Mandaatbesluit en machtiging LVV

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 02-04-2019 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 maart 2019, nr. 2540879, houdende verlening van mandaat en machtiging Landelijke Vreemdelingenvoorziening (Mandaatbesluit en machtiging LVV)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht, de convenanten en de daarin overeengekomen werkzaamheden,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Staatssecretaris: de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

  • b. gemeenten: de bij de verschillende convenanten aangesloten gemeenten, te weten Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht;

  • c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht;

  • d. LVV: Landelijke Vreemdelingenvoorziening;

  • e. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de Staatssecretaris besluiten te nemen;

  • f. machtiging: de bevoegdheid om namens de Staatssecretaris feitelijke handelingen te verrichten;

  • g. samenwerkingsafspraken: de op 29 november 2018 door de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Rijk ondertekende samenwerkingsafspraken LVV;

  • h. convenanten: de respectievelijke convenanten pilot-LVV zoals die zijn overeengekomen tussen de gemeente Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht en de Dienst Terugkeer en Vertrek, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Nationale Politie/ AVIM en de Staatssecretaris,

Artikel 2

  • 1 Ter uitvoering en met inachtneming van de samenwerkingsafspraken en de convenanten wordt aan de burgemeester, de collegeleden, de wethouders, de afdelingshoofden, de beleidsontwikkelaars, de adviseurs migratie en integratie en de sectordirecteuren mandaat en machtiging verleend ten behoeve van het verrichten van handelingen die verband houden met:

    • a. de toelating tot de LVV;

    • b. het verblijf in de LVV;

    • c. het beëindigen van het onderdak in de LVV.

  • 2 Ter uitvoering en met inachtneming van de samenwerkingsafspraken en de convenanten wordt aan het college mandaat en machtiging verleend om in het kader van de uitvoering van artikel 2, eerste lid, namens de Staatssecretaris te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg.

  • 3 Aan het college wordt mandaat en machtiging verleend om in het kader van de uitvoering van het eerste en tweede lid namens de Staatssecretaris in rechte op te treden en om namens de Staatssecretaris tegen rechterlijke uitspraken ter zake hoger beroep in te stellen. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanmerkelijk financieel of rechtspositioneel belang, oefent het college deze bevoegdheid niet uit dan na verkregen instemming van de Staatssecretaris.

Artikel 3

  • 1 De in artikel 2, eerste lid genoemde functionarissen kunnen voor de in artikel 2, eerste lid, bedoelde aangelegenheden ondermandaat en -machtiging verlenen aan ambtenaren van de gemeente.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten kan voor de in artikel 2, tweede lid, bedoelde aangelegenheden ondermandaat en -machtiging verlenen aan ambtenaren of leden van het college van de gemeente.

  • 3 Het verlenen van ondermandaat en -machtiging geschiedt schriftelijk.

  • 4 Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat en -machtiging wordt gezonden aan de Staatssecretaris.

Artikel 4

In de ondertekeningen van stukken die met inachtneming van dit besluit tot stand zijn gekomen komt tot uitdrukking dat deze ondertekening namens de Staatssecretaris is.

Artikel 5

Bij de uitoefening van de in dit besluit gemandateerde bevoegdheden en gemachtigde handelingen worden de instructies van de Staatssecretaris in acht genomen.

Artikel 6

De Staatssecretaris kan de in dit besluit verleende mandaat en machtiging te allen tijde intrekken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2019

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

M.G.J. Harbers

Naar boven