Besluit mandaat en machtiging aan chief executive officer ProRail B.V. (uitvoering [...] subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 30-07-2019 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 18 juli 2019, nr. IENW/BSK-2019/136513, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de Chief Executive Officer van ProRail B.V. voor de uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:6, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Chief Executive Officer van ProRail B.V. d.d. 28 juni 2019;

BESLUIT:

Artikel 1

Aan de Chief Executive Officer van ProRail B.V. wordt mandaat verleend tot:

Artikel 2

Aan de Chief Executive Officer van ProRail B.V. wordt machtiging verleend tot:

  • a. het verrichten van alle benodigde werkzaamheden ter voorbereiding en uitvoering van de in artikel 1 bedoelde besluiten;

  • b. het voeren van procedures bij de rechter over de in artikel 1 bedoelde besluiten.

Artikel 3

De Chief Executive Officer van ProRail B.V. kan met betrekking tot de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1 en 2, ondermandaat en machtiging verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

Bij de uitoefening van het mandaat en de machtiging neemt de Chief Executive Officer van ProRail B.V. of degene die ondermandaat of machtiging als bedoeld in artikel 3 is verleend, de in de bijlage bij dit besluit opgenomen instructie in acht.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

S. van Veldhoven-van der Meer

Bijlage als bedoeld in artikel 4 Besluit houdende verlening van mandaat en machtiging aan de chief executive officer van ProRail B.V. voor de uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor

Instructie uitoefening mandaat en machtiging

  • 1. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. voert bij de uitoefening van het mandaat een ordentelijke en transparante administratie, die desgevraagd met de Minister wordt gedeeld.

  • 2. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. zendt jaarlijks vóór 1 juli een overzicht naar de Minister, waarin uiteen is gezet hoeveel keer bezwaar is gemaakt en beroep is ingesteld tegen de op grond van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor genomen besluiten. In het overzicht wordt eveneens vermeld waartoe het gemaakte bezwaar of het ingestelde beroep heeft geleid.

  • 3. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. verstrekt desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling van de verzoeken, de behandeling van de bezwaar- en de beroepschriften en de redenen om tegen een uitspraak van de rechtbank hoger beroep in te stellen.

  • 4. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. informeert de Minister onverwijld over zaken van:

    • principieel juridische aard;

    • beleidsmatig principiële aard, of

    • politiek- of bestuurlijk-gevoelige aard.

  • 5. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. zendt de Minister ieder kwartaal een uiteenzetting van de kosten die in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor zijn gemaakt. Deze uiteenzetting bevat zowel de kosten die zijn gemaakt in het kader van de uitvoering als de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van voorschotten en verstrekte subsidies aan spoorwegondernemingen.

  • 6. Alvorens ondermandaat te verlenen of een machtiging door te geven, doet de Chief Executive Officer van ProRail B.V. hiervan schriftelijk mededeling aan de Minister.

  • 7. Een document waarin een besluit als bedoeld in artikel 1, of handeling als bedoeld in artikel 2, wordt vastgelegd of bevestigd, bevat in ieder geval een verwijzing naar de Tijdelijke subsidieregeling stimuleren goederenvervoer per spoor.

  • 8. Een document waarin een besluit als bedoeld in artikel 1, of handeling als bedoeld in artikel 2, wordt vastgelegd of bevestigd, vermeldt aan het slot:

    ‘DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde of gemachtigde functionaris.

Naar boven