Regeling radiodekking C2000 in bouwwerken

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-07-2020 t/m 31-12-2023

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 9 juni 2020, kenmerk 2903199, over radiodekking ten behoeve van de C2000-dienstverlening in bouwwerken (Regeling radiodekking C2000 in bouwwerken)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 23, eerste lid, van de Politiewet 2012 en de Regeling C2000 en GMS;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Justitie en Veiligheid;

  • b. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag voor een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

  • c. C2000: het radiocommunicatienetwerk ten behoeve van de organisaties met een wettelijke taak op het terrein van openbare orde, veiligheid en hulpverlening;

  • d. C2000-dienstverlening: het samenstel van functies, waaronder spraak en data, dat via het C2000-netwerk wordt aangeboden en afgewikkeld;

  • e. aangewezen gebruiker C2000: een organisatie die een wettelijke taak heeft op het terrein van openbare orde, veiligheid en hulpverlening en ten behoeve van haar operationele processen gebruik maakt van C2000;

  • f. radiodekkingslocatie: bouwwerk waarin na toestemming van de minister radiodekking wordt gecreëerd om binnen dat bouwwerk communicatie via het C2000-netwerk mogelijk te maken;

  • g. voorziening: een radiotechnische installatie die de radiodekking in een bouwwerk verzorgt om C2000-communicatie binnen dat bouwwerk mogelijk te maken;

  • h. koppelvlak: component van het C2000-netwerk waarop een voorziening, onder gedefinieerde voorwaarden, ingekoppeld kan worden;

  • i. inkoppelen: het daadwerkelijk verbinden van een voorziening in een bouwwerk met het C2000-koppelvlak, via een vaste verbinding of door de lucht.

  • j. veiligheidsregio: een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s;

Artikel 2. Radiodekkingslocaties

  • 1 Een bouwwerk is een verplichte radiodekkingslocatie indien de verplichting tot de aanleg en instandhouding van een voorziening voortvloeit uit, of door het bevoegd gezag wordt opgelegd op grond van, artikel 6.40 van het Bouwbesluit 2012.

  • 2 Een bouwwerk is een vrijwillige radiodekkingslocatie indien de minister met een verzoek hiertoe heeft ingestemd. Een verzoek om in het betreffende bouwwerk een voorziening te mogen aanbrengen en in stand houden, kan worden ingediend door:

    • a. de eigenaar van het bouwwerk, door tussenkomst van een aangewezen gebruiker van C2000; of

    • b. een aangewezen gebruiker van C2000 die zelf de eigenaar of gebruiker van een bouwwerk is.

  • 3 De politie informeert het bevoegd gezag van de betreffende gemeente over bouwwerken die een vrijwillige radiodekkingslocatie worden.

  • 4 De politie maakt gedetailleerde procesbeschrijvingen bekend voor de processen rondom de aanvraag en beoordeling van verplichte en vrijwillige radiodekkingslocaties.

Artikel 3. Reikwijdte van de voorziening

  • 1 Indien de politie geen technische of operationele bezwaren ziet, kan een voorziening meerdere kadastraal aaneengesloten bouwwerken van dekking voorzien.

  • 2 Indien de kadastraal aaneengesloten bouwwerken niet dezelfde eigenaar hebben, is een van de eigenaren mede namens de andere eigenaren de aanvrager, contactpersoon en verantwoordelijke voor de voorziening als geheel.

Artikel 4. Aansluitvoorwaarden

  • 1 De minister stelt aansluitvoorwaarden vast en maakt deze bekend.

  • 2 De aansluitvoorwaarden bevatten ten minste:

    • a. de eisen waaraan een voorziening moet voldoen;

    • b. de wijze waarop een voorziening op het C2000-netwerk aangesloten wordt.

  • 3 De politie houdt toezicht op de naleving van de aansluitvoorwaarden.

Artikel 5. De wijze van aansluiten van de voorziening

  • 1 Voor het inkoppelen van een voorziening op het C2000-netwerk wordt geen gebruik gemaakt van de voor C2000 aan- en toegewezen frequentieruimte.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de minister bij uitzondering het gebruik van de aan- en toegewezen frequentieruimte voor de koppeling toestaan, indien:

    • a. lokale omstandigheden dit vereisen;

    • b. sprake is van een dwingende operationele noodzaak; of

    • c. een andere technische oplossing redelijkerwijs niet voorhanden is.

Artikel 6. Keuringen van het koppelvlak

  • 1 De voorziening wordt niet eerder in gebruik genomen dan na een succesvolle ingebruiknamekeuring van het koppelvlak. De politie voert deze ingebruiknamekeuring van het koppelvlak uit op basis van de aansluitvoorwaarden.

  • 2 Na de ingebruikname van de voorziening voert de politie periodieke keuringen uit.

  • 3 Indien een periodieke keuring niet succesvol is, stelt de eigenaar van het bouwwerk de voorziening tot nader order buiten gebruik.

  • 4 De voorziening wordt vervolgens niet eerder opnieuw in gebruik genomen dan na een succesvolle herkeuring.

Artikel 7. Toestemming voor het inkoppelen van de voorziening op het C2000-netwerk

  • 1 Voor het inkoppelen van de voorziening op het C2000-netwerk is toestemming van de minister vereist. De politie stelt vervolgens een koppelvlak beschikbaar voor het inkoppelen.

  • 2 De minister kan de toestemming gemotiveerd weigeren indien de voorziening niet voldoet aan de aansluitvoorwaarden of aansluitprocedures of indien het belang van een goed functionerend C2000-netwerk dat vordert.

  • 3 De minister kan de toestemming voorwaardelijk verlenen bij kleine, het netwerk niet verstorende gebreken of restpunten. De toestemming vervalt indien niet binnen een vooraf gestelde termijn aan vooraf gestelde voorwaarden is voldaan.

  • 4 De minister kan de toestemming tijdelijk schorsen wanneer het belang van een goed functionerend C2000-netwerk dat vordert.

  • 5 De minister kan toestemming intrekken wanneer het belang van een goed functionerend C2000-netwerk dat vordert.

  • 6 De politie stelt de eigenaar van het betreffende bouwwerk, de veiligheidsregio en het bevoegd gezag op de hoogte van een weigering, intrekking of schorsing.

Artikel 8. Financieel

  • 1 De eigenaar van het bouwwerk is verantwoordelijk voor:

    • a. de kosten voor de aanschaf, aanleg en instandhouding van de voorziening;

    • b. de eenmalige kosten voor het koppelvlak waarop de voorziening inkoppelt op het C2000-netwerk en voor de ingebruiknamekeuring;

    • c. de periodieke kosten voor beheer, onderhoud en keuringen van het C2000-koppelvlak; en

    • d. de kosten voor tussentijdse aanpassingen als gevolg van wijzigingen in het C2000-netwerk of veranderingen in de ruimtelijke ordening rondom een bouwwerk.

  • 2 De minister stelt de tarieven ad b en c vast en maakt deze bekend.

Artikel 10. Intrekking

De Beleidsregel Bekendmaking beleid Special Coverage Location van 21 oktober 2005 (Stcrt. 2005, 205) wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling radiodekking C2000 in bouwwerken.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven