Regeling studiebijsluiter mbo

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-03-2019 t/m 31-07-2022

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 maart 2019, nr. MBO-105280, houdende nadere specificaties over de vorm en inhoud van de informatie die nodig is voor deelnemers voor het vergelijken van opleidingen en het kiezen van een passende opleiding (Regeling studiebijsluiter mbo)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 6.1.3a, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Informatie instellingen

  • 2 Het bevoegd gezag levert voor iedere beroepsopleiding de informatie, bedoeld in artikel 6.1.3a, eerste lid, onder g, van de wet, ten aanzien van de volgende indicatoren:

    • a. de studenttevredenheid;

    • b. het jaarresultaat, betreffende het percentage geslaagde studenten;

    • c. de doorstroom naar het hbo; en

    • d. de doorstroom binnen het mbo.

  • 3 De vorm en inhoud van de informatie, bedoeld in het eerste en tweede lid, is opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling.

  • 4 Het bevoegd gezag gebruikt bij de informatie, bedoeld in het eerste en tweede lid, in ieder geval het advies dat de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven, bedoeld in artikel 1.5.1 van de wet voor elk van de indicatoren voor de betreffende instelling opstelt op grond van de bijlage van deze regeling.

  • 5 De instelling maakt de gegevens bekend op een voor een ieder toegankelijke plaats.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Bijlage behorende bij artikel 1, derde lid, van de Regeling studiebijsluiter mbo

Nadere specificaties van de vorm en inhoud van de informatie

Artikel 1, eerste lid,

Onderdeel a. Kans op werk

Kans op werk in een vakgebied is een prognose van de kans op het vinden van een baan in het verlengde van de opleiding na diplomering. De kans op werk is bepaald door de verwachte toekomstige vraag naar banen (die geschikt zijn voor schoolverlaters) af te zetten tegen het aantal studenten in de regio dat beschikbaar komt voor de arbeidsmarkt. Voor de regio waar de hoofdlocatie van de school gevestigd is, is weergegeven hoe groot de kans op het vinden van een baan is voor studenten aan de betreffende opleiding na het moment van afstuderen, als nu met de opleiding wordt begonnen.

Onderdeel b. De arbeidsmarktpositie van gediplomeerden uitgedrukt in het percentage werkenden

De arbeidsmarktpositie van gediplomeerden is het percentage werkende gediplomeerden dat op het moment van onderzoek werkt in een baan van meer dan 12 uur per week.

Onderdeel c. Kans op stage of leerbaan

Kans op stage en kans op leerbaan tonen de verwachte kansen van bol-studenten op het vinden van een stage en van bbl-studenten op het vinden van een leerbaan. Kans op stage of leerbaan geeft de verhouding weer tussen het aantal stagezoekende studenten en het aanbod van stages en leerbanen bij bedrijven. Voor de regio waar de hoofdlocatie van de school gevestigd is, is weergegeven hoe groot de kans op het vinden van een stage of leerbaan is voor studenten van de betreffende opleiding (kwalificatie), die in die regio een stage of leerbaan zoeken.

Onderdeel d. Startsalaris

Startsalaris (uurloon) is het salaris dat afgestudeerden aan de opleiding per uur gemiddeld verdienen.

Artikel 1, tweede lid,

Onderdeel a. Studententevredenheid

Studenttevredenheid is een indicatie van de tevredenheid van de studenten over de kwaliteit van deze opleiding in vergelijking met de landelijke tevredenheidscore voor deze opleiding.

Onderdeel b. Het jaarresultaat, betreffende het percentage geslaagde studenten

Jaarresultaat is het aantal studenten dat gediplomeerd de opleiding verlaat uitgedrukt in een percentage ten opzichte van de totale (gediplomeerde plus ongediplomeerde) uitstroom uit de opleiding. Een gediplomeerde in deze context is een student die in het betreffende jaar zijn diploma heeft behaald. Eerder behaalde diploma's zijn hierbij niet relevant.

Onderdeel c. Doorstroom naar het hbo

Doorstroom naar het hbo is het aandeel mbo-studenten dat na een diploma op niveau 4 doorstroomt naar het hoger onderwijs. Alleen doorstroom naar bekostigd onderwijs in Nederland is meegeteld. Extraneï zijn buiten beschouwing gelaten.

Onderdeel d. Doorstroom binnen het mbo

Doorstroom binnen het mbo is het aandeel studenten dat na het behalen van een diploma op niveau 2 of 3 doorstroomt binnen het mbo. Alleen doorstroom naar bekostigd onderwijs in Nederland is meegeteld. Extraneï zijn buiten beschouwing gelaten.

Naar boven