Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 23-03-2018 t/m 31-12-2019

Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 2 In dit besluit wordt onder het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging begrepen: het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten.

Artikel 2. Verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan directeuren en uitzonderingen

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Aan een directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om op grond van ARK beslissingen te nemen met betrekking tot ambtenaren die behoren tot zijn directie, voor zover hierna niet anders is bepaald.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijft aan het bestuur exclusief voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake:

    • a. de disciplinaire straf van (voorwaardelijk) ontslag, bedoeld in artikel 2:13 ARK;

    • b. de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 11:1 ARK, voor zover het niet gaat om beslissingen inzake het aanstellen, benoemen, verplaatsen in dan wel naar een hogere dan formele schaal;

    • c. de Regeling bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid Kadaster, bijlage G van ARK;

    • d. de Regeling sociaal beleid Kadaster, Bijlage H1 van ARK;

    • e. de integriteitsregelingen, bijlagen O tot en met S van ARK, behoudens de bevoegdheid tot het behandelen en het nemen van beslissingen op basis van de Regeling melden algemene klachten, bijlage R van ARK;

    • f. het nemen van besluiten van algemene strekking, waaronder het vaststellen van beleidsregels;

    • g. bezwaarschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt uitsluitend aan de directeur Organisatie en HRM mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot alle ambtenaren van de Dienst beslissingen te nemen inzake:

    • a. het doen van voorstellen tot wijziging van de regels voor werving en selectie, bedoeld in de artikelen 2:1 en 2:2 en bijlage L van ARK;

    • b. het beschrijven en waarderen van functies, bedoeld in artikel 5:3, tweede en derde lid ARK;

    • c. de uitvoering en het doen van voorstellen tot wijziging van het Individueel Keuzebudget, bedoeld in hoofdstuk 9 ARK;

    • d. de Regeling chauffeurs leden Raad van Bestuur, bijlage N van ARK;

    • e. de toekenning van BHV toelagen, bedoeld in de Regeling BHV vergoedingen, bijlage D van ARK;

    • f. de Regeling tegemoetkoming zorgverzekering, bijlage B van ARK;

    • g. het voeren van de registraties als bedoeld in de artikelen 4:6, vierde lid en 4:7, derde lid ARK en het openbaren van nevenwerkzaamheden als bedoeld in artikel 4:6, vijfde lid ARK.

  • 4 In afwijking van het eerste lid wordt uitsluitend aan de directeur Organisatie en HRM mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot gewezen ambtenaren van de Dienst beslissingen te nemen inzake de artikelen 8, 10, 11, 14 en 17 van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, bijlage M van ARK.

Artikel 3. Overige uitgesloten bevoegdheden en begrenzing mandaat, volmacht en machtiging

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Een directeur is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot hemzelf.

  • 2 Een directeur is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten, met een mogelijke precedentwerking. Een directeur legt een besluit als bedoeld in de vorige zin steeds aan het bestuur ter beslissing voor.

  • 3 Een directeur oefent zijn mandaat, volmacht en machtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn directie vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, de bestendige uitvoeringspraktijk van de Dienst en de bepalingen vermeld in dit besluit.

  • 4 Het nemen van beslissingen of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met mogelijke financiële gevolgen door de directeur geschiedt met inachtneming van de aan hem toegekende (personeels)budgetten op basis van het geldende jaarplan.

Artikel 4. Aanwijzingen

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Met betrekking tot de uitoefening van het mandaat, de volmacht en de machtiging door een directeur kan het bestuur algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

  • 2 Een directeur is gehouden de door het bestuur gegeven algemene en bijzondere aanwijzingen op te volgen.

Artikel 5. Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Een directeur is bevoegd aan een afdelingshoofd en/of manager, die tevens lid is of zijn van het managementteam van de directeur, een algemeen ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen ten aanzien van bevoegdheden die aan hem zijn verleend op grond van artikel 2.

  • 2 Een directeur is tevens bevoegd aan leidinggevende functionarissen van zijn directie die rechtstreeks onder een afdelingshoofd en manager als bedoeld in het voorgaande lid, ressorteren ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen ten aanzien van bevoegdheden zoals omschreven in artikel 2, derde lid van het Besluit directeuren tot verlening ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018.

  • 3 Een directeur kan aan de in het eerste en tweede lid genoemde functionarissen met betrekking tot de uitoefening van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging algemene en bijzondere aanwijzingen geven. Een directeur ziet erop toe dat deze aanwijzingen door deze functionarissen worden nageleefd.

  • 4 Een directeur die ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging verleent, doet dit schriftelijk waarbij de Dienst zorg draagt voor bekendmaking hiervan door publicatie in de Staatscourant.

  • 5 De directeur Organisatie en HRM stelt een register op met betrekking tot de door de directeuren verleende ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen. Het register kan tevens de gegeven algemene en bijzondere aanwijzingen met betrekking tot de uitoefening van het (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging bevatten.

Artikel 6. Vervangingsregeling

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Directeuren kunnen bij belet vervangen worden door een mededirecteur of een afdelingshoofd of manager die tevens lid is van het managementteam van de directeur.

  • 2 De mededirecteur of een afdelingshoofd of manager die tevens lid is van het managementteam van de directeur, kan met goedkeuring van het bestuur de bevoegdheden toekomend aan de te vervangen directeur uitoefenen.

Artikel 8. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2018.

Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Apeldoorn, 6 maart 2018

Raad van Bestuur,

Th.A.J. Burmanje

F.L.V.P.L. Tierolff

Naar boven