Wijzigingswet Wet op het kindgebonden budget (verhogen inkomensgrens kindgebonden budget voor paren)

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Wet van 10 juli 2019 tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om gezinnen met kinderen extra te ondersteunen en daartoe het kindgebonden budget voor paren vanaf een hogere inkomensgrens af te bouwen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel Ia

Van de erfbelasting, bedoeld in de Successiewet 1956, is vrijgesteld hetgeen wordt verkregen aan aanspraken op een kindgebonden budget als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget over de berekeningsjaren 2013 tot en met 2017.

Artikel II

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2 Artikel IA werkt terug tot en met 1 januari 2013 en geldt uitsluitend voor erfgenamen die vóór 1 september 2019 op grond van de Successiewet 1956 aangifte hebben gedaan.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 10 juli 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

T. van Ark

Uitgegeven de veertiende november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven