Beleidsregels subsidie regionale samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid
in het onderwijs
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Deze bijlage behoort bij het Besluit vaststelling Beleidsregels subsidie regionale
samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs.
De Beleidsregels subsidie regionale samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid
in het onderwijs (hierna: het beleidskader) regelen de activiteiten waarvoor en de
voorwaarden waaronder de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de
minister) subsidie kan verstrekken voor de daarin beschreven activiteiten. De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling) is van toepassing op dit beleidskader.
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In het Nederlandse onderwijssysteem blijkt herhaaldelijk dat leerlingen van verschillende
achtergronden verschillende kansen hebben in het onderwijs. Dit vraagt om een concrete
aanpak van kansenongelijkheid.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) ontwikkelt beleidsmaatregelen
om kansenongelijkheid te verminderen. Daarnaast wordt met het programma Gelijke Kansen
ingezet op een lokale benadering. Met onderwijsinstellingen, gemeenten en maatschappelijke
organisaties wordt samengewerkt om concrete initiatieven op te zetten.
Dit beleidskader is onderdeel van het programma Gelijke Kansen. Dit programma stimuleert
het vormen van samenwerkingsverbanden tussen een of meer onderwijsinstellingen en
gemeenten ter bevordering van kansengelijkheid (hierna: gelijke kansenallianties).
Het programma stelt daartoe met gemeenten agenda’s op. In deze agenda’s worden de
afspraken omschreven die de gemeente met de Minister van OCW maakt. Naast bestuurlijke
afspraken omschrijft de agenda activiteiten ten behoeve van interventies bij onderwijsinstellingen.
Op basis van dit beleidskader kunnen onderwijsinstellingen subsidie aanvragen voor
de in een agenda opgenomen interventies.
Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor de subsidieverstrekking op grond van dit besluit is voor de kalenderjaren 2019
en 2020 een bedrag beschikbaar van € 3.920.000,–, respectievelijk € 3.080.000,–.De
minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van binnenkomst. De bevoorschotting
vindt plaats in twee termijnen.
Doelgroep
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door het bevoegd gezag van een bekostigde
onderwijsinstelling in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs
of hoger onderwijs. Een eerste voorwaarde is dat de onderwijsinstelling een samenwerkingsovereenkomst
heeft gesloten met de eigen gemeente. Hierin zijn de te subsidiëren interventies opgenomen.
Een tweede voorwaarde is dat deze gemeente is aangesloten bij het programma Gelijke
Kansen.
Te subsidiëren activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De subsidie kan worden verstrekt voor interventies gericht op het bevorderen van kansengelijkheid.
Dit betreft concrete projecten op lokaal of regionaal niveau, uitgevoerd door een
onderwijsinstelling. Enkel interventies die zijn opgenomen in een agenda als bedoeld
in de inleiding hierboven kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De interventie
wordt uitgevoerd voor 31 december 2021.
Voorbeelden van interventies zijn:
-
– een training voor docenten in het basisonderwijs over de onderwijsinstellingadvisering;
-
– het ontwikkelen en testen van een vernieuwing in het onderwijsconcept van een onderwijsinstelling
gericht op het bevorderen van gelijke kansen;
-
– activiteiten gericht op het vergroten van de betrokkenheid van lager opgeleide ouders
bij de onderwijsinstellingcarrière van hun kinderen, bijvoorbeeld via coaching, taalondersteuning
of oudergesprekken aan huis;
-
– extra activiteiten gericht op de loopbaanoriëntatie van scholieren en studenten met
lager opgeleide ouders;
-
– activiteiten gericht op het motiveren en coachen van scholieren door middel van sport,
cultuur en techniek.
Hoogte van de subsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 140.000 per subsidieaanvraag. Per gelijke kansenalliantie
kan ten hoogste eenmaal subsidie worden aangevraagd. Omdat elke aangesloten gemeente
slechts aan één agenda kan deelnemen en dus slechts betrokken kan zijn bij één subsidieaanvraag,
kan per gemeente ten hoogste één aanvraag worden ingediend.
De subsidie bedraagt maximaal 67% van de subsidiabele kosten. Cofinanciering kan ook
bijdragen betreffen van andere partners dan de partners bij de samenwerkingsovereenkomst
(zie ‘Aanvraagprocedure’).
Het is niet mogelijk om voor meerdere subsidies, verleend door de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
voortvloeiend uit het actieplan Gelijke kansen in het onderwijs in aanmerking te komen.
Dit geldt niet voor verdiepende, verbredende en nieuwe activiteiten in de GKA-agenda.
Aanvraagprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Een subsidieaanvraag wordt ingediend door het bevoegd gezag van een bekostigde onderwijsinstelling
in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs of hoger
onderwijs die deelneemt aan de gelijke kansenalliantie.
De samenwerkingsovereenkomst en de door de minister en de wethouder ondertekende agenda
van de gelijke kansenalliantie maken deel uit van de subsidieaanvraag. Het is ook
mogelijk dat onderwijsinstellingen gezamenlijk optrekken en dat meerdere onderwijsinstellingen
deelnemen aan één gelijke kansenalliantie. In dat geval sluiten zij samen een samenwerkingsovereenkomst
met de gemeente. Eén onderwijsinstelling wordt dan aangewezen als contactonderwijsinstelling.
Deze contactonderwijsinstelling dient de subsidieaanvraag in en op haar rusten alle
aan de subsidie verbonden verplichtingen. De contactonderwijsinstelling sluit overeenkomsten
met de andere onderwijsinstellingen om de middelen te verdelen.
Onderwijsinstellingen kunnen in 2019 of in 2020 een aanvraag indienen. In 2021 kan
geen subsidieaanvraag meer worden gedaan. In 2019 kan een aanvraag worden gedaan vanaf
het moment van inwerkingtreding van dit beleidskader tot en met 15 oktober 2019 voor
12.00 uur. In 2020 kan een aanvraag worden gedaan van 1 januari tot en met 15 oktober
2020 voor 12.00 uur.
DUS-I voert het beleidskader uit namens de minister.
Bij het beoordelen van de subsidieaanvraag gelden de volgende criteria:
-
– De aanvraag wordt gedaan door het bevoegd gezag van een onderwijsinstelling die deelneemt
aan de gelijke kansenalliantie.
-
– De aanvraag bevat de samenwerkingsovereenkomst tussen de onderwijsinstelling en de
gemeente, alsook de agenda die de gemeente heeft opgesteld met het programma Gelijke
Kansen.
-
– De GKA-agenda bevat een beschrijving van de geplande interventie(s), een activiteitenplan
en een begroting. De interventie ter bevordering van kansengelijkheid is gericht op
jongeren niet ouder dan 22 jaar. De interventie past in de driehoek tussen onderwijsinstelling,
gezin en omgeving.
-
– In de GKA-agenda is het doel en het effect van de interventie omschreven.
-
– Aanvragers die subsidie ontvangen voor interventies zijn verplicht te voorzien in
het monitoren van de interventie bij wijze van beleidsinformatie. De monitoring ziet
in ieder geval op de met de interventie bereikte doelgroepen, het aantal leerlingen
dan wel studenten dat betrokken is bij de interventie, de voortgang van de interventie
en tussentijdse- en eindresultaten. Met ‘doelgroepen’ wordt gedoeld op belanghebbenden
die bij de interventie betrokken zijn, zoals docenten, ouders, onderwijsinstellingleiders,
werkgevers, gemeenten, culturele instellingen en sportverenigingen. De GKA-agenda
bevat de gemaakte afspraken met betrekking tot de monitoring van de effecten van de
interventie.
-
– De aanvraag gaat tevens vergezeld van een verklaring van cofinanciering. Uit deze
verklaring blijkt dat de subsidiabele kosten van de interventie voor minimaal 33 procent
worden gefinancierd door de aanvrager van de subsidie of door bijdragen van anderen
dan het Ministerie van OCW.
-
– Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het model dat is bekendgemaakt op de website
www.dus-i.nl.
De subsidiegelden worden verdeeld in de volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
Caribisch Nederland
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De activiteiten die plaatsvinden binnen het programma Gelijke Kansen zijn gericht
op het vormen van een netwerk in Europees Nederland van gemeenten en maatschappelijke
organisaties, die vanwege hun uitdagingen en initiatieven van elkaar leren. In het
verlengde daarvan zijn ook de doelstellingen van dit beleidskader specifiek gericht
op Europees Nederland. Het kader geldt dus niet voor Caribisch Nederland.
Vaststelling, betaling, besteding en verantwoording
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
DUS-I stelt de subsidie direct vast binnen 13 weken na het moment van indiening van
de subsidieaanvraag.
De subsidie wordt verstrekt tot een maximum van € 140.000 per subsidieaanvraag, met
dien verstande dat de subsidie ten hoogste 67% van de subsidiabele kosten bedraagt.
De onderwijsinstelling besteedt de toegekende subsidie aan de interventies die zijn
opgenomen in de agenda van de gelijke kansenalliantie, of de beschikking (als daarin
is afgeweken van de activiteiten die in de agenda zijn opgenomen). Het eventueel niet
aangewende deel van de subsidie kan, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd,
worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
De subsidieontvanger is verplicht om mee te werken aan de kennisdelingsactiviteiten
die worden georganiseerd door het programma Gelijke Kansen.
In afwijking van artikel 9.1, vijfde lid, van de Kaderregeling, wordt de subsidie verantwoord in model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn
660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De subsidieontvanger toont op verzoek van
de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht
en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.
De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de minister
van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking
of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.
Evaluatie
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De subsidieontvanger en de samenwerkende partijen zijn verplicht om mee te werken
aan de beantwoording van vragen en het aanleveren van gegevens in het kader van de
monitoring en evaluatie van het beleidskader of aan de minister op diens verzoek.