Regeling Stoppen-met-rokenprogramma

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Regeling Stoppen-met-rokenprogramma

Gelet op de artikelen 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van Stoppen-met-rokenprogramma.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.1 Stoppen-met-rokenprogramma

    Zorg zoals huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen en klinisch psychologen die bieden en farmacotherapeutische interventies ter ondersteuning van gedragsverandering met als doel te stoppen met roken. De programmatische aanpak bij stoppen met roken bestaat altijd uit begeleiding gericht op gedragsverandering en wordt indien nodig aangevuld met farmacologische ondersteuning. De zorgmodule Stoppen met Roken en de richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning worden hierbij als uitgangspunt gehanteerd.

  • 1.2 Zorgaanbieder

    De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg voor zover deze zorg aanbiedt als bedoeld in artikel 3 van deze regeling.

  • 1.3 Zorgmodule

    De zorgmodule Stoppen met Roken is een generieke module opgesteld door de stichting Partnership Stop met roken die de norm voor de zorg bij de zorgvraag stoppen met roken functioneel omschrijft.De zorgmodule bevat een zorginhoudelijke en organisatorische uitwerking van het programma. De module dient om cliënten inzicht te geven in kwaliteitsnormen en faciliteert verzekeraars en aanbieders bij het sluiten van overeenkomsten.

  • 1.4 Richtlijnbehandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning

    De Richtlijn behandeling van tabaksverslaving en stoppen met rokenondersteuning.

  • 1.5 Hoofdcontractant

    De hoofdcontractant is de zorgaanbieder die verantwoordelijk is voor levering van het stoppen-met-rokenprogramma aan de cliënt en het overeengekomen tarief voor deze prestatie declareert. De hoofdcontractant is verantwoordelijk voor de ‘stepped care’ zoals deze in de zorgmodule wordt beschreven. De hoofdcontractant kan bij het leveren van de voornoemde prestatie middels onderlinge dienstverlening gebruik maken van één of meer onderaannemers.

  • 1.6 Onderlinge dienstverlening

    De levering van (onderdelen van) de prestaties Stoppen-met-rokenprogramma door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘hoofdcontractant’.

  • 1.7 Tarief

    De prijs die de hoofdcontractant in rekening brengt voor de prestatie.

  • 1.8 ‘In zorg’

    De cliënt is ‘in zorg’ op het moment dat een cliënt heeft besloten te gaan stoppen, en daarbij vervolgens ondersteuning ontvangt, waarvan inhoud en levering overeenkomen met in artikel 1.1 bedoelde prestatie. De startdatum is de datum van het eerste contact binnen deze prestatie.

  • 1.9 Ketenzorg

    Prestaties die worden vastgesteld op grond van de Beleidsregel Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel het stellen van de navolgende voorschriften met betrekking tot het stoppen-met-rokenprogramma:

  • Declaratievoorschriften.

  • Transparantievoorschriften die moeten bewerkstelligen dat consumenten tijdig en zorgvuldig geïnformeerd worden over de eigenschappen van de betreffende prestatie met het oog op doeltreffendheid, juistheid, inzichtelijkheid en vergelijkbaarheid van de informatie. Met deze informatie kunnen cliënten een weloverwogen keuze kunnen maken voor het aangaan van een overeenkomst om te stoppen met roken.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie stoppen-met-rokenprogramma leveren als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Artikel 4. Declaratievoorschriften

  • 4.1 Vrij tarief

    Voor de prestatie stoppen-met-rokenprogramma geldt een vrij tarief.

  • 4.2 Declaratie door hoofdcontractant

    De hoofdcontractant kan, met inachtneming van onderstaande bepalingen, de prestatie als omschreven in artikel 1.1 van deze regeling na beëindiging van het zorgprogramma in rekening brengen bij de zorgverzekeraar of de cliënt aan wie de prestatie is geleverd.

    De peildatum voor vergoeding en tariefbepaling is de startdatum waarop de cliënt ‘in zorg’ treedt.

  • 4.3 Te declareren prestatie en toeslagen

    De prestatie stoppen-met-rokenprogramma kan door de hoofdcontractant in rekening worden gebracht op basis van de Prestatiebeschrijvingbeschikking stoppen-met-rokenprogramma. De te declareren prestatie bestaat altijd uit gedragsmatige ondersteuning, en kan indien nodig uitgebreid worden met toeslagen voor farmaceutische ondersteuning.

  • 4.4 Onderlinge dienstverlening

    Indien sprake is van onderlinge dienstverlening verdeeld de hoofdcontractant het tarief onder bij de betrokken zorgaanbieders, volgens de (contract)afspraken die hij met hen heeft gemaakt.

    De uitvoerende zorgaanbieder die (een deel van) het stoppen-met-rokenprogramma levert in het kader van onderlinge dienstverlening declareert deze zorg aan de hoofdcontractant.

    De tarieven voor onderlinge dienstverlening in het kader van de prestatie stoppen-met-rokenprogramma zijn vrije tarieven.

  • 4.5 Programma aangeboden door een eerstelijns psycholoog

    Het stoppen-met-rokenprogramma wordt niet gerekend tot de generalistische Basis GGZ, al kan een eerstelijns psycholoog wel stoppen met roken zorg aanbieden. Indien een eerstelijns psycholoog het stoppen-met-rokenprogramma aanbiedt, is de onderhavige beleidsregel van toepassing. De beleidsregel voor tarieven in de generalistische Basis GGZ is dan niet van toepassing.

  • 4.6 Geen samenloop met de eerstelijns zorg

    Zorg binnen de eerste lijn die geacht wordt onderdeel uit te maken van, of gelijkwaardig te zijn aan de prestatie stoppen-met-rokenprogramma wordt niet gelijktijdig naast voornoemde zorg ten behoeve van dezelfde patiënt gedeclareerd.

  • 4.7 Uitzondering huisartsenconsult bij UR-medicatie

    In afwijking van artikel 4.6 van deze regeling mag de deelprestatie voor een eenmalig huisartsenconsult waarin een geneesmiddel wordt voorgeschreven wel worden gedeclareerd naast de prestatie stoppen-met-rokenprogramma indien farmacologische ondersteuning met uitsluitend op recept verkrijgbare geneesmiddelen wenselijk wordt geacht en indien de hoofdcontractant geen huisartsenzorg heeft gecontracteerd binnen het programma.

  • 4.8 Samenloop met Ketenzorg

    Het is mogelijk af te wijken van integrale inkoop, levering en declaratie voor zover het stoppen-met-rokenprogramma wordt geleverd aan een cliënt die integraal bekostigde ketenzorg ontvangt vanwege een chronische aandoening volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg (DM type 2/VRM, COPD/Astma)’.

  • 4.10 Samenloop met medisch specialistische zorg

    Het stoppen-met-rokenprogramma kan niet worden gedeclareerd indien tegelijkertijd aan dezelfde patiënt medisch specialistische zorg wordt geleverd die tot doel heeft de cliënt te begeleiden met het stoppen met roken.

Artikel 5. Transparantievoorschrift

  • 5.1 Hoofdcontractant

    De hoofdcontractant is verantwoordelijk voor een goede voorlichting van de cliënt met betrekking tot de inhoud en de kosten van de programmatische aanpak bij het stoppen met roken. Indien er farmaceutische ondersteuning wordt ingezet, geeft de hoofdcontractant duidelijk aan hoe deze kosten vergoed worden voor de cliënt. Ook wordt er gewezen op het eigen risico en wordt hiervoor verwezen naar de verzekeraar.

  • 5.2 Verzekeraar

    De verzekeraar informeert de verzekerde hoe omgegaan wordt met het eigen risico en wat er onder de vergoeding valt.

Artikel 7. Toepasselijkheid voorgaande regeling, inwerkingtreding en citeertitel

Toepasselijkheid voorafgaande regeling

De Regeling Stoppen-met-rokenprogramma, met kenmerk NR/CU-713, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Deze regeling wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant op grond van artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg.

Citeertitel

De regeling kan worden aangehaald als: Regeling Stoppen-met-rokenprogramma.

De Nederlandse Zorgautoriteit,

M.J. Kaljouw

voorzitter Raad van Bestuur

Naar boven