Wet van 21 april 1988, tot wijziging van de Warenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de in de Warenwet vervatte voorzieningen te verruimen ten behoeve van een doeltreffender bewaking van
de goede hoedanigheden van waren, alsmede van een grotere duidelijkheid voor de afnemer
en met name een goede voorlichting van de consument en tevens de bemoeienis van de
besturen der gemeenten, onderscheidenlijk de besturen der provincies met betrekking
tot de keuring van waren te doen vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: