Artikel 2. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
Academische zorg:
Het uitvoeren van topreferente zorg en innovatieve zorg, en de ontwikkeling van nieuwe
vormen van diagnostiek en behandeling. De omschrijving van academische zorg is opgenomen
in onderdeel B van de bijlage bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG (Stb. 2012, 396).
-
Accountant:
Een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
-
Add-ons:
Overige zorgproducten, uitgedrukt in zorgactiviteiten, behorend bij een dbc-zorgproduct.
Alleen zorg op de Intensive Care (IC) alsmede een limitatief aantal dure en weesgeneesmiddelen
zijn gedefinieerd als een add-on. Binnen de overige zorgproducten vallen add-ons onder
de categorie ‘Supplementaire producten’.
-
Beschikbaarheidbijdrage:
Bijdrage als genoemd in artikel 56a Wmg.
-
BBAZ:
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg.
-
Dbc-zorgproduct:
Een dbc-zorgproduct is een declarabele prestatie die is afgeleid uit een subtraject
en zorgactiviteiten via door de NZa vastgestelde beslisbomen. Een subtraject dat voldoet
aan de voorwaarden met betrekking tot de afleiding ervan, leidt, in combinatie met
het zorgprofiel, tot een declarabel dbc-zorgproduct.
-
Dbc-zorgproductcode:
Het unieke nummer van een dbc-zorgproduct dat bestaat uit negen posities, te weten
dbc-zorgproductgroepcode (zes posities) en een code voor het specifieke dbc-zorgproduct
binnen de dbc-zorgproductgroep (drie posities).
-
Directe kosten:
Alle kosten die worden gemaakt door de organisatieonderdelen die direct betrokken
zijn bij het leveren van een zorgprestatie aan een patiënt. Het betreft derhalve de
kosten die in het primaire zorgproces ontstaan, ofwel in de organisatiedelen die in
direct contact met de patiënt staan.
-
Gereguleerd segment:
Het geheel van prestaties waarvoor de NZa maximumtarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg, vaststelt.
-
Incidentele baten / lasten:
Buitengewone baten en lasten welke incidenteel voorkomen. Als incidentele baten en
lasten worden aangemerkt de baten en lasten die niet uit de gewone bedrijfsuitvoering
van de instelling voortvloeien. Dit geldt ook voor baten en lasten welke aan een ander
boekjaar moeten worden toegerekend.
-
Indirecte kosten:
De kosten die worden gemaakt door organisatieonderdelen die ondersteunend of voorwaardenscheppend
zijn ten behoeve van het primaire proces en die niet direct in contact met de patiënt
staan of de kosten die niet direct zijn toe te wijzen aan de levering van een prestatie
of verrichting aan een patiënt.
-
Kostencategorie:
Een specifieke aanduiding van (clusters van) bepaalde kosten.
-
Kostendrager:
Een eenheid waaraan kosten worden toegerekend. Over het algemeen betreft dit zorgactiviteiten.
Dit kunnen door de NZa vastgestelde zorgactiviteiten zijn, maar ook zorgactiviteiten
die door een instelling zelf aangemaakt zijn.
-
Kostprijs:
De kosten in verband met het verrichten van bepaalde zorgactiviteiten of zorgproducten
waarbij de toerekening plaatsvindt conform het kostprijsmodel als beschreven in de
beleidsregel ‘Kostprijsmodel zorgproducten medisch-specialistische zorg’.
-
Labelsystematiek:
De labelsystematiek bestaat uit acht te onderscheiden patiëntgebonden labels. Per
label zijn variabelen bepaald die van toepassing kunnen zijn op een patiënt; valt
een patiënt onder een van deze labels, dan is sprake van een topreferente patiënt.
-
Onderlinge dienstverlening:
Het leveren van zorg als (onderdeel van een) dbc-zorgproduct door één of meerdere
instellingen of medisch specialisten (niet zijnde de hoofdbehandelaar) op verzoek
van de hoofdbehandelaar.
-
Overige zorgproducten (ozp):
De los declarabele prestaties binnen de medisch-specialistische zorg, niet zijnde
dbc-zorgproducten.
-
Specialist:
Medisch specialist die als zodanig is ingeschreven bij de Registratiecommissie Geneeskundig
Specialisten van de KNMG.
-
Specialist in loondienst:
De specialist die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij een instelling
voor medisch-specialistische zorg.
-
Specialist niet in loondienst:
De specialist die op basis van een mondelinge of schriftelijke overeenkomst, niet
zijnde een arbeidsovereenkomst, werkzaamheden in verband met het leveren van medisch-specialistische
zorg verricht in opdracht van of namens een instelling voor medisch-specialistische
zorg.
-
Topreferente patiënt:
Patiënt die topreferente zorg ontvangt.
-
Topreferente zorg:
Zeer specialistische patiëntenzorg die:
-
• gepaard gaat met bijzondere diagnostiek en behandeling waarvoor geen doorverwijzing
meer mogelijk is;
-
• een infrastructuur vereist waarbinnen vele disciplines op het hoogste deskundigheidsniveau
samenwerken; en
-
• is gekoppeld aan fundamenteel patiëntgericht onderzoek.
-
Totale zorgproductie:
De totale zorgproductie van een zorginstelling bestaande uit alle gedeclareerde zorgproducten
binnen zowel het gereguleerde als het vrije segment binnen een bepaalde periode.
-
Variabel deel BBAZ:
Deel van de beschikbaarheidbijdrage dat de meerkosten van de behandelde academische
patiënten dekt.
-
Vaste deel BBAZ:
Deel van de beschikbaarheidbijdrage dat de kosten dekt voor het in stand houden van
de kennis en infrastructuur voor het continu kunnen leveren van topreferente zorg.
-
Vrij segment:
Het geheel van prestaties waarvoor vrije tarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, Wmg, gelden.
-
Zorgactiviteit:
De zorgactiviteiten zijn de bouwstenen van het dbc-zorgproduct en vormen gezamenlijk
het profiel van een dbc-zorgproduct. Ze bepalen in combinatie met het geregistreerde
subtraject welke prestatie is geleverd en welke dbc-zorgproduct kan worden gedeclareerd.
Daarnaast vormt de onderverdeling in zorgactiviteiten de basis voor overige zorgproducten.
-
Zorgproduct:
Een aanduiding van prestaties binnen de medisch specialistisch zorg. Zorgproducten
zijn onderverdeeld in dbc-zorgproducten en overige zorgproducten.
-
Zorgprofiel:
Alle geregistreerde zorgactiviteiten binnen een dbc-zorgproduct.
-
Zwevende verrichting:
Zorgactiviteiten die uitgevoerd zijn, maar die niet gekoppeld zijn aan een dbc-zorgproduct.