Regeling Internationale Samenwerking 2019–2020

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 09-02-2019 t/m 20-11-2020

Regeling Internationale Samenwerking 2019–2020

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie;

gelet op het Beleidskader Internationaal cultuurbeleid 2017–2020;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 januari 2019;

besluit:

vast te stellen de Regeling Internationale Samenwerking Cultuurparticipatie en Cultuureducatie 2019–2020.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. actieve cultuurparticipatie: kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

  • b. cultuureducatie: het doelbewust leren over en door middel van kunst, erfgoed en media via gerichte instructie, zowel binnen als buiten de school;

  • c. Algemeen Subsidiereglement: Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • d. bestuur: het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • e. cultuurmaker: persoon die in zijn of haar vrije tijd actief is als deelnemer op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media;

  • f. Fonds: stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • g. Nederland: het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2. Doel

Met deze regeling stimuleert het Fonds duurzame internationale samenwerking, netwerkvorming en kennisdeling op het gebied van cultuurparticipatie en cultuureducatie.

Artikel 3. Wie kan aanvragen

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

  • a. een in Nederland gevestigde professional die minimaal 5 jaar werkzaam is op het gebied van actieve cultuurparticipatie of cultuureducatie; of

  • b. een in Nederland gevestigde culturele instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die zich inzet voor actieve cultuurparticipatie en cultuureducatie.

Artikel 4. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1 De aanvrager kan subsidie aanvragen voor:

    • a. verkenning van mogelijke internationale samenwerking, netwerkvorming en kennisdeling op het gebied van cultuureducatie en/of cultuurparticipatie met een buitenlandse partij (ontwikkelsubsidie);

    • b. de voorbereiding en uitvoering van activiteiten gericht op internationale samenwerking, netwerkvorming en kennisdeling op het gebied van cultuureducatie en/of cultuurparticipatie met een lokale partner in het buitenland (samenwerksubsidie). Waarbij voor cultuureducatie geldt, dat dit altijd samen met leerlingen wordt uitgevoerd. Voor cultuurparticipatie geldt dat dit altijd samen met Nederlandse cultuurmakers wordt uitgevoerd.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid dient voor beide subsidies een terugkoppeling van verworven inzichten aan en kennisdeling met het Nederlandse veld onderdeel uit te maken van het project.

  • 3 Een project met een ontwikkelsubsidie heeft een maximale looptijd van één jaar. Een project met een samenwerksubsidie heeft een maximale looptijd van twee jaar. Projecten starten uiterlijk binnen zes maanden na subsidieverlening.

  • 4 Het project start niet eerder dan 13 weken na indiening van de aanvraag.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000.

  • 2 Binnen het beschikbare budget wordt ernaar gestreefd om 75% daarvan in te zetten voor projecten binnen focus- en maatwerklanden zoals gedefinieerd in het Internationaal Cultuurbeleid 2017–2020.

  • 3 Het bestuur kan de hoogte van het subsidieplafond wijzigen.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1 De hoogte van een ontwikkelsubsidie bedraagt maximaal € 7.500 per project.

  • 2 De hoogte van een samenwerksubsidie bedraagt maximaal € 25.000 per project.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1 Subsidie aan een culturele instelling wordt in ieder geval geweigerd indien aan een aanvrager reeds een instellingssubsidie is of zal worden verleend op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid, door het Fonds, of door één van de andere publieke cultuurfondsen.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:5 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend door het Fonds of door één van de andere publieke cultuurfondsen;

    • b. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van de aanvraag reeds worden uitgevoerd;

    • c. de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere of terugkerende activiteiten dan wel redelijkerwijs gefinancierd kunnen worden uit het reguliere (taakstellings)budget van de aanvrager;

    • d. ten tijde van de aanvraag een voorafgaand project van dezelfde aanvrager, waarvoor het Fonds op basis van deze regeling subsidie heeft verleend, nog niet is afgerond.

  • 3 Subsidie kan worden geweigerd als een aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 4 Subsidie kan tevens worden geweigerd als het plan niet, of niet voldoende aansluit bij het doel van de regeling.

Artikel 8. Voorwaarden en beperkingen

  • 1 Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. er sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond; en

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren.

  • 2 De subsidie kan 100% van de totale voor subside in aanmerkingen projectkosten bedragen, voor een aanvraag conform artikel 4 eerste lid onder a.

  • 3 De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de totale voor subsidie in aanmerking komende projectkosten voor een aanvraag conform artikel 4 eerste lid onder b.

  • 4 De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 5 Slechts direct aan het project gerelateerde kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 6 De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van het project.

  • 7 Maximaal 10% van de subsidie van het Fonds mag worden ingezet voor materiële investeringen die benodigd zijn voor het project.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. tot het delen van de terugkoppeling met het Nederlandse veld aan het Fonds;

    • b. tot kennisdeling van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, waarvan deelname aan een door het Fonds georganiseerde uitwisselingsbijeenkomst deel uitmaakt;

  • 2 Indien de subsidieontvanger een rechtspersoon is, werkt deze overeenkomstig de principes van de Governance Code Cultuur.

Hoofdstuk 2. Aanvraag

Artikel 10. Indieningstermijnen

Een aanvraag kan worden ingediend van maandag 4 maart 2019 tot en met vrijdag 18 december 2020.

Artikel 11. Indieningsvereisten

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2 Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project en een sluitende begroting.

  • 3 Indien de aanvrager een professional is, maken in aanvulling op het eerste en tweede lid een curriculum vitae en uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel onderdeel uit van de aanvraag.

Artikel 12. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen voor een ontwikkelsubsidie worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit.

  • 2 Aanvragen voor een samenwerksubsidie worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit;

    • c. samenwerking.

  • 3 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag op alle criteria als voldoende te zijn beoordeeld.

Artikel 13. Beoordelen aanvragen

Het Fonds beoordeelt de aanvragen en het bestuur besluit over de aanvragen.

Artikel 14. Beoordelingswijze

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen.

Artikel 15. Beslistermijn

Het bestuur beslist binnen 13 weken nadat een aanvraag is ontvangen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een aanvrager van bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Internationale Samenwerking 2019–2020.

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

namens deze,

J.J.K. Knol

directeur-bestuurder

Naar boven