4. Selectiecriteria- en proces
[Regeling vervallen per 01-01-2021]
4.1. Welke partijen kunnen subsidie aanvragen?
[Regeling vervallen per 01-01-2021]
De subsidie is bedoeld voor projecten die worden uitgevoerd door allianties, bestaande
uit zelfstandige culturele organisaties (waaronder non-profit organisaties en bedrijven
met een cultureel profiel). Zij sluiten daartoe een samenwerkingsovereenkomst.
Alle partijen binnen een alliantie dienen te beschikken over rechtspersoonlijkheid.
Alleen rechtspersonen komen in aanmerking voor subsidie.
Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een penvoerder namens een
alliantie. Dit ‘penvoerderschap’ staat open voor zowel Nederlandse als buitenlandse
partijen. De penvoerder is een culturele niet-gouvernementele organisatie. Bedrijven
met een cultureel profiel kunnen derhalve niet optreden als penvoerder, maar kunnen
wel als mede-indiener onderdeel uitmaken van een alliantie.
Alleen bovengenoemde organisaties kunnen deel uitmaken van een alliantie (en dus niet
bijvoorbeeld amateurclubs, hobbyverenigingen en particuliere initiatieven). Van de
partijen die onderdeel uitmaken van de alliantie is ten minste één partij gevestigd
in Nederland en één partij gevestigd in het land/één van de landen waar de projecten
zich op richten.
NB: Zowel penvoerders als mede-indieners kunnen ten hoogste éénmaal in aanmerking
komen voor subsidie, dan wel participeren in een alliantie die via een penvoerder
subsidie ontvangt. Het is derhalve niet mogelijk om als begunstigde penvoerder dan
wel als mede-indiener van een begunstigde alliantie in een andere begunstigde alliantie
te participeren, of als mede-indiener van een begunstigde alliantie ook als penvoerder
subsidie te ontvangen.
Aanvragers kunnen voor de uitvoering van (onderdelen van) het project gebruik maken
van derde partijen. Een dergelijke samenwerking betreft geen samenwerking in het kader
van een alliantie zoals hiervoor bedoeld, maar samenwerking met bijvoorbeeld een lokale
organisatie die (in opdracht) enkele onderdelen van het project lokaal uitvoert.
Verantwoordelijkheden penvoerder
Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, zal de penvoerder de subsidieontvanger zijn
en als zodanig verantwoordelijk voor de uitvoering van het project van de alliantie.
Ook is hij jegens de minister ten volle aansprakelijk voor de naleving van alle aan
de subsidie verbonden verplichtingen, ook al strekt de subsidie mede tot bekostiging
van de activiteiten van mede-indieners in de alliantie en worden de activiteiten (deels)
uitgevoerd door (een) mede-indiener(s). Dit geldt ook in het geval van wijzigingen
in de alliantie, zoals toetredingen, uittredingen of het geheel stoppen van een alliantie.
De penvoerder dient wijzigingen in de alliantie aan de minister voor te leggen ter
goedkeuring. De minister behoudt zich het recht voor om subsidiegelden geheel of gedeeltelijk
terug te vorderen op de subsidieontvanger.
Samenwerkingsovereenkomst
Omdat de subsidieontvanger voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten en
voor de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen afhankelijk is van
zijn mede-indieners, moet deze medewerking expliciet in een overeenkomst zijn vastgelegd.
Tevens moet uit de samenwerkingsovereenkomst blijken dat alle partijen een bijdrage
leveren aan het totaal. Een schriftelijke en door alle participerende partijen ondertekende
samenwerkingsovereenkomst moet de medewerking van partijen aan de uitvoering van de
te subsidiëren activiteiten en de naleving van de gemaakte afspraken waarborgen, evenals
de naleving van de aan een subsidieverleningsbeschikking verbonden verplichtingen
jegens de minister.
Doelgroep van de projecten
De doelgroep van de te subsidiëren projecten is de specifieke groep mensen op wie
de activiteiten uit het voorstel gericht zijn. Om in aanmerking te kunnen komen voor
een subsidie richten allianties hun activiteiten op jongeren in de leeftijd van 15–24
jaar (bijvoorbeeld als publiek, deelnemer, of beide). Individuele leden van de doelgroep
kunnen geen partner zijn in de alliantie; organisatievormen die de doelgroep legitiem
vertegenwoordigen (belangenorganisatie, coöperatie, formeel geregistreerd bedrijf)
kunnen dat wel indien zij voldoen aan de aan penvoerders en mede-indieners gestelde
vereisten. Het project moet duidelijk positieve resultaten voor de doelgroep hebben
geformuleerd (zie ook criterium I.4).
4.4. Inhoudelijke criteria
[Regeling vervallen per 01-01-2021]
Indien voldaan is aan de drempelcriteria zal beoordeeld worden of in voldoende mate
wordt voldaan aan de inhoudelijke criteria (I.1 t/m I.8, hoofdstuk 9), aan de hand waarvan de kwaliteit van een aanvraag wordt
beoordeeld.
Om voor subsidieverlening in aanmerking te kunnen komen dient de kwaliteit van een
aanvraag goed te zijn. Dit wordt uitgedrukt in een score. De minimaal te behalen score bedraagt
70% van de maximaal te behalen totaalscore, waarbij bovendien voor enkele individuele
criteria (zie hoofdstuk 9) ook een minimum aantal punten moet worden behaald (het
aantal wordt aangegeven in de aanvraagdocumenten). Beoogd wordt op deze manier de
aanvragen te selecteren die niet slechts van voldoende kwaliteit zijn, maar die zich
ook daadwerkelijk in positieve zin onderscheiden bij de inzet van cultuur voor de
bij 2.2 genoemde (sub)doelstellingen.