Verordening Ledenraad KBvG

[Regeling vervallen per 01-02-2023.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 25-02-2017 t/m 31-01-2023

Verordening Ledenraad KBvG

De ledenraad van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG),

Overwegende dat het gewenst is regels te stellen met betrekking tot het functioneren van de ledenraad;

Gelet op artikel 73 Gerechtsdeurwaarderswet;

Gezien het ontwerp van het bestuur en de bijbehorende toelichting;

Gehoord te hebben het advies van de Algemene Ledenvergadering van de KBvG;

Stelt de navolgende verordening vast:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-02-2023]

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. voorzitter: de voorzitter van de ledenraad of zijn plaatsvervanger;

  • b. lid: het gewone lid van de ledenraad of zijn plaatsvervanger;

  • c. vergadering: de vergadering van de ledenraad;

  • d. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • e. amendement: voorstel van een lid tot aanpassing van een ontwerpverordening.

Artikel 2

  • 1 Ieder lid van de KBvG kan zich kandidaat stellen voor de ledenraad.

  • 2 De kandidaatstelling geschiedt schriftelijk bij het Bureau van de KBvG met inachtneming van een termijn van ten minste vier weken voor de dag van de algemene ledenvergadering waar een verkiezing geagendeerd is.

  • 3 Het lidmaatschap van het lid eindigt:

    • a. door aftreden van het lid;

    • b. na verloop van een termijn van drie jaar, tenzij het betreffende lid terstond wordt herbenoemd voor een volgende termijn;

    • c. bij verlies van het lidmaatschap van de KBvG;

    • d. door ontslag, verleend door de algemene ledenvergadering.

  • 4 Ieder lid van de KBvG kan een lid voor ontslag voordragen aan de algemene ledenvergadering, als het lid het vertrouwen in de wijze van taakvervulling heeft verloren of wegens andere gegronde redenen.

Artikel 3

  • 1 De ledenraad wijst jaarlijks uit haar leden voor de periode van één jaar de voorzitter van de ledenraad en zijn plaatsvervanger aan.

  • 2 De plaatsvervangend voorzitter treedt op in de plaats van de voorzitter, hetzij in overleg met de voorzitter, hetzij bij zijn afwezigheid.

  • 3 In geval van afwezigheid van zowel de voorzitter als de plaatsvervangend voorzitter treedt een door de ledenraad aangewezen ledenraadslid op als waarnemend voorzitter.

  • 4 Hij die de vergadering voorzit kan zich laten vertegenwoordigen in de ledenraad door een ander lid, in dat geval heeft de voorzitter geen stemrecht.

  • 5 De voorzitter kan door de ledenraad worden ontslagen indien hij het vertrouwen in de wijze van taakvervulling heeft verloren.

Artikel 4

  • 1 Wanneer het bestuur van de KBvG de ledenraad wil oproepen om te vergaderen geeft hij hiervan kennis aan de voorzitter van de ledenraad.

  • 2 Indien het bestuur niet binnen vier weken na een verzoek conform artikel 71 van de Gerechtsdeurwaarderswet tot een vergadering van de ledenraad heeft opgeroepen, kan de ledenraad zonder oproep van het bestuur vergaderen.

  • 3 De voorzitter nodigt de leden tenminste veertien dagen voor de vergadering schriftelijk uit.

  • 4 Bij de uitnodiging tot de vergadering worden de te behandelen onderwerpen die alsdan bekend zijn vermeld.

  • 5 Een voorstel van een lid of van het bestuur van de KBvG moet om op de agenda van de ledenraad geplaatst te worden ten minste vijftien dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 6 Voorstellen die later worden ingediend kunnen alleen worden behandeld met goedkeuring van een volstrekte meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden. Deze voorstellen kunnen slechts aangenomen worden met ten minste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen.

  • 7 De termijn zoals genoemd in het eerste en derde lid kan in spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, worden verkort tot vijf dagen.

Artikel 5

  • 1 De vergadering van de ledenraad kent een quorum van tien leden.

  • 2 Wanneer de voorzitter bij de opening van de vergadering vaststelt dat blijkens de presentielijst minder dan tien leden aanwezig zijn, schorst hij de vergadering voor een uur. Indien na de schorsing minder dan tien leden aanwezig zijn, verdaagt de voorzitter de vergadering twee weken.

  • 3 De leden worden onverwijld in kennis gesteld van de verdaging, en van dag, plaats en aanvangsuur van de verdaagde vergadering.

  • 4 Een verdaagde vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Artikel 6

  • 1 Elk lid heeft één stem.

  • 2 Besluiten worden genomen en verkiezingen geschieden bij volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, tenzij deze verordening anders bepaalt.

  • 3 Bij staking van stemmen over andere aangelegenheden dan de verkiezing van personen is het voorstel verworpen.

  • 4 Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht. Heeft dan weer niemand de meerderheid van stemmen gekregen, dan vindt een volgende stemming plaats.

  • 5 Stemming kan geschieden bij wijze van hoofdelijke stemming, bij wijze van handopsteken, bij wijze van acclamatie, schriftelijk op gesloten en ongetekende briefjes en op elektronische wijze.

  • 6 Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter de leden bij naam op hun stem uit te brengen en brengen de ter vergadering aanwezig leden hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 7 In geval van twijfel over de inhoud of de geldigheid van een stembriefje beslist de voorzitter.

  • 8 Stemming geschiedt op de wijze die door de voorzitter wenselijk en, mede gezien de aard van het onderwerp, gepast wordt geacht.

  • 9 De voorzitter maakt de uitslag der stemming terstond bekend.

  • 10 De voorzitter kan afzien van een stemming en constateren dat een voorstel is aangenomen of verworpen, tenzij één van de leden hier bezwaar tegen heeft.

Artikel 7

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen de aanwezigen bij de vergadering een presentielijst.

Artikel 8

De volgorde der werkzaamheden op de vergadering is de volgende:

  • a. Opening;

  • b. Mededelingen;

  • c. Ingekomen stukken;

  • d. Behandeling van de overige onderwerpen die vermeld staan op de agenda;

  • e. Rondvraag;

  • f. Sluiting.

Artikel 9

  • 1 De voorzitter bepaalt de vergaderorde.

  • 2 Elk lid dat de presentielijst heeft getekend, heeft het recht om binnen de door de voorzitter vastgestelde vergaderorde ter vergadering het woord te voeren.

  • 3 De voorzitter verleent het woord in de door hem te bepalen volgorde en kan daarbij de spreektijd bepalen.

  • 4 De voorzitter kan besluiten dat anderen dan de leden mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 10

De voorzitter kan aanwezigen bij de vergadering die de orde verstoren van de vergadering uitsluiten.

Artikel 11

  • 1 Ieder lid is gebonden aan geheimhouding met betrekking tot het behandelde dat in een vergadering met gesloten deuren aan de orde komt.

  • 2 Ieder lid is gebonden aan geheimhouding met betrekking tot stukken die het lid vertrouwelijk ter beschikking of inzage krijgt, in ieder geval ten aanzien van datgene dat in een vergadering met gesloten deuren wordt behandeld.

  • 3 De voorzitter kan een lid uitsluiten van deelname aan de vergadering indien het lid is voorgedragen voor schorsing of ontslag door de algemene ledenvergadering.

Artikel 12

Elk lid dat de presentielijst heeft getekend, heeft het recht om, binnen de door de voorzitter te bepalen vergaderorde voorstellen van orde in te dienen.

Artikel 13

  • 1 Een lid heeft de bevoegdheid om een amendement in te dienen.

  • 2 Amendementen worden ingediend bij de voorzitter voor het sluiten van de beraadslaging. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 3 Besluitvorming over amendementen vindt plaats voordat over het voorstel waarop ze zijn ingediend wordt besloten.

Artikel 14

  • 1 De ledenraad kan zich onder zijn verantwoordelijkheid ter voorbereiding en/of uitvoering van zijn taken en van door hem te nemen of genomen besluiten doen bijstaan door één of meer commissies, waaronder in ieder geval een vacaturecommissie en een financiële commissie.

  • 2 De voorzitter van een commissie is een lid. De commissie legt verantwoording af aan de ledenraad.

  • 3 De ledenraad kan voor een commissie zoals bedoeld in het eerste lid een reglement vaststellen.

Artikel 15

  • 1 Van iedere vergadering wordt een verslag en besluitenlijst gemaakt.

  • 2 De voorzitter wijst een van de aanwezigen aan om de notulen te houden.

  • 3 De notulen bevatten in elk geval:

    • a. een kort verslag van de beraadslaging der behandelde agendapunten;

    • b. een overzicht van het verloop van de stemmingen;

    • c. de inhoud van de door de vergadering genomen besluiten;

    • d. de tekst van de ter vergadering ingediende voorstellen, voorstellen van orde en amendementen.

  • 4 Binnen tien dagen na afloop van de vergadering wordt een ontwerp voor de notulen gezonden aan de leden die de presentielijst hebben getekend. Ieder lid dat de presentielijst heeft getekend heeft de mogelijkheid om binnen tien dagen de opmerkingen waartoe het ontwerp aanleiding geeft, schriftelijk kenbaar te maken.

  • 5 Binnen tien dagen na afloop van deze termijn worden de notulen vastgesteld door een commissie, bestaande uit de voorzitter en twee leden.

  • 6 De vastgestelde notulen worden in hun geheel toegezonden aan de ledenraad en aan het bestuur van de KBvG.

  • 7 Voor zover de aard en de inhoud van de vergadering zich daartegen niet verzet, worden de vastgestelde verslagen en besluitenlijsten zo spoedig mogelijk na vaststelling van de notulen openbaar gemaakt voor alle leden van de KBvG.

  • 8 In afwijking van het derde lid bevat de notulen van een besloten deel van de vergadering alleen de inhoud van de door de vergadering genomen besluiten.

Artikel 16

De besluiten worden door het bestuur van de KBvG, met kennisgeving van de voorzitter van de ledenraad, zo spoedig mogelijk bekendgemaakt, hetzij schriftelijk, al dan niet door publicatie in een periodiek van de KBvG dat aan alle leden wordt toegezonden.

Artikel 17

De Algemene Termijnenwet is van overeenkomstige toepassing op deze verordening.

Artikel 18

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening ledenraad KBvG.

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-02-2023]

Deze verordening treedt in werking met ingang van 25 februari 2017 en vervangt de Verordening ledenraad KBvG van 9 juli 2001.

Vastgesteld door de ledenraad op 22 december 2016 en goedgekeurd door de Minister van Veiligheid en Justitie bij brief van 14 februari 2017.

Naar boven