Overige fiscale maatregelen 2018

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2023

Wet van 20 december 2017 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2018)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2018 wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen, bijstellingen of technische reparaties aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel IX

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XVI

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]

Artikel XIX

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIIa

Het ontwerp van het koninklijke besluit, bedoeld in artikel XXII, aanhef, wordt ten minste vier weken voordat het besluit wordt vastgesteld, toegezonden aan de Staten-Generaal.

Artikel XXIII

[Red: Wijzigt de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.]

Artikel XXVIII

Artikel 3.13, eerste lid, onderdeel i, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat op 31 december 2017 luidde, en de op dat artikel gebaseerde bepaling, zoals die op 31 december 2017 luidde, blijven van toepassing op na 31 december 2017 op grond van daarbij aangewezen mobiliteitsprojecten genoten voordelen. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing bij de toepassing van artikel 8, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Artikel XXIX

De artikelen 67n en 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 65 van de Invorderingswet 1990 en artikel 42 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals die luidden op 31 december 2017, blijven van toepassing op aangiften, inlichtingen, gegevens of aanwijzingen met betrekking tot:

  • a. aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn gedaan of hadden moeten zijn gedaan;

  • b. inlichtingen, gegevens of aanwijzingen die vóór 1 januari 2018 zijn verstrekt of hadden moeten zijn verstrekt.

Artikel XXX

Artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet 1990, zoals dat luidde op 31 december 2017, blijft van toepassing op dagvaardingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet 1990 die voor 1 januari 2018 zijn uitgebracht.

Artikel XXXc

Onze Minister van Financiën zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van artikel XXI, onderdeel A, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van de daarin opgenomen wijziging van artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet 1990.

Artikel XXXe

[Red: Wijzigt de Invorderingswet 1990 en het Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Kunsten vanaf 1945 (Minister van Financiën).]

Artikel XXXI

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 20 december 2017

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën,

M. Snel

Uitgegeven de achtentwintigste december 2017

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven