Beleidsregel tegemoetkoming huurders, woningcorporaties en particuliere verhuurders aardbevingsgebied Groningen

[Regeling vervallen per 01-07-2023.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-07-2022 t/m 15-03-2023

Beleidsregel van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 oktober 2020 over de verstrekking van een tegemoetkoming aan woningcorporaties en aan huurders van woningcorporaties in het aardbevingsgebied Groningen (Beleidsregel tegemoetkoming aan woningcorporaties en huurders, woningcorporaties en particuliere verhuurders aardbevingsgebied Groningen)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 4:81 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. (Begripsbepalingen)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • hoofdhuurder: degene die een overeenkomst heeft voor de huur van een woning, alsmede een medehuurder indien hij de hoofdhuurder bij diens overlijden in de hoedanigheid van hoofdhuurder is opgevolgd;

  • NCG: Nationaal Coördinator Groningen genoemd in het Instellingsbesluit Nationaal Coördinator Groningen;

  • particuliere verhuurder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een woning die gelegen in de gemeente Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen of Oldambt in eigendom heeft en deze verhuurd;

  • tegemoetkoming: tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • versterking: de uitvoering van maatregelen die noodzakelijk zijn voor het aardbevingsbestendig versterken van een woning;

  • wisselwoning: woning die een woningcorporatie of een particuliere verhuurder tijdelijk ter beschikking stelt aan een hoofdhuurder, gedurende de periode dat de hoofdhuurder de eigen huurwoning niet kan bewonen in verband met de versterking van zijn huurwoning;

  • woningcorporatie: Acantus, Lefier, Stichting Uithuizer Woningbouw, Woningstichting De Delthe, Woongroep Marenland, Woonstichting Groninger Huis, stichting Woonzorg Nederland en Woonstichting Wierden en Borgen.

Artikel 2. (Verstrekking en hoogte tegemoetkoming)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 De NCG verstrekt op aanvraag aan:

    • a. de hoofdhuurder:

      • 1°. die in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 oktober 2020 gedurende de versterking van zijn huurwoning in een wisselwoning heeft verbleven of die voor 31 oktober 2020 tijdelijk naar een wisselwoning is verhuisd en daar op 1 november 2020 nog in verbleef, een eenmalige tegemoetkoming van 500 euro. Indien de hoofdhuurder tijdens zijn verblijf in de wisselwoning de kosten voor nutsvoorzieningen en internetaansluiting in die wisselwoning zelf heeft bekostigd, wordt dit bedrag verhoogd met € 45 voor iedere week dat de hoofdhuurder in de wisselwoning heeft verbleven;

      • 2°. van wie de huurwoning in de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 november 2020 is versterkt en die gedurende de versterking in zijn huurwoning heeft verbleven, een eenmalige tegemoetkoming van 500 euro;

      • 3°. van wie de huurwoning in de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 november 2020 is versterkt en die omwille van die versterking is verhuisd naar een andere huurwoning, een eenmalige tegemoetkoming van 500 euro;

      • 4°. van wie de huurwoning in de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 november 2020 is versterkt en die van die versterking zelf in andere tijdelijke huisvesting heeft voorzien, een eenmalige tegemoetkoming van 500 euro;

    • b. de woningcorporatie die in de periode van 1 oktober 2020 tot aan het moment waarop artikel I, onderdeel F, artikel 13j, van het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen in werking treedt, aan een hoofdhuurder een vergoeding heeft verstrekt voor de kosten die deze huurder had ten gevolge van de versterking van zijn huurwoning, of een vergoeding heeft verstrekt ten behoeve van de kosten die ten gevolge van de versterking voor die huurder zijn gemaakt en die door de woningcorporatie rechtstreeks aan derde partijen zijn uitbetaald, een vergoeding ter hoogte van de aan de hoofdhuurder verstrekte vergoeding met een maximum van € 15.000 per hoofdhuurder;

    • c. de particuliere verhuurder die in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 1 april 2022 aan een hoofdhuurder een vergoeding heeft verstrekt voor de kosten die deze huurder had ten gevolge van de versterking van zijn huurwoning, een vergoeding ter hoogte van de aan de hoofdhuurder verstrekte vergoeding met een maximum van € 15.000 per hoofdhuurder.

  • 2 De NCG verstrekt geen tegemoetkoming als de aanvrager reeds uit anderen hoofde een vergoeding heeft ontvangen of zal ontvangen voor gemaakte onkosten of voor zelf aangebrachte voorzieningen.

Artikel 3. (Indienen aanvraag en aanvraagperiode)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 Een aanvraag voor een tegemoetkoming wordt door de hoofdhuurder van een woningcorporatie of de woningcorporatie ingediend bij de NCG, waarbij gebruik wordt gemaakt van een door de NCG vastgesteld formulier dat vanaf 1 maart 2021 beschikbaar is op de website van de NCG.

  • 2 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, voegt de hoofdhuurder van een woningcorporatie:

    • a. een verklaring van de woningcorporatie inzake de periode van zijn verblijf in de wisselwoning en indien de hoofdhuurder zelf de kosten voor nutsvoorzieningen en internetaansluiting in die wisselwoning heeft bekostigd een document waaruit dit blijkt; of

    • b. een machtiging om bij de woningcorporatie die de wisselwoning ter beschikking heeft gesteld na te vragen gedurende welke periode de hoofdhuurder in de wisselwoning heeft verbleven en of hij zelf de kosten voor nutsvoorzieningen en internetvoorziening heeft bekostigd.

  • 3 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, voegt de hoofdhuurder van een woningcorporatie:

    • a. een verklaring van de woningcorporatie inzake de periode waarin de versterking van zijn huurwoning heeft plaatsgevonden; of

    • b. een machtiging om bij de woningcorporatie na te vragen of de hoofdhuurder tijdens de versterking van zijn huurwoning in die huurwoning heeft verbleven.

  • 4 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, voegt de hoofdhuurder van een woningcorporatie:

    • a. een verklaring van de woningcorporatie dat de hoofdhuurder in de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 november 2020 vanwege de versterking van zijn huurwoning is verhuisd naar een andere huurwoning; of

    • b. een machtiging om bij de woningcorporatie na te vragen of de hoofdhuurder in de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 november 2020 vanwege de versterking van zijn huurwoning is verhuisd naar een andere huurwoning.

  • 5 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, voegt de hoofdhuurder van een woningcorporatie:

    • a. een verklaring van de woningcorporatie dat de hoofdhuurder in de periode van de versterking van zijn huurwoning zelf tijdelijk in andere huisvesting heeft voorzien; of

    • b. een machtiging om bij de woningcorporatie na te vragen of de hoofdhuurder tijdens de versterking van zijn huurwoning zelf tijdelijk in andere huisvesting heeft voorzien.

  • 6 Bij een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, voegt de woningcorporatie in ieder geval:

    • a. een overzicht van de adressen van de woningen waarvoor zij aan de hoofdhuurder een vergoeding heeft verstrekt voor de kosten die deze huurder had ten gevolge van de versterking van zijn huurwoning, of een vergoeding heeft verstrekt ten behoeve van de kosten die ten gevolge van de versterking voor die huurder zijn gemaakt en die door de woningcorporatie rechtstreeks aan derde partijen zijn uitbetaald, in de periode van 1 oktober 2020 tot aan het moment waarop artikel I, onderdeel F, artikel 13j, van het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen in werking treedt; en

    • b. een afschrift van het bewijs van betaling van deze kosten aan de hoofdhuurder.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 Een aanvraag voor een tegemoetkoming wordt door de hoofdhuurder van een particuliere verhuurder of de particuliere verhuurder ingediend bij de NCG, waarbij gebruik wordt gemaakt van een door de NCG vastgesteld formulier dat vanaf 1 augustus 2021 beschikbaar is op de website van de NCG.

  • 2 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, voegt de hoofhuurder van een particuliere verhuurder:

    • a. een verklaring van de particuliere verhuurder inzake de periode van het verblijf van de hoofdhuurder in de wisselwoning;

    • b. een door de hoofdhuurder en de particuliere verhuurder ondertekende huurovereenkomst die betrekking heeft op huurwoning van de hoofdhuurder;

    • c. een bankafschrift waaruit blijkt dat de hoofdhuurder in de periode van de versterking van zijn huurwoning drie maal de maandhuur voor zijn huurwoning heeft betaald aan de particuliere verhuurder; en

    • d. indien de hoofdhuurder zelf de kosten voor nutsvoorzieningen en internetaansluiting in de wisselwoning heeft bekostigd een document waaruit dit blijkt.

  • 3 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, voegt de hoofdhuurder van een particuliere verhuurder:

    • a. een verklaring van de particuliere verhuurder inzake de periode waarin de versterking van de huurwoning van de hoofdhuurder heeft plaatsgevonden;

    • b. een door de hoofdhuurder en de particuliere verhuurder ondertekende huurovereenkomst die betrekking heeft op de huurwoning van de hoofdhuurder; en

    • c. een bankafschrift waaruit blijkt dat de hoofdhuurder in de periode van de versterking van zijn huurwoning drie maal de maandhuur voor zijn huurwoning heeft betaald aan de particuliere verhuurder.

  • 4 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, voegt de hoofdhuurder van de particuliere verhuurder:

    • a. een verklaring van de particuliere verhuurder dat de hoofdhuurder in de periode tussen 1 oktober 2015 en 1 november 2020 vanwege de versterking van zijn huurwoning is verhuisd naar een andere huurwoning; en

    • b. een door de hoofdhuurder en de particuliere verhuurder ondertekende huurovereenkomst die betrekking heeft op de huurwoning van de hoofdhuurder.

  • 5 Bij de aanvraag voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, voegt de hoofdhuurder van de particuliere verhuurder:

    • a. een verklaring van de particuliere verhuurder dat de hoofdhuurder in de periode van de versterking van zijn huurwoning zelf tijdelijk in andere huisvesting heeft voorzien;

    • b. een door de hoofdhuurder en de particuliere verhuurder ondertekende huurovereenkomst die betrekking heeft op de huurwoning van de hoofdhuurder; en

    • c. een bankafschrift waaruit blijkt dat de hoofdhuurder in de periode van de versterking van zijn huurwoning drie maal de maandhuur voor zijn huurwoning heeft betaald aan de particuliere verhuurder.

  • 6 Bij een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, voegt de particuliere verhuurder in ieder geval:

    • a. een overzicht van de adressen van de woningen waarvoor hij aan de hoofdhuurder een vergoeding heeft verstrekt voor de kosten die deze hoofdhuurder had ten gevolge de versterking van zijn huurwoning in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 1 april 2022; en

    • b. een bankafschrift waaruit blijkt dat de particuliere verhuurder deze kosten aan de hoofdhuurder heeft betaald.

Artikel 4. (Besluit en uitbetaling)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 De NCG besluit binnen acht weken na het ontvangen van een aanvraag of een tegemoetkoming wordt verstrekt.

  • 2 De NCG betaalt het bedrag van de tegemoetkoming in één keer uit.

Artikel 5. (Intrekking)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

  • 1 De NCG kan een besluit tot verstrekking van een tegemoetkoming intrekken indien:

    • a. de aanvrager aan wie een tegemoetkoming is verstrekt onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor een tegemoetkoming ten onrechte is verstrekt;

    • b. het besluit tot verstrekking van een tegemoetkoming anderszins onjuist was en de aanvrager dat wist, dan wel behoorde te weten.

  • 2 De NCG vordert een bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.

Artikel 6. (Inwerkingtreding)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 november 2020.

Artikel 7. (Citeertitel)

[Regeling vervallen per 01-07-2023]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel tegemoetkoming huurders, woningcorporaties en particuliere verhuurders aardbevingsgebied Groningen.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

Naar boven