Instellingsbesluit Nationale Groep Permanent Hof van Arbitrage

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-02-2020 t/m 29-04-2021

Besluit van 23 januari 2020, nr. 2020000099, houdende instelling van een Nationale Groep van het Permanent Hof van Arbitrage (Instellingsbesluit Nationale Groep Permanent Hof van Arbitrage)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 13 januari 2020, nr. Min-Buza.2019.4726-10;

Gelet op artikel 23 van het op 29 juli 1899 te Den Haag tot stand gekomen Verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen (Stb. 1900, 163 en Trb. 1963, 157);

Gelet op artikel 44 van het op 18 oktober 1907 te Den Haag tot stand gekomen Verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen (Stb. 1910, 73 en Trb. 1963, 158);

Gelet op artikel 4, eerste lid, van het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationaal Gerechtshof (Trb. 1971, 55) (hierna: Statuut IGH);

Gelet op artikel 36, vierde lid, van het op 17 juli 1998 te Rome tot stand gekomen Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 1999, 13) (hierna: Statuut van Rome);

Gelet op paragraaf 3 van de Special Regulations for the award of the Nobel Peace Prize and the Norwegian Nobel Institute;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Onze Minister: Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

  • Nationale Groep: de Nationale Groep van het Permanent Hof van Arbitrage, bedoeld in artikel 2.

Artikel 3

  • 1 De Nationale Groep bestaat uit ten hoogste vier leden. Voor lidmaatschap komen achtereenvolgens in aanmerking:

    • a. De voorzitter van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken;

    • b. De rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met de Nederlandse nationaliteit die is verkozen op basis van een Nederlandse voordracht;

    • c. Een rechter in het Internationaal Gerechtshof met de Nederlandse nationaliteit die is verkozen op basis van een Nederlandse voordracht;

    • d. Een rechter in het Internationaal Strafhof met de Nederlandse nationaliteit die is verkozen op basis van een Nederlandse voordracht en, bij het ontbreken daarvan, een lid van de rechterlijke macht;

    • e. Een rechter in het Internationaal Zeerechttribunaal met de Nederlandse nationaliteit die is verkozen op basis van een Nederlandse voordracht;

    • f. Een lid van de Commissie voor Internationaal Recht van de Verenigde Naties met de Nederlandse nationaliteit die is verkozen op basis van een Nederlandse voordracht.

  • 2 Een lid wordt door Onze Minister benoemd voor een termijn van zes jaar. Beëindiging van de vervulling van een in het eerste lid genoemde functie hangende het lidmaatschap van de Nationale Groep brengt geen beëindiging van het lidmaatschap van de Nationale Groep mee.

  • 3 Het hoofd van de Afdeling internationaal recht van het ministerie van Buitenlandse Zaken treedt op als ambtelijk adviseur van de Nationale Groep.

  • 4 Een lid van de Nationale Groep wordt op zijn of haar verzoek door Onze Minister ontslagen. Hij of zij kan voorts door Onze Minister worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 4

  • 1 Leden van de Nationale Groep zijn lid van het Permanent Hof van Arbitrage en kunnen worden geroepen op te treden als arbiter ten behoeve van de beslechting van interstatelijke geschillen op grond van de Haagse Verdragen voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen van 1899 en 1907.

  • 2 De Nationale Groep kan, via Onze Minister, voordrachten doen aan:

    • a. de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties van kandidaten voor verkiezing tot rechter in het Internationaal Gerechtshof;

    • b. de President van de Vergadering van Staten die Partij zijn bij het Statuut van Rome van een kandidaat voor verkiezing tot rechter in het Internationaal Strafhof;

  • 3 De Nationale Groep kan voordrachten doen aan het Noors Nobelcomité van kandidaten voor de Nobelprijs voor de Vrede.

Artikel 5

De Nationale Groep doet, op verzoek van Onze Minister, een voordracht aan Onze Minister van een kandidaat voor verkiezing tot:

  • a. rechter in het Internationaal Zeerechttribunaal;

  • b. lid van de Commissie voor Internationaal Recht van de Verenigde Naties.

Artikel 6

  • 1 De Nationale Groep overlegt met Onze Minister over het ondersteunen van een voordracht van een kandidaat met de Nederlandse nationaliteit voor verkiezing tot rechter in het Internationaal Gerechtshof. Per verkiezing voor het Internationaal Gerechtshof draagt de Nationale Groep ten hoogste vier kandidaten voor, waarvan er niet meer dan twee de Nederlandse nationaliteit bezitten. Het aantal door de Nationale Groep voorgedragen kandidaten bedraagt ten hoogste twee maal het aantal te bezetten zetels.

  • 2 De Nationale Groep overlegt met Onze Minister over het ondersteunen van een voordracht van een kandidaat met de Nederlandse nationaliteit voor verkiezing tot rechter in het Internationaal Strafhof. Per verkiezing voor het Internationaal Strafhof draagt de Nationale Groep ten hoogste een kandidaat voor met de nationaliteit van een staat die partij is bij het Statuut van Rome.

Artikel 7

  • 1 Voor de selectie van een voor te dragen kandidaat als bedoeld in artikel 4, tweede lid, of artikel 5 volgt de Nationale Groep een eerlijke, transparante en consistente procedure.

  • 2 De Nationale Groep onthoudt zich van de selectie van haar eigen leden voor de functies als bedoeld in artikel 4, tweede lid, of artikel 5, met uitzondering van de éénmalige mogelijkheid voor haar eigen leden om, indien zij een van deze functies vervullen, voor herverkiezing in aanmerking te komen.

Artikel 8

De Nationale Groep neemt bij haar werkzaamheden de geldende internationale voorschriften in acht.

Artikel 10

Koninklijke besluiten die voorafgaand aan inwerkingtreding van dit besluit tot stand zijn gekomen, houdende de benoeming van personen met het oog op het verrichten van de in artikel 4 genoemde werkzaamheden, wier benoemingstermijn nog niet verlopen is, gelden als benoemingsbesluiten op grond van dit besluit.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Nationale Groep Permanent Hof van Arbitrage.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 januari 2020,

Willem-Alexander

De Minister van Buitenlandse Zaken,

S.A. Blok

Naar boven