U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 23-04-2024. Geldend van 01-01-2018 t/m 22-05-2023
Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 december 2017, nr. 2017-0000633621, houdende vaststelling van het organisatiebesluit Rijksvastgoedbedrijf (Besluit taak RVB 2017)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
a) Rijksvastgoedbedrijf: het baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf bedoeld in artikel 8, derde lid, onder a, van het Organisatiebesluit BZK 2016;
b) andere ministers: ministers niet zijnde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
c) materieelbeheer: de zorg voor het onderhoud en de instandhouding van onroerende zaken vanaf het moment van inbeheer- of ingebruikneming tot aan het moment van afstoting;
d) beperkt zakelijk recht: recht van vruchtgebruik op onroerende zaak, mandeligheid, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en appartementsrecht;
e) vaststellingsovereenkomst: vaststellingsovereenkomst met betrekking tot onroerende zaak;
f) grondrente: het recht om van de eigenaar van een onroerende zaak in diens hoedanigheid van eigenaar periodiek een vaste geldsom of een vaste waarde in de voortbrengselen te ontvangen;
g) grensregeling: regeling met betrekking tot eigendomsgrenzen van een onroerende zaak;
h) zakelijke lasten: belastingen en heffingen verschuldigd door de Staat als eigenaar van of beperkt zakelijke gerechtigde met betrekking tot een onroerende zaak.
1 Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het in gebruik geven van onroerende zaken aan:
a. organen en organisaties die onderdeel uitmaken van rechtspersoon Staat, en
b. organen en organisaties aan wie het in gebruik geven van onroerende zaken bij of krachtens wet aan de Staat is opgedragen,
een en ander voor zover deze taak niet bij of krachtens de wet is opgedragen aan een van de andere ministers.
2 Het Rijksvastgoedbedrijf is tevens belast met het in gebruik geven van onroerende zaken aan andere organisaties dan bedoeld in het eerste lid, op verzoek van een van de andere ministers, indien aan de nadere voorwaarden voor deze ingebruikgeving, gesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
3 De taak, bedoeld in het eerste en tweede lid, omvat ook het zo nodig daarvoor in eigendom verwerven van, het verkrijgen van beperkt zakelijke rechten op, en het aanhuren van onroerende zaken, het bouwen, verbouwen en inrichten daarvan en het uitbrengen van adviezen met betrekking tot het in het eerste en tweede lid bedoelde in gebruik geven van onroerende zaken.
4 De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat niet:
a. het in gebruik geven van specifieke onroerende zaken benodigd voor de uitvoering van de taken van de krijgsmachtdelen van het ministerie van Defensie;
b. het in gebruik geven van specifieke onroerende zaken benodigd voor de uitvoering van de taken van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, en
c. het in gebruik geven van onroerende zaken buiten Nederland.
1 Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het tot gebruik ter beschikking stellen van de paleizen, genoemd in artikel 4, eerste lid, van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis.
2 Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het tot gebruik ter beschikking stellen van onroerende zaken overeenkomstig artikel 4, tweede, derde en vierde lid, van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis.
3 De taak, bedoeld in het tweede lid, omvat ook het zo nodig daarvoor in eigendom verwerven van, het verkrijgen van beperkt zakelijke rechten met betrekking tot en het aanhuren van onroerende zaken als bedoeld in dit lid, het bouwen, verbouwen en inrichten daarvan en het adviseren hieromtrent.
1 Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het materieelbeheer van:
a. de onroerende zaken die het met het oog op uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, aanhoudt en in gebruik heeft gegeven;
b. de onroerende zaken die het overeenkomstig artikel 3 tot gebruik ter beschikking heeft gesteld;
c. Park Sorghvliet in Den Haag;
d. het Staatsdomein bij het Loo;
e. de agrarische Domeingronden;
f. verbeurd verklaarde onroerende zaken en onroerende zaken die in gevolge een transactie met het Openbaar Ministerie eigendom van de Staat zijn geworden, en
g. de overtollig gestelde onroerende zaken bij het Rijk,
voor zover deze taak niet bij of krachtens wet of in een proces-verbaal aan een van de andere ministers is op- of overgedragen.
2 De taak bedoeld in het eerste lid omvat mede het onderhoud, vernieuwen en aanvullen van de aan de Staat toebehorende roerende zaken die behoren tot de vaste inrichting van de paleizen, genoemd in artikel 4, eerste lid, van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis.
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, van de stedenbouwkundige inpassing, van de beeldende kunst en van de duurzaamheid bij de uitvoering van de taken genoemd in de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, eerste en tweede lid, en 4 eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e en g, en tweede lid.
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met:
a. het vervreemden, belasten met beperkt zakelijke rechten, verpachten, verhuren en op andere wijze aan derden in gebruik geven van onroerende zaken;
b. het vervreemden en belasten met beperkt zakelijke rechten van aan de Staat verleende beperkt zakelijke rechten;
c. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten en grensregelingen en het afkopen van grondrenten met betrekking tot onroerende zaken;
d. de behandeling en betaling van zakelijke lasten met betrekking tot onroerende zaken;
e. het nemen van maatregelen tegen inbreuken op het eigendomsrecht met betrekking tot onroerende zaken;
f. de bevordering van de afwikkeling van onbeheerde nalatenschappen en de afwikkeling van nalatenschappen waarvoor de Staat als erfgenaam is benoemd, voor zover het daarbij gaat om onroerende zaken en
g. het verrichten van alle andere privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien uit de positie van de Staat als eigenaar van onroerende zaken of als beperkt zakelijk gerechtigde,
voor zover daarmee niet bij of krachtens de wet een van de andere ministers is belast.
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het op verzoek van een van de andere ministers, ondersteunen van organisaties als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bij:
a. het in eigendom verwerven van onroerende zaken;
b. het verwerven van beperkt zakelijke rechten op onroerende zaken;
c. het aanhuren van onroerende zaken;
d. het inrichten en (ver)bouwen van onroerende zaken;
e. het onderhouden en in stand houden van onroerende zaken;
f. het vervreemden, belasten met beperkt zakelijke rechten, verpachten, verhuren en op andere wijze in gebruik geven aan derden van onroerende zaken;
g. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten en grensregelingen en afkopen van grondrenten;
h. het behandelen en betalen van zakelijke lasten;
i. het nemen van maatregelen tegen inbreuken op het eigendomsrecht, en
j. het verrichten van alle andere privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien uit de positie van die organisaties als eigenaar van onroerende zaken of als beperkt zakelijk gerechtigde,
indien aan de nadere voorwaarden voor deze dienstverlening, gesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het op verzoek van een van de andere ministers in eigendom verwerven van onroerende zaken of verwerven van appartementsrechten van organisaties als bedoeld in artikel 2, tweede lid, teneinde deze onroerende zaken of appartementsrechten vervolgens te vervreemden aan derden, indien aan de nadere voorwaarden voor deze verwerving en vervreemding, gesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
Het Rijksvastgoedbedrijf kan op verzoek van andere ministers taken en bevoegdheden namens hen uitoefenen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit taak RVB 2017.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
K.H. Ollongren
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Besluit taak RVB 2017", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.