Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV

[Regeling vervallen per 04-07-2019.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2018 t/m 03-07-2019

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 juni 2018, nr. 2018-0000052330, ten behoeve van het verstrekken van financiële middelen aan het UWV teneinde het UWV een tijdelijk budget te geven voor het inkopen van scholingstrajecten voor werklozen met een grote kans op langdurige werkloosheid (Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, juncto 9 van de Kaderwet SZW-subsidies en 32d, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Scholingsbudget

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

  • 1 Het UWV beschikt voor het inkopen van noodzakelijke scholing als bedoeld in de Scholingsregeling WW voor de werknemer die recht heeft op een uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet en die een grote kans heeft op langdurige werkloosheid, alsmede voor de daaraan verbonden uitvoeringskosten, over:

    • a. voor het jaar 2018 € 8 miljoen;

    • b. voor het jaar 2019 € 11 miljoen;

    • c. voor het jaar 2020 € 11 miljoen.

  • 2 UWV beheert en administreert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Het UWV kan, na goedkeuring door de minister, afwijken van de onderverdeling, genoemd in het eerste lid.

Artikel 3. Opgave lasten en betaling

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

  • 1 Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt het UWV aan de minister een opgave van het totaalbedrag van de voor het komende jaar geraamde lasten met betrekking tot deze regeling, voor zover de opgave de in artikel 2 genoemde bedragen niet te boven gaat. Hierin wordt onderscheid gemaakt naar scholingsbudget en uitvoeringskosten.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de opgave van het totaalbedrag van de geraamde lasten voor het jaar 2018 ingediend voor 1 juli 2018.

  • 3 De minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b, van de Regeling Wfsv, een periodiek voorschot op het totaalbedrag, bedoeld in het eerste lid, van de geraamde lasten voor het scholingsbudget met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en op de uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.

  • 4 De minister kan, na overleg met het UWV, bij de storting, bedoeld in het derde lid, afwijken van de in het eerste en het tweede lid bedoelde totaalbedragen.

Artikel 4. Afrekening

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

  • 2 Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, rekent de minister de lasten alsmede de ontvangen voorschotten met betrekking tot deze regeling en het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.

Artikel 5. Verslaglegging

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

Het UWV brengt aan de minister inhoudelijk en financieel verslag uit over de uitvoering van deze regeling overeenkomstig artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 6. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 7. Citeertitel

[Regeling vervallen per 04-07-2019]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 juni 2018

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees

Naar boven