U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2021.]Geraadpleegd op 19-04-2024. Geldend van 19-12-2019 t/m 31-12-2020
Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17-09-2019, nr. 16607745, houdende instelling van een commissie ter evaluatie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Instellingsbesluit Evaluatiecommissie KNAW)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op art. 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2021]
In dit besluit wordt verstaan onder:
1. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. commissie: commissie, bedoeld in artikel 2;
3. KNAW: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
1 Er is een Evaluatiecommissie KNAW.
2 De commissie heeft tot taak de KNAW te evalueren aan de hand van de in de toelichting bij dit besluit geformuleerde vragen. Bij het uitvoeren van deze evaluatie wordt ook de eigen evaluatie van de KNAW door de commissie betrokken.
De commissie wordt ingesteld voor de periode van 1 september 2019 tot 1 april 2020.
1 Voor instellingsduur van de commissie worden tot lid van de commissie benoemd:
– dr. K. Dittrich, tevens voorzitter;
– prof. dr. W. van Gunsteren;
– drs. L. Ter Braak; en
– prof. dr. K.I. van Oudenhoven-van der Zee.
2 Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een vervanger benoemen.
3 De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, ter beschikking gesteld door Technopolis BV. De secretaris is geen lid van de commissie.
1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.
2 De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is, waaronder op persoonlijke titel ambtelijke deskundigen.
De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
De commissie brengt vóór 1 april 2020 haar eindrapport uit aan de minister.
1 De voorzitter en de andere leden ontvangen per vergadering een vergoeding, voor zover zij niet vallen onder de uitzondering van art. 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en hiermee niet het in art. 6, eerste lid, van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bedoelde maximumbedrag overschrijden.
2 De vergoeding per vergadering van de leden bedraagt maximaal 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.
3 De vergoeding per vergadering van de voorzitter van de commissie bedraagt maximaal 130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van de commissie is toegekend.
1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:
– de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,
– de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en
– de kosten voor publicatie van rapportages.
2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning aan de minister aan.
De commissie biedt de minister gelijktijdig met het eindrapport een eindverslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten van de periode waarin de commissie werkzaam is geweest.
Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.
De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Organisatie en Bedrijfsvoering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2019.
2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2021.
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Evaluatiecommissie KNAW.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.
I.K. van Engelshoven
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Instellingsbesluit Evaluatiecommissie KNAW", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.