

Functie bij aanvrager:.....

Soort identiteitsbewijs:.....

Nummer identiteitsbewijs:.....

Vertegenwoordigingsbevoegdheid (bijv. zelfstandig/gezamenlijk met):.....

Opgave van beperkingen van bevoegdheid:.....

Bevoegdheid blijkt uit:....

Beperking(en) van de bevoegdheid blijken uit:.....

Handtekening:.....

B.2.3. functionaris 3

Naam:.....

Volledige voornamen:.....

Functie bij aanvrager:.....

Soort identiteitsbewijs:.....

Nummer identiteitsbewijs:.....

Vertegenwoordigingsbevoegdheid (bijv. zelfstandig/gezamenlijk met):.....

Opgave van beperkingen van bevoegdheid:.....

Bevoegdheid blijkt uit:.....

Beperking(en) van de bevoegdheid blijken uit:.....

Handtekening:.....

B.2.4. Functionaris 4

Naam:.....

Volledige voornamen:.....

Functie bij aanvrager:.....

Soort identiteitsbewijs:.....

Nummer identiteitsbewijs:.....

Vertegenwoordigingsbevoegdheid (bijv. zelfstandig/gezamenlijk met):.....

Opgave van beperkingen van bevoegdheid:.....

Bevoegdheid blijkt uit:.....

Beperking(en) van de bevoegdheid blijken uit:.....

Handtekening:.....

B.3. statutaire en financiële positie

Voor onderstaande onderdelen geldt als peildatum de eerste dag waarop een aanvraag kan worden ingediend zoals genoemd in het bekendmakingsbesluit:

  • B.3.1 De aanvrager is een rechtspersoon, opgericht in overeenstemming met het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte. Ten tijde van de aanvraag is:

  • B.3.2 De aanvrager is wel/niet* ontbonden.

  • B.3.3 De aanvrager is wel/niet* failliet verklaard.

  • B.3.4 De aanvrager heeft wel/niet* eigen aangifte tot faillissement gedaan.

  • B.3.5 en verzoek tot faillissement van de aanvrager is wel/niet* ingediend.

  • B.3.6 Aan de aanvrager is wel/geen* surseance van betaling verleend.

  • B.3.7 De aanvrager heeft wel/geen* aanvraag tot surseance van betaling gedaan.

  • * Doorhalen wat niet van toepassing is.

B.4. informatie aangaande verbonden instellingen

B.4.1. Beschrijving eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen

Bij de aanvraag wordt een beschrijving gevoegd van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen die de rechtspersoon raken. De beschrijving moet inzicht geven in alle banden met andere partijen, zodat kan worden nagegaan of zodanige verbondenheid bestaat met andere aanvragers van vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte in allotment 9C van het Nationaal Frequentieplan dat sprake is van één rechtspersoon als bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep.

De beschrijving bevat in elk geval gegevens, inclusief de bijbehorende documenten, genoemd in onderdeel a tot en met g. In het geval het subonderdeel niet van toepassing is, dient dit als zodanig bij het betreffende subonderdeel te worden aangeven:

  • a. de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen, zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen, en de verdeling over de aandeelhouders. Dit alles ten aanzien van de aanvrager;

  • b. het vreemde vermogen van de aanvrager, zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen, en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt, wie de financiële middelen ter beschikking hebben gesteld en aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend;

  • c. de wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen en de vergadering van aandeelhouders onder meer bij benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen;

  • d. aan wie en onder welke condities en beperkingen doorlopende volmachten zijn gegeven om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie), in welk geval een kopie of kopieën van verleende geldige volmachten bij de aanvraag worden gevoegd;

  • e. het doel en de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze aandeelhouders rechtspersonen zijn;

  • f. bestaande en voorgenomen overeenkomsten tussen enerzijds de aanvrager of een rechtspersoon die behoort tot de groep, bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van de aanvrager en anderzijds rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen, die zelf of via een dochter- of moedervennootschap radioprogramma’s via de ether verzorgen of van plan zijn dat te doen,(in welk geval een kopie van bestaande en voorgenomen overeenkomsten bij de aanvraag worden gevoegd, of, indien deze informatie niet is vastgelegd, een volledige beschrijving wordt opgenomen in de aanvraag), en

  • g. andere dan de onder a tot en met e bedoelde banden die de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen van de rechtspersoon raken en die van belang (kunnen) zijn voor de beoordeling of er sprake is van een instelling in die zin van artikel 3 van de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep.

B.4.2. Extra bij te voegen documenten

De aanvrager voegt in verband met de in onderdeel B.4.1 bedoelde toetsing op verbondenheid bovendien de volgende documenten bij de aanvraag (voor zover van toepassing):

  • a. een kopie van het aandeelhoudersregister van de aanvrager, waaruit blijkt wie de aandeelhouders zijn ten tijde van de aanvraag;

  • b. een kopie van verleende geldige volmachten;

  • c. kopieën van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager en in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager;

  • d. kopieën van documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.

B.5. Verklaring notaris

Ondergetekende, notaris te..... (plaatsnaam)

verklaart, zonder voorbehoud, dat op het moment dat hij/zij deze verklaring ondertekent:

  • (i) de informatie die in deze aanvraag is verstrekt onder B.1, onderdelen a, b, c, g, onder i en ii, B.3.1, B.3.2, B.3.3 en B.3.6 door hem/haar is geverifieerd en juist en volledig is bevonden;

  • (ii) dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt onder B.1, onderdelen g, onder iii, h, B.3.4, B.3.5, B.3.7 en B.4 door hem/haar naar beste kunnen is geverifieerd en naar zijn oordeel juist en volledig is;

  • (iii) de personen genoemd bij B.2 door hem/haar zijn geïdentificeerd in persoon, volgens de regels van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, ten behoeve van de minister, ten bewijze waarvan een kopie van het identiteitsbewijs aan de hand waarvan verificatie van de identiteit heeft plaatsgevonden hierbij wordt gevoegd, en dat die personen in zijn/haar bijzijn zijn/haar handtekening heeft geplaatst bij B.2.

Naam:.....

Plaats:.....

Datum:.....

Handtekening:.....

De verklaring van de notaris mag desgewenst door middel van een bijlage worden verstrekt.

Onderdeel C. De aanvraag

C.1. Hoeveel vergunningen vraagt u aan?

Dit onderdeel vult u in met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.11 van de Wet en artikel 5a van de (gewijzigde) Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep.

  • Mijn aanvraag heeft betrekking op één (1) vergunning.*

  • Mijn aanvraag heeft betrekking op twee (2) vergunningen.*

  • Mijn aanvraag heeft betrekking op drie (3) vergunningen.*

  • Mijn aanvraag heeft betrekking op vier (4) vergunningen.*

* U kunt slechts 1 hokje aankruisen.

N.B. : Het aantal vergunningen waar u over wenst te beschikken is ook van belang voor de omvang van de zekerheidsstelling als bedoeld in artikel 8 van de Regeling.

Bijlage 3. Als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b

– Model bankgarantie –

  • I. De ondergetekende ..................… (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte),* gevestigd te ..................…, mede kantoorhoudende te .................., hierna te noemen: ‘de Bank’;

    In aanmerking nemende:

    • A. dat artikel 3.13, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van andere frequentieruimte dan die welke in het frequentieplan is aangewezen als frequentieruimte waarvan het gebruik zonder vergunning is toegestaan, dan wel die op grond van de artikelen 3.5 tot en met 3.5b van de Telecommunicatiewet is toegewezen, een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: ‘de Minister’);

    • B. dat de Minister in het Besluit bekendmaking veiling DAB+ laag 7 heeft bekendgemaakt dat de vergunningen voor digitale radio-omroep in allotment 9C (laag 7) middels een veilingprocedure zullen worden verdeeld;

    • C. dat ...........................… (naam aanvrager), rechtspersoon naar .....................…. (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)* recht, waarvan de zetel is gevestigd te ..............................…, kantoorhoudende te .............................., hierna te noemen: ‘de Aanvrager’, voornemens is een bieding uit te brengen in de veiling teneinde een of meer vergunningen als opgenomen in het onder B bedoelde bekendmakingsbesluit te verwerven;

    • D. D. dat de Minister met betrekking tot de verdeling van deze vergunningen in band III regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 7 (hierna: de Regeling);

    • E. dat degene die een aanvraag om de voornoemde vergunningen indient op grond van artikel 8 van de Regeling verplicht is voor de vergunning een zekerheid te verschaffen door een waarborgsom ter grootte van € 50.000 per vergunning, waar de aanvraag op grond van artikel 3 van de Regeling betrekking op heeft, te storten dan wel voor dat bedrag een bankgarantie te verstrekken. Deze zekerheid heeft een looptijd tot, in geval van afwijzing van de aanvraag, het tijdstip van die afwijzing, tot, in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, het tijdstip van het besluit om de aanvraag niet te behandelen, of tot, in geval van toewijzing van de aanvraag, het tijdstip waarop het bod volledig is betaald.

    • F. dat de Aanvrager op grond hiervan is gehouden een waarborgsom te storten of een bankgarantie te doen stellen ter zekerheid van al hetgeen de aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

    • G. dat de Aanvrager de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is;

  • II. Verbindt zich tot het navolgende:

    • 1. De Bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van € .........…** (zegge: ..................… euro**), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de Bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

    • 2. De Bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

    • 3. Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

    • 4. Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de Bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de Bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de Minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.

    • 5. Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

    • 6. Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de Bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen een mededeling ontving als bedoeld onder 2 waaraan de Bank nog niet voldeed. Op verzoek van de Bank zal de Staat deze bankgarantie nadat deze is vervallen retourneren aan de Bank.

Plaats: ...........................................................................

Datum: ...........................................................................

Naam Bank en ondertekening:

...........................................................................

* hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld.

** het bedrag invullen overeenkomstig de formule: € 50.000 x het aantal vergunningen waar de aanvraag betrekking op heeft. Dit betekent dat als de aanvraag betrekking heeft op één vergunning de bankgarantie € 50.000 betreft en als de aanvraag op twee vergunningen betrekking heeft de bankgarantie € 100.000 betreft, etc.

Naar boven