Subsidieregeling innovatie en samenwerking regionale publieke media-instellingen

[Regeling vervallen per 01-04-2024.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-04-2019 t/m 06-01-2020

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 28 maart 2019, nr. WJZ/5893539, houdende regels voor de subsidieverstrekking aan regionale publieke media-instellingen ten behoeve van onder andere innovatie en samenwerking (Subsidieregeling innovatie en samenwerking regionale publieke media-instellingen)

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling. Hoofdstuk 3 van de Kaderregeling is van overeenkomstige toepassing op subsidies die op grond van deze regeling direct worden vastgesteld.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten en projectcriteria

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

De minister kan aan een regionale publieke media-instelling subsidie verstrekken voor een project dat voldoet aan de volgende criteria:

  • a. het project draagt voldoende bij aan één of meer van de volgende doelstellingen die zijn geformuleerd in het concessiebeleidsplan RPO:

    • 1°. innovatie;

    • 2°. het vergroten van het bereik;

    • 3°. het duurzaam inhoudelijk versterken van de journalistiek;

    • 4°. het duurzaam inhoudelijk versterken van het media-aanbod;

    • 5°. het vergroten van de doelmatigheid; en

  • b. het project komt ten goede aan meerdere regionale publieke media-instellingen of aan de samenwerking tussen regionale publieke media-instellingen onderling, of aan de samenwerking tussen een of meer regionale publieke media-instellingen en een of meer landelijke of lokale publieke media-instellingen.

Artikel 4. Subsidieplafond en minimumsubsidiebedrag

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is voor het kalenderjaar 2019 een bedrag van € 5,5 miljoen beschikbaar en voor het kalenderjaar 2020 een bedrag van € 7,9 miljoen beschikbaar.

  • 2 Indien het voor het kalenderjaar 2019 beschikbare bedrag niet geheel wordt verstrekt, wordt het resterende bedrag aan het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2020 toegevoegd.

  • 3 Het subsidiebedrag bedraagt ten minste € 25.000,–.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

  • 1 Een regionale publieke media-instelling kan subsidie aanvragen vanaf 1 april 2019 tot en met 30 september 2020.

  • 2 Een aanvraag tot verlening van subsidie bestaat uit:

    • a. een activiteitenplan; en

    • b. een begroting.

  • 3 In aanvulling op artikel 3.4 van de Kaderregeling bevat het activiteitenplan een motivering waaruit blijkt dat het project waarvoor subsidie wordt gevraagd, voldoet aan de criteria, bedoeld in artikel 3.

  • 4 De aanvraag wordt gedaan met gebruikmaking van een aanvraagformulier dat op www.rijksoverheid.nl is bekendgemaakt.

Artikel 6. Wijze van verdeling beschikbare middelen

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

De minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 7. Advies RPO

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

De minister vraagt over een aanvraag advies aan de RPO. De RPO adviseert binnen 4 weken:

Artikel 8. Besluit op subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

  • 2 In afwijking van artikel 7.6 van de Kaderregeling stelt de minister subsidies van € 25.000,– tot € 125.000,– direct vast. De minister betaalt het subsidiebedrag ineens.

  • 3 Bij subsidies vanaf € 125.000,– verstrekt de minister bij het besluit tot subsidieverlening een voorschot van 100%. De minister betaalt het voorschot in afwijking van artikel 6.1, tweede lid, van de Kaderregeling ineens.

Artikel 9. Verplichtingen subsidie

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

  • 1 Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a. de subsidieontvanger rondt het project af vóór 1 januari 2024; en

    • b. de subsidieontvanger neemt jaarlijks in zijn bestuursverslag een toelichting op over de voortgang van het project;

  • 2 In aanvulling op de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, zendt de ontvanger van een subsidie van € 25.000,– tot € 125.000,– de minister binnen 22 weken na afloop van het kalenderjaar waarin het project is afgerond een activiteitenverslag.

Artikel 10. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

In aanvulling op artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidieverstrekking worden geweigerd indien:

  • a. voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ook uit andere hoofde aanspraak op subsidie bestaat; of

  • b. de kosten niet in redelijke verhouding staan tot de beoogde resultaten.

Artikel 11. Verantwoording en vaststelling bij subsidies vanaf € 125.000,–

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

  • 1 De ontvanger van een subsidie vanaf € 125.000,– dient uiterlijk 22 weken na afloop van het kalenderjaar waarin het project is afgerond een aanvraag om vaststelling in bij de minister.

Artikel 12. Wijziging Frictiekostenregeling

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

[Red: Wijzigt de Frictiekostenregeling regionale publieke media-instellingen 2016–2019.]

Artikel 13. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 april 2024.

Artikel 14. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling innovatie en samenwerking regionale publieke media-instellingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven