Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 08-07-2021 t/m 16-10-2023

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 februari 2018, nr. WJZ /16056394, houdende regels met betrekking tot subsidiëring van de kosten van sloop en ombouw nertsenhouderijen (Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definitie

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • besluit: Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij;

  • grote onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, punt 26, van verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L193);

  • strekkende meter: een lengte van 1 meter, ongeacht de breedte, waarop en waaronder de sloopwerkzaamheden worden verricht;

  • vierkante meter: oppervlakte van een vierkante meter waarop en waaronder de sloopwerkzaamheden worden verricht.

Hoofdstuk 2. Sloop

Artikel 2. Subsidie voor sloop

  • 1 Het bedrag, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, is:

    • a. € 11,13 per vierkante meter voor de sloop van een gebouw of bouwwerk, indien het gebouw of bouwwerk geen staalconstructie bevat;

    • b. € 8,53 per vierkante meter voor de sloop van een gebouw of bouwwerk, indien het gebouw of bouwwerk een staalconstructie bevat;

    • c. € 4,00 per vierkante meter voor de sloop van de erfverharding rondom de nertsenhouderij;

    • d. € 1,50 per vierkante meter van het gebouw of bouwwerk voor het verwijderen en afvoeren van de tot het gebouw of bouwwerk behorende inventaris en werktuigen;

    • e. € 7,20 per strekkende meter van een omheining voor de sloop en afvoer daarvan.

  • 4 Het bedrag, bedoeld in het derde lid, wordt naar boven bijgesteld tot aan een bedrag van maximaal € 245.000 voor zover blijkens een door de houder ingevulde landbouw de-minimisverklaring als bedoeld in artikel 6 van verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU L 352), het de-minimisplafond, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van die verordening, niet wordt overschreden.

Artikel 3. Subsidie voor sloop met asbestverwijdering

De bedragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden verhoogd met:

  • a. € 10,40 voor de sloop van asbesthoudende daken, dakgoten of gevelplaten van een gebouw of bouwwerk;

  • b. € 18,40 voor de sloop van andere asbesthoudende delen van een gebouw of bouwwerk dan genoemd in onderdeel a;

  • c. € 11,20 per strekkende meter van een omheining voor de sloop en afvoer daarvan.

Artikel 3a. De-minimisverklaring

Bij een aanvraag van subsidie als bedoeld in artikel 2 van het besluit kan de nertsenhouder een landbouw de-minimisverklaring overleggen als bedoeld in artikel 6 van verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU L 352).

Hoofdstuk 3. Ombouw

Artikel 4. Subsidie voor ombouw

Het bedrag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het besluit, is:

  • a. € 120.000, of

  • b. het bedrag dat wordt bepaald aan de hand van de bijlage, indien dat hoger is dan € 120.000.

Artikel 6. De-minimisverklaring

Bij een aanvraag van subsidie als bedoeld in artikel 10 van het besluit overlegt de nertsenhouder een de-minimisverklaring als bedoeld in artikel 6 van verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 VWEU van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L352/1).

Hoofdstuk 4. Bepalingen die van toepassing zijn op de subsidieverstrekking krachtens hoofdstukken 2 en 3

Artikel 7. Maximumbedrag per plaats bij samenloop sloop en ombouw

Het bedrag, bedoeld in artikel 11 van het besluit, is:

  • a. € 120.000, of

  • b. het bedrag dat wordt bepaald aan de hand van de bijlage, indien dat hoger is dan € 120.000.

Artikel 8. Aanvraag

Bij de aanvraag wordt ten minste de volgende informatie verstrekt:

  • a. gegevens over de aanvrager, waaronder het nummer waaronder de onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres, en het rekeningnummer;

  • b. gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

  • c. een verklaring of sprake is van een grote onderneming;

  • d. gegevens over de sloop- dan wel ombouwactiviteiten, waaronder:

    • 1°. een projectplan;

    • 2°. een begroting;

    • 3°. het bouwjaar van de te slopen of om te bouwen gebouwen of bouwwerken;

    • 4°. adresgegevens van de plaats of plaatsen;

    • 5°. een afschrift van de omgevingsvergunningen die zijn verleend voor het houden van pelsdieren op de plaats of plaatsen;

  • e. indien bij de sloop of ombouw asbest wordt verwijderd, een asbestinventarisatierapport van een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, onder vermelding van het nummer dat is toegewezen in het landelijk asbestvolgsysteem;

  • f. voor zover van toepassing, gegevens met betrekking tot een op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 ingediende aanvraag en in dat kader genomen besluiten.

Artikel 8a. Uiterste aanvraagdatum

De datum, bedoeld in artikel 12, onderdeel a, van het besluit, is:

  • a. 22 oktober 2021 indien het een aanvraag ten behoeve van de sloop van een nertsenhouderij betreft;

  • b. 31 december 2023 indien het een aanvraag ten behoeve van de ombouw naar een nieuw landbouwbedrijf, of een nieuw bedrijf niet zijnde een landbouwbedrijf betreft.

Artikel 9. Aanvraag door een grote onderneming

Onverminderd artikel 8 wordt bij de aanvraag door een grote onderneming de volgende informatie verstrekt:

  • a. een door bewijsstukken ondersteunde beschrijving van de situatie waarin geen steun zou worden verleend;

  • b. een bedrijfsplan waaruit blijkt naar welke agrarische sector zij ombouwt,

  • c. een beschrijving waaruit blijkt hoe de subsidie wordt ingezet in het nieuwe landbouwbedrijf, en

  • d. de boekhouding van het nieuw op te richten landbouwbedrijf.

Hoofdstuk 4a. Overgangsrecht

Artikel 9a. Overgangsrecht

Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van een wijziging van deze regeling, op subsidies die voor dat tijdstip zijn verleend en op subsidies die voor dat tijdstip zijn vastgesteld, blijft deze regeling van toepassing zoals zij luidde vóór dat tijdstip.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 10. Aanwijzing toezichthouders

Als ambtenaren als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het besluit, worden aangewezen de ambtenaren van:

  • a. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • b. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, en

  • c. de Auditdienst Rijk.

Artikel 10a

Onverminderd artikel 50, tweede lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, gaat een aanvraag om subsidievaststelling vergezeld van een afschrift van de voor de sloop of ombouw verleende vergunningen.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het besluit in werking treedt.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Bijlage als bedoeld in artikel 2, tweede lid, artikel 4, onderdeel b, en artikel 7, onderdeel b

Berekening maximale subsidie per plaats voor sloop, ombouw en sloop en ombouw

Het bedrag dat ten hoogste als subsidie per plaats wordt verstrekt, wordt berekend door de bedragen, bedoeld in de punten 1 en 2 van deze bijlage, bij elkaar op te tellen, en het bedrag, bedoeld in punt 3 van deze bijlage, hiervan af te trekken.

Formule: subsidiebedrag per plaats = bedrag 1 + bedrag 2 – bedrag 3.

1. Bedrag aan de hand van het aantal fokteven (artikel 2, tweede lid, artikel 4, onderdeel b, en artikel 7, onderdeel b)

Bedrag 1 is de optelsom van de uitkomsten van de berekeningen, bedoeld in de rijen A tot en met F, van onderstaande tabel:

 

Voor het aantal huisvestingsplaatsen voor fokteven of, indien dat lager is, het aantal huisvestingsplaatsen dat op grond van de omgevingsvergunning is toegestaan, van

tot en met

wordt het aantal huisvestingsplaatsen vermenigvuldigd met

A

2.000

€ 38

B

2.001

4.000

€ 35

C

4.001

6.000

€ 32

D

6.001

8.000

€ 29

E

8.001

10.000

€ 26

F

10.001

€ 23

Formule: bedrag 1 = (aantal in rij A x € 38) + (aantal in rij B x € 35) + (aantal in rij C x € 32) + (aantal in rij D x € 29) + (aantal in rij E x € 26) + (aantal in rij F x € 23).

2. Bedrag aan de hand van de kosten voor asbestverwijdering (artikel 2, tweede lid, artikel 4, onderdeel b, en artikel 7, onderdeel b)

Bedrag 2 is het aantal vierkante meter asbesthoudende daken, dakgoten of gevelplaten van een gebouw of bouwwerk die de aanvrager op de betreffende plaats sloopt, vermenigvuldigd met het bedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, vermeerderd met het aantal vierkante meter andere asbesthoudende delen van een gebouw of bouwwerk die de aanvrager op de desbetreffende plaats sloopt, vermenigvuldigd met het bedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, vermeerderd met het aantal strekkende meter asbesthoudende omheining van de plaats die de aanvrager op de desbetreffende plaats sloopt, vermenigvuldigd met het bedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c.

Formule: bedrag 2 = (aantal vierkante meter te slopen asbesthoudende daken, dakgoten of gevelplaten x € 10,40) + (aantal vierkante meter te slopen andere asbesthoudende delen x € 18,40) + (aantal strekkende meter te slopen asbesthoudende omheining van de plaats x € 11,20).

3. Bedrag ter correctie van het maximumbedrag aan de hand van de sloop of ombouw van gebouwen of bouwwerken met een staalconstructie (artikel 2, tweede lid, artikel 4, onderdeel b, en artikel 7, onderdeel b)

Bedrag 3 is het aantal vierkante meter van een gebouw of bouwwerk met een staalconstructie dat de aanvrager op de desbetreffende plaats sloopt, vermenigvuldigd met € 2,60.

Formule: bedrag 3 = (aantal vierkante meter te slopen gebouw of bouwwerk dat een staalconstructie bevat x € 2,60).

Naar boven