Regeling Samen cultuurmaken verbreden (Aanloopregeling) – Stimuleren van verbindingen tussen cultuur en sociaal domein

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 07-01-2020 t/m heden

Regeling Samen cultuurmaken verbreden (Aanloopregeling) – Stimuleren van verbindingen tussen cultuur en sociaal domein

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 december 2019;

besluit:

vast te stellen de Regeling Samen cultuurmaken verbreden (Aanloopregeling) – Stimuleren van verbindingen tussen cultuur en sociaal domein

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. actieve cultuurparticipatie: kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

  • b. adviescommissie: een interne of externe adviescommissie zoals bedoeld in het Huishoudelijk reglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • c. Algemeen Subsidiereglement: Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • d. bestuur: het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • e. cultuurmaker: persoon die in zijn of haar vrije tijd actief deelneemt aan kunst, e-cultuur, erfgoed of media;

  • f. Fonds: stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • g. sociaal domein: het domein rond werk, participatie, zelfredzaamheid, jeugd en zorg (inclusief de Wet langdurige zorg) en alle daaraan verwante taken, dat doorgaans gedecentraliseerd beleid is dat bij de gemeente is belegd.;

  • h. culturele instelling: culturele stichting of vereniging zonder winstoogmerk, inclusief cultuur producerende en ondersteunende instellingen;

  • i. cultureel professional: iemand die zelfstandig professioneel actief is op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media;

  • j. Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2. Doel

Met deze regeling stimuleert het Fonds de samenwerking tussen de culturele sector en het sociaal domein. Daarmee beoogt de regeling de toegankelijkheid, zichtbaarheid en erkenning van cultuur in de samenleving te vergroten en de actieve cultuurparticipatie van zoveel mogelijk verschillende groepen mensen op zoveel mogelijk verschillende plekken binnen de samenleving te bevorderen. Het Fonds streeft hierbij naar een evenwichtige regionale spreiding van middelen over doelgroepen en thema’s.

Artikel 3. Wie kan aanvragen

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door een in het Koninkrijk der Nederlanden gevestigde:

    • a. culturele instelling die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een instelling uit het sociaal domein, of

    • b. in het sociaal domein werkzame instelling met rechtspersoonlijkheid, die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een cultureel professional of een culturele instelling, of

    • c. cultureel professional die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een culturele instelling of een instelling uit het sociaal domein.

  • 2 Een aanvrager kan maximaal drie aanvragen indienen.

Artikel 4. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1 De aanvrager kan subsidie aanvragen voor een artistiek-inhoudelijke activiteit, project, experiment, onderzoek, plan of ander initiatief, dat invulling geeft aan het doel van deze regeling.

  • 2 De aanvrager richt zich in het bijzonder op een vernieuwende activiteit of samenwerking tussen het cultureel- en het sociaal domein, met als doel om drempels ten aanzien van actieve cultuurparticipatie weg te nemen.

  • 3 De activiteiten hebben een maximale looptijd van 18 maanden en starten uiterlijk binnen drie maanden na subsidieverlening.

  • 4 De activiteiten starten niet eerder dan na subsidieverlening van de aanvraag.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1

    • a. Het subsidieplafond bedraagt € 3.600.000.

    • b. Van het subsidieplafond is € 600.000 bestemd voor aanvragen die zich specifiek en in hoofdzaak richten op het verlagen van drempels voor cultuurparticipatie van mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking.

  • 2 Het bestuur kan het vastgestelde subsidieplafond wijzigen. Een besluit tot het wijzigen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidie bedraagt minimaal € 25.000 en maximaal € 125.000 per aanvraag.

  • 2 De subsidieontvanger draagt ten minste 20% bij aan de kosten van de activiteit, uit eigen of uit externe middelen.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1 Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds subsidie ontvangt:

  • 2 Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van het indienen van de aanvraag reeds worden uitgevoerd;en

    • b. de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere of terugkerende activiteiten dan wel redelijkerwijs gefinancierd kunnen worden uit het reguliere (taakstellings)budget van de aanvrager.

  • 3 Subsidie kan worden geweigerd als de aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 4 Subsidie wordt geweigerd als de activiteiten niet, of niet voldoende aansluiten bij het doel van de regeling.

  • 5 Subsidie kan worden geweigerd wanneer toekenning leidt tot een onevenwichtige spreiding van middelen over doelgroepen, thema’s en regio’s.

Artikel 8. Voorwaarden en beperkingen

  • 1 Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond; en

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om de activiteiten uit te voeren.

  • 2 De subsidie bedraagt niet meer dan 80% van de totale voor subsidie in aanmerking komende kosten.

  • 3 De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 4 Slechts direct aan de activiteiten gerelateerde kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5 De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van de activiteit.

  • 6 De subsidie van het Fonds mag worden ingezet voor activiteitgebonden materiaalkosten inclusief huur van middelen en accommodaties.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

De subsidieontvanger:

  • a. is verplicht tot het delen, ontwikkelen en monitoren van kennis met betrekking tot de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt. De aanvrager werkt samen met het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) door deelname aan (ten minste) de projectenmonitor en ontmoetingen van het landelijke kennisdelingstraject;

  • b. werkt overeenkomstig de principes van geldende sectorcodes voor goed en integer bestuur en toezicht.

Hoofdstuk 2. Aanvraag

Artikel 10. Indieningstermijnen

  • 1 Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 31 jan 2020 tot en met 14 september 2020.

  • 2 Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen, totdat de aanvraag is aangevuld. Het moment dat de aanvraag volledig is, wordt beschouwd als het moment waarop de aanvraag is ingediend.

Artikel 11. Indieningsvereisten

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2 Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project, een samenwerkingsovereenkomst (indien van toepassing) en een sluitende begroting.

Artikel 12. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit; en

    • c. samenwerking; de wijze van samenwerking tussen de aanvragende partij en de samenwerkingspartner(s) en de mate waarin daarbij de verbinding tussen cultuur en andere domeinen wordt gemaakt.

  • 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag op alle criteria als voldoende te zijn beoordeeld.

  • 3 De wijze waarop aan de criteria wordt getoetst, is terug te vinden bij de toelichting van de regeling.

Artikel 13. Beoordelen aanvragen

De aanvragen die op de juiste wijze zijn ingediend, worden voor advies voorgelegd aan een externe adviescommissie.

Artikel 14. Beoordelingswijze

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 16. Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen, waar bij het opstellen van de regeling geen rekening mee is gehouden, kan het bestuur ten gunste van de aanvrager afwijken van de rechten en plichten die in deze regeling zijn opgenomen.

Artikel 18. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Samen cultuurmaken verbreden (Aanloopregeling) – Stimuleren van verbindingen tussen cultuur en sociaal domein

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

namens deze,

H.G.G.M. Verhoeven

directeur-bestuurder

Naar boven