Beleidsregel pilot pro/vbo

[Regeling vervalt per 01-08-2026.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-08-2020 t/m 31-07-2022

Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 21 november 2018, nr. VO/1397452, houdende nadere regels voor het organiseren van een pilot voor scholen voor praktijkonderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs om gemengde onderbouwklassen aan te bieden in de schooljaren 2019–2020 en 2020–2021 en 2021–2022 (Beleidsregel pilot pro/vbo)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 25 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Artikel 2. Doel en inhoud

  • 1 De minister wijst op aanvraag ten hoogste dertig combinaties van pro- en vbo-scholen aan voor schooljaar 2019–2020, die mogen deelnemen aan de pilot. Elke combinatie bestaat uit een pro-school en een school voor vbo, die gezamenlijk een aanvraag hebben ingediend.

  • 2 Een combinatie van een pro-school en een vbo-school die voor schooljaar 2019–2020 is aangewezen om deel te nemen aan de pilot, mag voor schooljaar 2020–2021 opnieuw een aanvraag indienen om te starten met een tweede gemengde onderbouwklas in het pro en vbo.

  • 3 Het doel van deze beleidsregel is om een pilot in te richten, op basis waarvan de aangewezen combinaties, in afwijking van artikel 10f van de wet, een gemengde onderbouwklas in het pro en vbo kunnen aanbieden, waarin een combinatie van pro en vbo wordt aangeboden. De pilot beoogt scholen meer ruimte te geven om maatwerk te leveren voor leerlingen, van wie bij aanvang van hun eerste leerjaar in het voortgezet onderwijs niet meteen duidelijk is of zij beter tot hun recht komen in het pro dan wel in het vbo.

Artikel 2a. Pilotklassen 2021–2024

  • 1 De minister wijst op aanvraag ten hoogste dertig nieuwe combinaties van pro- en vbo-scholen aan die in de schooljaren 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024 mogen starten met een gemengde onderbouwklas in het pro en vbo. Elke scholencombinatie bestaat uit één pro-school en ten minste één school voor vbo.

  • 2 Een combinatie van één pro-school en één of meerdere vbo-scholen die voor schooljaar 2019–2020 is aangewezen om deel te nemen aan de pilot, mag in de schooljaren 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024 opnieuw een gemengde onderbouwklas in het pro en vbo starten, zonder opnieuw een aanvraag in te dienen.

Artikel 3. Voorwaarden

  • 1 Om in aanmerking te komen voor deelname aan de pilot, zorgen de bevoegde gezagen van de pro-school en de school of scholen voor vbo er gezamenlijk voor dat het onderwijs in de gemengde onderbouwklas zo is ingericht, dat:

    • a. leerlingen naar de kerndoelen van de onderbouw in het vbo toe werken;

    • b. leerlingen in twee of drie jaar worden voorbereid op basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg als bedoeld in artikel 10b van het vbo;

    • c. het programma aansluit op één van de vbo-profielen die de school verzorgt; en

    • d. alle leerlingen staan ingeschreven in het pro en over een toelaatbaarheidsverklaring beschikken.

  • 2 Om in aanmerking te komen voor deelname aan de pilot, toont het bevoegd gezag van de pro-school in samenwerking met het bevoegd gezag van de school of scholen voor vbo aan:

    • a. hoe de pro-school waarborgt dat leerlingen die in staat zijn om door te stromen naar de bovenbouw van het vbo, na twee of drie jaar ook daadwerkelijk in staat zijn dat te doen; en

    • b. hoe de begeleiding van de leerlingen die overstappen naar het vbo wordt geregeld.

  • 3 De gemengde brugklas wordt aangeboden op de pro-school. Het onderwijsprogramma kan deels plaatsvinden op de school voor vbo voor ten hoogste 500 klokuren als bedoeld in artikel 10f.

Artikel 4. Aanvraag schooljaar 2019–2020

  • 1 Een aanvraag kan tot en met 31 januari 2019 worden ingediend bij de minister. De bevoegde gezagsorganen van een pro-school en van een school voor vbo dienen een aanvraag gezamenlijk in.

  • 2 De aanvraag wordt voorzien van:

    • a. een schriftelijk bewijs van instemming van de medezeggenschapsraad van de pro-school en de school voor vbo over de pilot; en

    • b. een schriftelijk bewijs van instemming van het samenwerkingsverband waartoe de pro-school behoort;

  • 3 Zeer zwakke scholen komen niet in aanmerking voor deelname aan de pilot.

Artikel 4a. Aanvraag schooljaar 2020–2021

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 2, tweede lid, kan tot en met 30 november 2019 worden ingediend bij de minister. De bevoegde gezagsorganen van een pro-school en van een vbo-school dienen een aanvraag gezamenlijk in.

  • 2 Een aanvraag wordt voorzien van:

    • a. een bewijsstuk dat de medezeggenschapsraad of ondernemingsraad van de pro-school en de school voor vbo om advies is gevraagd over deelname aan de pilot; en

    • b. een bewijsstuk van instemming van het samenwerkingsverband waartoe de pro-school behoort.

  • 3 Zeer zwakke scholen komen niet in aanmerking voor deelname aan de pilot.

Artikel 4b. Aanvraag schooljaar 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 2a kan tot en met 30 november 2020 worden ingediend bij de minister. Het bevoegd gezag van de pro-school dient de aanvraag in.

  • 2 Een aanvraag wordt voorzien van:

    • a. een bewijsstuk dat de medezeggenschapsraad of ondernemingsraad van de pro-school en de school of scholen voor vbo om advies is gevraagd over deelname aan de pilot; en

    • b. een bewijsstuk van instemming van het samenwerkingsverband waartoe de pro-school behoort.

  • 3 Zeer zwakke scholen komen niet in aanmerking voor deelname aan de pilot.

Artikel 5. Aanwijzing scholencombinaties schooljaar 2019–2020

  • 1 De minister beslist uiterlijk op 1 maart 2019 op de aanvragen.

  • 2 Het besluit tot aanwijzing van een combinatie van pro- en vbo-scholen voor deelname aan de pilot geldt vanaf 1 augustus 2019 voor de periode van drie schooljaren.

  • 3 Indien er meer aanvragen zijn ingediend dan er plaatsen zijn voor deelname aan de pilot, wijst de minister de aanvragen toe op basis van:

    • a. een evenwichtige verdeling tussen een school voor vbo met het profiel groen als bedoeld in artikel 10b, derde lid, onder i en een school voor vbo die de overige profielen als bedoeld in artikel 10b, derde lid, onder a tot en met h en letter j aanbiedt;

    • b. vervolgens spreiding over de provincies; en

    • c. vervolgens spreiding over de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.

    Indien binnen een provincie of samenwerkingsverband passend onderwijs meerdere aanvragen zijn ingediend, wijst de minister de betreffende aanvragen toe op basis van loting.

Artikel 5a. Aanwijzing scholencombinaties schooljaar 2020–2021

  • 2 Het besluit tot aanwijzing van een combinatie van pro- en vbo-scholen voor deelname aan de pilot geldt vanaf 1 augustus 2020 voor de periode van drie schooljaren.

Artikel 5b. Aanwijzing nieuwe scholencombinaties schooljaar 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024

  • 2 Het besluit tot aanwijzing van een combinatie van de pro-school en een of meerdere vbo-scholen voor deelname aan de pilot geldt vanaf 1 augustus 2021 voor de periode van drie schooljaren.

  • 3 Indien er meer aanvragen zijn ingediend dan er plaatsen zijn voor deelname aan de pilot, wijst de minister de aanvragen toe op basis van:

    • a. voorrang voor pro-scholen die nog niet deelnemen aan de pilot ten opzichte van pro-scholen die al wel deelnemen aan de pilot;

    • b. vervolgens een evenwichtige verdeling tussen een school voor vbo met het profiel groen als bedoeld in artikel 10b, derde lid, onder i en een school voor vbo die de overige profielen als bedoeld in artikel 10b, derde lid, onder a tot en met h en letter j aanbiedt;

    • c. vervolgens spreiding over de provincies; en

    • d. vervolgens spreiding over de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.

    Indien binnen een provincie of samenwerkingsverband passend onderwijs meerdere aanvragen zijn ingediend, wijst de minister de betreffende aanvragen toe op basis van loting.

Artikel 6. Informatieplicht

De bevoegde gezagsorganen van scholen die zijn aangewezen voor deelname aan de pilot verstrekken op verzoek van de minister gegevens over de uitvoering, leerlingtevredenheid, doorstroom en leerresultaten aan de minister voor beleidsonderzoek. De bevoegde gezagen verstrekken de gegevens in geanonimiseerde vorm.

Artikel 7. Intrekking aanwijzing

  • 1 De minister kan een aanwijzing tot deelname aan de pilot intrekken, indien de pro-school of school voor vbo een zeer zwakke school wordt. De minister raadpleegt de Inspectie van het onderwijs voorafgaand aan het intrekken van een aanwijzing.

  • 2 Indien de minister besluit een aanwijzing in te trekken, dienen de leerlingen op een nader door de minister te bepalen tijdstip deel te nemen aan het reguliere onderwijsprogramma.

Artikel 8. Evaluatie

  • 1 De minister evalueert de beleidsregel na afloop van de pilot. De minister kan gedurende de looptijd van de beleidsregel tussentijdse evaluaties uitvoeren.

  • 2 Pro-scholen en vbo-scholen die deelnemen aan de pilot, leveren op verzoek van de minister gegevens aan ten behoeve van de evaluatie.

Artikel 9. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2026.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel pilot pro/vbo.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven