Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Analyse, Programmering en Strategie 2017

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 14-07-2021

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 augustus 2017, 2017-0000141565, houdende de inrichting van de directie Analyse, Programmering en Strategie, alsmede de toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de directeur ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Analyse, Programmering en Strategie 2017)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, onderdeel k, en 12 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit inspecteur-generaal SZW 2017;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • directeur: de directeur van de directie Analyse, Programmering en Strategie;

  • directie: de directie Analyse, Programmering en Strategie van de inspectie;

  • uitvoerende directies: de directies Toezicht, Mensen & Middelen en Opsporing van de inspectie.

§ 2. Organisatie

Artikel 2. Organisatie directie

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie bestaat uit de volgende afdelingen:

    • a. de afdeling Programmering, Signalering en Onderzoek;

    • b. de afdeling Beleidsondersteuning;

    • c. de afdeling Communicatie;

    • d. de afdeling Handhaving;

    • e. de afdeling Boete, Dwangsom en Inning.

  • 2 Aan het hoofd van iedere afdeling staat een afdelingshoofd.

  • 3 Binnen de afdeling Boete, Dwangsom en Inning zijn de volgende teams ingericht:

    • a. twee teams voor de voorbereiding van bestuurlijke sancties, elk met een eigen teamleider; en

    • b. een team voor inning en beheer.

  • 4 Het afdelingshoofd Boete, Dwangsom en Inning wordt bijgestaan door de onder hem ressorterende teamleiders, bedoeld in het derde lid, onderdeel a.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 35303, datum inwerkingtreding 15-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2019.

  • d. de afdeling Handhaving, waarbinnen het team Juridisch Advies Primair Proces is ingericht;

  • e. de afdeling Boete, Dwangsom en Inning, waarbinnen de volgende teams zijn ingericht:

    • 1°. twee teams voor de voorbereiding van bestuurlijke sancties, elk met een eigen teamleider; en

    • 2°. een team voor inning en beheer.

2 De afdelingen worden als volgt geleid:

  • a. aan het hoofd van iedere afdeling staat een afdelingshoofd;

  • b. het afdelingshoofd van de afdeling Handhaving wordt bijgestaan door de onder het afdelingshoofd ressorterende teamleider van het team Juridisch Advies Primair Proces;

  • c. het afdelingshoofd van de afdeling Boete, Dwangsom en Inning wordt bijgestaan door de onder het afdelingshoofd ressorterende teamleiders van de teams voor de voorbereiding van bestuurlijke sancties.

Het derde en vierde lid vervallen

§ 3. Verantwoordelijkheden

Artikel 3. Verantwoordelijkheden afdelingshoofden

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. het leiding geven aan de eigen afdeling, waaronder begrepen de HRM-taken ten aanzien van de medewerkers, coaching van de medewerkers en het bevorderen van de sociale cohesie van de eigen afdeling;

  • b. het afleggen van verantwoording en het rapporteren aan de directeur over bijdragen van de eigen afdeling aan de uitvoering van het jaarplan van de inspectie;

  • c. het doen van voorstellen aan het IG-team met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel;

  • d. het bijdragen aan de totstandkoming van inspectiebrede producten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a, e, f, g en i, en artikel 8, onderdeel j van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit inspecteur-generaal SZW 2017, binnen de daarvoor geldende departementale kaders dan wel volgens door de inspecteur-generaal dan wel de directeur gegeven richtlijnen;

  • e. het als tactisch manager participeren in het ontwikkelen en implementeren van inspectiebrede plannen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 35303, datum inwerkingtreding 15-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2019.

  • c. het doen van voorstellen aan de directeur met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel;

  • d. het bijdragen aan de totstandkoming van inspectiebrede producten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a, e, f, g en i, en artikel 8, onderdeel d, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit inspecteur-generaal SZW 2017, binnen de daarvoor geldende departementale kaders dan wel volgens door de inspecteur-generaal dan wel de directeur gegeven richtlijnen;

  • f. het managen van vakinhoudelijke processen en het actief zoeken van samenwerking en afstemming met overige betrokkenen;

  • g. het zorg dragen voor de borging van afdelingsbrede vakkennis en van kwaliteit en innovatie van werkprocessen;

  • h. het bijdragen aan de ontwikkeling van de strategische personeelsplanning en zorg dragen voor de uitvoering daarvan binnen de afdeling;

  • i. het actief bijdragen aan het platform voor kennisuitwisseling en netwerkbeheer op het vakgebied van het afdelingshoofd.

Artikel 3a. Verantwoordelijkheden teamleiders

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De teamleiders zijn verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. de aansturing van uitvoerende of ondersteunende medewerkers;

  • b. de organisatie van een professionele thuisbasis voor de medewerkers en het vormgeven van de werkgeversrol, gericht op de vakontwikkeling, continuïteit, vitaliteit en inzetbaarheid van de medewerkers, waaronder in ieder geval de volgende taken worden begrepen:

    • 1°. het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling;

    • 2°. het begeleiden van ziekteverzuim;

    • 3°. het voeren van functionerings- en personeelsgesprekken;

  • c. het zicht houden op de voortgang van de realisatie van teamdoelen en het zo nodig bijsturen;

  • d. het gestructureerd voeren van werkoverleg en behalen van afgesproken resultaten en het opleveren van producten en diensten conform de geldende kaders;

  • e. het zorg dragen voor de borging van kennis en kwaliteit binnen het team;

  • f. het rapporteren aan het afdelingshoofd en collega teamleiders met het oog op een optimale inzet van mensen, uniforme wijze van aansturen, kennismanagement en netwerkbeheer;

  • g. het zorg dragen voor de borging van uniformiteit en kwaliteit van vakspecifieke werkprocessen en het leveren van input voor richtlijnen en procedures;

  • h. het verzamelen van input op hoofdprocessen vanuit het team;

  • i. het actief vormgeven aan ontwikkelingen, innovaties en verbetermogelijkheden en deze vertalen naar vakinhoudelijke producten en diensten;

  • j. het op tijdige en juiste wijze toepassen van personeelsinstrumenten, waaronder in ieder geval worden begrepen:

    • 1°. start-, functionerings- en personeelsgesprekken;

    • 2°. de ontwikkeling, opleiding en loopbaanbegeleiding van de medewerkers;

  • k. het analyseren van ontwikkelingen, innovaties en verbetermogelijkheden en vertalen naar nieuwe vakinhoudelijke producten en diensten;

  • l. het als operationeel manager participeren in het ontwikkelen en implementeren van inspectiebrede plannen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 35303, datum inwerkingtreding 15-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2019.

Het artikel is nieuw toegevoegd.

Artikel 4. Verantwoordelijkheden afdeling Programmering, Signalering en Onderzoek

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De afdeling Programmering, Signalering en Onderzoek is verantwoordelijk voor de volgende taken:

  • a. het verrichten van de inspectiebrede risicoanalyse en risicoanalyses voor onderdelen van de inspectie, waaronder mede begrepen rapportages betreffende de opsporing, zoals criminaliteitsbeelden, risicoanalyses en onderzoeksevaluaties alsmede het verwerken van gegevens in de risicoanalyseomgeving;

  • b. het analyseren van de gemeten effecten betreffende de inspectie en haar activiteiten;

  • c. het verrichten van thematisch onderzoek naar inspectiebrede onderwerpen, fenomenen en signalen;

  • d. het verrichten van monitoronderzoek en nalevingsonderzoek;

  • e. het in samenwerking met de overige directies voorbereiden van beslissingen over de strategie en de programmering betreffende de werkzaamheden van de inspectie, waaronder het meerjarenplan, de programmering en de landelijke strategieën op het gebied van de overige directies;

  • f. het in samenwerking met de overige directies initiëren en ontwikkelen van de strategische noties en uitgangspunten in het toezicht- en handhavingsbeleid van de inspectie, die de kaders vormen voor het uitvoeren van de werkzaamheden van de inspectie;

  • g. het op grond van al dan niet door overige directies aangeleverde toezichtbevindingen geven van beleidsmatige signalen aan de bewindspersonen, de overige onderdelen van het ministerie en externe instanties;

  • h. het faciliteren van het signaleringsproces binnen de gehele inspectie;

  • i. het leveren van inhoudelijke bijdragen voor het jaarverslag en het jaarplan van de inspectie aan de directie Mensen & Middelen;

  • j. het in samenwerking met de overige directies bijdragen aan de Integrale Rapportage Handhaving van het ministerie over de realisatie van de afspraken uit het handhavingsarrangement, genoemd in artikel 11 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

  • k. het op aanvraag van het IG-team verrichten van het programma- en projectmanagement op de inhoudelijke thema’s en onderwerpen uit de programmering van de inspectie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 35303, datum inwerkingtreding 15-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2019.

  • a. het verrichten van de inspectiebrede risicoanalyse en risicoanalyses voor onderdelen van de inspectie, waaronder mede begrepen rapportages betreffende de opsporing, zoals criminaliteitsbeelden, risicoanalyses en onderzoeksevaluaties;

Artikel 5. Verantwoordelijkheden afdeling Beleidsondersteuning

De afdeling Beleidsondersteuning is verantwoordelijk voor de volgende taken:

  • a. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de inspectie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

  • b. het faciliteren van het signaleringsproces binnen de gehele inspectie;

  • c. het verzorgen van de inhoudelijke ondersteuning met betrekking tot voorbereiding van overleg met interne en externe stakeholders ten behoeve van de inspecteur-generaal en de directeuren indien zij de inspecteur-generaal vervangen, het beantwoorden van vragen van het parlement, het voeren van het secretariaat van het besluitvormend overleg van het IG-team en het verzorgen van de inhoudelijke ondersteuning ten behoeve van de bewindspersonen;

  • d. het in samenwerking met de overige directies fungeren als verbinding tussen de inspectie en de overige onderdelen van het ministerie, andere inspectiediensten, uitvoeringsorganisaties, gemeenten en andere voor de inspectie relevante organisaties, tenzij een andere afdeling van de inspectie op een specifiek terrein fungeert als verbinding als bedoeld in de eerste volzin;

  • e. het in samenwerking met de desbetreffende overige directies coördineren en uitvoeren van uitvoerbaarheids-, handhaafbaarheids- en toezichtbaarheidstoetsen;

  • f. het uitvoeren van de taken van het verbindingsbureau detacheringsarbeid, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie;

  • g. het in samenwerking met de overige directies coördineren en opstellen van het handhavingsarrangement, genoemd in artikel 11 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten.

Artikel 6. Verantwoordelijkheden afdeling Communicatie

De afdeling Communicatie is verantwoordelijk voor het, in afstemming met de overige directies, verzorgen van de communicatie in brede zin van de inspectie, met name door:

  • a. het ontwikkelen en onderhouden van een meerjarige communicatiestrategie van de inspectie;

  • b. het zorg dragen voor een basisinfrastructuur op het gebied van communicatie voor de inspectie;

  • c. het ondersteunen en uitvoeren van nalevingscommunicatie door onder meer instrumentontwikkeling.

Artikel 7. Verantwoordelijkheden afdeling Handhaving

De afdeling Handhaving is verantwoordelijk voor:

  • a. het ondersteunen van inspecteurs en rechercheurs op het gebied van handhavings- en wetgevingskennis, waaronder in ieder geval begrepen:

    • 1°. het ontwikkelen en geven van opleidingen voor wat betreft het vakinhoudelijk, in het bijzonder juridische, gedeelte;

    • 2°. juridische adviesfunctie voor primair proces;

    • 3°. de ondersteuning en opleiding op handhavingterrein en aanpak van inspecteurs bij andere inspectiediensten, die als toezichthouders zijn aangewezen op terreinen van de inspectie;

  • b. het formuleren van een inspectiebreed handhavingsbeleid;

  • c. het voeren van overleg met de directie WBJA en de afdeling Boete, Dwangsom en Inning over concrete juridische vraagstukken en zaken betreffende openbaarheid van bestuur en handhavingsbeleid van de inspectie;

  • d. de implementatie, vooral gericht op handhavingsbeleid en werkinstructies, van inspectiebrede wetgevingstrajecten, zoals de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet aanpak schijnconstructies;

  • e. het bijdragen aan adviezen aan beleidsdirecties van het kerndepartement van knelpunten in de vigerende wetgeving;

  • f. het beheren van de informatie, in het bijzonder betreffende handhaving, in de kennisbanken in het systeem DIWI (Digitaal Werken bij de Inspectie) en in de Recherchewerkwijzer in de zogenaamde “rode omgeving”;

  • g. het op instigatie van een dienstonderdeel van de inspectie actualiseren van organisatie-, mandaat- en volmachtbesluiten van de inspectie;

  • h. het tot stand brengen en onderhouden van convenanten.

Artikel 8. Verantwoordelijkheden afdeling Boete, Dwangsom en Inning

De afdeling Boete, Dwangsom en Inning is verantwoordelijk voor:

  • a. het toetsen van boeterapporten, alsmede het vaststellen en uitvoeren van boetebeschikkingen, last onder bestuursdwang en last onder dwangsom, waaronder begrepen het innen en zo nodig bij dwangbevel invorderen van boetes of dwangsommen en in voorkomend geval het verrichten van handelingen om het faillissement aan te vragen van natuurlijke- en rechtspersonen;

  • b. het bewaken van de kwaliteit en consistentie van de boetebeschikkingen en toepassing van bestuursdwang en het zorg dragen voor de voortgang en bewaking van termijnen;

  • c. het geven van waarschuwingen inzake stillegging van werkzaamheden in verband met recidive, alsmede het voorbereiden en bekendmaken van beschikkingen tot stillegging van werkzaamheden in verband met recidive;

  • d. de actieve openbaarmaking op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur van inspectiegegevens bij zware of ernstige asbestovertredingen binnen de kaders van het daarom vastgestelde beleid.

§ 4. Bevoegdheden

Artikel 9. Bevoegdheden afdelingshoofd en teamleiders Boete, Dwangsom en Inning

Het hoofd en de teamleiders van de afdeling Boete, Dwangsom en Inning zijn bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van hun organisatieonderdeel en voor zover zij niet zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de inspecteur-generaal of de directeur.

Artikel 10. Volmacht en machtiging betreffende personeelsaangelegenheden

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Aan de afdelingshoofden van de directie wordt volmacht en machtiging verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden ten behoeve van medewerkers van de eigen organisatorische eenheid, voor zover het betreft:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van personeelsgesprekken;

    • c. het beslissen over verlof van medewerkers;

    • d. het toekennen van kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, ten bedrage van minder dan € 250,– per medewerker, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur;

    • e. het accorderen van buitenlandse dienstreizen en declaraties van kosten in verband met buitenlandse dienstreizen op grond van de Reisregeling buitenland.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid wordt aan de afdelingshoofden ook volmacht en machtiging verleend met betrekking tot het vaststellen van een beoordeling van een medewerker die rechtstreeks ressorteert onder een onder hem ressorterende teamleider, die is opgesteld door een teamleider die rechtstreeks onder hem ressorteert.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2021, 35303, datum inwerkingtreding 15-07-2021, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2019.

In het eerste lid wordt na ‘afdelingshoofden’ ingevoegd ‘en de teamleiders’.

Artikel 11. Volmachten afdelingshoofden

De afdelingshoofden zijn binnen de daarvoor geldende departementale, dan wel door de inspecteur-generaal vastgestelde financiële kaders gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten ter waarde van ten hoogste € 15.000,– per overeenkomst betreffende:

  • a. het opleiden van medewerkers van de eigen afdeling binnen de kaders van het door het IG-team goedgekeurde opleidingsplan;

  • b. activiteiten ten behoeve van sociale en functionele cohesie, representatieve aangelegenheden, vergaderingen en recepties voor de eigen afdeling.

Artikel 12. Volmacht afdelingshoofd Communicatie

Het hoofd van de afdeling Communicatie is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten en bestellingen met betrekking tot de communicatie van de inspectie met een waarde van ten hoogste € 50.000,– per overeenkomst of bestelling.

Artikel 13. Plaatsvervanging

  • 1 Bij afwezigheid of verhindering van de directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, zijn taken en bevoegdheden geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger.

  • 2 Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, zijn taken en bevoegdheden geheel of gedeeltelijk waargenomen door een of meer daartoe aan te wijzen plaatsvervangers.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2017.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Analyse, Programmering en Strategie 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 augustus 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R.G. de Boer,

directeur Analyse, Programmering en Strategie

Naar boven