Aanwijzing tbs met voorwaarden en voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege

[Regeling vervallen per 01-03-2021.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m 28-02-2021

Aanwijzing tbs met voorwaarden en voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege

Samenvatting

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Deze aanwijzing geeft regels voor het vorderen van een maatregel tot terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden en een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging en voor de executie van de tbs met voorwaarden en de voorwaardelijke beëindiging.

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De tbs is primair een beveiligingsmaatregel en kent twee vormen, de tbs met bevel tot verpleging van overheidswege en de – minder ingrijpende – tbs met voorwaarden. De maatregel tbs kan worden gevorderd bij een verdachte bij wie tijdens het begaan van een strafbaar feit sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Voorts moet er sprake zijn van een ernstig misdrijf (gevangenisstraf van vier jaar of meer of enkele specifiek benoemde delicten) en een gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen (art. 37a Sr). De wet noch de jurisprudentie stelt als eis dat er sprake moet zijn van verminderde toerekeningsvatbaarheid. De tbs kan dan ook worden gevorderd zowel bij toerekeningsvatbaren, als bij verminderd toerekeningsvatbaren, als bij volledig ontoerekeningsvatbaren. De tbs kan worden gecombineerd met een tijdelijke gevangenisstraf, behalve wanneer sprake is van volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Dan is er geen ruimte om naast de maatregel tbs een gevangenisstraf te vorderen.

Tbs met bevel tot verpleging

Bepalend voor de keuze voor het vorderen van een tbs met verpleging zijn de ernst van het indexdelict1 en de mate van het recidivegevaar. Indien het recidivegevaar onvoldoende afgewend kan worden met behulp van voorwaarden, zal gekozen moeten worden voor een tbs met verpleging. Dat is eveneens het geval wanneer betrokkene zich niet bereid toont tot medewerking aan de voorwaarden of niet in staat is (bij voorbeeld vanuit de geconstateerde stoornis) om aan de voorwaarden te voldoen. De tbs met verpleging is een vorm van vrijheidsbeneming. Binnen het kader van beveiliging en behandeling wordt onder andere door middel van (gecontroleerde) verloven in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) gewerkt aan een uiteindelijk veilig en verantwoord verblijf buiten het FPC. De Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het toezicht op de verpleging.

De tbs met verpleging duurt maximaal vier jaar tenzij de tbs is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (art. 38e lid 1 Sr). In dat geval is sprake is van een ongemaximeerde tbs.

Tbs met voorwaarden en voorwaardelijke beëindiging

Een tbs met voorwaarden is aan de orde als het recidivegevaar naar verwachting afdoende afgewend kan worden door het stellen van voorwaarden die zien op het gedrag van de terbeschikkinggestelde. Hiervan kan sprake zijn bij personen die minder delictgevaarlijk zijn, enig ziektebesef tonen en gemotiveerd zijn voor een behandeling en een niet te ernstig misdrijf hebben begaan.

Een voorwaardelijke beëindiging is alleen mogelijk bij een tbs met verpleging en is aan de orde als de uit de psychische stoornis voortvloeiende delictgevaarlijkheid dusdanig is teruggebracht dat het verantwoord is de verpleging onder voorwaarden te beëindigen.

Het is noodzakelijk dat de tbs-gestelde zich bereid heeft verklaard tot medewerking aan de voorwaarden (art. 38 lid 8 Sr respectievelijk art. 38g lid 2 Sr).

Het OM is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de voorwaarden (art. 38a lid 3 Sr). Zowel bij de tbs met voorwaarden als bij de voorwaardelijke beëindiging speelt de reclassering een centrale rol bij het adviseren over en formuleren van te stellen voorwaarden. De reclassering houdt ook toezicht op de naleving van de gestelde voorwaarden (art. 68 t/m 71 Reglement verpleging terbeschikkinggestelden).

De tbs met voorwaarden kan, ongeacht het indexdelict, maximaal negen jaar duren (art. 38e lid 2 Sr). Dat geldt ook voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging die door de rechter is uitgesproken voor 1 januari 2017; een voorwaardelijke beëindiging die na 1 januari 2017 door de rechter is uitgesproken is ongemaximeerd2. Dat betekent dat de voorwaardelijke beëindiging ook na negen jaren (telkens weer) verlengd kan worden door de rechter.

De vordering

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

1. Het vorderen van een tbs met voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Indien de officier van justitie of advocaat-generaal het voornemen heeft om tbs met voorwaarden te vorderen, geeft hij opdracht aan de reclassering om voor de zitting een voorstel te doen voor de op te leggen voorwaarden (maatregelrapportage). Een tbs met voorwaarden wordt in beginsel pas gevorderd wanneer er een maatregelrapportage van de reclassering beschikbaar is en de reclassering heeft aangegeven het toezicht te kunnen uitoefenen. Daarbij dient ook uit de maatregelrapportage naar voren te komen dat de verdachte zich bereid heeft verklaard tot medewerking aan die voorwaarden.

1.1. Dadelijke uitvoerbaarheid (artikel 38 lid 6 Sr)

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Indien na oplegging van een (gevangenisstraf in combinatie met een) tbs met voorwaarden de voorlopige hechtenis direct wordt opgeheven of de verdachte zich niet (meer) in voorlopige hechtenis bevindt, ontstaat tot het moment dat de tbs met voorwaarden onherroepelijk wordt, een toezichtloze periode. Gelet op het gevaarscriterium dient daarom als uitgangspunt te gelden dat de officier van justitie of advocaat-generaal in die gevallen de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden vordert. Wanneer de rechter die vordering inwilligt, gaat de tbs met voorwaarden in op het ogenblik waarop de verdachte ter tenuitvoerlegging van het bevel dadelijke uitvoerbaarheid wordt aangehouden dan wel op het tijdstip waarop de tenuitvoerlegging van een ander bevel tot vrijheidsbeneming, in dezelfde zaak gegeven, eindigt.

1.2. Tbs met voorwaarden in combinatie met een gevangenisstraf langer dan drie jaar (artikel 38 lid 3, 4, 5 Sr)

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Wanneer de officier van justitie of advocaat-generaal meer dan drie jaar gevangenisstraf (maximaal is vijf jaar mogelijk) vordert in combinatie met een tbs met voorwaarden, legt de rechter, indien die eis wordt gevolgd, in de uitspraak in ieder geval slechts de aard van de zorgverlening (ambulante behandeling, klinische opname of bijvoorbeeld opname in een instelling voor begeleid wonen) vast.

Indien in de uitspraak is volstaan met enkel het vastleggen van de aard van de zorgverlening dient de officier van justitie of advocaat-generaal uiterlijk zes maanden voorafgaand aan het ontslag uit detentie een vordering tot concretisering van de voorwaarden in bij het rechtscollege dat de uitspraak heeft gedaan.

1.3. Tbs met voorwaarden en motivering ex artikel 359 lid 7 Sv

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Wanneer de officier van justitie of advocaat-generaal een tbs met voorwaarden vordert, is het wenselijk dat de rechter expliciet verzocht wordt om een motivering ex art. 359 lid 7 Sv op te nemen in het vonnis of arrest, hoewel dit wettelijk niet is vereist bij oplegging van een tbs met voorwaarden. Indien de tbs wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen kan de tbs na omzetting in een tbs met verpleging de duur van vier jaar overschrijden, ongeacht de voorafgaande duur van de tbs met voorwaarden.

Indien de motivering ex art. 359 lid 7 Sv toch ontbreekt in het vonnis of arrest van oplegging, bestaat er voor de verlengingsrechter ruimte om vast te stellen of de tbs al dan niet is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.3

2. Het vorderen van een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Wanneer de officier van justitie of advocaat-generaal (op basis van de adviezen als bedoeld in artikel 509o Sv) het voornemen heeft om de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging te vorderen, geeft de officier van justitie of advocaat-generaal, zo mogelijk voorafgaand aan de zitting, evenzo opdracht aan de reclassering rapport uit te brengen waarin de te stellen voorwaarden worden geformuleerd (maatregelrapportage). Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging wordt in beginsel pas gevorderd indien er een maatregelrapportage van de reclassering beschikbaar is en de reclassering heeft aangegeven het toezicht te kunnen uitoefenen. Als de reclassering van oordeel is dat geen invulling gegeven kan worden aan de voorwaardelijke beëindiging vermeldt zij dit in een met redenen omkleed rapport.

Executie

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

3. De executie van de tbs met voorwaarden en de tbs waarvan de verpleging voorwaardelijk beëindigd is

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De tbs met voorwaarden vangt aan, daargelaten de gevallen waarin de dadelijke uitvoerbaarheid is bevolen, zodra het vonnis of arrest onherroepelijk is (art. 38d lid 1 Sr). Wanneer naast de tbs met voorwaarden ook een gevangenisstraf is opgelegd, vangt de tbs in beginsel aan op de v.i.-datum dan wel, wanneer geen sprake is van v.i., op de datum waarop de gevangenisstraf eindigt. De voorwaardelijke beëindiging vangt aan nadat de beslissing daartoe onherroepelijk is geworden en een kennisgeving aan de tbs-gestelde is gezonden (art. 509u bis Sv).

3.1. Toezicht op de naleving van de voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Het toezicht op de naleving van de voorwaarden van zowel de tbs met voorwaarden als de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging geschiedt primair door de reclassering. Het OM is verantwoordelijk voor de uitvoering van het toezicht.

De reclassering informeert de officier van justitie periodiek over de voortgang en brengt de officier van justitie voorts zo spoedig mogelijk op de hoogte van een overtreding van de voorwaarden of een dreigende ontsporing.

3.2. Toezicht op de naleving van de voorwaarden in het buitenland

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Indien de tbs-gestelde tijdens de tbs met voorwaarden of voorwaardelijke beëindiging naar het buitenland wil, vraagt de reclassering de officier van justitie of deze hier toestemming voor verleent. Omdat de mogelijkheden tot toezicht op de naleving van de voorwaarden in het buitenland beperkt (zo niet onmogelijk) zijn, wordt slechts in uitzonderlijke gevallen toestemming verleend. Het belang (waaronder het resocialisatiebelang) dat door het verblijf in het buitenland wordt gediend wordt afgezet tegen factoren als het indexdelict, de fase van de tbs, het recidiverisico en de mogelijkheden tot toezicht in het buitenland.

3.3. Niet-naleving van de gestelde voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Bij niet naleving van de voorwaarden of een dreigende ontsporing beslist de officier van justitie zo spoedig mogelijk welke reactie passend en geboden is. De reclassering kan de officier van justitie hiertoe een voorstel doen. De volgende vorderingen kunnen door de officier van justitie worden ingediend:

De omstandigheden van het geval bepalen welke vordering het meest geëigend is. In sommige gevallen kan worden volstaan met een wijziging van de voorwaarden of de hulp- en steunverlenende instelling. Daarmee kan ook voorkomen worden dat zwaardere middelen als een crisisopname of omzetting worden toegepast.

Een tijdelijke crisisopname ex art. 509j bis Sv (van maximaal zeven weken, die eenmaal met maximaal zeven weken kan worden verlengd) is bedoeld om een stabilisatie van de problematiek van de tbs-gestelde te bereiken. De tijdelijke crisisopname is mogelijk zonder de bereidverklaring van betrokkene en wordt in beginsel alleen gevorderd als de verwachting bestaat dat de tbs-gestelde door die crisisopname weer zal kunnen terugkeren in het oorspronkelijke regime van de reeds opgelegde voorwaarden.

In het uiterste geval kan de officier van justitie er voor kiezen een vordering tot alsnog verpleging dan wel tot hervatting van de verpleging in te dienen. Een vordering tot alsnog verpleging of hervatting van de verpleging dient in alle gevallen gepaard te gaan met de aanhouding van de tbs-gestelde en een vordering tot voorlopige verpleging respectievelijk een vordering tot voorlopige hervatting van de verpleging (art. 509i Sv). Een tbs met voorwaarden kan, ongeacht het indexdelict, maximaal negen jaar duren. Een voorwaardelijke beëindiging uitgesproken na 1 januari 2017 is niet aan een maximale termijn gebonden. De hierboven bedoelde vorderingen kunnen op elk moment gedurende de tbs met voorwaarden of de voorwaardelijk beëindigde verpleging van overheidswege worden ingediend. Bij de afweging met betrekking tot het indienen van een vordering tot alsnog verpleging dan wel tot hervatting van de verpleging is het onder andere van belang te bekijken of de tbs is opgelegd ter zake van een misdrijf zoals bedoeld in artikel 38e lid 1 Sr. Indien dat niet het geval is, is de duur van de tbs met verpleging, na de omzetting of hervatting, immers gemaximeerd tot vier jaar. Bij een vordering tot hervatting van de verpleging dient bovendien rekening gehouden te worden met de duur van de tbs met verpleging voorafgaand aan de voorwaardelijke beëindiging4. De totale duur van de tbs met verpleging mag dan immers de periode van vier jaar niet overschrijden.

3.4. Nieuw strafbaar feit

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Indien de tbs-gestelde tijdens de looptijd van de maatregel verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit kan de officier van justitie of advocaat-generaal opnieuw de maatregel tbs vorderen. Als de rechter vervolgens opnieuw de tbs-maatregel oplegt vervangt deze ‘nieuwe’ tbs de lopende tbs, ongeacht de modaliteit (art. 38l Sr). Bepalend voor de keuze van de officier van justitie of advocaat-generaal om opnieuw de maatregel tbs te vorderen kan zijn de aard en de ernst van het delict en/of het daarmee samenhangende recidivegevaar voor dit nieuwe delict, de belangen van de slachtoffers en de looptijd van de huidige maatregel. Deze factoren zijn namelijk van belang voor de beoordeling van de proportionaliteit door de verlengingsrechter. Ook wordt over het algemeen de behandeling in de kliniek afgestemd op het indexdelict.

  1. Het delict ter zake waarvan de tbs-maatregel is opgelegd. ^ [1]
  2. Art. 38j lid 2 Sr is met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd door de inwerkingtreding van de Wet langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking (Stb. 2015, 460). ^ [2]
  3. Zie Hoge Raad 12 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8434. ^ [3]
  4. Zie Gerechtshof Arnhem 5 november 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BY2256. ^ [4]
Naar boven