Aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (resterende overheveling van de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-09-2020 t/m heden

Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 29 juni 2020, kenmerk 1708250-207156-PZo, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de resterende overheveling van de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen

De Minister voor Medische Zorg;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 27 mei 2019 en 29 mei 2020 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2018/19, 33 578, nr. 65 en Kamerstukken II 2019/20, 33 578, nr. 80) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

  • eerstelijnsverblijf: zorg als bedoeld in artikel 2.12 van het Besluit zorgverzekering, voor zover het gaat om verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg, zoals huisartsen en klinisch-psychologen die plegen te bieden en paramedische zorg, al dan niet gepaard gaande met verpleging of verzorging;

  • fysio- en oefentherapie: paramedische zorg zoals fysiotherapeuten en oefentherapeuten die plegen te bieden;

  • geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen: generalistische geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in de eerste lijn als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet;

  • geriatrische revalidatiezorg: zorg als bedoeld in artikel 2.5c van het Besluit zorgverzekering;

  • macrobeheersinstrument: het systeem van macrogrenzen als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onder c, van de wet en de daarop ambtshalve per individuele zorgaanbieder afzonderlijk vastgestelde individuele bovengrenzen en de eventueel daarop volgende afdracht aan het Zorgverzekeringsfonds bij gezamenlijke overschrijding van de voor de desbetreffende zorg vastgestelde macrogrens;

  • wet: Wet marktordening gezondheidszorg;

  • zorgautoriteit: Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

  • zorg zoals klinisch-psychologen die plegen te bieden: zorg zoals klinisch-psychologen die plegen te bieden als omschreven bij of krachtens artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering.

Artikel 2. Werkingssfeer

  • 1 Deze aanwijzing is van toepassing op geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

  • 2 In afwijking van het bepaalde onder lid 1, is artikel 5 van toepassing op fysio- en oefentherapie.

Artikel 3. Opdracht

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels en nadere regels vast.

Artikel 4. Prestatiebeschrijvingen en tarieven

  • 1 De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2021 prestatiebeschrijvingen en maximumtarieven vast voor:

    • a. zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden;

    • b. zorg in een groep;

    • c. zorg aan mensen met sterk gestoord gedrag en een lichte verstandelijke beperking;

    • d. reiskosten.

  • 2 De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2021 prestatiebeschrijvingen en vrije tarieven vast voor onderlinge dienstverlening.

Artikel 5. Vervallen van beperkingen fysio- en oefentherapie

De beperkingen ten aanzien van de mogelijkheid tot declareren van fysio- en oefentherapie door instellingen in de zin van de Wet toelating zorginstellingen vervallen met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 6. Financieel kader en macrobeheersbaarheid

Het macrobeheersinstrument voor eerstelijnsverblijf en geriatrische revalidatiezorg1 is van toepassing op de uitgaven voor geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen en de experimenten bedoeld in artikel 7 voor zover de zorg geleverd is bij of krachtens de Zorgverzekeringswet.

Artikel 7. Uitbreiding experimenten

De experimenten maatwerk voor koplopers en proeftuin kortdurende zorg2 worden met ingang van 1 januari 2021 uitgebreid tot de gehele geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg,

M.J. van Rijn

  1. Stcrt. 2016, 36919. ^ [1]
  2. Stcrt. 2019, 38177. ^ [2]
Naar boven