Regeling experiment integraal pgb 2019

[Regeling vervallen per 01-10-2022.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 12-02-2020 t/m 30-09-2022

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 februari 2020, kenmerk 1624024-199689-WJZ, houdende tijdelijke regels voor een tweede experiment in het kader van een integraal persoonsgebonden budget op grond van de Wet langdurige zorg (Regeling experiment integraal pgb 2019)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3, zesde en zevende lid, 7, vijfde lid, en 11, eerste lid van het Besluit experiment integraal pgb 2019;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

Het aantal deelnemers dat per gemeente ten hoogste aan het experiment kan deelnemen, is als volgt:

  • a. Alphen aan den Rijn: 40;

  • b. Dalfsen: 20;

  • c. Den Haag: 150;

  • d. Leiden: 40;

  • e. Meppel: 20;

  • f. Nieuwegein: 25;

  • g. Roermond: 25;

  • h. Rotterdam: 180.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

  • 1 Een verzekerde kan deelnemen aan het experiment, zolang hij bereid is en in staat is mee te werken aan hetgeen noodzakelijk is voor het experiment.

  • 2 Een verzekerde kan deelnemen aan het experiment, indien hij zich daartoe voor 1 januari 2021 bij de gemeente heeft aangemeld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

  • 1 De deelnemer sluit een schriftelijke overeenkomst met iedere derde die hij ten laste van zijn integraal budget diensten laat verlenen, behalve voor zover reeds vervoer van een derde is betrokken.

  • 2 Overeenkomsten als bedoeld in het eerste lid worden opgesteld volgens de meest recente door de Sociale verzekeringsbank vigerende vastgestelde toepasselijke modelovereenkomsten, die beschikbaar waren gesteld ten tijde van het afsluiten van die overeenkomst, en bevatten bovendien ten minste:

    • a. een weergave van de wijze waarop de derde zal voorzien in de behoefte aan diensten van degene ten behoeve van wie het budget is verstrekt;

    • b. de verplichting dat een declaratie de vereiste gegevens, bedoeld in artikel 5, vierde lid, bevat of, indien van toepassing, dat wordt gebruikgemaakt van periodieke maandbetalingen;

    • c. een beding, inhoudende dat de gemeente een vordering heeft op de persoon die ten laste van het integraal budget diensten levert, indien het integraal budget naar aanleiding van toerekenbaar handelen van die persoon is ingetrokken of herzien, ter hoogte van het bedrag dat gelijk is aan het door die persoon vanwege dat toerekenbaar handelen ten laste van het integraal budget ten onrechte ontvangen bedrag;

    • d. indien de uitkering van vakantiebijslag als bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van toepassing is, een beding, inhoudende dat in het te betalen bruto loon het vakantiegeld is verdisconteerd.

  • 3 De overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, behoeft de goedkeuring van het college en de Sociale verzekeringsbank.

  • 4 Het college kan de goedkeuring slechts geven indien de overeenkomst voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid.

  • 5 In het geval dat de overeenkomst betrekking heeft op de kosten van zorginfrastructuur van een kleinschalig wooninitiatief als bedoeld in artikel 5.17, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Regeling langdurige zorg, kan het college de goedkeuring tevens slechts geven indien dit duidelijk blijkt uit de omschrijving van de wijze waarop de zorgverlener voorziet in de behoefte aan diensten van de deelnemer.

  • 6 De Sociale verzekeringsbank kan haar goedkeuring slechts onthouden wegens strijd met het recht, of in het belang van de uitvoerbaarheid van het integraal budget of van het budgetbeheer, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Besluit.

  • 7 Een wijziging van een goedgekeurde overeenkomst wordt onmiddellijk aan de Sociale verzekeringsbank kenbaar gemaakt door middel van invulling van een daartoe door de Sociale verzekeringsbank beschikbaar gesteld modelformulier.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

  • 1 De Sociale verzekeringsbank voert het budgetbeheer en de betalingen, bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van het Besluit, uit:

    • a. overeenkomstig de beschikking tot verlening van het integraal budget; en

    • b. overeenkomstig een door de deelnemer met een derde gesloten overeenkomst, die overeenkomstig artikel 4 is goedgekeurd.

  • 2 In het kader van het budgetbeheer draagt de Sociale verzekeringsbank voor zover deze verschuldigd zijn loonbelasting, premies voor de sociale verzekeringen en inkomensafhankelijke bijdragen als bedoeld in de Zorgverzekeringswet af.

  • 3 De Sociale verzekeringsbank verricht betalingen uit het integraal budget voor overeengekomen diensten die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst, een overeenkomst van opdracht of een overeenkomst voor vervoer, uitsluitend aan de derde aan de hand van:

    • a. een declaratie voor geleverde diensten; of

    • b. een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bij overeengekomen periodieke maandbetalingen.

  • 4 Een declaratie als bedoeld in het derde lid bevat:

    • a. de naam van de derde; en

      • 1°. het nummer waarmee de derde staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel; of,

      • 2°. indien de derde niet over dat nummer kan beschikken, de geboortedatum of het burgerservicenummer van de derde;

    • b. de naam van de deelnemer en zijn adres of burgerservicenummer of klantnummer bij de Sociale verzekeringsbank;

    • c. het tarief;

    • d. een verantwoording van de overeengekomen resultaten dan wel een overzicht van het aantal te betalen uren en dagdelen of etmalen; en

    • e. een handtekening van de deelnemer of, voor zover van toepassing, diens vertegenwoordiger, indien het een schriftelijke declaratie betreft.

  • 5 De Sociale verzekeringsbank kan een betaling uit het integraal budget geheel of gedeeltelijk beëindigen, weigeren of opschorten:

    • a. bij het intrekken of herzien van een beschikking tot verlening van een integraal budget;

    • b. indien een declaratie niet voldoet aan de voorwaarden van de beschikking, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of aan de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b;

    • c. wegens strijd met het recht, waaronder het recht dat van toepassing is op de overeenkomst, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of het belang van de uitvoerbaarheid van het verrichten van de betalingen uit het integraal budget door de Sociale verzekeringsbank;

    • d. indien de derde een declaratie niet binnen zes weken na de maand waarin de prestatie is verleend, heeft ingediend bij de deelnemer;

    • e. indien de Sociale verzekeringsbank een declaratie niet heeft ontvangen binnen vier weken nadat de deelnemer, deze heeft ontvangen;

    • f. indien het college van de deelnemer bij de toepassing van artikel 4:56 van de Algemene wet bestuursrecht de Sociale verzekeringsbank daarom verzoekt voor een termijn van ten hoogste dertien weken.

  • 6 De Sociale verzekeringsbank verricht betalingen uit het integraal budget zonder dat dit bij beschikking wordt vastgesteld, binnen dertig dagen na ontvangst van de declaratie, tenzij de declaratie of het verzoek onjuist of onvolledig is ingediend. Indien een declaratie niet overeenkomstig het vierde lid is ingediend, en betalingen niet zijn beëindigd, geweigerd of opgeschort, nodigt de Sociale verzekeringsbank de deelnemer uit tot herstel van de declaratie of het verzoek. Na herstel wordt de betaling binnen dertig dagen verricht. De Sociale verzekeringsbank weigert de betaling geheel of gedeeltelijk indien de declaratie of het verzoek niet binnen een door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn is hersteld. Indien de Sociale verzekeringsbank naar aanleiding van een declaratie werkzaamheden verricht als bedoeld in het tweede lid, wordt de termijn, bedoeld in de eerste zin, verlengd met tien dagen.

  • 7 De Sociale verzekeringsbank verricht periodieke maandbetalingen uit het integraal budget zonder dat dit bij beschikking wordt vastgesteld, uiterlijk binnen dertig dagen na afloop van de maand waarin de dienst geleverd is. Indien de Sociale verzekeringsbank naar aanleiding van de periodieke maandbetaling werkzaamheden verricht als bedoeld in het tweede lid wordt de termijn, bedoeld in de eerste zin, verlengd met tien dagen.

  • 8 Indien de deelnemer in aanvulling op de bij beschikking tot verlening van een integraal budget toegekende diensten aanvullende diensten heeft gecontracteerd, betaalt de Sociale verzekeringsbank deze indien daartoe voldoende geld is gestort. De Sociale verzekeringsbank stort na de betaling van de aanvullende diensten binnen redelijke termijn de onbestede gelden terug aan degene die hiervoor het geld heeft gestort.

  • 9 De Sociale verzekeringsbank ondersteunt de deelnemer bij zijn werkgeverstaken waaronder ten aanzien van arbeidsomstandighedenregelgeving, zaakschade en aansprakelijkheid.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

  • 3 De Sociale verzekeringsbank verricht betalingen, indien de declaratie voor vervoerskosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of het verzoek, bedoeld in het tweede lid, is opgesteld met gebruikmaking van een model dat door de Sociale verzekeringsbank daartoe beschikbaar is gesteld.

  • 4 In afwijking van artikel 5, vijfde lid, onderdelen d en e, kan de Sociale verzekeringsbank beslissen tot beëindiging of opschorting van de betalingen of een gehele of gedeeltelijke weigering of opschorting van een betaling uit het integraal budget indien de Sociale verzekeringsbank een declaratie ter betaling van de vervoerskosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet uiterlijk binnen tien weken, na de maand waarin de prestatie is verleend, ontvangt van de deelnemer.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

De deelnemer doet aan de Sociale verzekeringsbank op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van gegevens waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het budgetbeheer, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van het Besluit, of het uitvoeren van betalingen ten laste van het integraal budget.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

In het belang van een gecoördineerde uitvoering van het integraal budget ondersteunt de Sociale verzekeringsbank het college bij de uitoefening van diens taken als de verstrekker van dat budget.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling experiment integraal pgb 2019.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-10-2022]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2019.

Deze regeling zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H.M. de Jonge

Naar boven