Beleidsregels bestuurlijke boetes 2019

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 11-07-2019 t/m heden

Beleidsregels van het Commissariaat voor de Media van 25 juni 2019 over bestuurlijke boetes in het kader van de Mediawet 2008 (Beleidsregels bestuurlijke boetes 2019)

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op de artikelen 7.11 en 7.12 van de Mediawet 2008 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Overwegende:

  • dat het Commissariaat voor de Media ingevolge artikel 7.11 van de Mediawet 2008 is belast met de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet 2008, met uitzondering van een aantal specifieke bepalingen;

  • dat het Commissariaat voor de Media ingevolge artikel 7.12 van de Mediawet 2008 bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet 2008, met uitzondering van een aantal specifieke bepalingen, en artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht aan de overtreder een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste € 225.000 per overtreding;

  • dat het Commissariaat voor de Media inzicht wenst te geven in de wijze waarop het invulling geeft aan zijn bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen.

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • cmoa: commerciële mediadienst op aanvraag;

  • de Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • het Commissariaat: het Commissariaat voor de Media.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle overtredingen waarbij het Commissariaat op basis van artikel 7.12 van de Mediawet 2008 bevoegd is om een bestuurlijke boete op te leggen.

Artikel 3. Hoogte boete

Artikel 4. Overtreden norm

De door het Commissariaat te handhaven normen zijn, afhankelijk van een algemene waardering van de aard van de betreffende norm, onderverdeeld in de volgende categorieën:

Artikel 5. Ernst van de overtreding

De ernst van de overtreding in het concrete geval beoordeelt het Commissariaat aan de hand van de relevante omstandigheden van het geval. Het Commissariaat beoordeelt of er in het concrete geval omstandigheden bestaan die ertoe leiden dat het de overtreding als licht (zwaarte I) of als zeer ernstig (zwaarte III) aanmerkt. Bij afwezigheid van dergelijke omstandigheden gaat het Commissariaat uit van een overtreding met zwaarte II.

Artikel 6. Basisboete

  • 1 Bij het bepalen van de hoogte van een bestuurlijke boete in het concrete geval neemt het Commissariaat de toepasselijke basisboete uit onderstaande tabellen als uitgangspunt.

  • 2 De basisboete is afhankelijk van het bereik van de overtreder, de overtreden norm en de ernst van de overtreding in het concrete geval.

  • 3 Het Commissariaat stelt de basisboete vast met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 4 (overtreden norm) en 5 (ernst van de overtreding) van deze beleidsregels.

  • 4 Als de overtreder een landelijke publieke media-instelling is of een commerciële media-instelling dan wel een cmoa met een bereik van meer dan 500.000 huishoudens, dan gelden de volgende bedragen als basisboete:

     

    Categorie A

    Categorie B

    Categorie C

    Zwaarte III

    € 180.000

    € 107.500

    € 27.500

    Zwaarte II

    € 85.000

    € 50.000

    € 13.000

    Zwaarte I

    € 17.500

    € 10.000

    € 3.000

    Tabel 1

  • 5 Als de overtreder een regionale publieke media-instelling is of een commerciële media-instelling dan wel een cmoa met een bereik van 25.000 of meer, maar maximaal 500.000 huishoudens, dan gelden de volgende bedragen als basisboete:

     

    Categorie A

    Categorie B

    Categorie C

    Zwaarte III

    € 36.000

    € 21.500

    € 5.500

    Zwaarte II

    € 17.000

    € 10.000

    € 2.600

    Zwaarte I

    € 3.500

    € 2.000

    € 600

    Tabel 2

  • 6 Als de overtreder een lokale publieke media-instelling is of een commerciële media-instelling dan wel een cmoa met een bereik van maximaal 25.000 huishoudens, dan gelden de volgende bedragen als basisboete:

     

    Categorie A

    Categorie B

    Categorie C

    Zwaarte III

    € 9.000

    € 5.400

    € 1.400

    Zwaarte II

    € 4.300

    € 2.500

    € 650

    Zwaarte I

    € 900

    € 500

    € 150

    Tabel 3

  • 7 Als de omstandigheden genoemd in de leden 4 t/m 6 van dit artikel niet van toepassing zijn op de overtreder, dan gelden de bedragen in de tabel in lid 4 van dit artikel als basisboete.

Artikel 7. Boeteverhogende en -verlagende omstandigheden

  • 1 Bij de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete neemt het Commissariaat eventuele boeteverhogende en ‑verlagende omstandigheden in aanmerking. Dit kan leiden tot een verhoging of verlaging van de basisboete.

  • 2 Boeteverhogende omstandigheden zijn onder meer:

    • de omstandigheid dat het Commissariaat reeds eerder eenzelfde of een vergelijkbare door de overtreder begane overtreding heeft vastgesteld;

    • de omstandigheid dat de overtreder in het verleden genoegzaam op de hoogte is gebracht van de toepassing van de regelgeving;

    • de omstandigheid dat sprake is van grove onachtzaamheid of (voorwaardelijk) opzet;

    • de omstandigheid dat met de overtreding een wederrechtelijk geldelijk of op geld waardeerbaar voordeel is verkregen.

  • 3 Boeteverlagende omstandigheden zijn onder meer:

    • de omstandigheid dat de overtreding heeft plaatsgevonden hoewel de overtreder voorzorgsmaatregelen had getroffen;

    • de omstandigheid dat de overtreder inmiddels adequate maatregelen heeft genomen ter voorkoming van herhaling van de overtreding.

  • 4 Naast de hiervoor vermelde boeteverhogende en -verlagende omstandigheden, kan het Commissariaat ook andere omstandigheden in aanmerking nemen als boeteverhogende of ‑verlagende omstandigheid.

Artikel 8. Afwijking

Indien de uitzonderlijke omstandigheden van het geval hiertoe naar het oordeel van het Commissariaat aanleiding geven, kan het Commissariaat afwijken van de hiervoor, in de artikelen 4 tot en met 7, neergelegde berekeningssystematiek voor de bepaling van de hoogte van een bestuurlijke boete.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1 Deze beleidsregels worden bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat (www.cvdm.nl).

  • 2 Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst.

Hilversum, 25 juni 2019

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

M. de Cock Buning

voorzitter

J. Buné

commissaris

  1. De beleidsregels gelden ten aanzien van deze bepaling, artikel 2.170, zevende lid, van de Mediawet 2008, vanaf het moment waarop die bepaling niet langer wordt uitgezonderd in artikel 7.12, eerste lid, van de Mediawet 2008; zie onder meer het Wetvoorstel ‘Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping van de nieuwedienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met taken van het Commissariaat voor de Media’ (Kamerstukken II 2018–2019, 35 042, nr. 2). ^ [1]
Naar boven