Bevoegdheidsregeling DNB 2018

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 26-09-2018 t/m heden

Bevoegdheidsregeling DNB 2018

De Directie van De Nederlandsche Bank N.V.;

Overwegende dat de vennootschap wordt vertegenwoordigd door de directie en dat deze bevoegdheid tot vertegenwoordiging mede toekomt aan de president en aan ieder der directeuren afzonderlijk;

Overwegende dat de directie bevoegd is gevolmachtigden met vertegenwoordigingsbevoegdheid aan te stellen;

Overwegende dat de directie mandaat kan verlenen om namens DNB besluiten te nemen in het kader van bevoegdheden die bij wet aan DNB zijn toegekend;

Gelet op artikelen 6a en 7 van de Statuten van De Nederlandsche Bank N.V.;

Besluit:

1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

2. Volmacht

  • 1. De Divisiedirecteur ICT en de Divisiedirecteur Bedrijfsvoering zijn bevoegd met inachtneming van het hieronder vermelde maximum voor zover van toepassing te beslissen in aangelegenheden die vallen binnen het beheersgebied van hun divisie en DNB te vertegenwoordigen en deze tegenover derden te binden met betrekking tot het beheersgebied van hun divisie (volmacht B1).

  • 2. Divisiedirecteuren zijn met inachtneming van de hieronder vermelde maxima voor zover van toepassing bevoegd te beslissen in aangelegenheden die vallen binnen het beheersgebied van hun divisie en DNB te vertegenwoordigen en deze tegenover derden te binden met betrekking tot het beheersgebied van hun divisie (volmacht B2).

  • 3. Afdelingshoofden zijn met inachtneming van de hieronder vermelde maxima voor zover van toepassing bevoegd te beslissen in aangelegenheden die vallen binnen het beheersgebied van hun afdeling en DNB te vertegenwoordigen en deze tegenover derden te binden met betrekking tot het beheersgebied van de afdelingen van hun divisie (volmacht C).

  • 4. Sectiehoofden zijn met inachtneming van de hieronder vermelde maxima voor zover van toepassing bevoegd te beslissen in aangelegenheden die vallen binnen het beheersgebied van hun sectie en DNB te vertegenwoordigen en deze tegenover derden te binden met betrekking tot het beheersgebied van de secties van hun afdeling (volmacht C).

  • 5. Door de directie aangewezen medewerkers van de divisies Chartaal Betalingsverkeer, Betalingsverkeer & Marktinfrastructuur, Bedrijfsvoering en ICT zijn met inachtneming van het hieronder vermelde maximum voor zover van toepassing bevoegd DNB te vertegenwoordigen en tegenover derden te binden met betrekking tot het beheersgebied van hun divisie binnen het taakgebied waarvoor de medewerkers zijn aangewezen (volmacht D).

  • 6. Door de directie aangewezen medewerkers van de divisie Financiële markten zijn bevoegd te beslissen in aangelegenheden die vallen binnen het functiegebied waarop zij werkzaam zijn en DNB te vertegenwoordigen en tegenover derden te binden in het kader van het al dan niet telefonisch of met behulp van andere technische middelen afsluiten van transacties op de financiële markten. Hierbij worden per medewerker de volgende 4 categorieën handelingen onderscheiden:

    • 1. beleggingstransacties in de vorm van vastrentende waarden (obligaties), rentefutures, renteswaps en dergelijke (volmacht E-1);

    • 2. transacties in aandelen (fondsen) en vergelijkbare financiële waarden (inclusief aandelenindexfutures) ten behoeve van het portefeuillebeheer (volmacht E-2);

    • 3. commerciële en beleidsgeoriënteerde transacties op de (inter)nationale geld- en valutamarkt (volmacht E-3);

    • 4. transacties op de goudmarkt en in goudgerelateerde instrumenten (volmacht E-4).

  • 7. De Secretaris van de vennootschap is bevoegd met inachtneming van de hieronder vermelde maxima voor zover van toepassing te beslissen in aangelegenheden die vallen binnen het beheersgebied van het directiesecretariaat en DNB te vertegenwoordigen en deze tegenover derden te binden met betrekking tot het beheersgebied van het directiesecretariaat (volmacht B2)

  • 8. Voor het aangaan van financiële verplichtingen door gevolmachtigden B1, B2, C, D, gelden de maxima die hieronder vermeld zijn.

    B1: € 500.000,–

    B2: € 250.000,–

    C: € 125.000,–

    D: € 75.000,–

  • 9. De bevoegdheid tot het verwerven, bezwaren of vervreemden van registergoederen, tot het geven van financiële garanties of borgstellingen namens de vennootschap, voor zover deze de in artikel 2.9 aangegeven maxima te boven gaan, is voorbehouden aan de directie alsmede aan ieder lid daarvan.

  • 10. De bij of krachtens deze regeling bevoegdverklaarden worden aangeduid als “gevolmachtigden,”, resp. “gevolmachtigden B1,” enzovoort.

3. Mandaat

  • 1. Ieder lid van de directie wordt mandaat verleend om met inachtneming van de beperkingen die volgen uit de taaktoebedeling zoals vastgelegd in de Statuten van De Nederlandsche Bank N.V. en het Reglement van Orde als bedoeld in artikel 28 van de Statuten van De Nederlandsche Bank N.V., alsmede de Bankwet 1998, namens DNB de besluiten te nemen die op grond van de Wetten door DNB genomen kunnen worden. Aan ieder lid van de directie wordt tevens machtiging verleend om de onderzoeksbevoegdheden uit te oefenen die bij of krachtens de Wetten aan DNB toekomen.

  • 2. Aan Divisiedirecteuren van:

    • de Divisie Betalingsverkeer & Marktinfrastructuur;

    • de Divisie Chartaal Betalingsverkeer;

    • de Divisie Financiële Stabiliteit;

    • de Divisie Juridische Zaken (General Counsel);

    • de Divisie On-site toezicht en bancaire expertise;

    • de Divisie Resolutie;

    • de Divisie Statistiek;

    • de Divisie Toezicht Europese Banken;

    • de Divisie Toezicht horizontale functies en integriteit;

    • de Divisie Toezicht nationale instellingen;

    • de Divisie Toezicht pensioenfondsen;

    • de Divisie Toezicht verzekeraars;

    zoals deze divisies luiden of zullen komen te luiden, wordt mandaat verleend om binnen het functiegebied van hun divisie namens DNB de besluiten te nemen die op grond van de Wetten door DNB genomen kunnen worden, alsmede machtiging om de onderzoeksbevoegdheden uit te oefenen die bij of krachtens de Wetten aan DNB toekomen.

  • 3. Afdelingshoofden van de in het vorige lid genoemde Divisies alsmede het sectiehoofd van de Sectie Chartaal Toezicht wordt mandaat verleend om binnen het functiegebied van hun divisie namens DNB de besluiten te nemen die op grond van de Wetten door DNB genomen kunnen worden, alsmede machtiging om de onderzoeksbevoegdheden uit te oefenen die bij of krachtens de Wetten aan DNB toekomen.

  • 4.

    • a. Leden van de directie zijn bevoegd ondermandaat te verlenen aan een of meer divisiedirecteuren, afdelingshoofden of Toezichthouders die onder hun verantwoordelijkheid werkzaam zijn;

    • b. Divisiedirecteuren zijn bevoegd ondermandaat te verlenen aan een andere divisiedirecteur, of aan een afdelingshoofd of een of meer Toezichthouders die onder hun verantwoordelijkheid werkzaam zijn;

    • c. Afdelingshoofden zijn bevoegd ondermandaat te verlenen aan een of meer Toezichthouders die onder hun verantwoordelijkheid werkzaam zijn.

  • 5. Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid heeft geen betrekking op het nemen van besluiten ter uitvoering van de taak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van de Bankwet 1998.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met het vierde lid wordt een beslissing op bezwaar niet genomen door degene die krachtens mandaat het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt.

  • 7. In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met het vierde lid is degene die van een overtreding een rapport heeft opgemaakt niet gemandateerd om een besluit te nemen waarbij ter zake van die overtreding een bestuurlijke boete wordt opgelegd.

  • 8. Onverminderd het bepaalde bij artikel 12a, derde lid, van de Bankwet 1998 is in afwijking van het bovenstaande het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht voorbehouden aan de directie.

5. Overdracht

Onverminderd het in deze regeling bepaalde kunnen krachtens deze regeling verkregen bevoegdheden niet geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan een andere medewerker van DNB of een derde.

6. Bijzondere bevoegdheidsverlening

De verlening van bevoegdheden, anders dan de hierin genoemde, aan medewerkers in dienst van DNB of derden gebeurt schriftelijk en is voorbehouden aan de directie, alsmede aan ieder lid daarvan.

7. Bekendmaking

  • 1. De Secretaris van de vennootschap en zijn plaatsvervanger, zijn bevoegd tot het namens de directie afgeven van verklaringen omtrent de bevoegdheid van degenen die in enig geval namens DNB zullen optreden of zijn opgetreden.

  • 2. Bekendmaking van dit besluit geschiedt door plaatsing daarvan in de Staatscourant.

8. Inwerkingtreding

  • 1. De Bevoegdheidsregeling (kenmerk Juza/2004/01487/sb) komt te vervallen.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Amsterdam, 17 september 2018

De Nederlandsche Bank N.V.

K.H.W. Knot

N.C. Stolk

E.F. Bos

J. Swank

F. Elderson

Naar boven