Instellingsregeling Commissie kinderopvang en vaccinatie

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 19 december 2018, nr.2018-0000816616, tot instelling van een Commissie kinderopvang en vaccinatie (Instellingsregeling Commissie kinderopvang en vaccinatie)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de staatssecretaris: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. de commissie: de Commissie kinderopvang en vaccinatie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling, taak, opheffing

  • 1 Er is een Commissie kinderopvang en vaccinatie.

  • 2 De commissie wordt ingesteld met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant en wordt opgeheven na het uitbrengen van het eindrapport, bedoeld in artikel 6.

  • 3 De commissie heeft tot taak onderzoek te doen naar mogelijke oplossingsrichtingen:

    • a. die bijdragen aan het afnemen van de zorgen bij ouders over de veiligheid van kinderopvang in relatie tot de dalende vaccinatiegraad; en

    • b. die praktisch werkbaar zijn voor een kindercentrum als bedoeld in de Wet kinderopvang en een voorziening voor gastouderopvang.

Artikel 3. Samenstelling en benoeming

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zeven andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de staatssecretaris benoemd.

  • 3 De benoeming geschiedt voor de duur van het bestaan van de commissie.

  • 4 Bij tussentijds vertrek van een lid kan de staatssecretaris een ander lid benoemen.

Artikel 4. Secretariaat

In het secretariaat wordt voorzien door de staatssecretaris en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 5. Kosten van de commissie

  • 1 De kosten van de commissie komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen;

    • b. de kosten voor publicatie van het rapport, bedoeld in artikel 6;

    • c. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de staatssecretaris aan.

Artikel 6. Rapport

  • 1 De commissie brengt uiterlijk 1 mei 2019 een rapport uit.

  • 2 Het rapport wordt algemeen beschikbaar gesteld.

  • 3 Indien de commissie daartoe aanleiding ziet in de bevindingen van het onderzoek, doet zij tussentijds verslag aan de staatssecretaris.

  • 4 Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de commissie in de weg staan aan het tijdig uitbrengen van het rapport, dan stelt zij de staatssecretaris daarvan onverwijld op de hoogte.

Artikel 7. Archivering

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Commissie kinderopvang en vaccinatie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 december 2018

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

T. van Ark

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.W. Knops

Naar boven