Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Onderzoeksraad voor veiligheid 2019

[Regeling vervallen per 25-03-2020.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 24-03-2020

Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 25 april 2019 kenmerknr. 2545048, houdende instelling van de Evaluatiecommissie Onderzoeksraad voor veiligheid (Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Onderzoeksraad voor de veiligheid 2019)

De Minister Justitie en Veiligheid;

Handelende in overeenstemming met de voorzitter van de Onderzoeksraad voor veiligheid;

Gelet op artikel 83, eerste lid, van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid:

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Instelling en taak

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 Er is een Evaluatiecommissie Onderzoeksraad voor Veiligheid.

  • 2 De commissie heeft tot taak een verslag op te stellen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de Onderzoeksraad voor veiligheid in de jaren 2013 tot en met 2018, als bedoeld in artikel 83, eerste lid, van de rijkswet. Daarnaast zal de commissie bezien in hoeverre de Onderzoeksraad voor veiligheid gevolg heeft gegeven aan aanbevelingen van de evaluatiecommissie Onderzoeksraad voor veiligheid 2013. De minister en de commissie formuleren de onderzoeksvragen.

  • 3 De commissie is bevoegd gedurende het onderzoek aanvullende vragen te formuleren en te beantwoorden.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming, ontslag

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De commissie bestaat uit drie leden, de voorzitter daaronder inbegrepen.

  • 2 De commissieleden zitten op persoonlijke titel in de commissie en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3 De commissieleden worden door de minister benoemd.

  • 4 De benoeming geschiedt voor de duur van de werkzaamheden van de commissie.

  • 5 De commissieleden kunnen op eigen verzoek, wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.

  • 6 Indien in voorkomend geval uit feiten en/of omstandigheden blijkt dat de voorzitter of één van de andere leden van de adviescommissie zelf direct of indirect betrokkenheid heeft bij een adviesaanvraag dan zullen zij zich onverwijld laten vervangen door hun plaatsvervanger en zich weerhouden van enige bemoeienis ten aanzien van de adviesaanvraag.

Artikel 4. Leden

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 Tot lid van de commissie worden benoemd:

    • a. De heer P. Schnabel te Zeist, tevens voorzitter;

    • b. Mevrouw A.M.C. Eijsink te Den Haag;

    • c. De heer P.E.J. den Oudsten te Groningen.

Artikel 5. Instellingsduur

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 april 2019.

  • 2 De commissie wordt met ingang van 25 maart 2020 opgeheven.

Artikel 6. Secretariaat

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De minister voorziet in een secretaris.

  • 2 De secretaris is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording verschuldigd aan (de voorzitter van) de commissie.

Artikel 7. Werkwijze

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De commissie stelt een protocol vast over de wijze waarop zij het onderzoek uitvoert, waaronder in ieder geval over de wijze waarop zij personen hoort, daarvan verslag doet en op welke wijze de vertrouwelijkheid van informatie geborgd wordt.

  • 2 De commissie bepaalt in het protocol hoe zij, in het kader van hoor en wederhoor, bevindingen voorlegt aan personen of organisaties die door deze bevindingen worden geraakt of die daartegen bedenkingen kunnen hebben.

  • 3 De commissie verantwoordt haar werkwijze in het eindrapport.

  • 4 De commissie kan zich door andere personen laten bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 8. Inwinnen van inlichtingen onderzoekscommissie

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2 Het ministerie van Justitie en Veiligheid verleent de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij nodig heeft, met inachtneming van het in artikel 7 bedoelde protocol.

  • 3 Functionarissen van het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn gehouden om de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

  • 4 De commissie zal zich over de aan haar geboden medewerking verantwoorden in haar eindrapport.

Artikel 9. Vergoeding

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

Artikel 10. Kosten van de commissie

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoeken;

    • c. de kosten voor huisvesting.

  • 3 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een gespecificeerde begroting aan de minister aan.

Artikel 11. Huisvesting van de commissie

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

De commissie verricht haar werkzaamheden op een locatie buiten het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Onderzoeksraad voor veiligheid.

Artikel 12. Eindrapport, tussenrapporten en uiterste datum voor oplevering

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De commissie brengt vóór 1 januari 2020 haar eindrapport uit aan de minister.

  • 2 De commissie is bevoegd uit eigen beweging of op verzoek van de minister één of meer tussenrapporten uit te brengen.

  • 3 De commissie biedt de minister uiterlijk vóór 14 februari 2020 een (eind)verslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten van de periode waarin de commissie werkzaam is geweest. De commissie kan het eindverslag gelijktijdig met het eindrapport indienen.

Artikel 13. Openbaarmaking onderzoekscommissie

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 14. Archiefbescheiden

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, het archief van de onderzoekscommissie over aan het archief van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

  • 2 Het beheer van archiefbescheiden vindt plaats met inachtneming van de door de commissie in haar protocol aangegeven vertrouwelijkheid, waarover de commissie nadere afspraken met het ministerie van Justitie en Veiligheid maakt.

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2019.

  • 2 Dit besluit vervalt op 25 maart 2020.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 25-03-2020]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Onderzoeksraad voor veiligheid 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de betrokkenen.

’s-Gravenhage, 25 april 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven