Besluit eindconversie WW

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-04-2018 t/m heden

Besluit van 28 november 2017 tot het bepalen van het moment en de wijze van het omzetten van het dagloon van de resterende uitkeringsrechten gebaseerd op de Werkloosheidswet zoals deze luidde voor 1 juli 2015 (Besluit eindconversie WW)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 oktober 2017, nr. 2017-0000157109;

Gelet op de artikelen 1b, zesde lid, en 130z, tweede lid, van de Werkloosheidswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 2017, no.W12.17.0332/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2017, nr. 2017-0000160975;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepaling

Artikel 2. Wijze van omzetten

  • 2 Het dagloon van de werkloze werknemer die inkomen geniet wordt als volgt berekend:

    A / B + C

    Hierbij staat:

    A voor:

    • a. het inkomen in de eerste voorliggende kalendermaand waarin recht op een uitkering bestond, indien het tijdvak waarover loon wordt betaald een kalendermaand betreft; of

    • b. het inkomen in het volledige aangiftetijdvak van vier weken waarin recht op een WW-uitkering bestond, dat ligt voor de periode voorafgaand aan de datum waarop het recht op uitkering wordt omgezet, indien het tijdvak waarover loon wordt betaald vier weken betreft;

    B voor:

    • a. 21,75 indien het tijdvak waarover inkomen wordt betaald een kalendermaand betreft; of

    • b. 20 indien het tijdvak waarover inkomen wordt betaald vier weken betreft; en

    C voor de uitkomst van de berekening:

    D x E / F

    Hierbij staat:

    D voor het dagloon van de oWW-uitkering;

    E voor het gemiddeld verlies van arbeidsuren per kalenderweek van de laatste vier weken waarover recht op een uitkering is uitbetaald voorafgaand aan de datum van de omzetting van de oWW-uitkering, waarbij, indien er in een kalenderweek minder dan vijf uur arbeidsverlies is geleden, voor die kalenderweek het gemiddeld verlies van arbeidsuren op 0 wordt gesteld; en

    F voor het gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Werkloosheidswet.

  • 4 In afwijking van het tweede lid wordt het dagloon van de uitkering na omzetting niet lager vastgesteld dan het dagloon van de oWW-uitkering.

Artikel 3. Wijze van omzetten bij twee uitkeringen

  • 1 In afwijking van artikel 2, tweede lid, wordt, indien er sprake is van een werkloze werknemer die gelijktijdig recht heeft op twee uitkeringen, het dagloon van het eerst ontstane recht als volgt berekend:

    H + I

    Hierbij staat:

    H voor het dagloon van de later ontstane uitkering; en

    I voor hetgeen onder C wordt verstaan in artikel 2, tweede lid.

  • 2 Het dagloon na omzetting van het later ontstane recht is gelijk aan het dagloon van de oWW-uitkering.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt het dagloon van de uitkering na omzetting niet lager vastgesteld dan het dagloon van de oWW-uitkering.

Artikel 4. Wijze van omzetten in geval van herleving van een oWW-uitkering

  • 1 Het dagloon van de werkloze werknemer wiens recht herleeft op grond van artikel 21 van de Werkloosheidswet wordt als volgt omgezet:

    • a. indien er sprake is van een werknemer als bedoeld in artikel 2, tweede lid, de uitkomst van de formule, bedoeld in dat lid;

    • b. indien er sprake is van een werknemer als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt de uitkomst van de formule, bedoeld in artikel 3, eerste lid; of

    • c. indien er geen sprake is van een werknemer als bedoeld in de artikelen 2 en 3, is het dagloon na omzetting gelijk aan het dagloon van de oWW-uitkering.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt het dagloon van de uitkering na omzetting niet lager vastgesteld dan het dagloon van de oWW-uitkering.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn mede van toepassing op het dagloon van de werknemer wiens recht op een oWW-uitkering voor 1 april 2018 herleeft op grond van artikel 21 van de Werkloosheidswet, maar waarvan de datum van de beschikking omtrent het herleven van dat recht pas op of na 1 april 2018 ligt.

  • 4 Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op de werkloze werknemer wiens recht herleeft op grond van artikel 21 van de Werkloosheidswet, waarbij op het moment van herleving een ander WW-recht bestaat.

Artikel 5. Omzetten van oude daglonen zonder gevolgen voor de hoogte van het dagloon

Indien de artikelen 2 tot en met 4 niet van toepassing zijn en aan artikel 6 geen toepassing wordt gegeven, is het dagloon van de oWW-uitkering gelijk aan het nieuwe dagloon.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het UWV kan de artikelen 2 tot en met 5 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van het eerbiedigen van de hoogte van de uitkering na de omzetting, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7. Geleidelijke werking

Indien er geen sprake is van herleving van een recht als bedoeld in artikel 4, vindt omzetting van het dagloon plaats met ingang van 1 oktober 2018.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 28 november 2017

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees

Uitgegeven de zesde december 2017

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven