Besluit grensoverschrijdend net Nederland – Verenigd Koninkrijk na Brexit

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-02-2020 t/m 02-12-2022

Besluit van 14 maart 2019, houdende regels met betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en de beheerder van dat net in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Besluit grensoverschrijdend net Nederland – Verenigd Koninkrijk na Brexit)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 4 februari 2019, nr. WJZ / 19028033;

Gelet op de artikelen 10Aa, achtste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 2b, zevende lid, van de Gaswet;

De Raad van State gehoord (advies van 28 februari 2019, nr. No.W18.19.0032/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 maart 2019, nr. WJZ / 19061962;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 Een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt is eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon die in elk geval qua rechtsvorm gescheiden is van de landelijk netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet dan wel het landelijk gastransportnet, waar het aan gekoppeld is.

  • 2 Een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt handelt onafhankelijk van een landelijk netbeheerder.

  • 3 De overeenkomsten tussen een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en een landelijk netbeheerder zullen een goed netbeheer door de landelijk netbeheerder niet schaden, zijn niet-discriminatoir en marktconform.

  • 4 De exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de elektriciteits- dan wel gasmarkt, en is niet nadelig voor de efficiënte werking van het net van een landelijk netbeheerder.

Hoofdstuk 2. – Regels over de werking en exploitatie van het landsgrensoverschrijdend net met het Verenigd Koninkrijk voor het transport van gas

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 3

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • «de beheerder»: de beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en waardoor gas wordt getransporteerd;

  • «net»: landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en waardoor gas wordt getransporteerd op en vanaf het punt waar het gas op Nederlands grondgebied wordt ingevoed of onttrokken tot de plek waar het gas het Nederlands grondgebied verlaat of binnenkomt;

  • «netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet»: de beheerder van het landelijk gastransportnet in het Verenigd Koninkrijk;

  • «netbeheerder van het landelijk gastransportnet»: de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Gaswet;

  • «punt»: het fysieke punt waar het gas wordt ingevoed in of onttrokken aan het landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt;

  • «gebruiker»: degene voor wie met behulp van het net het transport van gas wordt verricht;

  • «uitzonderlijke gebeurtenis»: elke niet-geplande gebeurtenis die niet redelijkerwijs te controleren of te voorkomen is en die gedurende een beperkte periode een capaciteitsvermindering kan veroorzaken waardoor de hoeveelheid of de kwaliteit van het gas in het punt wordt beïnvloed, met mogelijke effecten op de interacties tussen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en tussen de beheerder, de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en gebruikers;

  • «lopende verschilrekening»: een rekening tussen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, te gebruiken om de stuurafwijkingen in een punt te beheren teneinde de allocatie van capaciteit aan gebruikers te vereenvoudigen;

  • «gemeten hoeveelheid»: de hoeveelheid gas die overeenkomstig de meetapparatuur van de beheerder per tijdsperiode fysiek over het punt heeft gestroomd;

  • «stuurafwijking»: het verschil tussen de hoeveelheid gas die de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voornemens waren te doen stromen, en de gemeten hoeveelheid.

Artikel 4

  • 2 Rechtspersonen en vennootschappen die deel uitmaken van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die in Nederland gas produceert of levert of daarin handelt, houden geen aandelen in de beheerder of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook de beheerder behoort en nemen niet deel in een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook de beheerder behoort.

  • 3 De beheerder en met de beheerder verbonden groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:

    • a) houden geen aandelen in een rechtspersoon die in Nederland gas produceert of levert of daarin handelt of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een rechtspersoon behoort die in Nederland gas produceert of levert of daarin handelt;

    • b) nemen niet deel in een vennootschap die in Nederland gas produceert of levert of daarin handelt of in een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die in Nederland gas produceert of levert of daarin handelt.

  • 4 De beheerder informeert Autoriteit Consument en Markt bij wijzigingen van de vennootschapsstructuur, zeggenschapsstructuur, of wijzigingen van een andere aard, die van invloed zijn op het bepaalde in dit artikel.

Artikel 5

In afwijking van artikel 4, tweede lid, is toegestaan dat een rechtspersoon of vennootschap, die deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die in Nederland gas produceert of levert of daarin handelt, aandelen houdt in de beheerder of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook de beheerder behoort, indien geen van zijn aandeelhouders met tegenstrijdig belangen directe of indirecte invloed kan uitoefenen op besluiten van de beheerder.

Artikel 6

  • 1 De beheerder heeft tot taak het in evenwicht houden van het net op basis van de door hem opgestelde balanceringsregels.

  • 2 De balanceringsregels worden ontworpen op eerlijke, niet-discriminatoire en transparante wijze, zij zijn gebaseerd op objectieve criteria. De balanceringsregels zijn een afspiegeling van de werkelijke systeembehoeften, rekening houdend met de voor de beheerder beschikbare hulpmiddelen. Balanceringsregels zijn marktgericht.

  • 3 De beheerder publiceert op een geschikte wijze en op een voor ieder toegankelijke website de balanceringsregels.

Paragraaf 2. Interoperabiliteit

Artikel 7

  • 1 De beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet sluiten met inachtneming van de artikelen 9 tot en met 13 een overeenkomst en nemen daarbij in ieder geval op:

    • a) voorschriften voor het beheersen van de gasstroom;

    • b) meetbeginselen ter bepaling van gashoeveelheden en -kwaliteit;

    • c) regels voor de toewijzing van gashoeveelheden;

    • d) communicatieprocedures in het geval van uitzonderlijke gebeurtenissen;

    • e) beslechting van geschillen in het kader van de overeenkomst;

    • f) wijzigingsprocedure voor de overeenkomst.

  • 2 De in het eerste lid genoemde voorwaarden en bepalingen van de overeenkomst, of alle wijzigingen daarvan, worden binnen tien dagen na de sluiting of wijziging van de overeenkomst door de beheerder medegedeeld aan Autoriteit Consument en Markt.

  • 3 Op verzoek van Onze Minister deelt de beheerder binnen een termijn van tien dagen de overeenkomst mee.

Artikel 8

Voor uitvoering van de taak genoemd in artikel 52a Gaswet, kan Onze Minister verlangen van de beheerder dat hij hem gegevens en inlichtingen verstrekt binnen een door hem te bepalen termijn en op een door hem te bepalen wijze.

Artikel 9

  • 1 Met betrekking tot het beheersen van de gasstroom zorgen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ervoor dat in de overeenkomst, bedoeld in artikel 7, eerste lid:

    • a) voorschriften worden vastgesteld om een gecontroleerde, nauwkeurige, voorspelbare en efficiënte gasstroom over het punt mogelijk te maken;

    • b) voorschriften worden vastgesteld voor de sturing van de gasstroom over het punt en voor het minimaliseren van verstoringen van de stroom volgend uit het matchingsproces;

    • c) de beheerder of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet wordt aangewezen voor het sturen van de gasstroom over het punt;

    • d) wanneer de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet er niet in slagen overeenstemming over deze aanwijzing te bereiken, wordt de beheerder danwel de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor zover hij de apparatuur voor het beheersen van de gasstroom onder zijn hoede heeft, in samenwerking met de beheerder danwel de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor zover hij de apparatuur voor het beheersen van de gasstroom niet onder zijn hoede heeft, belast met het sturen van de gasstroom over het punt.

  • 2 Om de gasstroom te sturen, beslist de beheerder of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, die overeenkomstig het eerste lid, onderdeel c, is aangewezen, over de hoeveelheid en de richting van de gasstroom voor het punt en voor elk uur van de gasdag en waakt ervoor dat de beheerder of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, die niet overeenkomstig het eerste lid, onderdeel c, is aangewezen, de contractuele verplichtingen inzake druk in acht neemt:

    • a) op een niveau van nauwkeurigheid dat voldoende hoog ligt om de stuurafwijking te minimaliseren; en

    • b) op een niveau van stabiliteit dat in overeenstemming is met een efficiënt gebruik van het net en het landelijk gastransportnet.

  • 3 De hoeveelheid en richting van de gasstroom die de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet zijn overeengekomen, weerspiegelen:

    • a) het resultaat van het matchingsproces;

    • b) de correctie van de lopende verschilrekening;

    • c) alle efficiënte regelingen voor het beheersen van de gasstroom tussen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met het oog op het op- en afregelen (ramp-up, ramp-down), de minimumstroomwaarde, het splitsen van de stroom in een virtueel punt, als dat aanwezig is, en/of de wisseling van stroomrichting of de efficiëntie van de operationele kosten;

    • d) alle regelingen voor het beheer van grensoverschrijdende handelsbeperkingen ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen overeenkomstig artikel 14 en/of odorisatiepraktijken overeenkomstig artikel 15.

  • 4 De beheerder of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan ertoe besluiten de hoeveelheid gas of de richting van de gasstroom, of beide, te wijzigen wanneer dit nodig is om:

    • a) te voldoen aan de bepalingen van de voor het punt geldende nationale veiligheidswetgeving;

    • b) te voldoen aan de voorschriften die zijn neergelegd in de noodplannen en preventieve actieplannen;

    • c) te reageren wanneer het net of het landelijk gastransportnet getroffen wordt door een uitzonderlijke gebeurtenis.

Artikel 10

  • 1 Met betrekking tot de meetbeginselen voor volume, energie en gaskwaliteit zorgen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ervoor dat de voor het punt geldende meetnormen duidelijk zijn vastgesteld en omschreven in de overeenkomst, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

  • 2 De beheerder is belast met de installatie, het beheer en het onderhoud van de meetapparatuur. Op de beheerder berust de verplichting om alle informatie en gegevens met betrekking tot de meting van gasstromen in het punt tijdig en met een vastgestelde frequentie ter beschikking te stellen aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet.

  • 3 Bij de installatie, het beheer en het onderhoud van de meetapparatuur in een punt wordt rekening gehouden met de technische eisen die bij nationale regelgeving aan de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet zijn opgelegd.

  • 4 De beheerder sluit een overeenkomst met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, en streeft ernaar een overeenkomst te sluiten met de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet, over basismeetbeginselen, die minimaal de volgende elementen omvatten:

    • a) een beschrijving van het meetstation, met onder meer een beschrijving van de te gebruiken meet- en analyseapparatuur en nadere bijzonderheden over reserveapparatuur die bij storingen van de hoofdapparatuur kan worden gebruikt;

    • b) de gaskwaliteitsparameters en het te meten volume en de te meten energie-inhoud, alsook het meetbereik en de maximaal toegestane fout of onzekerheidsmarge waarbinnen de meetapparatuur werkt, de meetfrequentie, de gebruikte eenheden en overeenkomstig welke normen de metingen gebeuren, en de eventueel te gebruiken conversiefactoren;

    • c) de procedures en methoden die zullen worden gebruikt om de niet rechtstreeks gemeten parameters te berekenen;

    • d) een beschrijving van de methode die wordt gebruikt voor de berekening van de maximaal toegestane fout of onzekerheid bij de bepaling van de getransporteerde energie;

    • e) een beschrijving van het voor de te meten parameters gebruikte proces van gegevensvalidatie;

    • f) de regelingen voor de validatie van de meting en de kwaliteitsborging, inclusief de verificatie- en aanpassingsprocedures;

    • g) de manier waarop gegevens, inclusief frequentie en inhoud, worden uitgewisseld tussen de beheerder, de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet wat de gemeten parameters betreft;

    • h) de specifieke lijst van signalen en alarmen die door de beheerder die de meetapparatuur beheert, moet worden doorgegeven aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet;

    • i) de methode voor de bepaling van een meetcorrectie en alle daaropvolgende procedures die vereist kunnen zijn in een tijdelijke situatie waarin de meetapparatuur foutief blijkt te hebben gewerkt (een te lage of een te hoge meting die buiten het vastgestelde onzekerheidsbereik valt). De netbeheerder van het landelijk gastransportnet neemt dan passende actie om deze situatie te beëindigen;

    • j) voor de beheerder geldende regels in het geval van storing van de meetapparatuur;

    • k) voor de beheerder geldende regels voor:

      • i) toegang tot de meetfaciliteit;

      • ii) aanvullende verificaties van de meetfaciliteit;

      • iii) aanpassing van de meetfaciliteit;

      • iv) aanwezigheid tijdens kalibratie- en onderhoudswerkzaamheden aan de meetfaciliteit.

Artikel 11

  • 1 Met betrekking tot de toewijzing van gashoeveelheden waarborgen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in de overeenkomst, bedoeld in artikel 7, eerste lid, de consistentie tussen de toegewezen hoeveelheden aan beide zijden van het punt.

  • 2 Tenzij door de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in hun overeenkomst anderszins is overeengekomen, gebruiken de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een lopende verschilrekening. De beheerder of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet die de meetapparatuur onder zijn hoede heeft, herberekent de lopende verschilrekening op basis van de gevalideerde hoeveelheden en deelt het resultaat mede aan de beheerder of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

  • 3 Wanneer een lopende verschilrekening wordt gebruikt:

    • a) wordt de stuurafwijking gealloceerd aan een lopende verschilrekening van de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en zijn de toewijzingen die door de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet aan gebruikers danwel netgebruikers van het landelijk gastransportnet, moeten worden toegekend, gelijk aan de bevestigde hoeveelheden;

    • b) handhaven de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een balans van de lopende verschilrekening die zo dicht mogelijk bij nul ligt;

    • c) wordt bij de vaststelling van de grenzen van de lopende verschilrekening rekening gehouden met de kenmerken van het punt, en met name met:

      • i) de fysieke kenmerken van het punt;

      • ii) de leidingbuffercapaciteit van het net en het landelijk gastransportnet;

      • iii) de totale technische capaciteiten in het punt;

      • iv) de dynamiek van de gasstroom van het net en het landelijk gastransportnet. Wanneer de vastgestelde grenzen van de lopende verschilrekening zijn bereikt, kunnen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet overeenkomen de desbetreffende grenswaarden te verhogen teneinde toewijzingen aan gebruikers danwel netgebruikers van het landelijk gastransportnet toe te kennen die gelijk zijn aan hun bevestigde hoeveelheden, dan wel kunnen zij hoeveelheden aan gebruikers danwel netgebruikers van het landelijk gastransportnet toewijzen die op evenredige wijze zijn gebaseerd op de gemeten hoeveelheid gas die overeenkomstig de meetapparatuur van de beheerder per tijdsperiode fysiek over het punt heeft gestroomd.

  • 4 De beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kunnen overeenkomen om een andere toewijzingsregel dan de lopende verschilrekening te handhaven of toe te passen, op voorwaarde dat deze regel gepubliceerd is en dat gebruikers danwel netgebruikers van het landelijk gastransportnet zijn uitgenodigd om binnen een termijn van ten minste twee maanden na publicatie van de toewijzingsregel hun opmerkingen over de voorgestelde toewijzingsregel te maken.

Artikel 12

  • 1 De beheerder stelt communicatieprocedures met de netbeheerder van het landelijk gastransport vast in de overeenkomst, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en streeft naar vaststelling van communicatieprocedures met de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet. Deze communicatieprocedures dienen snelle en gelijktijdige communicatie in het geval van uitzonderlijke gebeurtenissen te vergemakkelijken.

  • 2 Op de beheerder rust de verplichting om, als zij getroffen wordt door een uitzonderlijke gebeurtenis, de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet in kennis te stellen van deze uitzonderlijke gebeurtenis en alle nodige informatie te verstrekken over:

    • a) het eventuele effect op de hoeveelheden en kwaliteit van het gas dat door het punt kan worden getransporteerd;

    • b) het verwachte en feitelijke einde van de uitzonderlijke gebeurtenis.

Artikel 13

  • 1 De beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet werken met elkaar samen en werken samen met de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet om beperkingen van de grensoverschrijdende handel tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen te voorkomen. De desbetreffende acties, door de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet bij de uitvoering van hun standaardactiviteiten geïnitieerd en uitgevoerd, kunnen onder meer uitruil (swapping) en menging (co-mingling) omvatten.

  • 2 Wanneer een beperking van de grensoverschrijdende handel ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen niet kan worden vermeden, informeren de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet Autoriteit Consument en Markt en Onze Minister.

  • 3 Autoriteit Consument en Markt kan de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet opdragen om binnen een tijdsbestek van twaalf maanden successievelijk de onder a) tot en met e) bedoelde maatregelen te treffen:

    • a) samenwerking en uitwerking van technisch haalbare opties, zonder een wijziging van de gaskwaliteitsspecificaties, wat nadere afspraken over de gasstroom en gasbehandeling kan inhouden met als doel een einde te maken aan de erkende beperking;

    • b) gezamenlijke uitvoering van een kosten-batenanalyse inzake de technisch haalbare opties, met als doel in economische zin doeltreffende oplossingen uit te werken met daarbij een uitsplitsing van de kosten en baten onder de categorieën van betrokken partijen;

    • c) opstelling van een raming van de uitvoeringstijd voor elke potentiële optie;

    • d) uitvoering van een openbare raadpleging over de geïdentificeerde haalbare oplossingen, en vervolgens rekening houden met de resultaten van die raadpleging;

    • e) indiening van een gezamenlijk voorstel om een einde te maken aan de erkende beperking, met inbegrip van een tijdschema voor de tenuitvoerlegging, gebaseerd op de kosten-batenanalyse en de resultaten van de openbare raadpleging.

  • 4 Wanneer de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet geen overeenstemming over een oplossing bereiken, stellen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet Autoriteit Consument en Markt daarvan onverwijld in kennis.

  • 5 De beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voeren het voorstel, bedoeld in het derde lid, onderdeel e, uit, indien Autoriteit Consument en Markt daarmee heeft ingestemd.

Artikel 14

  • 1 De beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet streven naar samenwerking met de netbeheerder van het aangrenzende landelijk gastransportnet om beperkingen van de grensoverschrijdende handel tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk ten gevolge van onderling verschillende odorisatiepraktijken te vermijden.

  • 2 Wanneer een beperking van de grensoverschrijdende handel tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk, ten gevolge van onderling verschillende odorisatiepraktijken niet kan worden vermeden informeren de beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet Autoriteit Consument en Markt en Onze Minister.

Paragraaf 3. Uitwisseling van gegevens

Artikel 15

  • 1 De beheerder gebruikt het in dit artikel gedefinieerde gemeenschappelijk stelsel van eenheden.

  • 2 Voor de parameters druk, temperatuur, volume, calorische bovenwaarde, energie en Wobbe-index gebruikt de beheerder de volgende eenheden:

    • a) druk: bar

    • b) temperatuur: °C (graden Celsius)

    • c) volume: m3

    • d) calorische bovenwaarde (GCV): kWh/m3

    • e) energie: kWh (gebaseerd op de GCV)

    • f) Wobbe-index: kWh/m3 (gebaseerd op de GCV).

    Wat druk betreft, geeft de beheerder aan of de waarde verwijst naar absolute druk (bar (a)) of relatieve druk (bar (g)).

    De referentieomstandigheden voor volume zijn 0 °C en 1,01325 bar (a). Voor calorische bovenwaarde, energie en Wobbe-index is de standaard verbrandingsreferentietemperatuur 25 °C. Wanneer de beheerder gegevens inzake volume, calorische bovenwaarde, energie en Wobbe-index mededeelt of publiceert, specificeert zij de referentieomstandigheden waaronder deze waarden zijn berekend.

  • 3 De beheerder en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kunnen met instemming van Autoriteit Consument en Markt overeenkomen andere referentieomstandigheden voor de uitwisseling van gegevens te gebruiken.

Artikel 16

  • 1 De beheerder gebruikt één of meer van de volgende types van gegevensuitwisseling:

    • a) op documenten gebaseerde gegevensuitwisseling: de gegevens worden in de vorm van een bestand en automatisch uitgewisseld tussen de respectieve IT-systemen;

    • b) geïntegreerde gegevensuitwisseling: de gegevens worden uitgewisseld tussen twee applicaties die zich direct op de respectieve IT-systemen bevinden;

    • c) interactieve gegevensuitwisseling: de gegevens worden op interactieve wijze uitgewisseld met behulp van een webapplicatie via een browser.

  • 2 De gemeenschappelijke oplossingen voor de uitwisseling van gegevens omvatten het protocol, het gegevensformaat en het netwerk. Voor elk van de in het eerste lid genoemde types van gegevensuitwisseling worden de volgende gemeenschappelijke oplossingen voor de uitwisseling van gegevens gebruikt:

    • a) voor de op documenten gebaseerde gegevensuitwisseling:

      • i) protocol: AS4;

      • ii) gegevensformaat: Edig@s-XML of een equivalent gegevensformaat dat een identieke mate van interoperabiliteit waarborgt;

    • b) voor de geïntegreerde gegevensuitwisseling:

      • i) protocol: HTTP/S-SOAP;

      • ii) gegevensformaat: Edig@s-XML of een equivalent gegevensformaat dat een identieke mate van interoperabiliteit waarborgt;

    • c) voor de interactieve gegevensuitwisseling: protocol HTTP/S.

    Voor alle types van gegevensuitwisseling als omschreven onder a) tot en met c), is het netwerk het internet.

Artikel 17

  • 1 De beheerder is belast met de invoering en handhaving van passende beveiligingsmaatregelen. Meer in het bijzonder:

    • a) beveiligt hij de communicatieketen teneinde een beveiligde en betrouwbare communicatie te waarborgen, waaronder begrepen ook de bescherming van de vertrouwelijkheid via encryptie, de integriteit en authenticiteit via ondertekening door de afzender en de niet-weerlegbaarheid via een ondertekende bevestiging;

    • b) legt hij afdoende beveiligingsmaatregelen ten uitvoer om onbevoegde toegang tot hun IT-infrastructuur te voorkomen;

    • c) stelt hij de andere partijen waarmee hij communiceert onverwijld in kennis van elke onbevoegde toegang die tot hun eigen systeem heeft plaatsgevonden of kan hebben plaatsgevonden.

  • 2 De beheerder is belast met het waarborgen van de beschikbaarheid van zijn eigen systeem, en:

    • a) neemt passende maatregelen om te voorkomen dat een probleem op één punt in het systeem, inclusief de netwerkverbinding(en) met de aanbieder(s) van internetdiensten, het hele gegevensuitwisselingssysteem onbeschikbaar maakt;

    • b) verwerft de passende diensten en ondersteuning van zijn aanbieder(s) van internetdiensten;

    • c) minimaliseert de tijd waarin het systeem niet beschikbaar is ten gevolge van geplande IT-onderhoudswerkzaamheden en informeert zijn wederpartijen tijdig van dergelijke geplande perioden waarin het systeem niet beschikbaar is.

Hoofdstuk 3. – Regels over de werking en exploitatie van het landsgrensoverschrijdend net met het Verenigd Koninkrijk voor het transport van elektriciteit

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 18

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • «de beheerder»: de beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en waardoor elektriciteit wordt getransporteerd;

  • «net»: landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en waardoor elektriciteit wordt getransporteerd;

  • «netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet»: de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;

  • «netbeheerder van het aangrenzende, landelijk hoogspanningsafbmnet»: de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet in het Verenigd Koninkrijk;

  • «UIOSI» («use-it-or-sell-it»): beginsel op basis waarvan de capaciteit op het net van aangekochte en niet-genomineerde fysieke transmissierechten automatisch ter beschikking wordt gesteld voor de dag-vooruit-capaciteitstoewijzing en de houder van deze rechten een vergoeding van de beheerder ontvangt;

  • «UIOLI» («use-it-or-lose-it»): beginsel op basis waarvan de capaciteit op het net van aangekochte en niet-genomineerde fysieke transmissierechten automatisch ter beschikking wordt gesteld aan de beheerder voor gebruik van de eerstvolgende beschikbare veiling van capaciteitstoewijzing en de houder van deze rechten geen vergoeding van de beheerder ontvangt.

Artikel 20

  • 2 Rechtspersonen en vennootschappen die deel uitmaken van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die in Nederland elektriciteit produceert of levert of daarin handelt, houden geen aandelen in de beheerder of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook de beheerder behoort en nemen niet deel in een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook de beheerder behoort.

  • 3 De beheerder en met de beheerder verbonden groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:

    • a) houden geen aandelen in een rechtspersoon die in Nederland elektriciteit produceert of levert of daarin handelt of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een rechtspersoon behoort die in Nederland elektriciteit produceert of levert of daarin handelt;

    • b) nemen niet deel in een vennootschap die in Nederland elektriciteit produceert of levert of daarin handelt of in een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die in Nederland elektriciteit produceert of levert of daarin handelt.

  • 4 De beheerder informeert Autoriteit Consument en Markt bij wijzigingen van de vennootschapsstructuur, zeggenschapsstructuur, of wijzigingen van een andere aard, die van invloed zijn op het bepaalde in dit artikel.

Artikel 21

  • 1 Een beheerder draagt er zorg voor dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op geen enkele wijze, waaronder financieel, aansprakelijk kan zijn voor handelingen van de beheerder of zijn aandeelhouders en dochtermaatschappijen.

  • 2 Een beheerder draagt er zorg voor dat netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op geen enkele wijze financieel zal bijdragen aan de exploitatie van het net.

Artikel 22

  • 1 Voordat de beheerder van het net congestiebeheersprocedures hanteert, legt hij deze procedures ter goedkeuring voor aan de Autoriteit Consument en Markt.

  • 2 De Autoriteit Consument en Markt verleent de goedkeuring indien uit toetsing blijkt dat de methoden en voorwaarden redelijk, objectief, marktconform, niet-discriminatoir, transparant en in het belang van een goede marktwerking zijn.

  • 3 De beheerder rapporteert aan Autoriteit Consument en Markt over alle overeenkomsten die tussen hem en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor elektriciteit met betrekking tot het net zijn en worden aangegaan. De beheerder zal de definitieve overeenkomsten ter inzage overleggen aan de Autoriteit Consument en Markt.

  • 4 De beheerder publiceert zijn goedgekeurde voorstel voor zijn congestiebeheersprocedures, bedoeld in het eerste lid, op een voor eenieder toegankelijke website.

  • 5 De beheerder en zijn aandeelhouders en dochtermaatschappijen zullen zich onthouden van iedere bemoeiing met de uitvoering van de taken die op grond van artikel 17a van de Elektriciteitswet 1998 aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zijn opgedragen.

  • 6 De beheerder handelt overeenkomstig de goedgekeurde congestiebeheersprocedures en meldt de Autoriteit Consument en Markt indien hij daarvan is afgeweken.

Artikel 23

  • 1 De beheerder maakt de maximale capaciteit van het net beschikbaar voor de markt.

  • 2 De beheerder past een UIOLI of UIOSI systeem toe dat transparant en niet-discriminatoir is bij de toewijzing van capaciteit op het net.

Paragraaf 2. Transparantie, verslag- en publicatieverplichtingen

Artikel 24

  • 1 De beheerder zal de hierna gespecificeerde informatie met betrekking tot de beschikbaarheid van de capaciteit, het toegepaste allocatiemechanisme en de allocatieresultaten publiceren op een voor eenieder toegankelijke website.

  • 2 De beheerder publiceert:

    • a) jaarlijks de berekende veilig beschikbare transportcapaciteit voor het volgend kalenderjaar op uurbasis;

    • b) ten hoogste twee dagen voor de dag van transport een zo nauwkeurig mogelijke waarde voor de veilig beschikbare transportcapaciteit voor de betreffende dag van transport op uurbasis;

    • c) zo spoedig mogelijk eventuele wijzigingen van de onder a en b genoemde veilig beschikbare transportcapaciteit;

    • d) dagelijks de beschikbare capaciteit voor dag-vooruit-transporten voor de volgende dag op uurbasis.

  • 3 De beheerder publiceert, wanneer hij gebruik maakt van een expliciete veilingmethodiek:

    • a) een duidelijke uitleg van de werking van de toegepaste allocatiemethodiek voor de expliciete veiling;

    • b) onmiddellijk na het uitvoeren van een expliciete veiling de hoeveelheid toegewezen capaciteit en de prijs daarvan.

  • 4 De beheerder publiceert, wanneer hij gebruik maakt van een impliciete veilingmethodiek:

    • a) een duidelijke uitleg van de werking van de toegepaste allocatiemethodiek voor de impliciete veiling;

    • b) voor zover mogelijk en noodzakelijk voor de Nederlandse elektriciteitsbeurs marktprijzen en verhandelde volumes op uurbasis binnen een redelijke termijn.

Artikel 25

  • 1 De beheerder stuurt binnen een redelijke termijn na de dag waarop het tien jaar geleden is dat het net voor het eerst in gebruik is genomen een financieel verslag aan de Autoriteit Consument en Markt. Het financieel verslag bevat:

    • a) de werkelijke gemaakte kosten en behaalde omzetten tot aan de dag waarop het tien jaar is geleden dat het net voor het eerst in gebruik is genomen;

    • b) een bijgestelde raming van de verwachte kosten en opbrengsten voor de periode van vijftien jaar na de dag waarop het tien jaar geleden is dat het net voor het eerst in gebruik is genomen;

    • c) een bijgestelde raming van de interne rentabiliteit van de investering gebaseerd op de informatie bedoeld onder a) en b);

    • d) een vergelijking van de gegevens bedoeld onder a) tot en met c) met de equivalenten daarvan uit de ontheffingsaanvraag van de beheerder;

    • e) een verklaring waarmee de beheerder aantoont dat het financiële verslag alle relevante informatie bevat die noodzakelijk is om de totale kosten en baten van het project en het interne rendement van de investering nauwkeurig te controleren.

  • 2 Indien de bijgestelde raming van de interne rentabiliteit zoals genoemd in het financiële verslag meer dan een procentpunt hoger is dan de ten tijde van de indiening van de ontheffingsaanvraag geraamde interne rentabiliteit, staan voor de beheerder de volgende twee opties open:

    • a) de beheerder gebruikt het bedrag van de additionele winsten voor de financiering van een uitbreiding van de capaciteit van het net. Daarbij dient de uitbreiding van de capaciteit in gebruik te zijn genomen en beschikbaar te zijn voor energietransporten over het net voor 1 april 2036; of

    • b) de beheerder stemt ermee in dat het bedrag van de additionele winsten voor 1 april 2036 in twee gelijke delen wordt gesplitst. Deze delen worden betaald aan de landelijk netbeheerders wier netten het net is gekoppeld. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gebruikt dit bedrag voor de financiering van de gereguleerde activa in Nederland.

  • 3 Onder additionele winsten, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan: het bedrag dat bij de werkelijke kosten over 25 jaar had moeten worden opgeteld om de interne rentabiliteit te verminderen tot een rentabiliteit die niet meer dan een procentpunt hoger ligt dan de in de ontheffingsaanvraag geraamde interne rentabiliteit.

Artikel 26

  • 1 De beheerder heeft in het kader van het beheer van het net tot taak:

    • a) het door hem beheerde net in werking te hebben, te onderhouden en te repareren;

    • b) de veiligheid en betrouwbaarheid van het net en van het transport van elektriciteit over de net op de meest doelmatige wijze te waarborgen;

    • c) onverminderd artikel 31 op een geschikte wijze gegevens te publiceren over zijn koppelingen met netten, het gebruik van het net en de toewijzing van transportcapaciteit;

    • d) gebruikers van het net alle gegevens te verstrekken die zij voor een efficiënte toegang tot het net inclusief gebruik ervan nodig hebben.

  • 2 In aanvulling op de taken, bedoeld in het eerste lid, heeft de beheerder tevens tot taak:

    • a) de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor elektriciteit de gegevens te verschaffen die nodig zijn om een betrouwbare en efficiënte werking, alsmede de samenhangende ontwikkeling en interoperabiliteit, van de netten te waarborgen;

    • b) tijdig en doeltreffend gegevens uit te wisselen over het functioneren van het net met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de netbeheerder van het aangrenzende landelijk hoogspanningsnet, in overeenstemming met de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vast te stellen minimale voorwaarden en verplichtingen inzake de operationele netwerkveiligheid;

    • c) onverminderd artikel 31 het openbaar maken van informatie die nodig is voor doeltreffende mededinging en een efficiënte werking van de markt.

Artikel 27

In aanvulling op de artikelen 24 tot en met 26 kan Autoriteit Consument en Markt aanvullende voorwaarden aan de informatievoorziening stellen, die moeten worden opgenomen in het voorstel, bedoeld in artikel 22.

Artikel 28

Voor uitvoering van de taak genoemd in artikel 4a Elektriciteitswet, kan Onze Minister verlangen van de beheerder dat hij hem gegevens en inlichtingen verstrekt binnen een door hem te bepalen termijn en op een door hem te bepalen wijze.

Artikel 29

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop de beheerder en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het in werking hebben van het net en het landelijk hoogspanningsnet, alsmede de samenwerking tussen de beheerder en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

Hoofdstuk 4. Informatieverstrekking

Artikel 30

  • 1 Onze Minister kan verlangen dat een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt hem inzage geeft in gegevens en bescheiden, onderscheidenlijk gegevens en inlichtingen verstrekt die hij nodig heeft voor de uitvoering van de hem in de Gaswet en Verordening 715/2009 dan wel de Elektriciteitswet 1998 en Verordening 714/2009 opgedragen taken.

  • 2 Degene aan wie een verzoek is gedaan inzage te geven in gegevens en bescheiden, onderscheidenlijk gegevens en inlichtingen te verstrekken, is verplicht binnen de door Onze Minister gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijze kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Artikel 31

  • 1 Wanneer een beheerder van een landgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt bij de uitvoering van zijn taak de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, draagt hij er zorg voor dat die gegevens niet ter beschikking komen of kunnen komen van derden, tenzij enig wettelijk voorschrift anders bepaalt.

  • 2 Indien een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt gegevens over zijn bedrijfsvoering die commercieel voordeel kunnen opleveren ter beschikking stelt aan anderen, doet hij dit op niet-discriminatoire wijze.

  • 3 Een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt maakt alle informatie openbaar die bijdraagt aan een doeltreffende mededinging en een efficiënte werking van de markt, voor zover deze redelijkerwijs te genereren is uit de informatie waarover hij beschikt op basis van de uitvoering van de op grond van dit besluit aan hem toegekende taken.

Hoofdstuk 5. Sancties

Artikel 32

De Autoriteit Consument en Markt kan in geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens:

Hoofdstuk 6. Geschilbeslechting

Artikel 33

  • 1 Een partij die een geschil heeft met een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van dit besluit uitoefent, dan wel aan zijn verplichtingen op grond van dit besluit voldoet, kan een klacht bij de Autoriteit Consument en Markt indienen.

  • 2 De Autoriteit Consument en Markt beslist op een klacht binnen twee maanden na ontvangst van de klacht. De Autoriteit Consument en Markt kan de in de eerste volzin genoemde termijn met twee maanden verlengen als zij aanvullende gegevens nodig heeft. Indien de klager daarmee instemt, is verdere verlenging mogelijk.

  • 4 De beslissing van de Autoriteit Consument en Markt is bindend.

  • 5 Het indienen van een klacht als bedoeld in het eerste lid, laat onverlet elke mogelijkheid voor de desbetreffende partij een hem ter beschikking staand rechtsmiddel aan te wenden.

Hoofdstuk 7. Slotbepaling

Artikel 34

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit grensoverschrijdend net Nederland – Verenigd Koninkrijk na Brexit.

Artikel 35

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en met dien verstande dat:

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 maart 2019

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Uitgegeven de twaalfde april 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven