beleidsregel fosfaatrechten jongvee

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 20-07-2018 t/m heden

Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 juli 2018, nr. WJZ/18044127, houdende regels over de toepassing van artikel 21b van de Meststoffenwet op jongvee voor de vleesveehouderij (beleidsregel fosfaatrechten jongvee)

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • wet: Meststoffenwet;

  • zoogkoe: koe, niet zijnde melk- of kalfkoe, die tenminste eenmaal heeft gekalfd en wordt gehouden voor de productie van een of meer kalveren voor de vleesveehouderij.

Artikel 2

Voor de toepassing van de artikelen 1, eerste lid, onderdeel za, 21b, 22a, 23, derde, vijfde en zesde lid en 33Ab, tweede en vierde lid, van de wet, wordt onder ‘vrouwelijke opfokkalveren voor de vleesveehouderij tot 1 jaar’ als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel kk, onder 2°, van de wet verstaan jongvee jonger dan 1 jaar, dat bestemd is om zoogkoe te worden.

Artikel 3

Voor de toepassing van de artikelen 1, eerste lid, onderdeel za, 21b, 22a, 23, derde, vijfde en zesde lid en 33Ab, tweede en vierde lid, van de wet, wordt onder ‘jongvee ouder dan 1 jaar, te weten alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren’ verstaan vrouwelijk jongvee van 1 jaar en ouder voor de melkveehouderij en jongvee van 1 jaar en ouder dat bestemd is om zoogkoe te worden.

Artikel 4

Indien een op een bedrijf rustend fosfaatrecht niet overeenkomstig de artikelen 2 en 3 is vastgesteld, wordt dit fosfaatrecht herzien.

Artikel 5

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 juli 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Naar boven